10 Maal Eremetaal in November 2016
- ANCIIENTS
- CRIPPLED BLACK PHOENIX
- CROWBAR
- DARK TRANQUILLITY
- KORN
- MESHUGGAH
- TESTAMENT
- TYGERS OF PAN TANG
- JOHN WESLEY
- WOVENWAR
ANCIIENTS
Voice Of The Void
Season Of Mist/Bertus
Bastiaan Tuenter
80
De drang naar avontuur op Anciients’ debuut ‘Heart Of Oak’ is wereldwijd geprezen. Het heeft de progressieve sludgeband uit Vancouver onder meer naar Roadburn gebracht. Drie jaar later is opvolger ‘Voice Of The Void’ een feit en het is opnieuw uitgedraaid op een onverschrokken ontdekkingstocht langs de metalen geschiedenis. Sludge, doom, death, black, progressive, classic rock, punk, hardrock, hardcore en akoestisch. Waar dat in theorie een onmogelijk album zou opleveren, is deze nieuwe langspeler toch weer verrassend overzichtelijk. Enerzijds ligt dat aan de massa’s machtige riffs waarmee gitaristen Chris Dyck en Kenneth Cook strooien, die samen ook de diverse zang verzorgen, maar de echte kracht van Anciients zit ‘m in het compositorische vlak. De muzikanten nemen ruim de tijd om van elke song een fraai, samenhangend geheel te maken. En die tijd wordt met negen nummers in zeventig minuten bijzonder goed benut. Het zijn vrijwel allemaal gelaagde nummers, waarbij tijdens iedere luisterbeurt weer nieuwe facetten de kop opsteken. Lichte kost is anders, maar het kan maar zo voorkomen dat we weer drie jaar de tijd krijgen om ‘Voice Of The Void’ te verkennen. Fans van groepen als Bison B.C, Intronaut, Kylesa, High On Fire, Baroness en Mastodon kunnen weer toehappen. Volgend jaar weer op Roadburn?
CRIPPLED BLACK PHOENIX
Bronze
Season Of Mist/Bertus
Patrick Lamberts
70
Er zijn van die bands die er een sport van maken om de luisteraar uit te dagen in plaats van te ‘pleasen’. Crippled Black Phoenix is er zo eentje. Een vijf minuten lang intro van enkele synthesizerakkoorden, een Floydiaans ‘Echoes’-effect en een pulserende beat op de achtergrond is bijvoorbeeld een nogal onorthodoxe manier om een plaat te beginnen. Het is zelfs voor menigeen reden om meteen af te haken dan wel naar het volgende nummer door te skippen. Maar „Deviant Burials” bouwt de eerste anderhalve minuut al net zo traag op. Dan zijn er toch ineens gitaren en wordt er een groove ingezet. Daar had de plaat ook best mogen beginnen. Kort samengevat het euvel van ‘Bronze’: er staat te veel overbodig materiaal op (zoals wel vaker het geval is bij Crippled Black Phoenix). Dat maakt op den duur van de uitdaging een ware worsteling, en dat staat wel erg haaks op wat het einddoel van muziek zou moeten zijn: vermaken, op welke manier dan ook. De sludgy en doomy inslag van ‘Bronze’ in combinatie met Floydiaanse texturen maken van Crippled Black Phoenix wel een ideale kandidaat voor het Roadburn-festival waar dit soort duistere, slepende muziek gretig aftrek vindt. Luistertip: het stoner-achtige „No Fun”.
CROWBAR
The Serpent Only Lies
Steamhammer/SPV/Suburban
Robert Haagsma
75
Er zijn van die platen die je kunt uittekenen voordat ze bij wijze van spreken opgenomen zijn. Zoals de albums van de uit New Orleans afkomstige zwaargewichten Crowbar. Het geldt misschien nog wel sterker dan ooit voor ‘The Serpent Only Lies’. De band liet onlangs weten terug te keren naar het geluid van de eerste paar albums, terwijl in de oefenruimte ook de albums van de oude voorbeelden als Trouble, St. Vitus en The Melvins hun rondjes draaiden. Om het gevoel van nostalgie helemaal in te kleuren: na een afwezigheid van jaren is bassist Todd ‘Sexy T’ Strange teruggekeerd op het nest. Hoewel de band dus keurig binnen de lijntjes kleurt, is het bepaald geen straf om ‘The Serpent Only Lies’ te ondergaan. Crowbar heeft de klasse en de allure die nu eenmaal kleeft aan een stoer boegbeeld van het stoner- en doom metalgenre. De beukende tempo’s en de logge gitaarpartijen hebben in al die jaren nog niets aan kracht ingeboet. Juist het titelnummer, inclusief aanstekelijke versnelling, is één van de hoogtepunten van het album. Het laat ook horen dat zanger (en gitarist) Kirk Windstein in al die jaren alleen maar beter – intenser en tegelijkertijd met meer melodie – is gaan zingen. Vertrouwde kwaliteit.
