10maal Eremetaal Mei 2017

 

10 maal Eremetaal in Mei 2017

 

BELOW

Upon A Pale Horse

Metal Blade/PIAS
Robert Haagsma
80

Deze Zweedse formatie kwam in 2011 bij elkaar en leverde drie jaar later het debuut ‘Across The Dark River’ af. Below bleek daarmee een aanwinst voor iedereen die epische heavy- en doom metal van Scandinavische snit een warm hart toedraagt. Wel bouwde band nadrukkelijk voort op het geluid van de landgenoten Candlemass. Al biedt het iets meer variatie in spel, stijl en dynamiek, op dit tweede album is dat nog steeds het geval. Toch zit het geen moment in de weg. ‘Upon A Pale Horse’ staat weer vol superieur uitgevoerde metal die vooral erg statig en log klinkt. Opnieuw wordt een sfeer van melancholie opgewekt met de zich traag voortslepende gitaarakkoorden en de hartstochtelijke, krachtige zang van Zeb. „The Coven” is vooral dankzij zijn intense vocalen een van de hoogtepunten van het album, waarbij ook de geest van King Diamond/Mercyful Fate nog even op de deur klopt. Het wordt alleen nog overtroffen door het titelnummer, waar stemmige, galmende koorklanken de sfeer nog verder inkleuren. Anders Engberg van Sorcerer wordt genoemd als één van de achtergrondzangers. Het is een van de mooiste momenten op een album van een band die voortbouwt op een muzikale traditie. En dat doet met smaak, bezieling en vakmanschap.


 

DAYS OF JUPITER

New Awakening

Metalville/PIAS
Ron Willemsen
90

Days Of Jupiter is een Zweeds vijftal dat sinds 2010 bestaat en met ‘New Awakening’ zijn derde plaat aflevert. De plaat opent sterk met het heavy, goed in het gehoor liggende „We Will Never Die” dat ook nog eens is voorzien van een grappig kinderkoortje. Het album bevat elf liedjes waar de klasse vanaf spat. Heavy, melodieus, energiek, gedreven, modern, voorzien van ijzersterke riffs en ook nog eens perfect geproduceerd, waardoor de plaat helemaal ‘af’ klinkt. In de persoon van Janni Hilli beschikt Days Of Jupiter ook nog eens over een zanger die zeer afwisselend, krachtig en goed klinkt. Of het nu puur metal moet klinken, zoals in „I Am A Stone” of „Awakening”, subtiel als in „Erase” of gedreven als in „Give It To Me”, de man draait z’n hand er niet voor om. Hoewel de plaat geen echte uitschieters kent wil ik „Favorite Waste” (toegankelijk met lekkere zanglijnen), „If I Were God” (een beetje Sixx: A.M.), „Insane” (met heerlijke riff) en „Inglorious” (een mooie poppy afsluiter) toch ook nog wel even noemen. ‘New Awakening’ kan wel eens de doorbraak voor deze mannen gaan betekenen en dat zou niet meer dan terecht zijn. Topplaat!


 

GOD DETHRONED

The World Ablaze

Metal Blade/PIAS
Wouter Dielesen
88

Het hoofdstuk God Dethroned leek na een laatste show in januari 2012 definitief afgesloten. Maar bandbrein Henri Sattler blies de band nieuw leven in. Zo kan het dat er zeven jaar na ‘Under The Sign Of The Iron Cross’ een nieuwe plaat verschijnt, voorzien van een opgefrist logo en opgenomen met een grotendeels nieuwe bezetting. Behalve uit Sattler en drummer Michiel van der Plicht bestaat die uit gitarist Mike Ferguson en bassist Jeroen Pomper. In tien nummers sluit de groep zijn thematische trilogie over de Eerste Wereldoorlog af, die in 2009 begon met ‘Passiondale’. Het album opent met „A Call To Arms” in dezelfde stijl als waarmee zijn voorganger eindigde. In plaats van daarna de plaat, zoals bij ‘Under The Sign Of The Iron Cross’, in de hoogste blastversnelling af te werken, bevat ‘The World Ablaze’ veel meer variatie. Hierdoor duurt het enkele luisterbeurten voordat de nummers op hun plaats vallen. Daarna hoor je onder meer Bolt Thrower-invloeden (in „On The Wrong Side Of The Wire” en „The 11th Hour”), een clean intermezzo („Königsberg”) en songs met een Unleashed-randje („Escape Across The Ice (The White Army)” en „Close To Victory”). De grunts van Sattler zijn misschien wat lager en iets minder giftig dan voorheen, gebleven zijn de furie, de catchy composities, de melodieën en de onmiskenbare eigen stijl. Die combinatie van elementen maakt ‘The World Ablaze’ tot veel meer dan zomaar een comebackplaat.


