10xEremetaal November 2013

 

10xEremetaal in November 2013

AVATARIUM

Avatarium

(Nuclear Blast/PIAS)
André Verhuysen
80

Zoals we vorige maand al meldden in de recensie van de single ‘Moonhorse’: doompaus Leif Edling heeft een nieuwe band. Avatarium is de naam. Het zal niemand verbazen dat de muziek daarvan wederom strooptraag is. Avatarium omschrijven is niet zo moeilijk. Het klinkt als Krux, maar dan met een zangeres. En een gitarist die hoorbaar groot fan is van Ritchie Blackmore. De eerste heet Jennie-Ann Smith, de tweede luistert naar de naam Marcus Jidell en kennen we van Evergrey. Het is met name de delicate stem van Smith die de muziek zijn unieke karakter geeft. Zo vaak hoor je immers geen zangeres bij een doomband. Onterecht, zo blijkt nu. Smiths uiterst breekbare stem contrasteert namelijk op prachtige wijze met de loodzware tonen die Edling en zijn kompanen haar voorschotelen. Geen idee waar Ed­ling deze Zweedse schone vandaan getoverd heeft, maar dat gaan we hem zeker vragen. Volgende maand mag je een interview met de bassist verwachten. Dan heb je eerst nog de tijd om ‘Avatarium’ rustig op je te laten inwerken. 1 november ligt ie in de winkel!


DEAD LETTER CIRCUS

The Catalyst Fire

(Warner Music)
Robert Haagsma
75

Sinds de band een paar jaar geleden voor het eerst van zich liet horen door middel van wat EP’s zijn de vergelijkingen met Karnivool niet van de lucht; een groep die trouwens net als Dead Letter Circus uit Australië komt. Beide bands distilleren hun geluid namelijk uit een mix van alternatieve rock, metal en post-rock. In de loop van de tijd viel ook de naam van Tool wel eens. De tweede plaat van Dead Letter Circus zal daar ongetwijfeld opnieuw aanleiding toe geven, maar de band heeft zich daar niet door van de wijs laten brengen. Integendeel, terwijl het debuut ‘This Is The Warning’ vooral dankzij de hapklare zanglijnen behoorlijk toegankelijk is, zijn de hoge vocalen van Kim Benzie nu soms erg grillig. Wat bleef, is de muzikale omlijsting. In de meeste nummers bouwt de band subtiel een spanning op, om die met roffelende drums en jubelende gitaren tot een climax te laten brengen. Het wordt allemaal erg goed uitgevoerd. Van de koortjes tot de duizelingwekkende tempowisselingen, het klinkt erg imposant. „Lodestar” is een van de songs die ik daarom regelmatig opnieuw aanklikte. Een paar minuten puur avontuur. Hoewel niet elk nummer mij zo makkelijk vloert, is ‘The Catalyst Fire’ een afwisselend en ook wat ongrijpbaar album.


EPYSODE

Fantasmagoria

(AFM/Rock Inc./Bertus)
Gerrit Mesker
90

In 2011 bracht gitarist Samuel Arkan het album ‘Obsessions’ uit van zijn project Epysode. Een uitstekend album dat, geheel terecht, een hoge score kreeg. Toen was niet duidelijk of er een vervolg zou komen, maar inmiddels is het album ‘Fantasmagoria’ uit de fabriek gerold. En ook deze keer heeft een reeks gastmuzikanten zijn medewerking verleend aan dit progressieve rockalbum. We horen onder anderen Tom Englund (Evergrey), Henning Basse (Metalium), Mike LePond (Symphony X) en Léo Margarit (Pain Of Salvation) voorbijkomen. Het levert andermaal een uitstekend album op. Ook hier betreft het weer een conceptalbum, waarbij het verhaal af en toe teruggrijpt op het vorige album. En dat gebeurt niet alleen tekstueel. Ook muzikaal zijn er erg veel overeenkomsten met ‘Obsessions’ en, zoals zoveel conceptalbums, is ‘Fantasmagoria’ een CD waar je even goed voor moet gaan zitten wil je het volledig tot zijn recht laten komen. Een overrompelende bombast komt er dan over je heen die je volledig in het verhaal meeneemt. Ondanks de speelduur van meer dan een uur denk je na afloop: is het nou al voorbij? Een beter compliment kan ik Samual Arkan eigenlijk niet geven.


