10xEremetaal April 2015

 

10xEremetaal in April 2015

 

BARREN EARTH

On Lonely Towers

(Century Media/Universal)
Wouter Dielesen
90

Met muzikanten van gevestigde acts als Kreator, Amorphis, Moonsorrow, Turisas en Chaosbreed in de gelederen, lag bij Barren Earth het gevaar van vertrekkende leden al op de loer sinds de oprichting in 2007. Toch wist de groep uit Helsinki zeven jaar lang dezelfde bezetting te behouden en bracht het achtereenvolgens de EP ‘Our Twilight’ (2009) en de full-lengths ‘Curse Of The Red River’ (2010) en ‘The Devil’s Resol­ve’ (2012) uit. Pas in 2013 gaf Mikko Kotamäki zijn rol als zanger op, omdat hij de band niet meer kon combineren met zijn vocale taken bij Swallow The Sun. Met de komst van zijn Faeröerse vervanger Jón Aldará veranderde er ook iets aan de muzikale benadering. Op ‘On Lonely Towers’ beroept Barren Earth zich nog steeds op een mix van doom, melodieuze death metal, seventies progrock en folk, met verwijzingen naar Amorphis, Katatonia, Paradise Lost en Opeth. Maar de band neemt per nummer langer de tijd om zijn verhaal te doen, zoals in het met cello’s opgesierde „A Shapeless Derelict” en de epische titeltrack. Ook bulderen de death metalpassages wat harder dan voorheen en klinkt er meer prog door. Neem bijvoorbeeld afsluiter „The Vault”, met zijn Jethro Tull-achtige middenstuk. Voor de grootste verandering zorgt echter Aldará. Zijn grunts zijn minder rafelig dan die van Kotamäki en zijn cleane bereik is enorm, haast opera-achtig. Dat valt extra op tijdens „Howl” en het theatrale albumhoogtepunt „Set Alight”. Gebleven zijn de prachtige folksolo’s van gitaristen Janne Perttilä en Sami Yli-Sirniö, het fantastische toetsenwerk van Kasper Mårtenson en de organische sound. Barren Earth is zo gegroeid in zijn rol dat het nu de andere bands zijn die moeten vrezen voor vertrekkende leden!


 

DEEPSHOW

The Spleen King

(Spinal/Bertus)
André Verhuysen
75

De verrassing van deze maand komt uit België en luistert naar de naam Deepshow. Uitleggen hoe het kwartet uit Mons (Ber­gen voor Vlamingen en Nederlanders) klinkt is een makkie. Deepshow klinkt namelijk als een volbloed kruisbestuiving van Corrosion Of Conformity en Down, aangelengd met een vleugje Pantera. Niet in de laatste plaats vanwege de krachtige zang van ene Sergeï Kraven, die meer dan een beetje lijkt op die van Phil Anselmo. ‘The Spleen King’ schuurt, schaaft en groovet dat het een lieve lust is. Het enige dat er nog aan ontbreekt is iets van een eigen identiteit. Het lijkt allemaal nog net een beetje te veel op bovengenoemde bands. Als debuutalbum hoeft ‘The Spleen King’ zich echter nergens voor te schamen. Deepshow, een band om in de gaten te houden!


 

