10 maal Eremetaal augustus/september 2020

10 maal Eremetaal in augustus/september 2020

ALCATRAZZ

Born Innocent

(Silver Lining Music)
Stan Novak
85

34 jaar (!) na het onthutsend zwakke ‘Dangerous Games’ meldt Graham Bonnet zich terug met Alcatrazz, samen met oudgedienden Jimmy Waldo (toetsen) en Gary Shea (bas). Op de drumkruk Mark Benquechea en als gitarist is Joe Stump binnen gehengeld. En dat is, zoals de kenners weten, zeker geen knoeilap. Op ‘Born Innocent’ zijn ook tal van gastmuzikanten van de partij en dat zijn niet de minsten. Wat te denken van Chris Impellitteri, Nozomu Wakai, Dario Mollo en (wijlen) Bob Kulick. Maar ook Steve Vai en ene Jeff Waters doen een duit in het zakje. De gitaarliefhebber zal het water nu wel uit de mond lopen. Het vuurwerk staat echter te allen tijde in dienst van de songs en wanneer de solo’s echt de pan uitvliegen, zoals in uptempo rockers als „London 1666” „Finn McCool” en „Polar Bear”, dan is dat op zijn plaats. En Graham Bonnet dan? Welnu, die staat op zijn 72e (!) nog steeds zijn mannetje; bereik en expressie zijn er nog en zijn patent op pakkende zanglijnen en melodieën blijkt nog niet te zijn verlopen. Meest opmerkelijke track is „For Tony”, een gitaarloos maar warmbloedig onderonsje tussen Bonnet en een blaasorkest. Hoogtepunt in mijn ogen is echter het machtige „Warth Lane”, dat op meeslepende en intense wijze alle juiste snaren raakt. Het heilige vuur wakkert als vanouds op deze comeback van het jaar!


BLACK CROWN INITIATE

Violent Portraits Of Doomed Escape

(Century Media Records)
Wouter Dielesen
90

‘Violent Portraits Of Doomed Escape” is de opvolger van eerdere langspelers ‘The Wreckage Of Stars’ (2014) en ‘Selves We Cannot Forgive’ (2016). Drummer Jesse Beahler (Thy Art Is Murder) verdween in de tussentijd van het toneel. Gabe Seeber (o.a. Alterbeast) vervangt hem als sessiemuzikant. Ook keerde gitarist Ethan McKenna terug op het nest. Samen met Nick Shaw (bas), Andy Thomas (gitaar/zang) en James Dorton (zang) creëerde de groep uit Pennsylvania een zeer sterke en gevarieerde plaat met een unieke sound. Die toont af en toe gelijkenissen met het zwaarste werk van Opeth, maar legt nog meer nadruk op death metal. In vijftig minuten switcht de band van heavy en progressief naar klein en subtiel, en van de grunts van Dorton naar de cleane zang van Thomas. Nergens schiet de band door in technisch vertoon. Toch is het spel van bijzonder hoog niveau. De combinatie van elementen zorgt in nummers als „Son Of War”, het a-capellabrulstuk „Bellow” en „Death Comes In Reverse” voor prachtige momenten met een uitgemeten gevoel voor dynamiek, emotie en melancholie.


BLUES PILLS

Holy Moly!

(Nuclear Blast)
Robert Haagsma
85

De band rond zangeres Elin Larsson debuteerde in 2014 met een album vol rauwe, in de jaren zeventig gewortelde bluesrock. Het bezorgde Blues Pills een vliegende start. Op het daaropvolgende werkstuk ‘Lady In Gold’ werden de bakens danig verzet. Meer toetsen, minder gitaar. De ruwe randjes maakten plaats voor invloeden uit de pop en soul. Zelf bewoog ik moeiteloos mee, maar de reacties liepen verder nogal uiteen. Het lijkt erop dat Blues Pills zich de kritische geluiden aangetrokken heeft want met ‘Holy Moly’ blijkt de band terug te keren naar de roots. De songs worden weer gedragen door robuust gitaarwerk, de tempo’s zijn stevig en blues en rock zijn de tradities waar weer volop uit geput wordt. Het levert weer ouderwets goede songs op, zoals „Rhythm In The Blood”. Hoe goed de band ook is, wat mij betreft is Elin Larsson nog altijd de ster van het stel. Het lijkt erop dat zich in haar leven nogal wat amoureus drama heeft voltrokken, want zoals ze zich binnenstebuiten keert in „Kiss My Past Goodbye” is heel indrukwekkend. Minstens zo fraai is het meer ingehouden „Longest Lasting Friend”, waarin ze zich vooral door een eenzame gitaar laat begeleiden. Prijsnummer is misschien toch wel het stoere „Proud Woman” waarmee de plaat opent. Weg is Blues Pills wat mij betreft nooit geweest, maar ik vermoed dat veel fans blij zullen zijn met deze manoeuvre van de band.


