10xEremetaal Juni 2015

 

10xEremetaal in Juni 2015

 

ARMORED SAINT

Win Hands Down

(Metal Blade/PIAS)
André Verhuysen
82

Eerlijk gezegd vreesde ik dat Armored Saints carrière als een nachtkaars zou doven. Het in 2010 verschenen ‘La Raza’ was namelijk een tamelijk gezapige aangelegenheid. Het heilige vuur van weleer was daarop verworden tot een bedaard waakvlammetje. Bovendien verkondigde zanger John Bush in die tijd meermaals het te druk te hebben met het inspreken van commercials om zich ook nog serieus met een band bezig te kunnen houden. Des te groter is de verrassing die ‘Win Hands Down’ heet. Bush is er nog steeds en schittert als vanouds; de tijd lijkt maar geen vat te krijgen op zijn schuurpapieren prachtstem. Maar belangrijker is dat de rest van Armored Saint het oude muzikale pad weer heeft gevonden. Het openende titelnummer zet meteen de toon. Dit is Armored Saint in optima forma: een aanstekelijke drive, een swingende groove, likkebaardend twingitaarwerk en een supercatchy refrein. Kortom, alles waar het zoveel songs op ‘La Raza’ aan ontbrak. De rest van het album trekt de lijn consequent door. Van inkakken is geen sprake. Alleen het gestaag voortkabbelende „Dive” valt uit de toon, maar dan zijn we inmiddels al bij het negende nummer aanbeland. Een rustpuntje lijkt me dan wel gerechtvaardigd. Armored Saint is weer helemaal terug. Van nooit weggeweest.


 

GHOST SHIP OCTAVIUS

Ghost Ship Octavius

(GSO/CD-Baby.com)
Metal Mike
90

Ik volg Ghost Ship Octavius al zo’n anderhalf jaar, sinds de toenmalige Nevermore-drummer Van Williams mij vertelde dat hij met God Forbid- en Warrel Dane-gitarist Mathew Wicklund een band aan het opstarten was. Nadat in Adon Fanion een geschikte zanger gevonden was konden de eerste demo’s opgenomen worden. Via een Kickstarter-campagne werd voldoende geld binnengehaald om de opnamen te bekostigen. De band dook de Envisage Audio-studio in Seattle in om samen met producent Aaron Smith elf nummers op te nemen. Als bassist werd een zekere Dagna Silesia (van The People Now) binnengehaald, maar er is nog niet bekendgemaakt of hij ook deel uitmaakt van de lineup. Het album is sinds april beschikbaar via verschillende digitale bronnen (o.a. www. cdbaby.com en www.ghostshipoctavius.com), maar het zou me niets verbazen als de band straks ook door een label wordt opgepikt. De band speelt namelijk uitstekende, progressieve metal waar invloeden van Never­more, Van­den Plas, maar vooral van Symphony X in doorklinken. Fa­nions stem houdt dan ook het midden tussen Warrel Dane en Russell Allen. De nummers geven daarbij genoeg ruimte aan het machtige, melodieuze gitaarspel van Wicklund, die naast invloeden van Jeff Loomis (Arch Enemy) ook technieken van Michael Schenker en Uli Jon Roth in zijn langgedragen gitaartonen laat doorklinken. Luister maar eens naar semi-ballads als „Alive” of „In Dreams”, daar zorgt zijn spel voor de nodige kippenvelmomentjes. Na Tremonti’s ‘Cauterize’ het beste album dat ik deze maand gehoord heb. Jaartlijstmateriaal.


