10 maal Eremetaal in april 2019
- ANTHEM
- CELLAR DARLING
- CHILDRAIN
- ELUVEITIE
- FALLUJAH
- EXUMER
- MOTHER OF MILLIONS
- PERIPHERY
- 7 MILES TO PITTSBURGH
- WHITECHAPEL
ANTHEM
Nucleus
(Nuclear Blast/ADA)
Albert Wienen
90
Anthem is één van de heavy metalpioniers in Japan, samen met bands als Loudness en Earthshaker. De band is in 1981 ontstaan en het debuutalbum ‘Anthem’ verscheen in 1985. Na zeven albums was in 1992 de koek op. Pas acht jaar later, het is dan 2000, werd Anthem heropgericht en verscheen het comebackalbum ‘Heavy Metal Anthem’. Daarna verschenen nog negen andere albums, waarvan ‘Engraved’ uit 2017 het meest recente is. Anthem mag in Japan dan één van de vaandeldragers van de heavy metal zijn, maar in Europa is de band relatief onbekend. Daar hoopt platenmaatschappij Nuclear Blast verandering in te brengen. Het eerste resultaat van deze samenwerking is de release van een nieuw album dat eigenlijk geen nieuw album is. Op ‘Nucleus’ staan namelijk dertien oude Anthem-tracks die opnieuw zijn opgenomen, maar nu met Engelstalige teksten. Voor hen die Anthem niet kennen is ‘Nucleus’ een perfecte kennismaking. Anthem brengt pakkende heavy metal met power metalinvloeden. In Yukio Morikawa heeft de band een uitstekende zanger, maar de echte blikvanger is gitarist Akio Shimizu met zijn flitsende solo’s en pakkende riffs. Opvallend is dat twaalf van de dertien tracks afkomstig zijn van albums van na de heroprichting in 2000, alleen „Venom Strike” komt uit de eerste periode van de band. Hoewel we hier te maken hebben met vier veteranen is dat geen enkel moment te merken; de band klinkt energiek en dynamisch en zonder uitzondering zijn de tracks van een erg hoog niveau. Voor liefhebbers van vlotte, melodieuze metal is ‘Nucleus’ dan ook verplicht luistervoer.
CELLAR DARLING
The Spell
(Nuclear Blast/ADA)
Laura Waalboer
82
Eén blik op de songtitels van dit tweede album van Cellar Darling en je weet: hier gaan we niet vrolijk van worden. De songs hebben onheilspellende titels als „Pain”, „Death”, „Burn” en „Drown”. Deze ex-Eluveitie-leden zijn niet alleen een andere weg ingeslagen ten opzichte van hun voormalige werkgever, ook is het album zeker geen voortzetting van het pakkende debuut ‘This Is The Sound’. ‘The Spell’ is namelijk een door zangeres Anna Murphy bedacht en geschreven conceptalbum, dat een modern, macaber sprookje vertelt. Vooral de eerste nummers roepen herinneringen op aan The Gathering (‘Mandylion’) of de beginjaren van Tristania. Dertien – vast geen toeval – doom/gothic/folkrocknummers die ook nog eens gekenmerkt worden door ontoegankelijkheid. Rustige stukken worden afgewisseld met heavy passages, ingetogen zang met hysterische. En dat gerust in één nummer. De zang van Murphy voert absoluut de boventoon. En hoewel ze vrijwel nergens wordt ondersteund door samenzang of koorzang, mannelijke zang of grunts, verveelt het geen moment. Knap. Alleen het titelnummer heeft wat loom uitgevoerde samenzang, die ook zeker lekker klinkt, maar verder doet dit Zwitserse trio niets om je te ‘pleasen’. Dit album moet je echt een aantal keer gehoord hebben om te kunnen waarderen, maar mocht je nog in je winterdepressie zitten, leg dit album dan nog even weg totdat het zonnetje echt gaat schijnen.
