10xEremetaal Juni 2013

10xEremetaal in Juni 2013

ASG

Blood Drive

(Relapse/Rough Trade)
Robert Haagsma
77

In 2009 bracht ASG een split-CD uit met Black Tusk, die voorzien was van artwork van de hand van John Baizley. Het was dus een kwestie van tijd dat de band uit North Carolina aan zou spoelen bij Relapse, waar John Baizley’s Baroness immers het vlaggenschip van is. Het is in muzikaal opzicht bovendien een groep die uitstekend in de stal past. Het geluid van ASG, oorspronkelijk heette de groep All Systems Go, is wel eens omschreven als het beste van Kyuss en Queens Of The Stone Age gecombineerd. Het zijn misschien net wat te grote woorden, maar het geeft goed weer waar ASG te plaatsen is. Zoals ook deze vierde CD ‘Blood Drive’ laat horen, maakt de band rond zanger Jason Shi vooral erg gepassioneerde muziek. Weelderige akkoorden, rollende drums en een overrompelend geluid. De aandacht wordt het meest opgeëist door de heldere, gepassioneerde zang van Shi. Knap is dat alles tegelijkertijd heel toegankelijk is. De melodieën zijn herkenbaar, de songs overzichtelijk. Het verbaast me dan ook niet dat de songs van de band de afgelopen jaren vaak gebruikt werden voor specials over surfen en skateboarden. Overigens maakt de band ook veel indruk met wat meer ingetogen werk, zoals ”Earth Walk“. Veelzijdig en intens. Heerlijk album.


THE BLACK DAHLIA MURDER

Everblack

(Metal Blade/Rough Trade)
Rudi Engel
90

Er zijn maar heel weinig bands die zó structureel topalbums afleveren als The Black Dahlia Murder. Het is nog net geen tien jaar geleden dat debuutalbum ‘Unhallowed’ verscheen, maar ondertussen zijn we al bij plaat nummer zes – oftewel elke twee jaar een nieuw album – van deze Amerikaanse death metaltoppers aanbeland. En ze zijn állemaal goed! Bovendien zit er ook nog eens een stijgende lijn in. Was het vierde album ‘Deflorate’ het toenmalige hoogtepunt van hun kenmerkende, optimistisch klinkende blastbeatfestijnen; op opvolger ‘Ritual’ stapte de band uit zijn comfortzone door het tempo omlaag te gooien en flink wat experimenten te introduceren. Niet geheel onverwacht verenigt het nieuwe ‘Everblack’ het beste van beide werelden: de experimenten zijn gebleven, maar zijn nu veel naadlozer en subtieler in de bloedsnelle nummers verwerkt. Nergens botst het of klinkt het onnatuurlijk. En klonk TBDM zoals gezegd altijd al optimistisch; zo fris en spontaan als nu hebben ze nog nooit geklonken! Terwijl de onophoudelijke blastbeats en felle screams je om de oren vliegen, doet ‘Everblack’ drie kwartier lang je mondhoeken omhoog krullen vanwege de aanstekelijke, zelfs vrolijk klinkende energie. Deze band heeft er zelf domweg ontzettend veel plezier in en neemt het ondanks de hoge kwaliteit van de muziek vooral niet te serieus – en dat spat er aan alle kanten van af. Aan het opnoemen van hoogtepunten ga ik dan ook niet eens beginnen; ‘Everblack’ is van begin tot eind een voltreffer van jewelste. Ja, alwéér\u2026