 

HELLOWEEN

My God-Given Right

(Nuclear Blast/PIAS)
Albert Wienen
72

‘My God-Given Right’ is in weinig opzichten de logische opvolger van het in 2013 verschenen ‘Straight Out Of Hell’ en daarom ook niet helemaal het album waar ik op hoopte als Helloween-volger. Op ‘My God-Given Right’ staat een uur aan muziek, verdeeld over dertien tracks. Wat gaandeweg steeds meer opvalt is dat Helloween ditmaal vooral goed naar zijn eigen verleden heeft geluisterd en dat te recyclen, zonder daarbij nieuwe dingen te doen. Terug naar de roots, noemen de fans dat. Stilstand is achteruitgang, roepen de critici. Ikzelf ben in dubio. Het is vooral een gebrek aan goede songs dat dit album nekt. Met „Heroes”, „My God-Given Right”, „Stay Crazy”, „Lost In America” en „The Swing Of The Fallen World” zijn de pareltjes op het album wel benoemd. Daarnaast kent het album een handvol weinigzeggende songs die aan het geheel weinig of niets toevoegen. Zanger Andi Deris levert vocaal een goede prestaties, maar zijn songteksten zijn soms wel heel erg simpel, om niet te zeggen kinderachtig. Opmerkelijk is ook de keuze voor de bijna witte albumhoes die het album (ont)siert. Oordeel zelf, maar voor mij is dit album op meerdere onderdelen tegenvallend.


 

LEPROUS

The Congregation

(Century Media/Universal)
Liselotte Hegt
90

Sinds de release van hun internationale debuut ‘Bilateral’ (2011) vaart Leprous steevast een eigen koers. Opvolger ‘Coal’ uit 2013 was al even zo eigenzinnig, weliswaar met een donker randje, en nu flikken de Noorse progrockers het opnieuw: ‘The Congregation’ verrast, fascineert en is eigenlijk verplichte kost voor iedere ruimdenkende progliefhebber die bijvoorbeeld ook Muse, Devin Townsend en Faith No More in de kast heeft staan. In de elf tracks worden emoties diep afgetast en zintuigen geprikkeld, met een verdieping van de eigen sound. De stembuigingen van Einar Solberg zijn nog altijd mooi, indrukwekkend en passievol en voeren je gewillig mee door die bijzondere muzikale kosmos die Leprous creëert. Het album begint met het ritmische „The Price”, waarmee de muzikanten op een smaakvolle manier aantonen niet vies te zijn van technisch spel. Innovatie en een vrije geest lijken de muzikale boodschap van het opvolgende „Third Law” en vreemde maatsoorten zorgen voor uitdaging, drive en dynamiek en de schurende, scherpe gitaarriffs voor een specifiek geluid. Sfeervolle synthesizergeluiden en muzikale details doen zelfs vergeten dat er op dit album geen bassist meedoet. Op ‘The Congregation’ gaan techniek, pakkende elementen en stemmige sferen hand in hand en voor de intensieve luisteraar valt er veel te ontrafelen in de knappe muzikale arrangementen. Een schitterende uitschieter is „Rewind” en ook het meeslepende „The Flood”, dat ervaart als een Anathema-nummer, heeft geweldige emotievolle uitbarstingen. Ook zeer mooi en diepgaand is het slepende „Slave”. Leprous weet van het begin tot het einde moeiteloos een hoog niveau vast te houden en heeft met ‘The Congregation’ een hele sterke troef in handen.


 

PALACE OF THE KING

White Bird – Burn the Sky

(Listenable/Suburban)
André Verhuysen
80

Er gaat anno 2015 geen maand voorbij of we kunnen weer een andere talentvolle retro-rockband aan je voorstellen. Die van mei is een zestal en komt uit Australië. Palace Of The King doet me nog het meest denken aan Rival Sons, misschien wel de beste van alle bands die zich zo gretig op de jaren zeventig storten. De songs van Rival Sons beschikken over een drive en urgentie die ik ook bij POTK terughoor. Bij POTK zijn de hoofdrollen eveneens voor een geweldige zanger, in dit geval Tim Henwood en de gitarist, Leigh Maden. Net als bij Rival Sons klinkt niets aan POTK gekunsteld. De muzikale invloeden zijn weliswaar legio (van het onvermijdelijke Led Zeppelin via Mother’s Finest en Jimi Hendrix tot Deep Purple), maar nergens ligt het er te opzichtig bovenop. Alles aan ‘White Bird – Burn The Sky’ klinkt bovendien alsof de band met het grootse gemak van de wereld staat te musiceren. Heerlijk. Ik ben benieuwd of Palace Of The King het live ook allemaal zo losjes doet. Maar tegelijk betwijfel ik of we de band überhaupt ooit live te zien gaan krijgen. Listenable is niet bepaald het meest daadkrachtige label. En vlieg maar eens met z’n zessen vanuit Australië naar Europa. Fingers crossed!