DARK TRANQUILLITY
Atoma
Century Media/Sony Music
Robert Haagsma
80
Dark Tranquillity slentert zo langzaam richting het 30-jarige jubileum. De band is nog altijd één van de boegbeelden van de melodieuze death metal zoals die vooral in Zweden gemaakt wordt. Op het nieuwe album worden opnieuw robuust gitaarwerk en grommende vocalen gekoppeld aan melodieuze passages die vaak gedragen worden door toetsen. In songs als „Forward Momentum”, „Force Of Hand” en „Our Proof Of Life” klinkt de band verraderlijk toegankelijk, om vervolgens toch weer een donkere steeg in te schieten. Kort voor de opnamen van start gingen, vertrok Martin Hendriksson vanwege een gebrek aan motivatie. Hij was altijd een belangrijke songschrijver. Het kwam nu aan op de rest van de band, die de klus eerlijk verdeelde, wat een album opleverde dat daarom gevarieerder en dynamischer is dan ooit. Dark Tranquillity is geen band meer die zal verrassen. Het is een ervaren groep die weet waar het goed in is. Het levert met ‘Atoma’ gewoon een sterk album af vol prima songs die overtuigend uitgevoerd worden. Het is echter de net wat grotere variatie die ervoor zorgt dat het absoluut geen herhalingsoefening is.
KORN
The Serenity Of Suffering
Prospect Park/Warner Music
Jordan Stael
8
In de marketingcampagne richting de release van ‘The Serenity Of Suffering’ waren de reclamekreten niet van de lucht. ‘Het wordt weer een ouderwets harde plaat’. ‘We nemen afscheid van de electronica en gaan weer muziek maken als vroeger’. Meestal kun je zulke kreten met een korrel zout nemen, maar in dit geval kloppen ze helemaal. ‘The Serenity Of Suffering’ heeft veel weg van ‘Untouchables’ uit 2002, een meesterwerkwerk dat supervet geproduceerd was, erg bombastisch was en waarbij er maximale ruimte was voor zanger Jonathan Davis, met name ook om écht te zingen in pakkende refreintjes. De songs waren niet alleen gericht op springen en beuken, het waren echte liedjes. Dit alles geldt ook voor ‘The Serenity Of Suffering’. Korn heeft het Skrillex-geneuzel achter zich gelaten en ‘gewoon’ weer een lekkere plaat gemaakt. Eentje met sterke, zware, bombastische beukers. Beukers met heerlijk laaggestemde riffs, die klinken als Korn. Als de oude Korn. Ronduit prettig. Met als softe uitspattingen bijvoorbeeld „Out Of You”, een melancholisch slepend werkje. En natuurlijk de single „Insane”, waarin het gevoel uit de jaren negentig sterk wordt neergezet. Dit nummer – en nog een paar – zouden inderdaad op ‘Untouchables’ of ‘Issues’ hebben kunnen staan. Is ‘The Serenity Of Suffering’ dan niet gewoon een platte herhalingsoefening? Nee. Want waar je eerst nog denkt ‘dit is allemaal niet nieuw’, daar valt bij wat meer luisterbeurten het kwartje: misschien niet helemaal nieuw, maar wel fris en met een berg energie waar de heren zelf ook van geschrokken moeten zijn. De mannen zijn weer op het rechte pad!
