10xEremetaal Mei 2011

10xEremetaal in Mei 2011

 

 

AMARANTHE

Amaranthe

(Spinefarm/Bertus)
www.myspace.com/amaranthemetal
Renée van der Ster
70

Met de marketingafdeling van Amaranthe zit het wel snor. Deze Zweeds/Deense band met maar liefst twee zangers en een zangeres wist al snel de digitale snelweg te vinden en trok via MySpace de nodige aandacht. Daarnaast bestaat het cv van het sextet ook nog eens uit een waslijst met bands waarin de leden eerder actief waren en/of zijn. Zo komen onder andere Soilwork, Mercenary, Within Y, The Arcane Order, Nightrage en (een blauwe maandag) Dream Evil voorbij. Inderdaad, het betreft hier enorm gelikte, moderne melometal met een snufje power. Slechts de screams van Andy Solveström en het drumwerk van Morten Løwe Sørensen zorgen zo nu en dan voor de nodige pit. Overheersend zijn echter de overvolle zanglijnen waarin de zoete stem van zangeres Elize Ryd de hoofdrol speelt. Hoewel er op zich prima gemusiceerd wordt, is het de vraag in hoeverre Amaranthe er toe doet. Als je het mij vraagt hebben we er gewoon weer een Sonic Syndicate bij, maar dan met een extra zangeres. Hierdoor neigt dit debuut eerder naar een popalbum dan naar een metalplaat.


CHIRAW

Scarecrows & Lullabies

(Casket Music/Bertus)
www.myspace.com/chiraw1
Bastiaan Tuenter
80

Het Almelose Chiraw heeft zich in rap tempo in de kijker gespeeld van metalminnend Nederland. Na het winnen van de Metal Bash en het uitbrengen van ‘Dark Frequencies’ lieten de liveshows een bevlogen vijftal zien, dat klassenummers als „Dominion”, „Unleashed” en „Eclipse” van nog meer energie voorzagen. Inmiddels zijn we drie jaar verder en hoewel ‘Scarecrows & Lullabies’ al geruime tijd klaar lag hebben de heren onlangs pas onderdak gevonden bij Casket Music. De plaat gaat verder waar het debuut is opgehouden. Daar viel al te horen dat Chiraw optimaal gebruik maakt van de onbegrensde mogelijkheden die hedendaagse metal heeft te bieden. Veel brute groove, smerige death, gefreak en bijzonder pakkende melodieën, voorzien van zowel brute als cleane zang. Op dit album heeft de band de balans tussen de hardere en de melodieuze stukken opgerekt, en de vrijgekomen ruimtes opgevuld met meer variatie. De sound is beter uitgediept, en dat zit hem vooral in de nauwe samenhang van de toetsen- en gitaarpartijen. Gitarist Gep Henneberke wisselt enorm lage stukken af met snel, gemeen en soms ronduit gefreakte riffs. Peter Schmitz’ toetsenpartijen vallen vaak als dodenlakens over de nummers, maar laten soms ook een proggy geluid horen („Plague”, „My Eternity”). Chiraw heeft gewoon dondersgoed in de smiezen hoe een nummer in elkaar moet steken. Want of het nu het filmische van „Greyfields”, het meezingbare in „Radiant”, het sinistere geweld uit „Apocalyptic” of het van rustig naar bruut opgebouwde „All I Need” betreft: het klinkt allemaal verdomd goed.


