10 maal Eremetaal augustus/september 2024


10 maal Eremetaal in augustus/september 2024

DARK TRANQUILLITY

Endtime Signals

(Century Media Records)
Sjak Roks
78

Dark Tran­quillity brengt om de paar jaar een kwalitatief sterke plaat op de markt. Drieënhalf jaar na ‘Moments’ komt de Zweedse formatie op de proppen met ‘Endtime Signals’. Vergeleken met ‘Moments’ heeft de band in de personen van drummer Joakim Strand­berg Nilsson en bassist Christian Jansson weliswaar een nieuwe ritmesectie, maar stilistisch is er weinig veranderd. Daar is ook helemaal geen noodzaak toe, want de melancholish klinkende melodieuze death metal staat nog steeds als een huis. Zowel de uptempo nummers („Unforgivable”, „Enforced Perspec­tive”) als de meer ingetogen stukken („One Of Us Is Gone”, „False Reflection”) klinken ronduit indrukwekkend. Het zijn echter met name de midtempo krakers „Neuronal Fire” en „Not Nothing” die tot de hoogtepunten van deze nieuwe plaat gerekend kunnen worden. Niets ten nadele van de overige bandleden, maar het is toch vooral zanger Michael Stanne die in positieve zin opvalt op deze plaat. Zowel zijn cleane zangpartijen als zijn grunts zijn een absolute meerwaarde voor dit toch al kwalitatief sterke materiaal. ‘Endtime Signals’ klinkt wellicht iets donkerder dan zijn voorganger, maar het blijft onmiskenbaar Dark Transquillity. Kwaliteit gegarandeerd!


FLESHGOD APOCALYPSE

Opera

(Nuclear Blast Records)
Laura Waalboer
80

Dat de heren van Aard­schok mij de recensie van het zesde studioalbum van de Italiaanse symfonische death metalband Flesh­god Apocalyp­se hebben toebedeeld, ligt natuurlijk niet alleen aan het feit dat ik de laatste tijd uitgebrachte symfonische metal wat gezapig en vooral nogal catchy vind. Dan is er vast ook iets veranderd aan het gezelschap uit Perugia. Inderdaad! Oprichter Paolo Rossi heeft de groep verlaten en daardoor heeft manusje-van-alles Francesco Paoli de bas overgenomen. Maar interessanter is dat in 2020 sopraan Veronica Bordacchini tot de band is toegetreden. Hierdoor is er nu een indrukwekkende combinatie ontstaan van cleane vrouwelijke zang met zware, mannelijke grunts. ‘Opera’ start wel met een volledig door Bordacchini in operastijl gezongen intro „Ode To Art (De’ Sepolcri)” met een geweldige climax, maar in de volgende acht nummers voeren de grunts van gitarist Fabio Bartoletti toch echt de boventoon. Een bijna-doodervaring vanwege een klim-ongeluk van Paoli is de voornaamste inspiratie voor de songteksten van ‘Opera’. Het verhoogt het toch al macabere gehalte en het indringende van ‘Opera’. De strijkersarrangementen en orkestrale effecten van Francesco Ferrini zorgen voor een hoog Italiaans barokgehalte. De symfonische koorzang bij de start van „Pendulum” en de manier waarop de grunts van Paoli in dit nummer met mysterieuze en uiteindelijke operazang van Bordacchini worden afgewisseld is daar een mooi voorbeeld van. Of de burleske mannelijke zang in het met Morten Veland-achtige koorzang en Epica-achtig drumgeroffel gestarte „At War With My Soul”, die af en toe vergezeld wordt van wat meeslepende vertellende en operazang van de frontvrouw. Een songtitel als „Morphine Waltz”, een track die wordt vertolkt met zang in de stijl van Adrienne Cowan van Seven Spires, spreekt boekdelen over de burleske setting. Na net 43 minuten is het verhaal verteld en kan je met het ingetogen afsluitende pianostukje „Opera” even bijkomen.


THE GEORGIA THUNDERBOLTS

Rise Above It All

(Mascot Records)
Stan Novak
80

De afkomst van dit kwintet laat zich eenvoudig raden. De muzikale richting zal ook niemand echt verbazen. The Georgia Thunderbolts serveert smakelijke sou­thern rock. Het kleine broertje van buurtgenoot Blackberry Smoke? Ik dacht het niet. Daar waar Blackberry Smoke toch een beetje tot een formuleband is verworden tonen de Thunderbolts zich veelzijdiger. De rock-, blues- en soulinvloeden zijn rijker, het gitaarwerk is vuiger en de solo’s hebben beduidend meer ballen. En de zang van TJ Lyle is veel meer rock dan country. ‘Rise Above It All’ heeft alles in zich om tot een favoriet zomerplaatje uit te groeien. Voorganger ‘Can We Get A Witness’ genereerde tijdens de pandemie maar liefst zes miljoen streams. Deze gaat het beslist niet minder doen. Laat je echter niet misleiden door de ietwat zoete opener „Gonna Shine”. Het album begint namelijk pas echt bij „Rock And Roll Record”. Hoe dan ook, de barbeque kan aan en de bourbon zal vloeien.


