10 maal Eremetaal Maart 2017

10 maal Eremetaal in Maart 2017

 

BLACK SITES

In Monochrome

Mascot/Bertus
Stan Novak
83

Black Sites is een interessante nieuwe band uit Chicago die via het Nederlandse Mascot-label zijn vleugels uitslaat. Black Sites maakt metal die een brede doelgroep zou moeten kunnen aanspreken. Vanwege de progressieve arrangementen en de uitgekiende zangpartijen doet het viertal me regelmatig aan het hernieuwde Sahg denken. Na het sfeervol instrumentaal intro „M. Fisto Waltz” gaat „Dead Languages” op voortvarende wijze met je aandacht aan de haal. De dikke vijf minuten die het nummer klokt zijn voorbij voordat je het in de gaten hebt. Het dynamische „Monochrome” doet er kwalitatief niet voor onder. Er wordt prima gemusiceerd, waarbij drummer Chris Avgerin eenzelfde drive aan de dag legt als Mastodon-metselaar Brann Dailor. Zowel song- als speltechnisch lijkt de invloed van Mastodon toch al niet te onderkennen. Neem bijvoorbeeld de mystieke gitaarriffs en het doordachte twinwerk in het opzwepende „Burning Away The Day”. Om je vingers bij af te likken! „Hunter Gatherer” is een vernuftig opgebouwde progressieve metaltrack, terwijl „Watching You Fall” een beetje Paradise Lost-achtig aandoet. „Locked Out Shut Down” is een uitschieter richting melodieuze deathcore, terwijl „In The Woods” vanwege de vele wendingen aan Psychotic Waltz refereert. Afsluiter „The Tides” is een prima semi-ballad die de plaat het sfeervol einde bezorgt die het verdient. Black Sites weet op ‘In Monochrome’ herkenbare invloeden samen te smeden tot een verzorgd geheel en zorgt daarmee vroeg in het jaar meteen voor een aangename verrassing.


 

DOOL

Here Now, There Then

Prophecy/Suburban
Robert Haagsma
85

Terwijl DOOL maar één single uithad („Oweynagat”), maakte de nieuwe Nederlandse band het afgelopen jaar snel naam. Veel was te danken aan de optredens waar het publiek meegenomen werd op een duistere, beklemmende trip. DOOL won vorig jaar vooral veel zieltjes met een heel intense show op het Roadburn-festival. Het is ook niet zomaar een band. Leden hebben een verleden in groepen als The Devil’s Blood, Gold en The New Media, terwijl zangeres Ryanne van Dorst van zich liet horen als/bij Elle Bandita. De hoge verwachtingen worden volledig ingelost met ‘Here Now, There Then’. De donkere klanken – soms hard en intens, dan weer ijl en bezwerend – vormen de perfecte achtergrond voor de zang van Ryanne van Horst. Natuurlijk klinkt een deel van het collectieve verleden door in het groepsgeluid – dus veel onheilspellende psychedelica en seventies rock. De eerste single „Oweynagat” is iets lichtvoetiger en doet me denken aan de uitzichtloosheid die The Cure op de eerste albums etaleerde. ‘Here Now, There Then’ is boven alles een album met een statig geluid, prachtige songs en kippenvel oproepende zang. Een heel indrukwekkend debuut.


 