GINGERPIG

The Ways Of The Gingerpig

(Suburban)
www.myspace.com/gingerpigrock
Robert Haagsma
80

Toen hij nog gitarist van Gorefest was, was Boudewijn Bonebakker al behept met een grote liefde voor rock uit de jaren zeventig. Zijn nieuwe band Gingerpig is daar de ultieme consequentie van. Uit alles walmt de liefde voor die voorbije tijden. Uiteraard is hijzelf als gitarist luid en duidelijk aanwezig, maar minstens zo prominent is het Hammond orgel, dat door Jarno van Es te lijf gegaan wordt als Jon Lord in diens beste jaren. Deep Purple is niet de enige referentie. In „Pipedream” klinkt Fleetwood Mac ten tijde van Peter Green door. Elders op de plaat klinkt nog meer door van wat de jaren zeventig zo’n bijzonder muzikaal decennium maakte: van funky accenten tot progressieve zijsprongen. Het is daarmee muziek die recht uit het hart gemaakt is. Dat is mooi. Vooral omdat het spel sterk is en Boudewijn Bonebakker zich ontpopt als een geloofwaardige zanger; zij het dat hij het meer van zijn inzet dan zijn bereik moet hebben. Het geluid is vintage; alles werd vrijwel live en met hulp van zoveel mogelijk analoge apparatuur vastgelegd. Met andere woorden: het plaatje klopt van alle kanten. Wordt 2011 het jaar van de Gingerpig?


HAVOK

Time Is Up

(Candlelight/Bertus)
www.myspace.com/havok
Robbie Woning
84

Nieuwe thrash, met een lekker old-schoolgevoel. Zo horen we dat graag. Invloeden van Exodus, Testament en Destruction zijn ongeveer evenredig zwaar in het geluid van Havok vertegenwoordigd. Tracks als „No Amnesty” en „D.O.A.” kennen daarnaast nog wat smaakvolle verwijzingen naar Slayer. De muziek van de band uit Colorado springt er in positieve zin uit door een enorme gretigheid, oerdegelijk gitaarwerk en een grote aanstekelijkheid. De tien albumtracks steken logisch en zanggericht in elkaar, maar bevatten ook smakelijke instrumentale en opzwepende riffs. Gitarist Dave Sanchez heeft een krachtige, verstaanbare strot en zingt alles verdienstelijk en logisch aan elkaar. Zelfs later op de CD komen met het felle „The Cleric” en de totale Testament-aanbidding in „Killing Tendencies” erg coole nummers voorbij. Het gitaarwerk bij dit alles is prachtig strak en de solo’s van Reece Scruggs zouden bij de grote voorbeelden van deze mannen zeker niet uit de toon vallen. Havok heeft duidelijk zijn best gedaan om met allerlei coole aspecten van het thrashgenre een mooie eigen CD in elkaar te steken. Vóór liefhebbers, dóór liefhebbers, zo klinkt het. En de CD is door James Murphy ook nog eens van een vettig, hedendaags geluid voorzien. Petje af voor deze heren.


NORTHER

Circle Regenerated

(Century Media/EMI)
www.myspace.com/norther
Bastiaan Tuenter
75

Het artwork van Northers zesde album is in handen gelegd van de achterban. De Finnen schreven een wedstrijd uit en dit is het resultaat. Ik heb er twijfel bij. Het oogt niet onaardig, maar zeker ook niet onderscheidend of verfrissend. Dat geldt eveneens een beetje voor de muziek. Nooit heeft Norther echt karakter kunnen tonen. Weliswaar heeft de groep zich grotendeels ontworsteld aan de Children Of Bodom-vergelijkingen, maar tot volle ontplooiing is een eigen koers nog niet gekomen. Ook op ‘Circle Regenerated’ slaagt de groep daar maar deels in. Was het trouwens wel zo handig om samen te werken met Anssi Kippo, bekend van zijn werk met COB? Het geluid lijkt er namelijk verdomd veel op, zeker in combinatie met de zang en het snelle, melodieuze gitaarwerk. Gelukkig heeft Norther nog andere, heel aardige elementen in petto. Het opzwepende en melodiegedreven gitaarwerk, met soms wat symfonische opsmuk, komt in de midtempopassages op zijn best tot uiting. De cleane zang wordt goed verwerkt in de rustieke, soms haast mystieke refreinen. Op dat soort momenten is de vinger er moeilijk op te leggen, iets temidden van gothic, alternative en heavy; dus wel degelijk iets eigens! Zoals bekend mag zijn heeft Norther inmiddels meer raakvlakken met heavy- en power metal dan met de extreme varianten, en daarom is het bijzonder jammer dat de schelle krijszang daar niet aan wil meewerken. Het lijkt een beetje op hozen met een lek aan boord.