 

INFERNÄL MÄJESTY

No God

High Roller/Bertus
Stephan Gebédi
90

Dat de fans van Infernäl Mäjesty lang hebben moeten wachten op een waardige opvolger van het briljante debuutalbum uit 1987 is een understatement. Na ‘None Shall Defy’ zocht de band zijn heil in twee meer death metalgerichte albums. Die waren niet slecht, maar misten toch het karakter van het debuut. Daarna bleef het erg lang stil rond de band. ‘No God’ is gelukkig andere koek. „Enter The World Of The Undead” opent weliswaar met blastbeats en de death metalkant van de band is zeker nog aanwezig, maar de briljante gitaarharmonieën, pakkende thrashriffs en duistere, melodieuze passages spelen minstens zo’n grote rol. Neem daarbij de zang van Chris Bailey die weer wat rauwer en ‘thrashier’ zingt in plaats van echt te grunten en je begrijpt dat alle ingrediënten aanwezig zijn voor de tweede échte kraker van dit Canadese gezelschap. De productie is krachtig en klinkt allesbehalve ouderwets. Enige minpunt zijn de overigens uitstekend drumpartijen van Kiel T Wilson, die bij het mixen dusdanig zijn ‘rechtgetrokken’, dat je af en toe twijfelt of er wel een echte drummer aan het werk is. Nummers als „Kingdom Of Heaven”, „Signs Of Evil” of „Nation Of Assassins” zijn echter zo sterk, dat we hier verder niet van wakker moeten liggen. Qua stijl is Infernäl Mäjesty lastig met een andere band te vergelijken, hoewel Slayer en Mercyful Fate in de begindagen zonder meer een invloed op de sound van de band hebben gehad. De beide gitaristen Steve Terror en Kenny Hallman trakteren ons een uur lang op geweldige riffs en Bailey drukt met zijn karakteristieke strot een zeer herkenbaar stempel op ‘No God’. Zonder meer jaarlijstmateriaal. Welkom terug heren!


 

LIFE OF AGONY

A Place Where There’s No More Pain

Napalm/PIAS
Robert Haagsma
80

Het is niet realistisch om te verwachten dat Life Of Agony de eerste twee, drie albums ooit zal weten te evenaren, laat staan te overtreffen. Ze ontstonden in een periode en onder omstandigheden die zich niet laten reconstrueren. Toch maakt dat ‘A Place Where There’s No More Pain’ allerminst tot een overbodige plaat, integendeel. Het is een album waar door velen naar uitgekeken zal worden. Het is immers het eerste sinds het in 2005 verschenen ‘Broken Valley’. Nog veel belangrijker: het is de eerste plaat van Life Of Agony na Keith Caputo’s geslachtsverandering, waardoor ze sinds een paar jaar als Mina Caputo door het leven gaat. De vocale impact daarvan is natuurlijk fors. Haar stijl is nog herkenbaar, maar bevindt zich in een hoger segment. Wat keert Caputo zich opnieuw binnenstebuiten in teksten die gaan over het wel en wee van de wereld en van haarzelf in het bijzonder. De band pakt een paar keer stevig uit, zoals in „A New Low”, waarin de wortels in de hardcorescene van Brooklyn doorklinken. „World Gone Mad” is een pittig, compact nummer dat eruit springt. De combinatie van (meerstemmige zang) en ingetogen rock doet elders, zoals in „Right This Wrong”, heel erg denken aan Alice In Chains. Het is tekenend voor de variatie op het album. In de loop van de jaren is Life Of Agony heel wat keren afgeschreven, niet in de laatste plaats door de band zelf. De metamorfose van Caputo zal daarbij een extra uitdaging geweest zijn. ‘A Place Where There’s No More Pain’ is een uitstekend comebackalbum, met een bezield zingende Mina Caputo, sterk songmateriaal en een geïnspireerd klinkende band.