HAIL OF BULLETS

III – The Rommel Chronicles

(Candlelight/Bertus)
André Verhuysen
80

Voor wie het niet meer weet: Hail Of Bullets bestaat uit zanger Martin van Drunen (Asphyx, ex-Pestilence, ex-Boltthro­wer), gitarist Stephan Gebédi (Thanatos), gitarist Paul Baa­yens (Thanatos), bassist Theo van Eekelen (ex-Houwitser) en drummer Ed Warby (ex-Gorefest, The 11th Hour). Het vijftal maakt muziek die een dwarsdoorsnede is van die van de bovengenoemde bands, oftewel rechttoe rechtaan lompe death metal met in de langzamere stukken een sterke hang naar doom. Muzikaal houdt Hail Of Bullets het graag simpel en doeltreffend. Tekstueel daarentegen omzeilt de band alle gangbare clichés en kiest het telkens een oorlogsthema om een album aan op te hangen. Het zal dus niemand verbazen dat ‘III – The Rommel Chronicles’ gaat over leven en dood van de Duitse veldmaarschalk Erwin Rommel, maar daarover elders in dit blad meer. Waarom deze lange inleiding? Omdat er over de muziek eerlijk gezegd niet zo heel veel te vertellen valt. Het is in feite gewoon meer van hetzelfde. De lijn van ‘…Of Frost And War’ (2008) en ‘On Divine Winds’ (2010) wordt kaarsrecht doorgetrokken. Verrassingen, vreemde wendingen of rare fratsen zijn er niet. Aan experimenteren heeft Hail Of Bullets een broertje dood. De mannen zouden ook gek zijn om te tornen aan een formule die werkt. Betere old-school death metal wordt er namelijk niet meer gemaakt vandaag de dag. ‘III – The Rommel Chro­nicles’ gromt, schuurt en buldert weer dat het een lieve lust is. Miskleunen staan er niet op. Het enige dat de plaat van een hogere score afhoudt is het gebrek aan een uitschieter, een échte knaller. Zo’n ‘hit’ die Hail Of Bullets nog tot in lengte der dagen moet blijven spelen. Zeg maar wat „Ace Of Spades” is voor Motörhead. Wellicht dat daar nog de ruimte ligt voor verbetering op een volgend album. Het lijkt me in elk geval een mooie uitdaging.


KORN

The Paradigm Shift

(Prospect Park/Universal)
Patrick Lamberts
80

Laat je niet misleiden door de poppy single „Never, Never”. Dat nummer borduurt van alle tracks op ‘The Paradigm Shift’ het meeste voort op het geluid van ‘The Path Of Totality’ en bevat naast een cheesy refrein ook een flink aantal (dubstep)beats en samples. Mensen die slechts die single horen en roepen dat Korn geen metal meer maakt, moeten echt het album in zijn geheel horen. Hoewel de refreinen in de meeste nummers behoorlijk catchy zijn, wordt er ook ouderwets gebeukt. Zou het de invloed van de teruggekeerde gitarist Brian ‘Head’ Welch zijn? Nummers als „Prey For Me”, „What We Do”, „Paranoid And Aroused”, „Punishment Time” en „Victimized” hebben in elk geval diezelfde ziekelijke sfeer als het oude Korn, maar dan met een modern randje. Ik gok dat „Never, Never” als single is gekozen om de band weer zoveel mogelijk in opspraak te krijgen, altijd goed voor promotie. „Love & Meth” heeft echter de beste papieren om een grote doelgroep aan te spreken. Vernieuwend is ‘The Paradigm Shift’ niet, maar in het geval van Korn is dat misschien alleen maar goed, want hun uitstapjes (naar dubstep) zijn niet altijd in goede aarde gevallen. Op ‘The Paradigm Shift’ combineert het gezelschap de beste elementen uit zijn oeuvre en laat het zien dat het nog steeds in staat is om geraffineerde nummers te schrijven. De teksten zijn daarentegen soms behoorlijk bot, zoals in afsluiter „Tell Me What You Want” (‘Tell me what you want. Fuck you! Go away and never come back’). Zou die boodschap misschien gericht zijn aan oud-drummer David Silveria met wie Jonathan Davies in de clinch ligt? Er wanen hoe dan ook nog genoeg demonen in de bovenkamer van Davies rond. Zolang hij die er af en toe uitlaat, zal Korn een nu-metalband blijven met een lange houdbaarheidsdatum, en dat is redelijk uniek.