PESTILENCE

Doctrine

(Mascot/PIAS)
www.myspace.com/pestilenceofficial
Robbie Woning
85

Pestilence is definitief met zijn tweede jeugd bezig. ‘Doctrine’ verschijnt gevoelsmatig al vlot na het prima comebackalbum ‘Resurrection Macabre’, maar klinkt minstens zo goed en vet. ‘Het is een plaat die wel wat tijd nodig heeft’, hoor ik links en rechts om mee heen. ‘Doctrine’ laat je als luisteraar inderdaad de eerste keer wat verward achter. De muziek is enerzijds duidelijk verwant met ‘Testimony Of The Ancients’ en ‘Spheres’, maar tegelijkertijd ook weer behoorlijk eigenzinnig en vooruitstrevend. De band klinkt bovendien zwaarder dan voorheen, dankzij het gebruik van achtsnarige gitaren. Tegelijkertijd is de grunt van bandleider Patrick Mameli juist wat hoger en gekartelder gaan klinken. Toch blijken al die puzzelstukjes na wat luisterbeurten uitstekend in elkaar te passen en gaat de muziek door subtiele hints naar eerdere albums ook snel vertrouwd aanvoelen. De eerste albumtracks zijn overwegend agressief, met blastbeats, woeste zang en opzwepende riffs. Naar naarmate de CD vordert, zoeken de heren Mameli, Uterwijk, Thesseling en nieuwe drummer Yuma van Eekelen meer de diepte op en ontvouwen zich allerlei prachtige duistere riffs. Met name „Dissolve” is vanwege de zware Morbid Angel-feel, de mooie rollende drums en de speelse accenten echt een verslavend duister nummer. „Deception” laat een mooie mix van strakke riffs en speels baswerk horen. Liefhebbers van meer hapklare brok worden op de CD met het logge „Absolution”, het stug doormalende „Malignant” en het thrashy „Confusion” ook zeker bediend. Zo biedt ‘Doctrine’ eigenlijk voor elk wat wils en lopen de verschillende muzikale kanten van Pestilence telkens weer op een mooie manier in elkaar over.


THE POODLES

Performocracy

(Frontiers/Rough Trade)
www.myspace.com/thepoodles
Liselotte Hegt
86

Sinds de oprichting van The Poodles eind 2005 is het alleen maar bergopwaarts gegaan voor deze Zweedse (glam)rockers. Met name in eigen land zijn de heren erg populair. Melodieuze heavy metal, daar draaide het op de eerste drie albums vooral om. Met het vierde schijfje ‘Performocracy’ is de heavy metal-attitude er wel een beetje af en krijgen we een wat meer AOR- en ronkend, pompend rockgeluid te horen. Geen grootse bombastische opsmuk, maar een sfeer die meer open is en een geluid dat directer klinkt. De algehele benadering is nog melodieuzer en pakkender en de gelikte zangkoortjes en de pompende midtempo’s liggen hier zeer gesmeerd in het gehoor. Het gitaarwerk (inclusief solo’s) heeft echter nog altijd een prominente rol, dus wat dat betreft hoeven we de band absoluut niet af te serveren als slappe hap. Zoals te verwachten zijn zowel de productie als de kwaliteit van de songs puik in orde. De band heeft sinds de begindagen een herkenbaar eigen sound, die mijns inziens een oneindig lange houdbaarheidsdatum heeft. Zanger Jakob Samuel speelt hierin de hoofdrol, niet alleen door zijn flitsende voorkomen, maar ook door zijn charismatisch en krachtige stemgeluid. Met „Cuts Like A Knife” is de eerste videosingle reeds gelanceerd, een uitstekend visitekaartje. Super radiovriendelijk is „Bring Back The Night”, een potentiële hit. Daar tegenover staan de meer heavy geladen songs, zoals „Father To Son” en „I Believe In You”, met een stevig gitaargeluid als basis. Een mooie power ballad mag natuurlijk ook niet ontbreken in de vorm van „As Time Is Passing”. Al met al is ‘Performocracy’ een kwalitatief hoogstaaand en gevarieerd album.