CHILDRAIN
The Silver Ghost
(Graviton)
André Verhuysen
77
Childrain is afkomstig uit het Spaanse gedeelte van Baskenland. De band is in 2007 opgericht en heeft sindsdien een EP en al drie volwaardige albums uitgebracht die de Aardschokburelen geen van alle hebben bereikt. Afgaande op de kwaliteit van deze vierde full-length is dat best vreemd. ‘The Silver Ghost’ is namelijk een bijzonder prettige kennismaking. Kort door de bocht maakt Childrain thrash metal, maar dan wel de moderne variant en geen klassieke thrash in het straatje van Exodus, Slayer of consorten. Je moet eerder denken aan een mengelmoes van Machine Head, Gojira en vroege Trivium. Er wordt dus niet voortdurend plankgas voortgeraasd, maar er is veel ruimte voor melodie, met name in de bij vlagen erg mooie dubbelloops gitaarsolo’s. De vijf Basken musiceren uitstekend en de productie is naar behoren. Zwakste schakel in de verder sterke ketting is zanger Iñigo Bengoa, Iñi voor vrienden en bekenden. Hij lijkt af en toe lucht tekort te komen. Zijn stem heeft wel karakter, maar (nog?) niet genoeg power. Een aandachtspunt voor de toekomst zullen we maar zeggen. Verder niets dan lof voor deze nieuwkomer die dus eigenlijk helemaal geen nieuwkomer is.
ELUVEITIE
Ategnatos
(Nuclear Blast/ADA)
Justin Erkens
80
Bij het Zwitserse Eluveitie zijn ze niet vies van risico’s. Sowieso was het een gok om met een heel leger op het podium te gaan staan. Maar de folkmetallers verrassen ook graag buiten het podium. Ondanks de akoestische invloeden, was ‘Evocation I’ (2009) toch onverwacht. Zeker omdat de band zijn populariteit toch vooral te danken had aan het melodische, maar heavy hitnummer „Ines Mona”. Dat semi-geslaagde trucje in 2017 nog eens herhalen met ‘Evocation II’ toonde lef. Toch behoren beide platen niet tot het beste wat Eluveitie te bieden heeft. Dat wordt eens te meer duidelijk met dit nieuwe ‘Ategnatos’. Alles is namelijk weer bij het oude. Chrigel krijst en schreeuwt weer als een bezetene, maar wel met ervaring, beheersing en variatie. Ook de nieuwkomers houden zich meer dan uitstekend staande. De haast betoverende zang van Fabienne Erni doet herinneringen aan Anne Murphy (nu Cellar Darling) bijna vervagen. Het enige wat je Eluveitie op ‘Ategnatos’ kan verwijten, is wat al sinds ‘Slania’ (2008) geldt: het zijn wel de bekende wegen. Vaak beter, verfijnder ook, maar wel erg bekend. Aan de andere kant, doen ze een keer iets anders, is het ook niet goed. Al met al een fijn plaatje voor wie de Zwitsers een warm hart toedraagt.
FALLUJAH
Undying Light
(Nuclear Blast/ADA)
Wouter Dielesen
88
Na jaren van proberen en experimenteren meent Fallujah op ‘Undying Light’ zijn zuiverste vorm gevonden te hebben. Daar gingen twee demo’s, twee EP’s en drie albums aan vooraf. Die stonden vol moderne death metal, technische en progressieve stukken, jazzy partijen en soundscapes. Voorgegaan door nieuwe zanger Antonio Palermo ontdeed de groep uit San Francisco zich van opsmuk, stopte met overanalyseren en liet zijn onderbuikgevoel spreken. Na een succesvolle samenwerking voor ‘Dreamless’ (2016) koos de groep opnieuw voor de studiokwaliteiten van Mark Lewis (Whitechapel, The Black Dahlia Murder, Kataklysm, DevilDriver). Samen met hem nam het kwartet tien songs op. Die zijn nog steeds gelaagd, heavy, progressief en emotioneel geladen. Ook geven ze opnieuw blijk van uitzonderlijke muzikale intelligentie. Maar voor het eerst beklijft het materiaal ook direct. Dat gebeurt bijvoorbeeld bij „Glass House”, „Last Light”, „Ultraviolet”, „Dopamine”, „Hollow” en „Sanctuary”. Het schreeuwwerk van Palermo en de donderdrums van Andrew Baird vormen een mooi contrast met de djentriffs en transcendente, Cynic-achtige partijen van stergitarist Scott Carstairs. Ook valt op hoe helder de tien nummers klinken. Daar droeg niet alleen Lewis zorg voor, ook Carstairs speelde ‘n rol in de totstandkoming van die sound. En dan zijn de teksten ook nog eens van poëtische pracht. Dus als Fallujah met ‘Undying Light’ zijn onderbuikgevoel liet spreken, horen we daar graag meer van.