MESHUGGAH
Violent Sleep Of Reason
Nuclear Blast/PIAS
Jordan Stael
83
Om maar meteen met de Ikea-deur in huis te vallen: beter dan op ‘Koloss’ wordt het niet op de nieuwe plaat van Zwedens extreme antwoord op Tool. Waar op de voorganger van ‘Violent Sleep Of Reason’ nog wat harde en ‘in your face’-klassiekers staan, daar is deze plaat van de alweer 27 jaar oude band wat meer behouden. Live opgenomen, voor het eerst volgens de band, om een wat eerlijker geluid te laten horen. De vorige twee albums waren te perfect, vonden de heren. Wat is ‘Violent Sleep Of Reason’ dan wel? Een zware, groovende djentplaat. Dat zeker. Met weer veel, heel veel mooie polyrhytmische momenten. En dat grooven, daar zijn de Zweden God in. En zonder die keiharde knallers levert dit een plaat op die je langzaam bekruipt. Tussen je oren gaat zitten. Vanaf de loodzware opener „Clockworks” tot aan nachtkaars „Into Decay” is het zo’n heerlijk opeenstapeling van grooves en door elkaar lopende gitaarlijntjes die pas na een paar keer luisteren kloppen. Als gezegd, echte uitschieters heeft de plaat niet. Maar speciale vermeldingen wel. „MonstroCity” is er zo een. Zo’n nummer waar je live gegarandeerd van gaat bangen. Niemand blijft staan, niemand, vanaf seconde één. De basis is vet, het gitaarwerk – zoals we gewend zijn – legendarisch. Chaos die geen chaos blijkt te zijn. Een nummer waar je wel de niet-kenner helemaal gek mee krijgt. Een nummer waaruit blijkt dat zelfs na bijna dertig jaar Haake (drums) en Fredrik Thordendal (gitaar) snoeihard in vorm zijn. Die vorm is er niet de hele plaat lang, maar komt soms wel op als poepen. Zo ook bij de titeltrack, waar zoveel perfectie door elkaar toch in een mum van tijd klopt. Ook hier is het weer Thordendal die een tegendraadse topsolo uit zijn gitaar tovert terwijl de rest van ritme, groove en snelheid verandert. Tracks van een minuut of vijf tot soms zeven geven de band daarnaast ook nog de tijd en ruimte om je te overrompelen. Zo ook bij het spookhuis-achtige „Nostrum”; bijna eng, maar zoveellaags dat het per luisterbeurt meer en meer een glimmend juweeltje wordt. Net als de hele plaat van de djent-senioren. Ik mis dan wel de echte klappers die op eerder werk altijd aanwezig waren, maar eigenlijk heeft dat voor een veel constantere plaat gezorgd. Eentje om in te lijsten.
TESTAMENT
Brotherhood Of The Snake
Nuclear Blast/PIAS
Metal Mike
87
Thrash metalfans zijn zo conservatief als de pest. Vraag het maar aan Metallica. Puristen betichten de band er al sinds de dood van Cliff Burton van uitverkoop te hebben gehouden. Ze zouden niets liever zien dan dat ‘Hardwired…To Self-Destruct’ precies zo klinkt als ‘Kill ‘Em All’. Welnu, dat gaat niet gebeuren. Geloof me, ik heb ‘m namelijk al gehoord. Die vroeger-was-alles-beter-thrashers zeg ik: bespaar je de valse hoop en koop ‘Brotherhood Of The Snake’. Een beter thrash metalalbum wordt dit jaar niet gemaakt. ‘Brotherhood Of The Snake’ voldoet aan alle eisen die diehard Testament-fans eraan stellen: de riffs zijn messcherp, de gitaarsolo’s flitsend snel en het drum- en basspel bij vlagen buitenaards. Daar bovenop zingt, gromt en grunt Chuck Billy als nooit tevoren en is de productie glashelder; geen noot gaat verloren. Tegelijk vertikt Testament het om ook maar één teen buiten het door hen zelf gebaande pad te steken. Experimenten of rare fratsen? Vergeet het maar. Ballads? Niets daarvan. ‘Brotherhood Of The Snake’ blaast en raast van begin tot eind. Snel, sneller, snelst. Precies zoals conservatieve thrashfans het graag hebben. Vanaf 28 oktober ligt ie in de winkel. Meer hoef je niet te weten, toch?