LEPROUS

Melodies Of Atonement

(InsideOut Music)
Diederick RR9660
78

Het is altijd spannend wanneer de toonaangevende Noorse act Leprous nieuwe muziek uitbrengt. Zeker omdat de band bekend staat als eigenwijs en zich weinig aantrekt van verwachtingen, ook als dat een stijlbreuk met het verleden betekent. De vooruitgestuurde single „Atonement” was een dikke reden tot juichen, want Leprous is hier op zijn best; de song nestelt zich snel in je kop, terwijl je als luisteraar tegelijkertijd uitgedaagd wordt door de aparte opbouw. De opzwepende, instrumentale brug van dit nummer duikt niet alleen op tijdens de meeste onverwachte momenten, maar wordt ook nog eens plagerig lang aangehouden. Langer dan vele andere bands zouden durven op een track die als single wordt uitgebracht. De gitaristen Tor Oddmund Suhrke en Robin Ognedal schakelen hier prachtig tussen subtiele accenten en pesterige herhaling en zanger Einar Solberg heerst in alle octaven zoals alleen hij dat kan. De ritmesectie van bassist Simen Børven en drummer Baard Kolstad krijgen hun moment tijdens de slepende tweede single „Silently Walking Alone”. Opnieuw een sterk nummer dat de verwachtingen alleen nog maar verder opstuwt. ‘Melodies Of Atonement’ start met deze twee songs en krijgt in song nummer drie „My Specter” een sterk vervolg. Het teleurstellende is echter dat het album daarna als een plumpudding in elkaar zakt. De resterende nummers dagen je nergens meer uit, of het moeten de eindeloze herhalingen in het ronduit irritante „Faceless” zijn, die je tot waanzin brengen. Natuurlijk klinkt Leprous hier nog steeds beter dan het gros van de bands die in dezelfde vijver zwemmen, maar ik kan mijn teleurstelling niet wegmoffelen. Objectief gezien mag er van dit vijftal ook meer verwacht worden dan de voorspelbaarheid in songs als „Like A Sunken Ship” en „Limbo”. Het klinkt alsof deze nummers op de automatische piloot tot stand zijn gekomen. Erg jammer, want de eerste paar songs laten horen hoe geweldig ‘Melodies Of Atonement’ had kunnen uitvallen. Het zijn passende woorden om het album samen te vatten: ‘had kunnen’.


NOTHING MORE

Carnal

Better Noise Music
Diederick RR9660
78

Ik heb me regelmatig afgevraagd waarom de uit Texas afkomstige band Nothing More nooit is doorgebroken bij het rockminnende publiek in Nederland. De muziek van dit viertal zit namelijk vol vuur en is tegelijkertijd ‘catchy as hell’. Bovendien heeft de band, die bestaat uit zanger Jonny Hawkins, gitarist Mark Vollelunga, bassist Daniel Oliver en drummer Ben Anderson, een herkenbaar eigen geluid, waarmee het zich onderscheidt van de massa. Deze muziek – denk aan een heavier variant van bands als Breaking Benjamin, Ra en Linkin Park – blijkt echter toch meer geschikt voor de Amerikaanse markt. Ik raad liefhebbers van genoemde bands aan Nothing More een kans te geven en daarbij het album ‘Spirits’ uit 2022 zeker niet links te laten liggen. Dan het nieuwe ‘Carnal’: na een kort intro knalt het album er vol in met de geweldige song „House On Sand”, waarmee Nothing More de indruk wekt er ten opzichte van de voorganger nóg een schepje bovenop te gooien. Ook „Angel Song” (met een gastrol van Disturbeds David Draiman) dat als vierde nummer de revue passeert, is klasse. Vanaf dat moment begint het niveau echter te schommelen, mede veroorzaakt door enkele vrij overbodige intermezzo’s die de vaart uit het album halen. Daarnaast klinkt Nothing More bij vlagen wat gladder dan voorheen en dat is jammer. ‘Carnal’ blijft als geheel echter de moeite meer dan waard, zeker als uitlaatklep in de auto of als soundtrack bij het sporten.