CARTHAGODS

The Monster In Me

(Metalville)
Diederick RR9660
78

Carthagods is een band uit Tunesië en op dit tweede album (in de bijna dertig jaar dat de band bestaat!) heeft een Nederlander een stevige vinger in de pap gehad. Het gaat hier om Timo Somers, bekend van onder anderen Vengeance en Delain. Somers heeft niet alleen de productie gedaan, maar neemt als gastmuzikant ook de gitaarsolo’s voor zijn rekening. Ook Mark Jansen (Epica, MaYaN) komt als gastzanger nog even voorbij. Niet vreemd als je bedenkt dat deze Noord-Afrikanen al eens op de planken stonden in het voorprogramma van MaYaN. Eerder deed trouwens ook Marcel Coenen (Sun Caged en nu God­scum, zie onze vorige editie) als gastgitarist een duit in het zakje bij deze band, dus je kan wel stellen dat Carthagods een speciale relatie met ons landje heeft. Carthagods speelt een kruising van power en progressieve metal met veel ruimte voor afwisseling en melodie. Muzikaal gezien gaat het nog het meest de kant van Evergrey op, alleen is het niveau van de zang en in­strumentatie nét even wat minder. Toch is duidelijk te horen dat de mannen al sinds de jaren negentig actief zijn, want de stevige en melodieuze metal klinkt hecht en professioneel. Kortom: ‘The Monster In Me’ is een geslaagd vervolg op het debuut uit 2015.


DEEP PURPLE

Whoosh!

(earMUSIC)
Stan Novak
82

Mocht ‘Whoosh’ het laatste studioalbum van Deep Purple blijken te zijn dan is het een hele fijne zwanenzang. Qua sfeer en geluid sluit het nieuwe werkstuk naadloos aan bij voorgangers ‘Now What?!’ en ‘Infinite’ (uit respectievelijk 2013 en 2017) die eveneens uit de productiefabriek van de bewierookte Bob Ezrin kwamen. Het geluid is ditmaal zowaar nog beter; ‘Whoosh!’ heeft een ronde, warme sound waarbinnen elk detail wordt aangestipt. Wel heeft Ezrin de (overigens erg smaakvolle) zang van Ian Gillan ditmaal een prominentere rol in de mix gegeven. Of zoals Steve Morse het onlangs naar ons verwoordde: ‘de zang ligt nu meer óp de mix dan erin’. Het geeft een iets ander accent aan een verder zeer herkenbaar geluid. Wat verder opvalt aan ‘Whoosh!’ is dat het songmateriaal ditmaal een stuk constanter is dan op de voorgangers. Een zwak moment of ook maar iets in die richting kom je niet tegen, maar daar staat tegenover dat er geen stukken langskomen die er echt boven uit steken. Wat dat betreft mis ik ditmaal een stukje spanning en avontuur. Aan huzarenstukjes als „The Surprising” en „Bird Of Prey”, waarin Steve Morse en Don Airey samen voor magie zorgden, ontbreekt het ditmaal. Beide heren spreken ditmaal meer voor zichzelf en daarbij is het Airey die als winnaar uit de bus komt met zijn uiterst gevarieerde spel. Een ander verschil is het aantal songs. ‘Whoosh’ telt er maar liefst dertien, tegen slechts tien op ‘Infinite’ en dat was inclusief een bloedeloze cover van The Doors. Nee, dan hoor ik veel liever de levendige herbewerking van het stokoude instrumentaaltje „And The Address”, waarmee in 1965 (!) de ‘Shades Of Deep Purple’-plaat werd geopend, een idee van Ezrin dat prima uitpakt. Het tekent het karakter van ‘Whoosh’ als onderhoudend en op spontane wijze tot stand gekomen werkstuk van een stel vakidioten.