BURNING RAIN

Epic Obsession

(Frontiers/Rough Trade)
Metal Mike
78

De meeste hardrockers zullen gitarist Doug Aldrich kennen van zijn werk in Dio, Whitesnake en lang geleden Lion. Ook toerde hij met Hurricane en House Of Lords. Met Kal Swan, de zanger van Lion, maakte hij nog een aantal lekkere albums met zijn nieuwe band Bad Moon Rising. Tussen BMR en Dio heeft hij ook twee albums uitgebracht met de formatie Burning Rain (waarin ook BMR-bassist Ian Mayo zat). Beide albums, ‘Burning Rain’ (1999) en ‘Pleasure To Burn’ (2000), waren via Z Records echter slechts mondjesmaat verkrijgbaar. Tot nu dan, want Frontiers heeft beide albums deze maand opnieuw uitgebracht. Om het feest helemaal compleet te maken heeft Aldrich samen met zanger Keith St. John ook eindelijk de tijd gevonden om het derde, nooit uitgebrachte album af te maken. ‘Epic Obsession’ staat weer vol met het vingervlugge, bluesy gitaarspel dat we van hem gewend zijn, alles verpakt in melodieuze hardrocksongs. Denk aan Van Halen en House Of Lords, dan weet je wat voor vlees je in de kuip hebt. Ook Led Zeppe-lins ”Kashmir“ wordt keurig nagespeeld. Origineel is het niet, maar het luistert wel allemaal lekker weg.


CHILDREN OF BODOM

Halo Of Blood

(Nuclear Blast/PIAS)
Robbie Woning
82

Het is knap hoe Children Of Bodom zichzelf op zijn nieuwste album heeft herontdekt. En dat na enkele vlakke en meer toegankelijke platen, waarop ook met modernere geluiden werd geëxperimenteerd. Ik heb geen idee waardoor de band precies tot inkeer is gekomen, maar het levert wel de meest gebalanceerde en pure COB-plaat sinds jaren op. Verwacht geen totaal ‘back to the roots’-geluid. Daarvoor heeft de succesvolle Finse band te veel langs grote zalen en festivals getoerd. Veel riffs en zangstukken op ‘Halo Of Blood’ zijn duidelijk met een livepubliek in gedachten geschreven en zijn direct herkenbaar en meebrulbaar. Tegelijkertijd bevat de CD een hoop woest muzikaal spektakel en erg veel smakelijke solo’s. Ook ligt het tempo van veel songs behoorlijk hoog, tot blastbeats aan toe. De muziek klinkt in eerste instantie wat overweldigend, maar begint na enkele luisterbeurten snel te groeien. Dat is vooral te danken aan de herkenbare, melodieuze riffs die de agressieve strot van gitarist/bandleider Alexi Laiho tijdens coupletten en refreinen ondersteunen. Een paar tracks springen er extra uit. Zo heeft ”Transference“ spannende, instrumentale gitaarstukken en schakelt het titelnummer knap tussen allesverwoestende black metal en een Judas Priest-achtige midtempo. Ook de ingetogen ballad ”Dead Man’s Hand On You“ steekt kunstig in elkaar. Het gros van het album volgt Children Of Bodom vooral met veel toewijding zijn zelfbedachte muzikale recept, met ”Damaged Beyond Repair“ en ”Bodom Blue Moon“ als meest geslaagde uitkomsten. Vooral deze beide nummers hebben echt weer de gedrevenheid en souplesse waarmee het stel Finse jonkies zich in de tweede helft van de jaren negentig zo plotseling in de picture speelde.


DARK TRANQUILLITY

Construct

(Century Media/Universal)
Robert Haagsma
80

Het mooie van Dark Tranquillity is dat de groep altijd is blijven zoeken. Op eerdere albums stortte de Zweedse bands zich soms op compromisloze death metal. Andere keren prevaleerde de melodie. De ene plaat bevatte louter grunts, op de volgende was er toch weer plaats voor cleane zang. ‘Construct’ klinkt bepaald niet als een eindstation. Dark Tranquillity klinkt nog verre van bezadigd. Toch heeft het album iets van een voorlopige conclusie. Het album laat een heel complete versie van het groepsgeluid horen. Als vanouds wordt het gedomineerd door prachtig gitaarwerk, met veel solo’s, waardoor de sound heel melodieus is. Mikael Stanne gromt er weer vervaarlijk op los, maar in een nummer als ”Uniformity“ en ”What Only You Know“ wordt toch weer zuiver gezongen. En mooi ook. ”Apathetic“ is een ander voorbeeld van Dark Tranquillity op z’n best. De zang is intens, het nummer zit vol afwisseling en de solo’s zijn kort maar effectief. Altijd zijn er de mooie melodieën. Met het 25-jarige jubileum in het vizier levert de groep uit Gotenburg opnieuw een album vol kwaliteit af.