THE GENTLE STORM

The Diary

(Inside Out Music/Universal)
Liselotte Hegt
80

Wat jarenlang in de lucht hing, is er eindelijk van gekomen: Arjen Lucassen en Anneke van Giersbergen hebben samen een album gemaakt onder de naam The Gentle Storm. ‘The Diary’ is tweeledig. Op CD1 (‘Gentle’) staan elf composities met een speelse, akoestische en folkloristische sound, waarbij naast gitaar, viool, fluit en piano bijvoorbeeld ook verschillende aparte exotische instrumenten worden gebruikt. Op CD2 (‘Storm’) krijg je dezelfde nummers te horen, maar ze zijn anders gearrangeerd en uitgevoerd, met heavy gitaarwerk, stevige drums, vurig vioolwerk en (zware) klassieke, dynamische bombast. Het is een ludiek en arbeidsintensief idee, waar Lucassen gezien zijn werkethiek zijn hand natuurlijk niet voor omdraait. ‘The Diary’ is geen kosmische of buitenaardse aangelegenheid, maar een oer-Hollands concept, een fictief verhaal dat zich afspeelt in de zeventiende eeuw. Een intensieve briefwisseling tussen VOC-schipper Joseph en zijn vrouw Suzanne vormen de teksten en Van Giersbergen is de vocale spreekbuis van dit liefdesverhaal. Op CD1 doet ze dat ijl, met hoge noten en een vleugje melancholie. Op CD2 gebeurt dat vol, krachtig en meerstemmig, soms gesteund door een heus koor. Je kunt er inmiddels blindelings op vertrouwen dat Van Giersbergen zich prima kwijt van haar taak, maar een tien met een gouden griffel krijgt ze voor het intens gezongen „The Moment”. Ook Lucassen voorziet deze release van zijn herkenbare kwaliteitsstempel en signatuur. Toch moet ik bekennen dat al die folklore pingeltjes, klassieke toeters en strijkjes en deels klassieke zang naar mijn smaak iets te veel van het goede zijn. Wat overigens niets afdoet aan het feit dat het allemaal wel goed past bij het tijdsbeeld en de romantiek van toen, waarmee beide muzikanten dus wel de juiste muzikale omlijsting voor het verhaal neerzetten. Verder is de performance van beiden zeer herkenbaar, waardoor ik toch wel een element van verrassing mis in het geheel, of ben ik dan aan het kniesoren? Wellicht had ik onterecht andere verwachtingen. Een mooi album is het hoe dan ook.


 

HEIDEVOLK

Velua

(Napalm/PIAS)
Robert Haagsma
85

In achterliggende jaren verwelkomde Heidevolk een nieuwe gitarist en zelfs een nieuwe zanger. Het is tekenend voor de stabiliteit van de band dat het geen enkele negatieve impact had. Integendeel, strijdbaar als altijd vermengt de Gelderse formatie op ‘Velua’ opnieuw stoere metal met invloeden uit de folk en Nederlandstalige teksten. De vorige plaat ‘Batavi’ handelde over de opstand van de Bataven. Zoals de titel al aangeeft, gaat het nieuwe werk over de Veluwe. In de nummers wordt vooral teruggegrepen op de eeuwenoude sagen en legendes vol moord, vloek en wroeging. „Vinland”, waar het album mee afgesloten wordt, is het enige nummer dat buiten deze thematiek valt. Opnieuw ben ik onder de indruk. De roetsbruine zang is opnieuw prachtig en combineert op een geweldige manier met de solide, vol klinkende metal. Ook al klinkt alles heel robuust, er is wel degelijk ruimte voor verfijnde arrangementen, zoals „De Hallen Van Mijn Vaderen” laat horen. De verhalen zijn bovendien indringend. Zoals dat van „De Vervloekte Jacht”, dat gaat over een jager die zijn stervende vader achterlaat om toch nog even op jacht te gaan. Na diens dood verzinkt het ouderlijk huis in het niets, wat de egoïstische zoon dwingt de rest van zijn leven rond te dolen. Heidevolk bewijst met dit soort songs nog altijd een volstrekt unieke band te zijn. Meesters in het vertellen van oude verhalen, met geweldige muziek als decor.


 

LIKE A STORM

Awaken The Fire

(Another Century/Universal)
Liselotte Hegt
80

Like A Storm is een familieaangelegenheid uit Nieuw-Zeeland. De drie broers Chris (zang, gitaar, didgeridoo, keyboards), Matt (zang, gitaar, keyboards) en Kent Brooks (bas, zang en keyboards) staan aan het roer. Ter promotie van hun debuutalbum ‘The End Of The Beginning’ (2009) maakten de broertjes de oversteek naar Amerika en toerden ze intensief met onder andere Alter Bridge, Shinedown, Creed, Staind en Drowning Pool. Dat hoor je, want ‘Awaken The Fire’ is een bijzonder lekker wegluisterend album, vol moderne mainstream rock/metal in het straatje van bovengenoemde bands, aangevuld met een beetje Papa Roach. De muziek groovet en klinkt energiek, de rand is rauw en de band durft zeker ook te experimenteren met vreemde ritmes en geluiden. „Love The Way You Hate Me” is in Amerika al een dikke radiohit, die zich, net als opener „Chaos”, onderscheidt met een didgeridoopartij. De kracht van ‘Awaken The Fire’ zijn de goede hooks en pakkende melodietjes, de zangstemmen die goed bij elkaar passen (afwisselend tussen melodieuze zang, grunts en screams) en de wisselwerking tussen krachtige songs een rustige ballads. De enige miskleun is de cover „Gangsters Paradise” van rapper Coolio.