SILVERA

World Behind Doors

(Mighty Music)
Ron Willemsen
90

Silvera is een modern hardrockkwartet uit Dene­mar­ken. Dit is hun tweede album. ‘World Be­hind Doors’ bevat twaalf catchy nummers met een modern geluid voorzien door Jacob Hansen. Het titelnummer groovt al meteen lekker, de zang is dik in orde. Michael Krogh heeft een bijzonder aangenaam stemgeluid en doet soms een beetje aan Chad Kroeger denken. Silvera grossiert in vette riffs, meerstemmige vocalen, lekkere gitaarsolo’s en swingt als een gek. Tegenvallers zul je niet vinden op ‘World Behind Doors’. „Sane” is een heerlijk nummer; melodieus, meerstemmig en voorzien van een lekkere solo over een vette riff. Het sfeervolle „Utopian” is afwisselend en catchy en de ballad „Gone Too Far” is een duet tussen Krogh en Guernica Mancini (The Gems/ex-Thunder­mother) inclusief een gave gevoelige solo. Alle songs hebben een eigen identiteit en de band grossiert in goede riffs, zoals ook in het groovy „D.I.D.”. Dat Silvera ook de rustigere nummers niet schuwt blijkt met de ballad „Show Me How To Live”. De plaat eindigt met „Betrayal” in stijl: scheurende gitaren en toegankelijk maar nooit glad. De meeste aandacht mag dan wel getrokken worden door zanger Krogh en gitarist Simon Krabbesmark, maar de ijzersterke basis wordt gelegd door de ritmesectie, bestaande uit bassist Rasmus Lindegård Hovde en drummer Martin Nielsen. Silvera. Onthoud die naam!


SILVER HORSES

Electric Omega

(Bad Reputation)
Ron Willemsen
90

Voor mij is dit de eerste kennismaking met Silver Hor­ses, in 2011 ontstaan als een Engels-Ita­li­aan­se band nadat zanger Tony Martin (ex-Black Sab­bath) en gitarist Gianluca Galli besloten samen te gaan werken. Het resulteerde in de albums ‘Silver Horses’ (2012) en ‘Tick’ (2017). Inmiddels zijn we een paar jaar verder en is Tony Martin, vertrokken en vervangen door Jacopo Jack Meille (tevens Tygers Of Pan Tang). Een geweldige actie want Meille’s stemgeluid past perfect bij de bluesy jaren-zeventig-hardrock. Galli en Meille kennen elkaar uit het verleden, toen ze beiden in Mantra zaten. Uit die periode hebben de twee voor ‘Electric Omega’ ook een aantal nummers herschreven en opnieuw opgenomen. De band wordt gecompleteerd door drummer Matteo Bona Bonini en bassist Andrea Castelli, die volop de ruimte krijgen om te excelleren. Dertien nummers lang is het genieten, waarbij vanaf het achtste nummer – de geweldige ballad „Some­where, Sometimes” – de heavy riffs wat afnemen en Silver Horses meer begint te experimenteren. De vier zijn niet bang om muzikale uitstapjes te maken, zoals met het funky „Sandcake”, inclusief blazers, „Trapped In The Woods”, dat bol staat van de tempowisselingen, het poppy „The Grand Design” of het slepende „My Lady In Red” (waarin topzanger Meille een beetje als Chris Cornell klinkt). Slechte nummers staan er niet op ‘Electric Omega’, hoogtepunten des te meer. Conclusie: een dikke aanrader voor liefhebbers van bluesy hardrock!


SIMONE SIMONS

Vermillion

(Nuclear Blast Records)
Sjak Roks
85

Terwijl er volop gewerkt wordt aan het negende studioalbum van Epica brengt zangeres Simo­ne Si­mons haar eerste soloalbum op de markt. ‘Ver­mil­­lion’ is een samenwerkingsverband met Ayreon-mastermind Arjen Lucas­sen, op wiens albums Simone regelmatig een bijdrage heeft geleverd. De plaat bevat tien nummers, die grofweg te bestempelen zijn als een kruising tussen Epica en Ayreon en dat schept natuurlijk hoge verwachtingen. Het doet me deugd om te constateren dat die hoge verwachtingen moeiteloos ingelost worden. ‘Vermillion’ is lekker gevarieerd en biedt Simo­ne de optimale gelegenheid om haar veelzijdigheid als zangeres te etaleren. Met name het contrast tussen de prachtig gezongen ingetogen stukken en de heerlijke harde passages komt goed tot uiting. Luister maar eens naar het weergaloze „In Love We Rust” of het ronduit indrukwekkende „Fight Or Flight”. Ondanks de overduidelijke link naar haar band Epica („Aeterna”) kent Simone geen angst om ook andere gebieden te verkennen. Zo klinkt „The Core” modern en industrieel, terwijl „Dark Night Of The Soul” dan weer een prachtige pianoballad is. Vriendin Alyssa White-Gluz komt nog een stukje meezingen en grunten op het geweldige „Cradle To The Grave”, dat met het reeds genoemde „In Love We Rust” tot de absolute hoogtepunten van ‘Vermillion’ behoort. De echte kracht van de plaat is echter het consistente, hoge kwaliteitsniveaun. Indruk­wekkend solodebuut!