EVILE

Skull

(Earache/EMI)
André Verhuysen
77

Wie Evile ooit live gezien heeft, zal moeite hebben om geen sympathie voor de Engelsen te ontwikkelen. De jonge honden gooien steevast een ongekende portie enthousiasme in de strijd en gaan altijd tot het gaatje. Speltechnisch valt er bij het thrashkwartet ook al geen speld tussen te krijgen, ook op deze vierde langspeler weer niet. Waarom dan toch maar 77 punten? Het album barst toch haast uit zijn voegen van het retestrakke gitaarwerk en de flitsende solo’s? De productie is toch kraakhelder? Eh… ja, maar ‘Skull’ neigt gewoon té veel naar (oude) Metallica om echt serieus genomen te kunnen worden. Dat Matt Drake’s stem erg veel lijkt op die van James Hetfield is nog tot daar aan toe – met die stem is hij immers geboren – maar dat werkelijk elke break, elke zanglijn en veel van de solo’s direct te herleiden zijn naar songs op ‘Master Of Puppets’ en ‘…And Justice For All’ is een te grote sta-in-de-weg. Hoe zeer ik de Engelsen ook waardeer, op een eventueel vijfde album zal het toch echt over een andere boeg gegooid moeten worden, wil Evile ooit nog aansluiting vinden bij de grote jongens.


A PALE HORSE NAMED DEATH

Lay My Soul To Waste

(Steamhammer/SPV/Suburban)
André Verhuysen
75

Het ene album laat zich gemakkelijker omschrijven dan het andere. ‘Lay My Soul To Waste’ is een makkie. Het tweede album van A Pale Horse Named Death laat zich namelijk beluisteren als een kruisbestuiving van Alice In Chains en Type O Negative. Eerstgenoemde vanwege de strooptrage, slepende gitaarakkoorden en de zang van bandleider Sal Abruscato, die als twee druppels water lijkt op die van wijlen AIC-frontman Layne Stayley. Ook tekstueel ontlopen beide bands elkaar bitter weinig: het is een en al drugs, dood en verderf wat de klok slaat. Voor de Type O Negative-ingrediënten zorgt vanzelfsprekend drummer Johnny Kelly. Alhoewel, vanzelfsprekend? Het zijn eigenlijk vooral de o zo typische keyboardgeluiden die de herinnering aan de band van (ook al wijlen) Peter Steele aanwakkeren. Je zou zweren dat Type O-er Josh Silver in hoogst eigen persoon hier de toetsen betast, maar vreemd genoeg is zijn naam nergens te vinden. Sterker nog: in het CD-boekje wordt überhaupt geen melding gemaakt van een toetsenist. Vreemd, want te horen is ie toch duidelijk. Hoe ook zij, ‘Lay My Soul To Waste’ is een flinke stap voorwaarts ten opzichte van het ronduit saaie debuutalbum ‘And Hell Will Follow Me’ (2010), maar het is nog steeds niet de klapper die je op basis van het in de band aanwezige talent zou mogen verwachten. Misschien dat het er op album nummer drie echt uit gaat komen…


THE QUILL

Tiger Blood

(Metalville/Suburban)
Stan Novak
74

Met het verlies van zanger Magnus Ekwall verloor The Quill vijf jaar geleden een stuk identiteit en herkenning. Ekwall, hoe ondergewaardeerd ook, behoorde namelijk tot de top van het Europese zangersgilde en zijn dynamische strot maakte albums als ‘Voodoo Caravan’ en ‘Hooray! It’s A Death Trip’ tot zulk genietbaar plaatwerk. Ik heb dan ook te doen met opvolger Magnus Arnar; zondermeer een verdienstelijk zanger, maar hij zal Ekwall niet kunnen doen vergeten. Dat lukte hem twee jaar geleden niet op zijn debuut ‘Full Circle’ en evenmin op dit ‘Tiger Blood’. Wat me op ‘Tiger Blood’ echter meer pijn doet, is de stijlverandering die door het vertrek van Ekwall in gang is gezet. The Quill anno 2013 is veranderd in een volbloed rockband en lijkt muzikaal te hebben afgerekend met het verleden. Is ‘Tiger Blood’ je eerste kennismaking met de band, dan heb je wellicht weinig reden tot klagen (zo had opener ”Freak Parade“ niet misstaan op de laatste plaat van The Cult), maar de bezwerende klanken van weleer zijn niet meer. Liefhebbers van de eerste vier platen zullen zich achter de oren krabben. Van de dwingende retrovibe van weleer is namelijk bar weinig over en daarmee is ook het gevoel van echte opwinding tot een minimum gereduceerd.