EXUMER
Hostile Defiance
(Metal Blade/PIAS)
André Verhuysen
77
Wie zou willen weten hoe het geklonken zou hebben als in 1985 Gary Holt en Mille Petrozza een band zouden hebben opgericht, is er Exumer. Inderdaad, Exumer klinkt als een kruising van Exodus en Kreator, met de nadruk op Exodus. En dat al bijna 35 jaar lang, al stond de band van 1991 tot 2008 wel op non-actief. ‘Hostile Defiance’ is het derde uitstekende album sinds de comeback. Exumer zaagt van dik hout planken. Tien songs in 42 minuten; lang genoeg om het een volwaardig album te noemen en kort genoeg om niet te gaan vervelen. Voor wie aan één Exodus niet genoeg heeft.
MOTHER OF MILLIONS
Artifacts
(ViciSolum/Suburban)
Patrick Lamberts
82
Na het fraaie ‘Sigma’ uit 2017 komt Mother Of Millions nu met ‘Artifacts’, dat de Griekse band definitief op de kaart zal zetten in het progressieve rocklandschap. Dit nieuwe werk zit namelijk erg sterk in elkaar. Het vijftal houdt van een conceptuele aanpak en maakt melancholisch klinkende rock met gevoel voor drama, grandeur en filmische elementen. Voor liefhebbers van bands als Porcupine Tree, Kingcrow, Tool en Pain Of Salvation. En er zijn meer invloeden te horen. Zanger Georgios Prokopiou – die je misschien ook van Poem kent – doet bijvoorbeeld een heel knappe Jonas Renkse (Katatonia) in het openingsnummer „Amber”. Op andere momenten duikt hij met lang aanhoudende noten in de werelden van Anathema en Leprous – zeker als hij de hoogte in gaat, zoals in het nummer „Anchor”. Al moet hierbij vermeld worden dat Prokopiou’s timbre over het algemeen wat lager is en bij tijden meer grunge-georiënteerd. „Nema” valt ook op: een door Hans Zimmer en Ludovico Einaudi geïnspireerd pianostuk. Het laat horen dat deze band breder denkt dan alleen maar grootse gitaarakkoorden en beukende drums. En niks geen overdaad: de zeven tracks die in totaal veertig minuten duren zijn zo voorbij en direct voor herhaling vatbaar.
PERIPHERY
Periphery IV: Hail Stan
(Century Media/Sony Music)
Diederick RR9660
92
Lef hebben ze, de mannen van Periphery. Hun nieuwe dollemansrit ‘Periphery IV: Hail Stan’ beukt er namelijk meteen volop in met dik zestien minuten moderne metal van de hoogste plank. „Reptile” is de titel van deze monstersong. Een dik kwartier voor een openingssong lijkt een lange zit, maar dit nummer steekt zo vernuftig in elkaar dat de minuten in razend tempo voorbijvliegen. Het meditatieve outro waarmee „Reptile” eindigt, is absoluut nodig om even op adem te komen voordat „Blood Eagle” de volgende dreun uitdeelt. De manier waarop Spencer Sotelo op deze song zijn cleane zang inzet na een opening vol verwoestend gebrul, is net zo origineel als indrukwekkend. De agressie en complexiteit blijft in het navolgende „Chvrch Bvrnr” onverminderd hoog en pas in het vierde nummer „Garden In The Bones” krijg je als luisteraar een wat eenvoudiger gestructureerde song opgediend – met een beest van een refrein trouwens. Hierna zoekt Periphery meer en meer de uitersten op: „It’s Only Smiles” is zelfs poppy te noemen en het schitterende „Crush” is een door elektronica gedragen nummer waarmee de band tot mijn vreugde even terugkeert naar de aanpak van hun EP ‘Clear’. Tussendoor zorgen de vurige stukken „Follow Your Ghost” en „Sentient Glow” ervoor dat de verhouding tussen hard en zacht perfect in balans blijft. Met het emotionele „Satellites” van ruim negen minuten sluit de band hun beste album tot nu toe af. Sterker nog: ‘Hail Stan’ is voorlopig het referentiepunt van 2019 voor moderne metal. En ook al heb je weinig op met prog, djent en aanverwante genres, geef ‘Hail Stan’ een kans. Het kan namelijk zomaar zijn dat dit die verschrikkelijke achtbaan is waar je eerst niet in durft te stappen, maar waarvan je na het eerste rondje geen genoeg meer kan krijgen.