WINTERSUN

Time II

(Nuclear Blast Records)
Patrick de Sloover
87

Oorspron­ke­lijk was het de bedoeling om dit album kort na ‘Time I’ (2012) uit te brengen. De songs waren toch al geschreven, het was gewoon een kwestie van het correcte geluid te vinden en klaar is Kees. Niet dus. Wintersun koos voor een alternatieve oplossing door de nummers in het vriesvak te plaatsen en het schrijfproces volledig vanaf nul te herstarten. Dat resultaat kon je horen op ‘The Forest Seasons’ (2017), dat ondanks de beloofde uitmuntende geluidskwaliteit geen geweldige productie had meegekregen. Intussen zijn we twaalf jaar verder en heeft de band alsnog ‘Time II’ afgemaakt. Deze epische uitdaging brengt een verhaal over de tocht van licht naar donker en terug. Het moet een gigantische puzzel zijn geweest om al die verschillende sferen om te zetten in een passend geluid. Massieve orkestraties, veelkoppige koren en een bombastische begeleiding zorgen voor momenten van windstil tot orkaankracht. ‘Time II’ is verdeeld in zes nummers en kent een wervelwind aan invloeden. De emotionele zang bundelt al het moois tot een spannend geheel. Waar „Fields Of Snow” nog overwegend oosters aanvoelt is het enkel een instrumentale begeleiding om de luisteraar in de juiste stemming te brengen. Daarna start het avontuur met „The Way Of The Fire”, gevolgd door harmonische zanglijnen in „One With The Shadows”. De sfeer wordt grimmiger in „Ominous Clouds”, om uiteindelijk los te barsten in „Storm”. Hoe vaker je het album beluistert, hoe meer details er vrijkomen. Wintersun geeft om een waardig vervolg aan ‘Time I’.


ZEAL & ARDOR

GREIF

(MVKA)
Jordan Stael
88

Die Manuel Gagneux. Rare Zwitser. Met een ongekende hoeveelheid creativiteit in zich, die blijkbaar nog niet op is. De afgelopen jaren brak zijn verderelde eenmansband door met avant garde-metal. Hard, met invloeden uit black metal, gospel en prog. Alles kwam voorbij op plaat en vooral ook op het podium. Het moet gezegd dat een van de laatste shows in Nederland (in het voorprogramma van Meshuggah) niet echt uit de verf kwam (vooral door superslecht geluid), maar Gagneux zou Gagneux niet zijn als hij niet ijzersterk en uit onverwachte hoek terug zou komen. Op ‘GREIF’ zijn de gospelinvloeden bijna volledig verdwenen – al klinkt „Hide In Shade” nog wel als de oude Zeal & Ardor. Daarvoor in de plaats komt nogal wat terug. Niet dat de band ineens onherkenbaar klinkt, maar nu de muziek niet meer alleen door Gagneux geschreven wordt, is het resultaat wel meer en meer het geluid van eenheid, een echte band. ‘GREIF’ is ook een stukje minder extreem, minder hard. Maar wel opnieuw superintrigerend. Want luisterbeurt na luisterbeurt ontvouwt zich een album met muziek die doet denken aan Rammstein, Tool, Nirvana, Queens of the stoneage en zelfs aan Vangelis. I am not kidding, zet „Une Ville Vide” maar eens op. Hier en daar fantastische refreintjes, meerstemmig zelfs („Are You The Only One Now”). En niet zomaar meerstemmig; black metalgrunts op een mooie, perfecte manier gemixt met indringende cleane zang. Hoogtepunten te over, niet alleen omdat het zo’n ongekend indringende muziek is, maar ook omdat een glimlach soms moeilijk te onderdrukken is. Opener „The Bird, The Lion And The Wildkin” bijvoorbeeld, met zijn fluitje, of het daaropvolgende „Fend You Off”, dat begint met een speeldoosje, of de eerste single „to my ilk’ (zonder hoofdletters inderdaad), dat klinkt als een Fleetwood Mac-song. En alsof dat allemaal nog niet raar genoeg is klinkt „Sugercoat” exact als een Queens Of The Stone Age-nummer. Een heerlijke plaat dus, superafwisselend en daardoor niet snel saai. Je moet je alleen wel afvragen of de stempel ‘avantgarde metal’ nog wel klopt. Sterker nog, heeft Zeal & Ardor überhaupt nog iets met metal te maken? Heel eerlijk, nee! En is dat erg? Tja, door de afwisseling en daarmee ongrijpbaarheid, zou dit zomaar eens zo’n plaat kunnen worden die je heel erg tof gaat vinden. Maar dan vervolgens een maand later alweer bent vergeten. Ook niet erg. Want in die eerste maand wordt je wel overrompeld door vernieuwende, originele en te gekke muziek!