10xEremetaal Juni 2010

10xEremetaal in Juni 2010

 

 

ANATHEMA

We’re Here Because We’re Here

(Kscope/Bertus)
www.myspace.com/weareanathema
Anita Boel
96

Ein-de-lijk, daar is ie dan, de opvolger van het in 2003 verschenen ‘A Natural Disaster’. Als fan van Anathema ben ik bang geweest dat dit moment nooit meer zou komen, maar gelukkig is daar nu dan toch het achtste album van deze heren uit Liverpool. De band krijgt de laatste jaren wel eens de kritiek ‘slaapverwekkend’ te zijn geworden. Bleef bij ‘A Natural Disaster’ het echte beukwerk eigenlijk al achterwege, ook op ‘We’re Here Because We’re Here’ hoeft de luisteraar niet op vuurwerk te rekenen. Is dat dan erg? Helemaal niet! Als je zulke mooie luisterliedjes maakt, hoeft het gas niet diep ingedrukt te worden. De broertjes Cavanagh en co hebben een album gemaakt dat mij tot in het diepst van mijn ziel raakt. En dat luisterbeurt na luisterbeurt. Vanaf opener ”Thin Air“ hebben ze mij totaal in hun greep. Elk nummer raakt mij vanaf de eerste tonen, zoals ”Dreaming Light“, een zeer ingetogen nummer, met zoveel gevoel gezongen en gespeeld dat de tranen me gewoon in de ogen springen. En dat geldt eveneens voor het intense ”Angels Walk Among Us“ (met achtergrondzang van HIM-zanger Ville Valo). Qua samenzang met Lee Douglas, die tegenwoordig als volwaardig lid van de band moet worden gezien, is ”Everything“ absoluut het hoogtepunt. Werkelijk alles klopt aan dit prachtige nummer. Na twintig keer luisteren verveelt het me nog niet. En dat geldt ook voor het nog geen drie minuten durende ”Presence“ of ”Universal“: prachtige zang, subtiele orkestrale partijen en die typische gitaarsound en pianodeuntjes. Zo kan alleen Anathema klinken. ‘We’re Here Because We’re Here’: Om te janken, zo goed!


ANNIHILATOR

Annihilator

(Earache/Rough Trade)
www.myspace.com/annihilatorofficial
Metal Mike
85

Als liefhebber van riffs en solo’s kom je bij gitarist Jeff Waters altijd ruimschoots aan je trekken. Ook het dertiende studioalbum is van hetzelfde laken een pak. Alleen al bij de opener ”The Trend“ krijg je genoeg riffs voorgeschoteld om een hele Metallica-plaat mee te vullen. Zanger Dave Padden is nog steeds van de partij. Hij zit inmiddels al sinds 2003 in de band, een record voor een Annihilator-lid, Waters niet meegerekend natuurlijk. Padden heeft voor ‘Annihilator’ nummers mogen aanleveren en heeft zelfs sommige gitaarsolo’s mogen inspelen. Ook dat is in 26 jaar Annihilator nog niet eerder voorgekomen. Het doet het album hoorbaar goed. Natuurlijk is ‘Annihilator’ doorspekt met de nodige ”Alice In Hell“-piepjes en herkenningspunten, maar dat zal niemand meneer Waters kwalijk nemen. Headbangen op tracks als ”Coward“ en ”Ambush“ kan ik jullie vanuit gezondheidsredenen met klem afraden. Opvallendste nummer is de afsluitende cover ”Romeo Delight“. De sfeer en vooral het geluid van Van Halen wordt hierop perfect gecreëerd. Jammer dat Annihilator dit jaar op de Europese festivals ontbreekt, want het materiaal van deze schijf schreeuwt erom om live gehoord te worden. Verderop in deze Aardschok een uitgebreid interview met Annihilator.