TYGERS OF PAN TANG
Tygers Of Pan Tang
Mighty Music/Suburban
André Verhuysen
80
Vooropgesteld: dit titelloze tiende album van Tygers Of Pan Tang is om je vingers bij af te likken, maar als ik deze CD zonder voorkennis had opgezet, zou ik never nooit niet hebben geraden met welke band we hier te maken hebben. Mijn eerste gok zou Diamond Head zijn geweest, met name vanwege de zang van ene Jacopo Meille, wiens stem wel héél erg lijkt op die van Sean Harris. Ook qua muziek heeft ‘Tygers Of Pan Tang’ meer weg van Diamond Heads meesterwerk ‘Lightning To The Nations’ dan met pakweg ‘Spellbound’. Luister eens naar „Never Give In” of „Blood Red Sky” en je begrijpt precies wat ik bedoel. Maar doet het eigenlijk terzake? Welnee, wat het belangrijkste is: Tygers Of Pan Tang heeft in zijn nadagen eindelijk de plaat gemaakt die het in 1981 had moeten maken in plaats van de miskleun die ‘Crazy Nights’ heet. Dan had de toekomst er heel anders uitgezien voor de mannen. Nu zal Tygers Of Pan Tang voor altijd een band in de marge blijven. Maar wel een hele goeie!
JOHN WESLEY
a way you’ll never be
Inside Out/Sony Music
Liselotte Hegt
87
Ruim twee jaar geleden bracht John Wesley (o.a. bekend als live-gitaristvan Porcupine Tree) zijn alweer zevende studioalbum ‘Disconnect’ uit. Een parel van een plaat en dat kan ook gezegd worden van opvolger ‘a way you’ll never be’ (door de Amerikaan opzettelijk met kleine letters geschreven, net als alle songtitels). Allereerst heeft Wesley ook als zanger alle recht van bestaan, want zijn stemgeluid is erg aangenaam en doet me soms denken aan Lenny Wolf van Kingdom Come. Dat Wesley een zeer creatief man is blijkt ook weer uit deze nieuwe composities en zijn heerlijke, agressief aangezette gitaarspel en vele uitgesmeerde solo’s, waarvoor hij diep in zijn ziel lijkt te tasten. Op ‘a way you’ll never be’ komen invloeden uit ‘oude’ progrock (Pink Floyd, Rush) samen met hedendaagse progrock (Porcupine Tree) en dat resulteert in een avontuurlijk en dynamisch album, met een zweem van nostalgie. Als ritmesectie heeft Wesley niemand minder dan Mark Prator en Sean Malone aan zijn zijde en het strakke, behendige spel van dit duo stuwt de muziek naar een nog hoger plan. ‘a way you’ll never be’ is een veelzijdige luisterervaring; er zijn woelige tracks als „by the light of a sun” en „a way you’ll never be” en er zijn meer open, slepende nummers, zoals het schitterende „to outrun the light” en „nada”. „the silence in coffee” is bijna ambient te noemen en „unsafe space” maakt zichzelf tot een winnaar door de heerlijk uitgesmeerde, huilende (door blues beïnvloedde) gitaarsolo; een puur genot voor de gehoorgangen. Kortom: een must voor ware progliefhebbers!
WOVENWAR
Honor Is Dead
Metal Blade/PIAS
Justin Erkens
77
Wovenwar is het stiefkindje van wat ooit As I Lay Dying heette. Terwijl de frontman van laatstgenoemde een straf uitzit voor het willen laten vermoorden van zijn ex-vrouw, probeert de rest – samen met (ex-)Oh Sleeper-zanger Shane Blay – het oude succes weer te hervinden. Het titelloze debuut (2014) was een aardige binnenkomer, maar terwijl Tim Lambesis zijn krijskunsten achter de tralies liet horen, kon Blay toch niet volledig overtuigen. Op het nieuwe ‘Honor Is Dead’ staan de zaken er beter voor. Niet alleen Blay is gegroeid in zijn rol als zanger, ook de rest van de band heeft zich beter aangepast aan de mogelijkheden en beperkingen van de nieuwe frontman. Voor diehard As I Lay Dying-fans zal het wellicht nog altijd te soft zijn, maar het nieuwe album slaat toch al meer een brug dan de voorganger. Het Bullet For My Valentine-achtige „Lines In The Sand” is een slecht voorbeeld, maar met nummers als „The World Is On Fire” en „Stones Thrown” moet de band toch een belangrijk deel van de oude fanschare kunnen aanspreken. ‘Honor Is Dead’ is nog lang niet het perfecte album, maar de vooruitgang die de band heeft geboekt stemt hoopvol.