 

THE POODLES

Devil In The Details

(Gain Music/Sony Music)
Ron Willemsen
80

‘Devil In The Details’ is de zesde studioplaat van het Zweedse The Poodles en het is een klapper. Minder glad dan z’n voorganger ‘Tour De Force’ en een stuk bombastischer. Vaste producer Mats Valentin zat weer achter de knoppen en heeft gezorgd voor een indrukwekkend, ruimtevullend geluid. „Before I Die” opent de plaat opzwepend, het navolgende „House Of Cards” swingt de pan uit. De toon is gezet. „The Greatest” begint als „Dreamer” van Supertramp en is een geweldig nummer. „Crack In The Wall” bevat een oosters sfeertje en is wat mij betreft een van de uitschieters. Pijnpuntjes zijn er ook. Op ‘Devil In The Details’ wordt namelijk meer dan voorheen gebruik gemaakt van electronica en dat pakt niet altijd even goed uit. Het funky „(What The Hell) Baby” klinkt daardoor zelfs zo poppy dat Britney Spears er jaloers op zou zijn. Ook het retecommerciële „Everything” bevat elektronisch vervormde zang. „Need To Believe”, met een vette Led Zeppelin-groove en een mooie gitaarsolo zet de band weer op het juiste spoor, wat culmineert in het Rammstein-light-achtige „Life Without You”. Wel beschouwd is The Poodles eigenlijk gewoon een popband in een heavy jasje. Maar wel een heel mooi jasje. ‘Devil In The Details’ is dan ook een prachtplaat.


 

SANTA CRUZ

Santa Cruz

(Spinefarm/Caroline)
Bastiaan Tuenter
72

Wellicht vonden de Finnen van Santa Cruz hun debuut ‘Screa­ming For Adrenaline’ te veel op Guns N’ Roses lijken, want een zelfbenoemd tweede album is een beetje vreemd. Maar aangezien ‘Santa Cruz’ vooral erg glam klinkt, is deze stijl misschien wel de blauwdruk voor hun toekomstige werk. De mix van hardrock en metal heeft op ‘Santa Cruz’ vooral een grote glamrand door de jarentachtigproductie, de meerstemmige en meebrulbare refreinen en, eerlijk is eerlijk, de goedkope teksten. De sterkste troeven zijn „We Are The Ones To Fall”, „Bonafide Heroes” en „My Remedy”, nummers die er bij fans van Reck­less Love en Steel Panther waarschijnlijk als zoete koek ingaan. Hoewel het te prijzen valt dat de band niet meer zo openlijk met Guns N’ Roses flirt, is het jammer dat dit tweede album op alle fronten nét iets minder goed uitpakt. Laten we hopen dat de band zich op een volgende plaat opnieuw definieert.


 

MICHAEL SCHENKER’S TEMPLE OF ROCK

Spirit On A Mission

(In-Akustik/Coast To Coast)
André Verhuysen
78

Eens een gitaargod altijd een gitaargod. Ondanks de vele slechte platen die Michael Schenker heeft uitgebracht, ben ik toch elke keer opnieuw weer benieuwd waar hij mee voor de dag komt. En het moet gezegd, sinds enige tijd zit er weer een stij­gende lijn in. Eind 2013 verscheen ‘Bridge The Gap’, een album waar zowaar een handvol puike nummers op stond. Niet in de laatste plaats vanwege zijn uitstekende begeleidingsband Temple Of Rock, die bestaat uit doorgewinterde veteranen: voormalig Scorpions-ritmesectie Herman Rarebell/ Francis Buchholz en ex-Rainbow-zanger Doogie White. Inmiddels zijn we anderhalf jaar verder en hebben Schenker en zijn kompanen de stijgende lijn weten vast te houden. ‘Spi­rit On A Mission’ bevat weliswaar geen krakers van het kaliber „Into The Arena” of „Victim Of Illusion”, om over de UFO-klassiekers nog maar te zwijgen, maar er staan voor het eerst in lange tijd ook geen slechte nummers op. ‘Spirit On A Mission’ is een consistent, degelijk en gevarieerd album met twaalf nummers die allemaal lekker wegluisteren, van de vlotte Van Halen-achtige opener „Live And Let Live” via het zware, aan Led Zeppelin referende „Saviour Machine” tot het UFO-getinte „Good Times”. Niets mis mee, al zitten er ook niet direct songs met eeuwigheidswaarde tussen. Schenkers gitaarspel is als vanouds. Nog steeds soleert hij glashelder en met kop en staart. Zoals gezegd: eens een gitaargod altijd een gitaargod. En zo is ‘Spirit On A Mission’ stiekem de beste Schenker-plaat sinds ‘Written In The Sand’ uit 1999!