7 MILES TO PITTSBURGH
Revolution On Hold
(A67/Suburban)
Robert Haagsma
85
Het was wat mij betreft een van de muzikale verrassingen van 2017: het titelloze debuut van 7 Miles To Pittsburgh, de band rond zanger Andrew Elt (o.a. Sleeze Beez), bassist en gitarist Martin Helmantel (o.a. Elegy) en multi-instrumentalist Joris Lindner (Komatsu). Op het album werd nadrukkelijk voortgebouwd op hardrock uit de jaren zeventig, maar er werd tegelijkertijd een nieuwe, vitale draai aan gegeven. Gelukkig was het geen eenmalig avontuur, want twee jaar later is de opvolger er. Het trio van weleer is inmiddels uitgebreid met drummer Dirk Bruinenberg (o.a. Elegy) en toetsenist Remco van Zandvoort. ‘Revolution On Hold’ gaat verder waar het debuut stopte. Opnieuw komen er uitstekende rocksongs voorbij, zoals „Bad Enough”, „Olympus”, „Think” en „Time”. Ingetogen momenten zijn er ook, zoals „I Feel Your Pain” en „God Only Knows”. Een van de beste songs is de afsluiter, het dreigende „Only A Fool”, dat dankzij de grimmige tekst een indringende lading heeft. Alles wordt opnieuw geweldig neergezet. Op een miraculeuze wijze zingt Andrew Elt nog altijd als een jonge hond. Met het inlijven van een toetsenist hebben de keyboards een grotere rol gekregen, wat de songs nog meer kleur geeft. Alles is ook nog eens uitstekend vastgelegd. ‘Revolution On Hold’ is vooral een vitaal hardrockalbum van een band die bewijst dat muzikanten ook ruim twintig, dertig jaar na hun eerste wapenfeiten nog tot veel moois in staat zijn.
WHITECHAPEL
The Valley
(Metal Blade/PIAS)
Ype TVS
75
Deathcore-instituut Whitechapel meldt zich met album nummer zeven in twaalf jaar tijd. Het is een album geworden dat past in de traditie waaraan de band zelf een aanzienlijke bijdrage heeft geleverd, maar dat eveneens enkele nieuwe elementen bevat. De gebruikelijke breakdowns zijn uiteraard nog steeds aanwezig, maar sommige songs leunen zwaar op gitaar en cleane zang. Een goed voorbeeld daarvan is „Third Depth”, waarin de invloed van Tool en A Perfect Circle overduidelijk doorklinkt. Ook „Hickory Creek” is meer een emotionele rocksong dan een bruut deathcorenummer. Daarnaast lijkt het tempo gemiddeld iets lager te liggen dan bij het gros van het voorgaande werk van de band. De sound is wederom lomp en vooral opgebouwd uit lage frequenties. Het gematigde tempo en de ruimtelijkheid van de muziek zorgen ervoor dat de ‘The Valley’ goed klinkt; de band heeft inmiddels de vaardigheid ontwikkeld om het brute karakter van de muziek te vertalen naar goed klinkende albums. Verder geen verrassingen. Liefhebbers kunnen toeslaan.