DOWNCAST COLLISION

Rise Up

Graviton
André Verhuysen
78

Nog geen jaar geleden kwam het Utrechtse X-tinxion op de proppen met de puike thrashplaat ‘From The Ashes Of Eden’. Twee van de mensen die die plaat maakten treffen we ook aan in Downcast Collision, namelijk vocaliste/bassiste Monica Janssen en drummer Peter van Toren. Stilistisch verschillen beide bands ook maar weinig van elkaar, waarmee de vraag rijst of X-tinxion misschien is opgeheven. Hoe ook zij, geheel in lijn van ‘From The Ashes Of Eden’ is ook ‘Rise Up’ een bijzonder geslaagd werkstuk. Om te beginnen mijn complimenten voor de kraakheldere sound waarin alle instrumenten en vocalen perfect in balans staan; een topproductie. Zoals gezegd speelt Downcast Collision thrash metal. Dat de plaat naar een nummer van Tes­tament is vernoemd lijkt me niet geheel toevallig; de invloed van Chuck Billy op Janssens zang en Eric Pe­ter­son en Alex Skolnick op het gitaarwerk van Down­cast Collision is overduidelijk. Luister maar eens naar albumopener „Overthrown”, „Scapegoat” of „Boms Away”. In laatstgenoemd nummer zingt Janssen overigens voor het eerst op het album clean, daarvoor gruntte ze. Beide zangstijlen gaan haar overigens uitstekend af. Ze zou dan ook best wat vaker clean mogen zingen. Verder heb ik niks te zeuren, Downcast Col­lision maakt een uitstekende eerste indruk.


 

EX DEO

The Immortal Wars

Napalm/PIAS
Robert Haagsma
75

Sinds mensenheugenis vormen stoere metalklanken en teksten over oorlog een vanzelfsprekende combinatie. Het Canadese Kataklysm heeft er een complete loopbaan aan te danken. Zanger Maurizio Iacono gaat met zijn zijproject Ex Deo doodleuk op die voet verder. ‘The Immortal Wars’ is al­weer het derde album van die band. Het is een thematisch opgezet werkstuk dat handelt over de oorlog tussen Rome en Carthago, enkele honderden jaren voor Christus, waarbij de legendarische vechtersbazen Hannibal en Scipio Afri­canus tegenover elkaar stonden. Het verhaal wordt opgetuigd op de manier die we maar al te goed kennen van eerdere albums van Ex Deo en natuurlijk van Kataklysm: de volvette death metal wordt verder ingekleurd met orkestrale partijen, koorzang en allerlei effecten die overgeheveld lijken te zijn uit historische oorlogsdrama’s. Het is naar muziek vertaald wapengekletter. Alles steekt goed in elkaar, zowel wat de songs als het spel betreft. Dankzij de mix van de ervaren technicus Jens Bogren knalt alles ook nog eens voortvarend uit de speakers. Voegt Ex Deo iets toe aan het geweld dat we al kennen van wapenbroeders als Amon Amarth en Kataklysm? Niet echt, maar wie geen genoeg kan krijgen van de combinatie van oorlog en metal kan deze lawaaierige geschiedenisles niet aan zich voorbij laten gaan.


 

HAVOK

Conformicide

Century Media/Sony Music
André Verhuysen
75

Havok heeft een nieuwe bassist. En dat hoor je! Nick Schendzielos is zijn naam, bekend van extremere metalbands als Cephalic Carnage en Job For A Cowboy. Dat zou je echter niet zeggen. Zijn opvallend funky (en prominent aanwezige) spel doet eerder denken aan Mordred of Suicidal Tendencies. Het voegt een extra dimensie toe aan Havok, dat het sowieso al over een andere boeg gooit op dit vierde album. De band is in de loop der jaren duidelijk geëvolueerd; de rechttoe rechtaan thrash metal (straatje Kreator, Slayer) uit de begindagen is inmiddels niet meer zo makkelijk onder één noemer te vangen. Havoks muziek is veelzijdiger en complexer geworden. Het ene moment klinkt het als Exodus, even later als Death Angel, dan weer als VoiVod en meer dan eens als Megadeth, heel veel oude Megadeth. Waarmee ik maar wil zeggen dat Havok nog steeds niet klinkt als Havok. Havok ontbeert een eigen identiteit; een stijl die je in één ooropslag herkent als Havok. De band mag qua muzikale capaciteiten dan enorm zijn gegroeid, het speelt nog te veel leentjebuur om de overstap te maken van de eerste naar de eredivisie. Hoe graag ik dat ook zou zien.