HAIL SPIRIT NOIR

Eden In Reverse

(Agonia Records)
Anita Boel
88

Ik ben aangenaam verrast door het Griekse Hail Spirit Noir (inmiddels hun vierde album, maar voor mij een eerste kennismaking). Dit zestal weet met ‘Eden In Reverse’ een uniek geluid neer te zetten. Niet heel eenvoudig te behappen, maar daarin zit direct ook een mooie uitdaging. De muziek valt onder het progrock/metalgenre, maar het is veel meer dan dat. Denk aan termen als psychedelisch, elektronisch, surrealistisch, ambient en eighties. Vertaal je dit naar bands, dan is het een soort mix van Borknagar, Ayreon, Devin Townsend, Katatonia, Solefald en Opeth. Het is bijzonder intrigerend hoe deze band deze diverse invloeden weet te combineren, want ondanks de vele extremen klinkt het toch als een eenheid. Luister maar eens naar „Incense Swirls”; de synthersizerpartijen gaan hand in hand met de zware gitaren en prachtige (samen)zang. Vallen in deze song vooral de toetsenpartijen op, in „Crossroads” is dat de zang. Lars Nedland van Borknagar heeft zijn medewerking aan dit nummer verleend en het resultaat is overdonderend. Wat mij betreft is dit het hoogtepunt van het album, al ben ik ook zwaar onder de indruk van het afsluitende „Automata 1980”. Wellicht is het voor sommigen iets te experimenteel vanwege alle vreemde, elektronische geluiden, maar ik vind het (misschien wel door mijn achtergrond als toetsenist) geweldig. Dit ruim tien minuten tellende nummer kent een sublieme, hypnotiserende opbouw en de band weet continu de juiste sfeer op te roepen. Ik ben verkocht!


ONSLAUGHT

Generation Antichrist

(AFM Records)
André Verhuysen
82

Engelands beste en bekendste old-school thrash metalband Onslaught heeft het nooit moeten hebben van zijn originaliteit, maar compenseert dat telkens ruimschoots met goede nummers en een enorm bevlogen vertolking. Ook dit keer weer. De Slayer-, Exodus- en Metallica-invloeden zijn wederom evident, maar niet extremer dan op het vorige album ‘VI’ (2013), dat ik destijds kwalificeerde als ‘Onslaughts meest furieuze plaat tot nu toe’. Sindsdien zijn er een paar wisselingen van de wacht geweest. Drummer Mike Mourihan is na één album alweer vertrokken en vervangen door ene James Perry. Een knappe luisteraar die het verschil hoort. Opvallender is dat frontman Sy Keeler er de brui aan heeft gegeven, waardoor gitarist Nige Rockett het laatst overgebleven oorspronkelijke bandlid is. Het vertrek van Keeler heeft echter heel goed uitgepakt, want laten we eerlijk zijn, zo bijzonder was ‘s mans stem niet. Zijn vervanger David Garnett luistert niet alleen iets prettiger weg (denk Steve ‘Zetro’ Souza, maar dan zonder de irritante snerp), hij komt ook op de proppen met opvallend catchy refreinen die uitnodigen tot luidruchtig meebrullen. Overigens is het verschil tussen Keeler en Garnett niet heel groot. Het hadden broers kunnen zijn. Voor wie het zelf wil controleren: van afsluiter „A Perfect Way To Die” is vorig jaar een videoclip uitgebracht waar Keeler nog op zong. Op dit album doet Garnett het vrijwel identiek. De kwaliteit van de negen nummers is van begin tot eind hoog. Een echte uitschieter zit er niet tussen, een misser echter ook niet. Kortom, een betere thrashplaat is dit jaar nog niet verschenen!