MONSTER MAGNET

Last Patrol

(Napalm/Rough Trade)
André Verhuysen
80

Je zou het bijna vergeten, maar het scheelde weinig of Monster Magnet-bandbaas Dave Wyndorf had het aardse ingeruild voor het hiernamaals nadat hij in 2006 een overdosis slaappillen tot zich nam. Dat is ons (en hem!) gelukkig bespaard gebleven, maar het duurde wel een flinke poos tot de laatste restjes Valium uit zijn bloedbaan waren gezuiverd. ‘4-Way Diablo’ (2007) was maar een gezapige plaat. Op ‘Mastermind’ (2010) had Wyndorf de opgaande lijn al weer te pakken, maar kleurde hij wel nog steeds opvallend netjes binnen de ooit door hem zelf uitgezette lijntjes. Enfin, drie jaar later zijn we bij ‘Last Patrol’ aanbeland; eindelijk weer een Monster Magnet-album dat zich kan meten met de klassieke albums van voor de overdosis. Wyndorf durft weer te experimenteren. Er is weer ruimte voor Hawkwind-achtige, psychedelische galm, die lekker contrasteert met de logge gitaarakkoorden. Deze Monster Magnet hebben we sinds ‘Superjudge’ (1993) eigenlijk niet meer gehoord. Het gaat te ver om te zeggen dat Monster Magnet weer terug is bij zijn roots, want zo uitgesponnen als op Tab (1991) zijn de songs bij lange na niet. Op ‘Last Patrol’ bewandelen Wyndorf en zijn mannen de gulden middenweg tussen de ‘oude’ en de ‘nieuwere’ Monster magnet, en dat pakt prima uit!


MOTÖRHEAD

Aftershock

(UDR/Universal)
Eric van den Hurk
87

Motörhead haalde dit jaar het nieuws voornamelijk om de verkeerde redenen, namelijk de hartklachten van Lemmy. Concerten werden vaker afgezegd dan dat ze doorgingen. Maar hartklachten of niet, Motörhead levert met ‘After­shock’ zijn 21e studio-album af, iets waar de meeste bands nog een vette punt aan kunnen zuigen. Album opener „Heartbreaker” zet gelijk de toon: gas erop! Natuurlijk, met „Dust And Glass” en „Lost Women Blues” kent dit album twee erg rustige nummers, maar ook bij laatstgenoemde wordt er na drie minuten een tandje bijgezet om lekker uptempo te eindigen. En om alle twijfel weg te nemen zijn „End Of Time”, „Paralyzed” en „Going To Mexico” drie van de snellere nummers uit de rijke historie van de band. Motörhead klinkt op ‘Aftershock’ veertien nummers lang als een band die er nog altijd heel erg veel in heeft. Motörhead­bangers kunnen ‘Aftershock’ dan ook blind aanschaffen. Kijk eerst wel even goed rond, want er verschijnen nogal wat verschillende versies van het album, zowel op CD als vinyl.