 

SORCERER

In The Shadow Of The Inverted Cross

(Metal Blade/PIAS)
André Verhuysen
80

In de loop der jaren hebben verschillende bands aanspraak gemaakt op de naam Sorcerer. Hij ligt ook wel erg voor de hand natuurlijk. De Sorcerer die we hier te pakken hebben komt uit Zweden. In feite is het een tweemansband, aangevuld met wat uitzendkrachten. De kern van Sorcerer bestaat uit bassist Johnny Hagel (ex-Tiamat, ex-Sundown) en zanger Anders Engberg (220 Volt, ex-Lion’s Share). De eerste incarnatie van Sorcerer richtten de twee al eind jaren tachtig op. Toch is ‘In The Shadow Of The Inverted Cross’ het officiële debuutalbum. Sorcerer stond namelijk bijna twintig jaar op non-actief. Sinds 2010 bestaat de band weer. Tot zover de inleidende beschietingen. Over naar de moraal van dit verhaal: ‘In The Shadow Of The Inverted Cross’ is een prachtplaat. Een episch doom metalmomument in de lijn van de platen die Black Sabbath maakte met Tony Martin als zanger. ‘In The Shadows…’ kun je zo naast ‘The Eternal Idol’, ‘Headless Cross’ en ‘Tyr’ in je platenkast zetten. Oké, muzikaal beschouwd zit er ook een flinke scheut Candlemass in Sorcerer, luister maar naar „Exorcise The Demon” of het titelnummer, maar het is de prachtstem van Engberg die toch wel héél erg aan Tony Martin doet denken. Als twee druppels water. Aangezien we van Tony Martin de laatste jaren bitter weinig vernemen is Anders Engberg van harte welkom. Net als Sorcerer trouwens. Heerlijke plaat!


 

VON HERTZEN BROTHERS

New Day Rising

(Spinefarm/Caroline)
Liselotte Hegt
82

Net als bij Like A Storm zijn het drie broers die hier de muzikale handen ineen hebben geslagen. Von Hertzen Brothers komt uit Finland en maakte eerder al vijf albums. Kie von Hertzen (gitaar en zang), Mikko von Hertzen (zanger gitarist) en Jonne von Hertzen (bas en zang) namen samen met drummer Mikko Kaakkuriniemi en toetsenist Juha Kuoppala deze zesde op in Canada, onder leiding van producer Garth ‘GGGarth’ Richardson en engineer Randy Staub; alleskunners. De sound is dan ook picobello in orde en Von Hertzen Brothers geeft ermee zijn eigen kleur aan het progressieve rockgenre. Er wordt goed gemusiceerd, de vocalen zijn eigenzinnig, de vibe is positief, de muziek is soms theatraal aangezet, het geheel is dynamisch, energiek, sfeervol en toch ook toegankelijk. Er wordt in een vlotte progstijl geopend met „New Day Rising”. Het navolgende „You Don’t Know My Name” heeft een fantastische drive en een refrein dat blijft rondmalen in je hoofd. Daarna wordt met „Trouble” een slepende maar intense sfeer opgetrokken. Met „Black Rain” wordt een rustige, bijna nonchalante sound neergezet en met het opvolgende „Hold Me Up” doelt de band op een radiohit. „Love Burns” laat een opbouwend en theatraal geluid horen, waarna met „Dreams” weer een zijsprong wordt genomen, dit keer naar een slapstickdeuntje. „Sunday Child” klinkt weer pakkend en sfeervol. Aan het eind van het album wordt de luisteraar getrakteerd op een vette progsound in de vorm van „The Destitute”, waarna de heren met „Hibernating Heart” sfeervol, gevoelig en minimalistisch afsluiten.