10xEremetaal Mei 2016

10xEremetaal in Mei 2016

 

AVATAR

Feathers & Flesh

Another Century/Sony Music
Metal Mike
80

Zo groot als het verschil tussen de eerste drie albums van Avatar en de daaropvolgende schijven ‘Black Waltz’ en ‘Hail The Apocalypse’ was, is de stijlwisseling op ‘Feathers & Flesh’ niet, maar ik moest toch even wennen toen „Hou­se Of Eternal Hunt” uit mijn speakers rolde. Een Hel­lo­ween-achtig happy metalnummer had ik van de Zweden niet verwacht. Avatar wenst niet in herhaling te vervallen, is elders in dit blad te lezen, en dat wordt met de opener onderstreept. Het conceptalbum bevat verderop overigens wel de beste nummers die Avatar ooit geschreven heeft. Zo blijft het refrein van „The Eagle Has Landed” meteen in je hoofd zitten en vliegen de tweetonige gitaarloopjes je regelmatig om de oren. Het afwisselende, theatraal gezongen „Tooth, Beak & Claw” zit vol finesse en onderstreept de groei die de band heeft doorgemaakt. Voor het eerst is het een producent – in dit geval Sylvia Massy – gelukt om de energie die Avatar op het podium uitstraalt ook op een album te vangen. Prachtplaat!


 

DEVILDRIVER

Trust No One

Napalm/PIAS
Jordan Stael
78

Dez Fafara gaat ook alweer een tijdje mee. Maar wat hij in al die jaren niet is kwijtgeraakt, is zijn vermogen zwaar groovende metalplaten te maken. Keer op keer flikt hij het weer. Met Coal Chamber matigde hij zichzelf nog een beetje, waardoor hij een groot publiek vergaarde, maar met Devil Driver houdt Dez zich niet meer in. Geen cleane vocals, gewoon gekrijs. Vrijwel geen intermezzo’s, gewoon snoeihard beuken. Maar zoals gezegd, altijd met een lekkere groove eronder. Geen nuances, maar echt lekker gebeuk. Met een beetje melancholie in de gitaarloopjes. Zeven albums verder heeft Devil Driver zijn plek wel gevonden. Na veertien jaar is het een geoliede machine die zich riffend en dubbele bass-drummend een weg naar je oren beukt. In het kort: meer van hetzelfde, maar wederom erg lekker.


 

DIAMOND HEAD

Diamond Head

Dissonance/Bertus
André Verhuysen
85

Vijfendertig jaar na het verschijnen ervan hangt het titelloze debuutalbum van Diamond Head – ook bekend als ‘Lightning To The Nations’ – nog altijd als een molensteen om de nek van gitarist Brian Tatler. De gouden toekomst die de band werd toegedicht is er nooit gekomen. Alle Diamond Head-releases sinds ‘Lightning…’ werden aan die illustere Klassieker gespiegeld en te licht bevonden. Niet in de laatste plaats omdat sinds het vertrek van zanger Sean Harris geen enkele van zijn opvolgers zijn schoenen wist te vullen. Tot nu. In de persoon van de Deen Rasmus Bom An­dersen speelt Tatler een gigantische troefkaart uit. An­der­sens stem lijkt namelijk als twee druppels water op die van Harris. De gelijkenis is werkelijk verbluffend. Dat wetende heeft het Tatler geïnspireerd tot het schrijven van elf songs die naadloos aansluiten bij het debuutalbum. Stuk voor stuk voltreffers. Er zit geen misser tussen. Dit zou dan ook wel eens het beste comebackalbum in jaren kunnen zijn. De plaat mag dan officieel wederom geen titel heb­ben, maar er had net zo goed ‘Lightning To The Nations Part 2’ op hebben kunnen staan. Wat een geweldige verrassing!


 

FALLUJAH

Dreamless

Nuclear Blast/PIAS
Wouter Dielesen
85

Sinds de oprichting in 2007 strijdt Fallujah tegen het gebrek aan gevoel in metal. In toenemende mate voegt de groep uit San Francisco daarom jazzy partijen, soundscapes en andere sfeerelementen toe aan zijn mix van technische en progressieve death metal. ‘The Flesh Prevails’ uit 2014 streefde op dat vlak debuutplaat ‘The Harvest Wombs’ uit 2011 voorbij. En opvolger ‘Dreamless’ vormt weer de overtreffende trap van die twee releases. Gesteund door een kraakheldere sound werkt het vijftal zijn stijl verder uit. Dat doen de heren met fraaie, etherische gitaarlijnen, Allan Holdsworth-achtige solo’s, subtiel spel en cleane stukken. Beluister de titelsong maar eens om een beeld te krijgen. Ook pakken ze uit met bruut geweld en technisch spierballenvertoon, zoals in „The Void Alone” en „Scar Queen”, maar dat doen ze subtieler dan voorheen. Om de muziek een extra emotionele dimensie te geven, krijgt het gebrul van Alex Hofmann bijval van gastvocalisten Tori Letzler, Mike Semesky en Katie Thompson, terwijl er een gitaarsolo klinkt van Nederlander Tymon Kruidenier (ex-Cynic, Exivious). De echte kracht van ‘Dreamless’ zit ‘m in het vaste spel. Wat gitaristen Scott Carstairs en Brian James, bassist Robert Morey en drummer Andrew Baird laten horen, maakt diepe indruk. Ze zetten een inventief, strak, groovend, kleurrijk, sfeervol heavy geheel neer. Daarmee creëert Fallujah een perfecte mix van agressie, melodie en emotie, zonder aan kracht in te boeten, cheesy te worden of zichzelf als band buiten de metalscene te plaatsen.