PRIMAL FEAR

Metal Commando

(Nuclear Blast)
André Verhuysen
75

Primal Fear is een band waar je van op aan kan. Elk even jaar verschijnt er een nieuw studioalbum. Corona of geen corona. En van elk van die nieuwe platen weet je van tevoren ook al precies wat erop staat. Power metal van de bovenste plank. Straatje Judas Priest, Helloween en Accept. Er wordt op hoogstaand niveau gemusiceerd en de productie is steevast om door een ringetje te halen. Buiten de lijntjes kleurt Primal Fear nooit, alsof dat een doodzonde zou zijn. De band bedacht al jaren geleden de winnende formule, elke verandering zou vrijwel zeker achteruitgang betekenen. In feite zijn de songs op alle albums volledig inwisselbaar. En dus hoor je ook op ‘Metal Commando’ weer gewoon meer van hetzelfde. In het geval van Primal Fear kan ik daar prima mee leven. Schoenmaker blijf bij je leest. Het is daarnaast ook bepaald geen straf om Ralf Scheepers uit volle borst te horen galmen. Hij is nu eenmaal één van de beste, misschien zelfs wel dé beste zanger in het genre. Ook qua gitaarwerk valt er genoeg te smullen, al is me nooit duidelijk wie van de drie gitaristen welke solo voor z’n rekening neemt. In 2022 ligt deze plaat in licht aangepaste vorm en met een andere titel en hoes gewoon opnieuw in de winkel.


UNLEASH THE ARCHERS

Abyss

(Napalm Records)
André Verhuysen
75

In de basis is Unleash The Archers een geweldige, traditionele heavy metalband. Ook op dit vijfde album van de band uit het Canadese Vancouver staan weer een fiks aantal goed in het gehoor liggende songs, die vooral boven het maaiveld uitsteken vanwege de uitstekende zang van Brittney Slayes. Net als op de voorgaande albums zingt ze met veel kracht en overtuiging, zonder dat ze zich overschreeuwt. Echt een topper in haar gewichtsklasse. Opvallende bijrollen zijn weggelegd voor de gitaristen Grant Truesdell en Andrew Kingsley. Ze soleren op spectaculaire snelheid zonder daarbij over hun vingers te struikelen. Petje af. Het hoge oh-ho-ho-gehalte van sommige nummers is het genre eigen en nemen we maar voor lief, echt storen doet het trouwens niet. Wat wel stoort zijn de misplaatste toevoegingen van elementen uit extremere metalsoorten: krachteloze blastbeats en dik aangezette grunts. Gelukkig gebeurt het op ‘Abyss’ nog slechts sporadisch („Legacy”, „The Wind That Shapes The Land”), op voorganger ‘Apex’ was het namelijk nog veel erger. Het gaat dus al de goede kant op, maar van mij mag Unleash The Archers op z’n volgende werkstuk dit soort fratsen helemaal achterwege laten.


VICIOUS RUMORS

Celebration Decay

(Steamhammer)
André Verhuysen
75

Het is bij elk nieuw album van Vicious Rumors weer de vraag met welke zanger bandleider/gitarist Geoff Thorpe nu weer op de proppen komt. Ditmaal is het ene Nick Courtney. De onbekende nieuweling is de opvolger van ‘onze’ Nick Holleman. Jammer voor Holleman, maar hij kan in elk geval voor de rest van zijn leven Vicious Rumors op zijn cv zetten. Courtney mag er ook wezen trouwens, hij zingt helemaal in lijn van zijn vele voorgangers en komt soms zelfs akelig dicht in de buurt van wijlen Carl Albert. Thorpe heeft wel een neusje voor het traceren van puike zangers, dat moet ik hem nageven. Wat betreft de muziek kan ik kort zijn: het is gewoon weer meer van hetzelfde. Alsof Vicious Rumors voor de tigste keer ‘Digital Dictator’ heeft gemaakt. Het enige nummer dat een beetje afwijkt van de platgewalste paden is het Mega­deth-achtige „Asylum Of Blood”. Voor de rest is het business as usual.