QUEENSRŸCHE

Frequency Unknown

(Cleopatra/Sonic Rendezvous)
André Verhuysen
80

Spijtig genoeg is de release van het album van de andere Queensrÿche (die met zanger Todd La Torre) op het laatste moment verschoven van eind mei naar 24 juni, anders hadden we in deze Aardschok twee Queensrÿche-platen gerecenseerd en hadden ze een rechtstreeks duel kunnen uitvechten. Nu smeren we de ‘battle of the egos’ noodgedwongen uit over twee bladen. Eigenlijk is de hele Queensrÿche-soap natuurlijk te triest voor woorden. Je kunt het echter ook van de positieve kant bekijken. Wat had Queensrÿche ons de laatste tien jaar nou nog helemaal te bieden? ‘Tribe’ en ‘Dedicated To Chaos’ waren miskleunen van de bovenste plank. ‘American Soldier’ en ‘Operation: Mindcrime II’ gingen er nog net mee door, al was het in het geval van laatstgenoemde vooral omdat Ronnie James Dio erop meedeed. Welbeschouwd was Queensrÿche op artistiek gebied al op sterven na dood. Geen hond die nog zat te wachten op een nieuw studioalbum, toch? Dat gezegd hebbende is de bittere broedertwist een waar godsgeschenk. In plaats van één bijna-lijk hebben we nu namelijk twee springlevenden. Want ik kan je verklappen – wij hebben de ándere Queensrÿche-plaat namelijk ook al gehoord – dat we er twee uitstekende platen aan gaan overhouden! De eerste komt dus van de hand van Geoff Tate. Om een lang verhaal kort te maken: het is de beste ‘Queensrÿche’-plaat sinds ‘Empire’. Ik zet de bandnaam hier bewust tussen aanhalingstekens, want in feite is het natuurlijk gewoon een veredeld Geoff Tate-soloalbum. Al mag de rechter daar straks definitief een oordeel over vellen. Hoe het ook zij, Tate en zijn vrienden hebben tien prima nummers in elkaar gefabriekt; er zit geen slechte song tussen. En het klinkt van voor naar achter als Queensrÿche, laat daar vooral geen misverstand over bestaan. Natuurlijk haalt Tate al lang niet meer de hoge uithalen van weleer. Wie die wil horen komt volgende maand aan zijn trekken. Maar qua muzikale stijl zouden alle songs ook zo op ‘Empire’ hebben kunnen staan. De diversiteit in het materiaal is groot: er zijn snelle songs en langzame, harde en rustige. Er zijn gastbijdrages van grootheden als Dave Meniketti en KK Downing, maar eigenlijk doet dat niet eens ter zake. Wat telt is dat Tate de beste Queensrÿche-plaat gemaakt heeft sinds ‘Empire’. Het spel is op de wagen. Volgende maand het vervolg!


ROB ZOMBIE

Venomous Rat Regeneration Vendor

(Zodiac Swan/Universal)
André Verhuysen
78

De eerste paar songs op ‘Venomous Rat Regeneration Vendor’ voegen weinig of niets toe aan hetgeen we al van Rob Zombie kennen, het zij als solist of als aanvoerder van zijn oude band White Zombie. Gelukkig zou ik haast zeggen, want zodra de Amerikaanse muzikant/filmmaker van het door hem zelf geplaveide pad afwijkt gaat het mis. Zoals in het funky misbaksel ”Ging Gang Gong De Do Gong De Laga Raga“ dat gelukkig meteen wordt weggepoetst met het knallende ”Rock And Roll (In A Black Hole)“. Ook de bijzonder tamme cover van Grand Funk Railroads ”We’re An American Band“ kunnen we als een mislukt experiment beschouwen. Ook dat schoonheidsfoutje zet Zombie gelukkig snel weer recht, met de heerlijk opzwepende afsluiter ”Trade In Your Guns For A Coffin“. Zo overheerst aan het eind toch het gevoel dat we er weer een heerlijke zomerplaat bij hebben.