 

LONG DISTANCE CALLING

TRIPS

InsideOut/Sony Music
Robert Haagsma
80

Post-rock is de aanduiding die steevast bij Long Distance Calling uit de kast wordt getrokken. Na al die jaren heb ik nog steeds geen idee wat daar precies mee bedoeld wordt, maar laat ik het zo zeggen: de uit Münster afkomstige formatie onttrekt zich al vanaf het begin aan hokjes en genres. De stijl van de band is een aangename verzamelbak van metal, progressieve rock en alternatieve trekjes. Overigens speelde Long Distance Calling aanvankelijk alleen instrumentale muziek, maar werd er in 2012 in de persoon van Martin Fisher toch een zanger aangetrokken. Desondanks bleef de nadruk liggen op lange, ijle, open klinkende instrumentale passages. Dat is ook weer het geval op ‘TRIPS’, zoals in het eerste nummer „Getaway”, dat me bovendien even op het verkeerde been zet. Electropop in de stijl van Ultravox medio jaren tachtig, voorzien van een kale beat en een korte vocale bijdrage via een vocoder. Leuk en verrassend, maar toch ben ik blij dat vervolgens het vertrouwde Long Distance Calling van zich laat horen. Dus: muziek met veel dynamiek. Woest kolkende erupties worden afgewisseld met ingetogen passages, waarin louter drums en spaarzaam tokkelende gitaren te horen zijn. Overigens is Fisher alweer vertrokken. Zijn vocale taken worden waargenomen door ene Petter Carlsen. Op gezette tijden zingt hij werkelijk de sterren van de hemel. De Noor excelleert vooral in „Rewind”, dat als nummer opbloeit als de koorpartijen invallen. Schitterend! Een heerlijk album van een ongrijpbare band.


 

HAKEN

Affinity

InsideOut/Sony Music
Robert Haagsma
82

Haken sloeg op de drie voorgaande albums een brug tussen progressieve rock uit de jaren zeventig en een heel actuele sound. Op ‘The Mountain’ uit 2013 staken ook invloeden uit de jaren tachtig de kop op. Het is een tendens die zich doorzet op het nieuwe album van de vanuit Londen opererende formatie. Het beste voorbeeld daarvan is niet geheel toevallig „1985”, waarin de elektronische drums je om de oren vliegen. Vintage of kitsch? De luisteraar mag het bepalen. Elders op het album herinneren dartele keyboardklanken aan de gloriejaren van Toto en de jaren tachtig versies van Genesis en Yes. Het zal voor veel fans van het eerste uur een geruststelling zijn om te horen dat Haken het verleden niet verloochent. „The Architect” is een complex werkstuk van liefst vijftien minuten, met een gastrol voor Einar Solberg van Leprous, waar de thema’s en tempowisselingen weer op z’n Dream Theaters over elkaar buitelen. Voor sommigen zal het opnieuw even wennen zijn, maar Haken bewijst wel dat ‘progressief’ niet zomaar een etiket is, maar dat het een verplichting inhoudt om zich te blijven ontwikkelen. Al wordt er dan ook slechts een decennium opgeschoven. Zolang het een album oplevert met zulke sterke en goed uitgevoerde songs, hoor je mij niet klagen.


 

MYRATH

Legacy

earMusic/Edel/V2
Patrick Lamberts
80

Voor Myrath kan je alleen maar respect opbrengen. De Tune­sische metalband heeft zonder steun van overheden en zonder noemenswaardige metalscene in het thuisland toch een internationale carrière opgebouwd met melodieu- ze metal met oosterse invloeden en soms Arabische teksten. ‘Legacy’ is het bewijs dat de band alsmaar beter wordt in het schrijven van catchy songs die genres als symfonische, progressieve en power metal met elkaar verbindt en klinkt als een mix van Pagan’s Mind, Threshold en Orphaned Land. We hebben lang op de opvolger van ‘Tales In The Sand’ (2011) moeten wachten, maar de elf tracks – met de van een speciale videoclip voorziene „Believer” als single – zijn stuk voor stuk van hoog niveau. De gemene deler: liedjes met kop en staart en een gebalanceerde mix van toegankelijke en muzikaal-interessante passages. Elke track heeft zijn eigen muzikale momenten (de bassolo en zwierige synths in het groovy „Get Your Freedom Back” en de gitaarsolo in „Through Your Eyes” bijvoorbeeld), maar de goed meezingbare zang staat altijd in de spotlights en technische showpikkerij steekt nooit de kop op. Met het thrashy „The Needle” laat Myrath zich van zijn stevigste kant horen. Heerlijke riffs! De muziek op ‘Legacy’ is gelaagd genoeg om steeds weer nieuwe mooie melodielijnen te ontdekken en weet eveneens ruimtelijk aan te voelen. Myrath zette onlangs al een fijne show neer in Zoetermeer. Later dit jaar is de band nog te zien op Epic Metal Fest in 013.