DANKO JONES

Below The Belt

(Bad Taste/Suburban)
www.myspace.com/dankojones
Robert Haagsma
80

De hoes van de nieuwe CD van Danko Jones zou niet misstaan in de hiphop-afdeling van de platenzaak. ‘Below The Belt’ is gelukkig gewoon een ouderwetse rockplaat, zoals het Canadese trio die al jaren maakt. De vorige CD ‘Never Too Loud’ uit 2008 beschouwde de band als een eerbetoon aan de classic rock. Het nieuwe album laat een terugkeer horen naar de compacte, energieke sound van daarvoor. Toch is wordt er nog wel een keer nadrukkelijk geknipoogd naar een illuster voorbeeld: ”Tonight Is Fine“ is op smaak gebracht met een fikse scheut Van Halen. De toon wordt echter vooral gezet door songs als ”I Think Bad Thoughts“, ”Active Vulcanoes“ (profetische titel) en de single ”Full Of Regret“. Ze zijn allemaal gemaakt volgens het bekende recept: een pompend ritme en effectieve akkoorden. Het geeft Dank Jones – de frontman – alle ruimte om zijn teksten over seks en andere relationele aspecten te spuien. Er wordt vaak gezegd dat de band altijd weer dezelfde plaat uitbrengt. En dat die nooit zo opwindend zijn als zijn optredens. Er is voor beide observaties wat te zeggen. Toch is ‘Below The Belt’ vooral een ongecompliceerde rockplaat, vol aanstekelijke levenslust en energie. Een album waar je blij van wordt. En dat is ook wat waard.


GODSMACK

The Oracle

(Universal)
www.myspace.com/godsmack
Robert Haagsma
80

Dit album had eigenlijk ‘Saints & Sinners’ zullen heten. De heren van Godsmack kwamen er echter tijdig achter dat daar al een zwik van in de platenbakken staat, zoals die van Whitesnake. Het werd dus ‘The Oracle’. Het maakt niet zoveel uit, want ook in muzikaal opzicht zal Godsmack nooit een wonder van originaliteit worden. Al sinds de eerste levenstekens wordt de Amerikaanse band vergeleken met Alice In Chains: dezelfde slepende rock, (soms) meerstemmige zang en neerslachtige teksten. Op latere platen poogde de band zich daar enigszins aan te ontworstelen. Met ‘The Oracle’ lijkt de band zich verzoend te hebben met die eeuwige associatie. Godsmack liet al weten stilistisch terug te willen keren naar het debuut uit 1998. Dat heeft het ook gedaan. En waarom ook niet? Dit is waar de band het best in is. ‘The Oracle’ staat vol meeslepende rocksongs. Een voorbeeld is ”What If“. De zang van Sully Erna is indrukwekkend. Hij zingt vanuit zijn tenen. De arrangementen zijn spannend. Nog een pareltje is ”Love-Hate-Sex-Pain“, waar de geest van Layne Staley nadrukkelijk in rondwaart. Het zijn deze songs die van ‘The Oracle’ een heerlijk, hartstochtelijk rockalbum maken.


H.E.A.T

Freedom Rock

EAR Music/Edel/V2
www.myspace.com/heatsweden
Ron Willemsen
86

Hoewel de band pas sinds 2007 bestaat, heeft het Zweedse H.E.A.T inmiddels al een aardige reputatie opgebouwd. Deze tweede CD staat ook weer vol lekker in het gehoor liggende melodieuze rock. Kenny Leckremo is een geweldige zanger, die met gemak de hoogste regionen haalt en soms zelfs een beetje aan Steve Perry doet denken. De gitaarsolo’s zijn helder en to-the-point, en de arrangementen ‘af’. Avantasia-bedenker Tobias Sammet zingt een nootje mee in de rocker ”Black Night“, terwijl ”Everybody Wants To Be Someone“ een beetje aan Toto doet denken (vanwege de mooie, zweverige zang). H.E.A.T levert net zo makkelijk een catchy, up-tempo rock-’n-rollnummer (”High On Love“) af, als een fraaie ballad (”Who Will Stop The Rain“) of een prima AOR-song (”Shelter“). Eigenlijk valt op geen enkele van de dertien songs op ‘Freedom Rock’ iets aan te merken en hebben de jongelingen zich in een razend tempo ontwikkeld tot een band om rekening mee te houden. Wat mij betreft is ‘Freedom Rock’ dan ook één van de AOR-toppers van 2010.