 

IMMOLATION

Atonement

Nuclear Blast/PIAS
Wouter Dielesen
92

Een maand voor de release van ‘Atonement’ bracht metallabel Metal Blade de platen ‘Here In After’ (1996), ‘Failures For Gods’ (1999) en ‘Close To A World Below’ (2000) uit op vinyl. Na die albumreeks bracht Immolation nog vijf full-lengths uit, met ‘Kingdom Of Conspiracy’ uit 2013 als meest recente teken van leven. Inmiddels is de uit New York afkomstige death metalband toe aan zijn tiende langspeler in zijn bijna dertigjarige bestaan (de Rigor Mortis-periode niet meegerekend). Gitarist Robert Vigna schreef het materiaal voor ‘Atonement’ bij elkaar. Door het wegvallen van gitarist Bill Taylor en het late aantrekken van vervanger Alex Bouks (ex-Incantation) nam hij noodgedwongen ook al het gitaarwerk voor zijn rekening. Drummer Steve Shalaty en zanger/bassist Ross Dolan vullen hem gelukkig perfect aan. Onder de productionele leiding van vaste krachten Zach Ohren en Paul Orofino herdefinieert Immolation in elf tracks de begrippen (lood)zwaar, extreem, donker en duister. Tegelijkertijd steekt het materiaal van nummers als „The Distorting Light”, „Destructive Currents” en „Lower” zo goed in elkaar dat de band ook zijn eigen klasse ontstijgt. Immolation bewandelde altijd al een uniek stilistisch pad, maar wat de heren op ‘Atonement’ laten horen, kan enkel worden omschreven met de titel van het nummer „The Power Of Gods”; death metalgoden welteverstaan.


 

DANKO JONES

The Wild Cat

AFM/Bertus/Suburban
Bastiaan Tuenter
80

In de filosofie van Danko Jones kwamen de woorden ‘albums maken’ aanvankelijk niet voor. Optreden, optreden en optreden, daar draaide in de jaren negentig om. Nog steeds is Danko Jones een podiumbeest pur sang, maar inmiddels mogen we op gezette tijden een nieuw album verwachten. Nu wordt er eigenlijk nooit een topalbum van Danko Jones verlangd, omdat het echte feest op het podium te vinden is, maar het achtste album ‘Wild Cat’ is verrassend sterk. Het is misschien wel de beste Danko Jones-plaat tot op heden. Niet dat er iets veranderd is, natuurlijk niet, maar het pretentieloze rock-‘n-recept smaakt net iets beter, alsof sommige ingrediënten beter gerijpt zijn. Voor een deel heeft dat te maken met de geweldige opnamekwaliteit. De plaat klinkt niet alleen authentiek en moddervet, maar ademt ook. Het maakt het spelplezier tastbaar. De liefde voor het genre komt direct in de stampende openers „I Gotta Rock” en „My Little Rock N Roll” voorbij, waarna het klassieke rijtje onderwerpen het feest afmaakt: uitgaan, drinken, vrouwen, liefde, seks. Alles energiek uitgevoerd met stevige, catchy, rock-‘n-rollende songs met die heerlijke quasi-arrogante zangstijl waar Danko Jones patent op heeft. Het groovende „She Likes It”, het catchy „Wild Cat” of de stamper „Let’s Start Dancing”: vrijwel alle songs rocken als een tiet. Alleen „Success In Bed” sukkelt anoniem naar z’n einde, maar daar zal Danko Jones live ongetwijfeld een smakeloze anekdote bij hebben. ‘Wild Cat’ is een hoogtepunt in het oeuvre van Danko Jones, dat nu al doet verlangen naar de zomerfestivals.