 

OTEP

Generation Doom

Napalm/PIAS
Metal Mike
85

Otep Shamaya is een zangeres die haar stem ook als sfeerverhogend instrument inzet. Als ze over een aanranding of ander geweld zingt, voel je de pijn en angst in haar gekrijs. Op ‘Generation Doom’ lukt haar dit nog beter dan op eerdere Otep-albums, mede geholpen door een supervette productie. In de melodieuze passages doet het album me aan In This Moment denken, zoals op het machtige „Royals” of de metalhitjes „In Cold Blood” en „No Color” goed te horen is. Maar bovenal zijn het superagressieve, industrial nummers die het album vullen. Dawn Crosby (Détente) heeft eindelijk een waardige opvolgster gekregen.


 

PAINTED WIVES

Obsessed With The Sand

Century Media/Sony Music
André Verhuysen
80

Een vinger leggen op de precieze sound of stijl van Painted Wives is niet te doen. Het vijftal uit het zuiden van Califor­nië houdt van variatie, zoveel is wel duidelijk na beluistering van hun debuutalbum. De Beschilderde Echtgenotes zijn van vele markten thuis. Of het nu doomy Alice In Chains-achtige grunge is („Countless”), Mastodoniaanse bombast („Saint”), blije van-de-hak-op-de-tak-progmetal à la Galactic Cowboys of nieuwerwetse Gojira-riffs („Inter­stel­lar”), de vijf draaien er hun hand niet voor om. Ze doen alles met evenveel smaak en kundigheid. Er wordt op het hoogste niveau gemusiceerd met een hoofdrol voor zanger/gitarist Justin Suitor, wiens stem zich het best laat omschrij­ven als een milde versie van die van System Of A Downs Serj Tankian. Conclusie: Painted Wives laat zich moeilijk om­schrijven. Painted Wives moet je niet lezen, maar horen.


 

SIXX: A.M.

Prayers For The Damned, Vol. 1

Eleven Seven/ADA/Warner
Liselotte Hegt
90

In 2007 verraste Mötley Crüe-bassist Nikki Sixx vriend en vijand met de release van ‘The Heroin Diaries Soundtrack’, het debuut van zijn nieuwe project Sixx: A.M.. Een magistraal, donker rockalbum met een unieke sound, gebaseerd op Sixx zijn autobiografische boek ‘The Heroin Diaries: A Year In The Life Of A Shattered Rock Star’, dat hij met zijn bff’s, gitarist DJ Ashba (Guns N’ Roses) en producer, songwriter en zanger James Michael, had gemaakt. Het album werd een hit maar liveoptredens waren schaars vanwege andere verplichtingen van de bandleden. Opvolger ‘This Is Gonna Hurt’ kwam vier jaar later uit, een uitstekende groeiplaat, maar hij overtrof zijn voorganger niet. Met het in 2014 uitgebrachte derde album ‘Modern Vintage’ gooide Sixx: A.M. het over een andere muzikale boeg. Dit vrolijke, poppy album stond ineens wel erg ver af van de originele sound. Met ‘Prayers For The Damned, Vol. 1’ lijkt het trio tot inkeer te zijn gekomen. Er wordt teruggegrepen naar de herkenbare donkere rocksound; ruige riffs en solo’s zijn weer prominent aanwezig. Openingstrack „Rise” is gelijk een schot in de roos; een stevig, groots klinkend rocknummer met een geweldige zangperformance en heerlijk soleerwerk. Ook het daarop volgende „You Have Come To The Right Place” staat stevig in zijn schoenen en ook hier krijgt DJ Ashba alle ruimte. „I’m Sick” bouwt lekker op, het titelnummer heeft een mooi episch karakter, waarna wat gas teruggenomen wordt in het meeslepende „Better Man”. „Can’t Stop” is recht op de man af en het zware „When We Were Gods” zal live zeker een headbangende meute op gang brengen. „Belly Of The Beast” is een rare snuiter in het geheel, maar het Ramm­steinachtige „Everything Went To Hell” zet daarna direct weer de juiste toon. Ook in „The Last Time (My Heart Will Ever Hit The Ground)” blijft de energie goed op peil om vervolgens af te sluiten met het roerende epos „Rise Of The Melancholy Empire”, dat opvalt door klassieke invloeden. ‘Prayers For The Damned, Vol. 1’ heeft niet die fragiliteit die ‘The Heroin Diaries Soundtrack’ zo uniek maakte, maar verder zit Sixx: A.M. weer helemaal op het juiste spoor.