KEEP OF KALESSIN

Reptilian

(Nuclear Blast/PIAS)
www.myspace.com/keepofkalessin
Bart Smits
84

Toen Keep Of Kalessin een paar maanden geleden een gooi deed naar de Noorse inzending voor het Eurovisie Songfestival, werd er in metalland gemengd gereageerd. Terwijl de één juichte dat er misschien een échte metalband zou meedoen, was de fanschare teleurgesteld: wat was dit voor halfgare pop? ”The Dragontower“ week dankzij het hoge meezinggehalte inderdaad enorm af van het oude werk. Ik was dan ook aangenaam verrast dat de nieuwe plaat gewoon in de lijn van ‘Armada’ en ‘Kolossus’ blijkt te liggen: hard, maar bovenal episch en melodieus. ‘Reptilian’ staat bol van de blastbeats en snelle gitaarpartijen, waarbij nummers als ”The Awakening“ en ”The Divine Land“ het bloed sneller laten stromen, maar ook het slepende ”Dark As The Moonless Night“ weet dankzij de sfeervolle gitaarpartijen te overtuigen. Al deze elementen komen tenslotte mooi samen in het veertien minuten durende epos ”Reptilian Majesty“. Qua productie heeft Keep Of Kalessin zichzelf dit keer overtroffen; de gitaren klinken stukken beter en de drums zijn voor maximale impact meer naar de voorgrond verplaatst. Eigenlijk heb ik maar weinig negatiefs kunnen ontdekken, al moet wel gezegd worden dat de gewraakte songfestivalhit qua songstructuur en zang een beetje buiten de boot valt.


MASTERPLAN

Time To Be King

(AFM/Rock Inc./Bertus)
www.myspace.com/masterplanmetal
Ron Willemsen
82

Masterplan is weer de band van gitarist Roland Grapow en zanger Jorn Lande. Lande was even weg op de vorige (derde) CD ‘MKII’, maar het moge duidelijk zijn dat hij gewoon bij Masterplan hoort. ‘Time To Be King’ staat dan ook in het teken van de man met de herkenbare stem, die het midden houdt tussen Coverdale (in zijn goede tijd!) en Dio, en die wat mij betreft zijn beste prestatie levert in het bombastische ”The Dark Road“, een Whitesnake-achtige (power)ballad. Verder staat de plaat hoofdzakelijk vol met up-tempo, melodieuze power metalsongs, voorzien van vette riffs en gelardeerd met heerlijke gitaarsolo’s, zoals ”Fiddle Of Time“, ”Far From The End Of The World“ en ”The Sun Is In Your Hands“. De plaat bevat ook donkere, dreigende nummers in de vorm van ”Lonely Winds Of War“ en (vooral) ”The Black One“. ‘Time To Be King’ eindigt in stijl met de prachtige powerballad ”Under The Moon“, waarmee duidelijk wordt dat de terugkeer van Lande een meesterzet is. De fans kunnen opgelucht ademhalen, maaruh… wordt het niet eens tijd de MySpace te updaten?


PRETTY MAIDS

Pandemonium

(Frontiers/Rough Trade)
www.myspace.com/prettymaids
Martien Koolen
72

In mijn platenkast staan nog ‘Spooked’ en ‘Future World’. Met name het laatstgenoemde album uit 1987 wordt tot het betere werk van deze Deense hardrockband gerekend. Het nieuwe album ‘Pandemonium’ is weer een zeer herkenbaar Pretty Maids-schijfje geworden. De rauwe stem van Ronnie Atkins klinkt nog net zoals in 1987 en ook de keyboardpassages en gitaarmelodieën klinken mij heel bekend in de oren. Bij de eerste luisterbeurt had ik dan ook het gevoel of ik deze plaat al meerdere malen gehoord had. Qua stijl en sound is Pretty Maids dus absoluut niet veranderd. De nummers die er wat mij betreft uitspringen zijn de up-tempo tracks ”One World, One Truth“, ”Cielo Drive“ en het titelnummer. De overige nummers zijn eigenlijk redelijk voorspelbare rocknummers, die je al heel snel kunt meezingen. Verre van slecht, maar ”Future World“ blijft toch nog steeds het beste album.