RED FANG

Whales And Leeches

(Relapse/Rough Trade)
Robert Haagsma
85

Het kostte Red Fang twee albums om zich in de voorhoede van de stonerrockscene te nestelen. Al moet gezegd worden dat de erkenning die de band uit Oregon krijgt voor een belangrijk deel te danken is aan de intense liveshows. Felle zang, monsterachtige akkoorden en een immens volume maken het altijd weer tot bijzondere gebeurtenissen. Voor veel fans van het genre was de vorige plaat ‘Murder The Mountains’ een instant klassieker. Het roept automatisch de vraag op of Red Fang het lukt om daar met ‘Whales And Leeches’ overheen te gaan. Wat mij betreft wel. Hoewel de band nog niets van zijn bezetenheid verloren heeft, is de aanpak wel iets toegankelijker, al blijft dat bij een groep als Red Fang natuurlijk altijd een betrekkelijk begrip. Wat de band altijd onderscheidde van de talloze collega’s was het vermogen om pakkende, herkenbare songs te schrijven. „Blood Like Cream”, „No Hope”, „Voices Of The Dead” en „Dawn Rising” zijn opnieuw harde, lompe, brute songs die je met een bier in de vuisten moeiteloos meebrult, terwijl „1516” de meer complexe kant van de band laat horen. Nog meer dan op de vorige plaat is het Red Fang gelukt om de intensiteit van de shows te vangen. De koppositie in het stonerpeloton is bij de band voorlopig in veilige handen.


SAHG

Delusions Of Grandeur

(Indie Recordings/Suburban)
André Verhuysen
80

Het Noorse Sahg gooit het op zijn vierde langspeler eens over een heel andere boeg. Voorgangers ‘I’, ‘II’ en ‘III’ stonden nog vol met degelijke doch steeds voorspelbaarder wordende doom metal in de straatjes van Black Sabbath en Candlemass. Wie goed luistert hoort die betonnen fundering nog steeds – Sahg verloochent zich wat dat betreft niet – maar ‘IV’ biedt meer, veel meer. Zo zijn onmiskenbaar de proggy invloeden van Opeth te horen in albumopener „Slip Of The Edge Of The Universe” en doet Mastodon een overduidelijke duit in het zakje tijdens „Firechild” en „Walls Of Delusion”, met name waar het de vocalen betreft. Deze nieuwe invalshoeken bezorgen Sahg een sound die behoorlijk ver af staat van die op de eerste drie albums. ‘IV’ is avontuurlijker, psychedelischer en boeiender. Doorge­winterde Sahg-fans doen er desondanks goed aan eerst eens te luisteren alvorens eventueel tot aanschaf over te gaan. Begin dan maar meteen met de afsluiter van ‘IV’, het ruim elf minuten durende epos ‘Sleeper’s Gate To The Galaxy’, waarin alle elementen van ‘het nieuwe Sahg’ samenkomen.


TRIVIUM

Vengeance Falls

(Roadrunner/Warner Music)
Robbie Woning
80

De mannen van Trivium hadden twee jaar geleden op het album ‘In Waves’ al een goede balans tussen hun metalcoreroots, hun gitaarheldenfratsen en hun openlijke Metallica-aanbidding gevonden. De zesde CD ‘Vengeance Falls’ steekt gewoon nog iets kunstiger en vanzelfsprekender in elkaar. Het album bevat tien prima metalnummers met goede structuren, memorabele zanglijnen en oerdegelijk gitaar-, bas- en drumwerk. Het vele toeren van de afgelopen jaren heeft duidelijk doorgewerkt in de manier waarop de band zijn nummers opbouwt. Songs als „Strife”, „To Believe” en „Brave This Storm” luisteren onmiddellijk lekker weg en ze bevatten een hoop opzwepende momenten die het live goed zullen doen. De krachtige, maar melodieuze vocalen van frontman Matt Heafy bepalen voor het grootste deel het geluid van het album, maar er wordt af en toe ook even lekker boos gebruld. Trivium is qua stijl zeker niet bijzonder vernieuwend bezig, maar de nummers luisteren wel lekkerder weg dan de onnodige muzikale krachtpatserij van enkele albums geleden. Wel zijn de solo’s en melodielijnen van een bovengemiddeld niveau en speelt de band heerlijk subtiel met ritmes en breaks. De band moest de eerste jaren tegen flink wat scepsis vechten. Intussen mochten we willen dat wat meer bands zulke pure en welgemeende albums als ‘Vengeance Falls’ uitbrachten.