SEPTICFLESH

The Great Mass

(Season Of Mist/Bertus)
www.myspace.com/septicfleshband
Stephan Gebédi
85

Net zoals op voorganger ‘Communion’ weet Septicflesh invloeden uit death, black, gothic, industrial op een uitstekende wijze samen te voegen tot één groots, bombastisch geheel, waardoor een soort orkestrale mix van Behemoth en Samael tijdens hun meest bombastische momenten ontstaat. De nummers lijken deze keer nog iets beter uitgebalanceerd dan op ‘Communion’ en bevatten veel dynamiek. Grunts, vrouwenzang en koren wisselen elkaar continu af. Net op het moment dat je denkt dat de CD afzakt in zachtere regionen wordt er weer een hard nummer tegenaan gegooid. De sfeerwisselingen verlopen van dreigend naar zweverig naar agressief en gaan vloeiend in elkaar over. Septicflesh biedt wederom kwaliteit en beweegt zich met ‘The Great Mass’ wederom op hoog niveau.


SAMAEL

Lux Mundi

(Nuclear Blast/PIAS)
www.myspace.com/samael
Robert Haagsma
80

De Nederlandse vertaling van de titel luidt: ‘het licht der wereld’. Nu zie ik de Zwitserse band nog niet snel op het religieuze Flevo Festival spelen, want het is juist duisternis alom op de nieuwe CD van deze Zwitserse formatie. Oorlog en religie, en vooral de combinatie van die twee, vormen de thema’s op ‘Lux Mundi’. Het zijn onderwerpen die de muzikale omlijsting krijgen die ze verdienen. Opnieuw gaan bij Samael alle registers open, waarbij producer Waldermar Sorychta de helpende hand bood. Drums beuken en ratelen, al dan niet uit een doosje. Her en der is nog een gitaar te horen, maar alle gaten worden dichtgesmeerd door orkestrale partijen en af en toe opdoemende koorpartijen. Vorphalac kermt daar naargeestig overheen. Het geheel is indrukwekkend. Muziek waarin zulke thema’s centraal staan, kan niet subtiel zijn. Vanwege het bombardement van geluid en tekst is het geheel soms verstikkend, maar dat zal ongetwijfeld zo bedoeld zijn.


URIAH HEEP

Into The Wild

(Frontiers/Rough Trade)
www.myspace.com/uheep
Stan Novak
80

Het is maar weinig bands gegeven om twee-en-twintig studioalbums af te leveren. Uriah Heep presteert het, maar de manier waarop is zowaar nog indrukwekkender. Het Britse vijftal levert in zijn nadagen namelijk een dijk van een plaat af die kan wedijveren met het beste werk. Maar hoezo nadagen? De band kan zo nog jaren mee. De entree van drummer Russel Gilbrook (die in 2007 oudgediende Lee Kerslake verving) heeft de band een vitale injectie gegeven, want net als voorganger ‘Wake The Sleeper’ is ook ‘Into The Wild’ behoorlijk gepeperd. Het materiaal is opnieuw opmerkelijk heavy en het songmateriaal is zowaar nog beter. Sommige zaken zijn echter onveranderlijk. Zo is gitarist Mick Box nooit een groot solist geweest en zal dat ook nooit worden (zijn wahwahpedaal is opnieuw zijn grootste vriend), maar de man is wel uiterst functioneel en natuurlijk een volleerd liedjessmid. Het is echter zanger Bernie Shaw die op ‘Into The Wild’ de show steelt. Ik heb deze sympathiekeling altijd een fantastische frontman en prima zanger gevonden, maar ditmaal stijgt hij naar heel grote hoogten. Op momenten steekt hij zowaar Steve Walsh naar de kroon. Luister maar naar zijn gepassioneerde voordracht in het duopak „Trail Of Diamonds” en „Southern Star”, dat halverwege voorbijkomt. Het vormt het hart van deze pittige plaat, die eigenlijk nergens teleurstelt.