REVAMP

Revamp

(Nuclear Blast/PIAS)
www.myspace.com/flooraf
Liselotte Hegt
84

Begin 2009 gooide After Forever de handdoek in de ring. De band was twaalf jaar lang een van de toonaangevende female fronted bands in Nederland en boegbeeld Floor Jansen schitterde niet alleen in deze band, maar ook in diverse buitenechtelijke projecten (o.a. Star One/Ayreon). Welnu, Floor is terug aan het metalfront met haar nieuwe band ReVamp en met dit titelloze debuut geeft ze een uitstekend visitekaartje af. Aan haar vocale kunnen hebben we natuurlijk nooit getwijfeld en gelukkig komt Floor ook in deze nieuwe setting weer erg goed uit de verf. Vocale veelzijdigheid met een flinke stoot power en de grote voorliefde voor metal met lekkere harde (modern klinkende) gitaarriffs, jagende drums en (soms eigenzinnige) symfonische bombast bepalen voornamelijk het geluid van ReVamp. Tijdens opener ”Here’s My Hell“ wordt dan ook direct met zwaar geschut ingezet, waar grunter George Oosthoek (Orphanage) halverwege nog extra munitie tegenaan gooit. De compositorische samenwerking met gitarist/producer Waldemar Sorychta (Grip Inc./Enemy Of The Sun) en toetsenist Joost van den Broek (After Forever) heeft bepaald geen windeieren opgeleverd. ‘ReVamp’ klinkt volwassen, met voldoende spanningsbogen, dynamiek en catchy momenten. Verder zijn er ter afwisseling ook enkele rustige songs te horen, zoals de dromerige pianoballad ”I Lost Myself“. In het meeslepende ”Sweet Curse“ duelleert Floor liefkozend met Russell Allen (Symphony X), terwijl ze in het felle en snoeiharde ”In Sickness ’Till Death Do Us Part: All Goodbyes Are Said“ een luidkeels gevecht aangaat met Björn Strid (Soilwork). Met deze release mogen we toch wel concluderen dat de Nederlandse female fronted metalscene weer een prima band rijker is. Floor, welkom terug!


ROYAL HUNT

X

(Scarlet/Bertus)
www.myspace.com/royalhuntmusic
Martien Koolen
75

Ik ben nooit een echte Royal Hunt-fan geweest en dat zal met dit tiende album ook niet veranderen. Natuurlijk klinkt de muziek allemaal heel gedegen en ook de composities zijn best in orde, maar iets stoort mij aan deze band. Ligt het misschien aan het feit dat ik zanger Mark Boals al ten tijde van Yngwie Malmsteen’s Rising Force niet echt kon waarderen? Vooral zijn hoge, bijna hysterische uithalen in nummers zoals ”The Wall“ of ”Back To Square One“ zijn echt niet meer van deze tijd. Of ligt het misschien aan het feit dat Royal Hunt eigenlijk muziek maakt die puur geënt is op muziek uit de jaren zeventig van Deep Purple, Rainbow en Kansas. Luister maar eens naar ”End Of The Line“, ”Shadowman“ of ”Back To Square One“. Ook het feit dat de band denkt per se een rockballad op elk album te moeten zetten, spreekt mij niet erg aan, zeker niet als het zo’n zeurnummer is als ”The Last Leaf“. Gelukkig staan er dan ook wel weer goede progrocknummers op dit tiende album, zoals ”Blood Red Stars“ en het uitermate swingende ”Army Of Slaves“. Mijn jaarlijst zal Royal Hunt nog steeds niet halen, maar voor de fans is dit weer een absoluut juweeltje.