 

PYRAMAZE

Disciplines Of The Sun

(Inner Wound/Ulterium/Bertus)
Anita Boel
78

Het Deense Pyramaze draait al heel wat jaren mee. Het voorgaande album is al wel even geleden, namelijk uit 2008. Op zang hoorden we toen nog Matt Barlow (bekend van Iced Earth). Tegenwoordig moet Pyramaze het met Terje Harøy doen. Minder bekend, maar wat maakt het uit. Harøy heeft namelijk een geweldige strot en overtuigt op allew fronten. Daarnaast werd in 2011 Jacob Hansen (producer/gitarist) aangetrokken en ook dat is een goede keuze van Pyramaze geweest. ‘Disciplines Of The Sun’ is een heerlijk, verfrissend, pakkend, melodieus metalalbum geworden. Naast de zang valt ook het gitaarwerk in positieve zin op. Verder is nog leuk om te vermelden dat Joost van den Broek als gastmuzikant bij dit album betrokken is geweest. Het zou fijn zijn als we niet weer zeven jaar op een nieuw Pyramaze-album hoeven te wachten.


 

PARADISE LOST

The Plague Within

(Century Media/Universal)
Robert Haagsma
85

Het herstel van de muzikale dwalingen dat zich in 2007 met ‘In Requiem’ inzette, is duurzaam gebleken. Elk studioalbum van Paradise Lost dat sindsdien verscheen was een aanwinst voor het oeuvre. De band had zich ooit, eind jaren tachtig, gemanifesteerd als de vleesgeworden somberheid. Een kleine tien jaar geleden sloeg de zwartgalligheid dus opnieuw toe in de muziek. Ik zou het niet anders willen. Toch was ik niet voorbereid op wat ‘The Plague Within’ te bieden zou hebben. Paradise Lost beloofde terug te keren naar de roots. Het is een kreet die ik zo vaak hoorde. Paradise Lost voegde echter de daad bij het woord. Songs als „Terminal” en „An Eternity Of Lies” zouden zo van ‘Gothic’ of ‘Shades Of God’ kunnen komen, zeker omdat Nick Holmes de deathgrunt weer eens uit de mottenballen heeft gehaald. Het is prettig om hem zo weer te horen, vooral omdat die stem zo geweldig past bij de zich statig voortslepende muziek, met name in een Black Sabbath-achtige treurmars als „Beneath Broken Earth”. Geweldig! Wat heeft de band hiertoe gebracht? Holmes’ nieuwe betrekking bij het Zweedse Bloodbath? Het artistieke succes van Vallenfyre, de death metalband van gitarist Greg Mackintosh? Het maakt mij eigenlijk niet uit. Het is een aangenaam feest der herkenning. Overigens zijn andere songs meer melodieus en zingt Nick Holmes die ook met zijn gebruikelijke stem. En ook met die songs weet de band indruk te maken. ‘The Plague Within’ laat daarmee de beste kanten van Paradise Lost horen


 

SECRETS OF THE SKY

Pathway

(Metal Blade/PIAS)
Martijn Busink
75

Dit Californische viertal debuteerde met een aardig maar wat braaf album. Opvolger ‘Pathway’ gaat op dezelfde voet door: dus een mixed bag van verschillende vocale benaderingen, doom, dark metal, een beetje gothic en meer postcore-achtige sferen. Door de bank genomen is de sfeer vrij melodieus, als het niet in dromerige zang zit dan zijn er wel doomy gitaarmelodieën. De songs zijn wat korter dan voorheen en worden afgewisseld met korte sfeerstukjes. Soms wordt gekozen voor een aparte opbouw („Fos­foros”), maar ‘Pathways’ is op alle vlakken vooral zeer degelijk: compositorisch, geluidstechnisch en de muzikale skills, het is allemaal dik in orde. Dat maakt ‘Pathway’ een prima in het gehoor liggend album. Er is echter een ‘maar’: er zit ook een vleugje Type O Negative in de muziek, wat toch een unieke en uit duizenden herkenbare band was. Of mensen Secrets Of The Sky terug gaan horen in een toekomstige band waag ik te betwijfelen.