 

SPIDERGAWD

IV

Crispin Glover/Konkurrent
Matthijs Kropff
85

Je kunt de klok er sinds vier jaar op gelijk zetten: aan het begin van het jaar verschijnt er een nieuw Spidergawd-album. Ook dit jaar trekt de band rond zanger/gitarist Per Borten die lijn door. De tot nu toe aanwezige connectie tussen Spidergawd en het eveneens Noorse Motorpsycho is niet meer aanwezig, aangezien drummer Kenneth Kapstad uit Motorpsycho is gestapt, terwijl bassist Bent Saether op zijn beurt Spidergawd juist heeft verlaten om zich volledig op Motorpsycho te kunnen concentreren. Hij is vervangen door de jonge Hallvard Gaarlos, die live al enige tijd deel uitmaakte van de band en nu dus ook op het nieuwe album te horen is. Opener „What You Have Become” maakt direct duidelijk dat het vertrouwde Spidergawd-geluid nog steeds aanwezig is, maar dat er ook het nodige is veranderd; het is allemaal net een tandje steviger geworden. Waar de band op eerdere albums naast de alom aanwezige jarenzeventig-hardrocksound ook veel bluesinvloeden in de nummers verwerkte, gaat het geluid op dit album veel meer richting NWOBHM. De band klinkt strakker en net wat gemener dan voorheen. Net als op de voorgaande albums staat er ook op ‘IV’ weer een lang, grotendeels instrumentaal nummer in de vorm van „What Must Come To Pass”, een ruim acht minuten durende stonerrockjam. Het afsluitende „Stranglehold” zou qua ritme zo van Status Quo kunnen zijn en wordt door Per Borten heerlijk rauw gezongen, waarbij zijn stemgeluid erg doet denken aan dat van Warrior Souls Kory Clarke. Perfecte afsluiter van wedrom een geweldig Spidergawd-album. Tot volgend jaar!


 

STRIKER

Striker

Record Breaking/SAOL/Bertus
André Verhuysen
75

Verwar deze Striker niet met de Zweedse Striker, die begin deze eeuw twee wanstaltige punkplaten op de mensheid losliet. In dit geval gaat het namelijk om de Canadese variant, opgericht in 2007, die – gelukkig! – uit een heel ander muzikaal vaatje tapt. Deze Striker maakt al tien jaar lang tegen speed metal aanleunende power metal met flitsende gitaarsolo’s en uitstekende zang, in de ware zin van het woord, dus geen geschreeuw, gebulder of gegrunt. Als vergelijkingsmateriaal noemde ik in de recensies van de vorige twee albums telkens Vicious Rumors anno pakweg 1986. Dat staat nog steeds kaarsrecht overeind, maar ik voeg er nu Riot ten tijde van ‘Fire Down Under’ aan toe. Jaren­tachtigmetal dus. De enige uitzondering is de albumafsluiter „Desire”, oorspronkelijk van Ozzy Osbourne. Uit 1991.


 

WOLFHEART

Tyhjyys

Spinefarm/Caroline
Anita Boel
82

Wolfheart is met ‘Tyhjyys’ toe aan zijn derde album. Direct vanaf de oprichting en het debuut ‘Winterborn’ heb ik deze band in mijn hart gesloten. ‘Tyhjyys’ (eenzaamheid) verandert daar weinig aan. Integendeel, ik ben zelfs weer wat meer gaan houden van deze Finnen. In vergelijking met de twee voorgangers klinkt de sfeervolle, melodieuze death metal net weer een stap dramatischer en intenser. De perfecte soundtrack voor de troosteloze wintermaanden waar we momenteel in bivakkeren. Het was jammer dat frontman Tuomas Saukonen destijds een punt zette achter Before The Dawn, Black Sun Aeon en Dawn Of Solace, maar we hebben er in de vorm van Wolfheart een geweldige band voor teruggekregen. Nog niet overtuigd? Luister dan even naar het afwisselende „Boneyard”, het orkestrale „World On Fire” of de sfeervolle song „Flood”. Puur genieten.