 

TREMONTI

Cauterize

(Fret12/Bertus)
Metal Mike
92

Al sinds januari wacht ik met smacht op dit album. Het zou eerst in maart verschijnen, waardoor het Tremonti-interview over dit album al in het maartnummer van Aardschok verscheen. Er waren maar liefst twintig kwalitatief gelijkwaardige tracks opgenomen. De platenmaatschappij wist niet wat het met al dat materiaal aanmoest – twaalf op het album en de rest als bonus? – wat tot vertraging van de release leidde. Uit­eindelijk werd besloten om twee albums uit te brengen. Tien op ‘Cauterize’ (uit op 5 juni) en de andere tien begin volgend jaar op ‘Rust’. Het belangrijkste verschil met het debuut ‘All I Was’ is de zang van Mark Tremonti. Hij is op ‘Cauterize’ echt uit zijn schulp gekropen en is erin geslaagd zijn emotie beter in de nummers te stoppen. Muzikaal heeft de band ook stappen gemaakt, Tremonti klinkt meer als een eenheid. De vele optredens zullen daar zeker toe hebben bijgedragen. De ritmesectie met Wolfgang van Halen (bas) en Garreth Whitlock (drums) is veel prominenter aanwezig. Over het gitaarspel van Tremonti heb ik in het verleden al vaak genoeg mijn adoratie uitgesproken. ‘Cauterize’ bevat alles wat je je maar wenst. Een hit („Sympathy”), een epische semiballad in de stijl van „Black­bird” („Providence”), een loodzware track die je subwoofer overbelast („Flying Monkeys”) en supersnelle headbang-songs („Arm Yourself” en „Radical Change”). Alles voorzien van de machtige productie van Michael ‘Elvis’ Baskette.


 

THE VINTAGE CARAVAN

Arrival

(Nuclear Blast/PIAS)
Stan Novak
75

The Vintage Caravan kende een bliksemstart. Na gescout te zijn op een festivalletje in thuisland IJsland verscheen hun tweede album ‘Voyage’ via Nuclear Blast en werd er veel getoerd. Het ijzer werd gesmeed terwijl het heet was, want vintage hardrock was een, zo niet dé toenmalige trend. Amper anderhalf jaar verder ligt nummer drie ‘Arrival’ alweer in de schappen. Het momentum vasthouden heet dat. Vraag is of de band progressie heeft gemaakt in die korte periode. Het antwoord is tweeledig. Als gitarist is Oskar Logi Agustson zondermeer gegroeid. Zijn spel is weldadig en hij krijgt volop de ruimte om zich als solist te presenteren. Als zanger stelt hij echter teleur. De zanglijnen zijn vlak en lopen te vaak synchroon met de gitaarmelodie. Saai is eigenlijk het enige juiste woord. Bill Steer had daar bij Firebird ook jarenlang last van, maar hopelijk is het bij Agustson van tijdelijke aard en weet hij zich ook op dat vlak te ontwikkelen. Over naar de songs dan maar. Ook hier is het wispelturigheid troef. Prima songs („Carousel”, „Last Day Of Light” en „Eclipsed”) wisselen zich af met net-niet-momenten. Een gekunstelde song als „Last Day Of Light” hoef je echt geen tweede keer te horen en „Shaken Beliefs” is met zijn glamrockimpuls evenmin een hoogvlieger. Om bij genretoppers als Blues Pills en Spiritual Beggars aan te kunnen klampen zal er dus het een en ander moeten veranderen in het Caravan-kamp. Naast een zangcoach zou bijvoorbeeld ook een toetsenist het overwegen waard zijn. Immers, geen genre waar de Hammond beter gedijt als in deze. Tenslotte zijn enkele productionele aspecten discutabel. Zo ervaar ik de galm op de harde drums als behoorlijk storend. De volgende plaat zal die van de waarheid zijn.