 

NIGHT DEMON

Darkness Remains

Steamhammer/SPV/Suburban
André Verhuysen
80

Het Californische Night Demon citeert naar hartenlust uit het werk van Diamond Head en Iron Maiden, zoals die bands dat circa 1980/1981 maakten. Night Demon is daarmee voer voor liefhebbers van het betere NWOBHM-werk. Hoewel Dusty Squires (drums), Jarvis Leatherby (bas, zang) en Armand John Anthony (gitaar) toen nog geboren moesten worden, koesteren de drie een blinde adoratie voor bands uit de vroege jaren tachtig, want ook Jaguar en Riot hebben duidelijk een groot stempel op hun sound gedrukt. Invloeden van na 1983 kom je op dit tweede album van het powertrio niet tegen. ‘Darkness Remains’ is tien nummers lang een feest om te beluisteren, waarbij het beste overigens bewaard wordt tot het eind, namelijk het vlotte instrumentaaltje „Flight Of The Manticore” en de prachtige semiballad „Darkness Remains”. Daarbij vraag ik me wel af hoe de mannen dit live moeten waarmaken met z’n drieën. Op zaterdag 22 april geven ze het antwoord op het allerlaatste Very ‘Eavy-festival in Stadskanaal. Gaat dat zien!


 

NORTHLANE

Mesmer

UNFD/ADA/Warner
Patrick Lamberts
80

Een ‘surprise album’ of ‘insta-release’: ze zijn blijkbaar niet alleen weggelegd voor Radiohead, Coldplay of Avenged Sevenfold. Ook het Australische Northlane verraste vriend en vijand met een onaangekondigde release van deze nieuwe langspeler. ‘Mesmer’ verrast ook op andere vlakken. Met nieuwe elementen in het bandgeluid bijvoorbeeld. Die is minder metalcore en door het gebruik van ambient geluiden en rianter gebruik van cleane vocalen meer alternatief geworden. Wat Deftones voor hun sound met ‘Gore’ deed, zoiets doet Northlane met ‘Mesmer’. Voor de kenners: er zijn meer raakvlakken met ‘Node’ (2015) dan met ‘Singularity’ (2013). Een onverwachte wending is dit album dus niet vreemd. De zangmelodieën van Marcus Bridge – die nog altijd de lastige taak heeft om Adrian Fitipaldes te doen vergeten – zijn op deze plaat toegankelijker dan ooit tevoren. Co-producer David Bendeth poetste foutjes niet allemaal weg en trok de muziek niet overdreven strak. Hierdoor klinkt ‘Mesmer’ een stuk authentieker dan de gemiddelde release van een moderne metal(core)band. Hoewel ik deze aanpak alleen maar toejuich, ben ik juist weer minder te spreken over de mix. De drums zijn wat zacht en de vervormde gitaren klinken niet op hun mooist. Daar valt winst te halen. Het schrijven van knappe liedjes heeft deze band echter helemaal onder de knie. Een deel daarvan gaat over verlies. Zo is „Paragon” een krachtige ode aan de vorig jaar overleden Architects-gitarist Tom Searle. Zo humaan was dit soort muziek zelden.


 

NOVEMBERS DOOM

Hamartia

The End/ADA/Warner Music
Robert Haagsma
80

In de aanloop naar ‘Hamartia’ merkte zanger Paul Kuhr op dat dit het eerste album was dat gemaakt kon worden zonder dat er een bezettingswisseling aan vooraf was gegaan. In de plaats van wennen aan een nieuw bandlid, kon het gezelschap zich volledig wijden aan de muziek. Met naar eigen zeggen het beste album van Novembers Doom als resultaat. Het zijn natuurlijk praatjes bedoeld voor promotie, maar ‘Hamartia’ is absoluut een van de meest geslaagde albums van de Amerikaanse band tot nu toe. Het vijftal kwam eind jaren tachtig bij elkaar en deed de bandnaam alle eer aan door trage, introverte mix van death en doom metal te spelen. In de loop der jaren sloop daar steeds meer variatie in, waar ook dit nieuwe album weer blijk van geeft. In de meeste songs worden deathgrunts nog altijd afgewisseld met heldere vocalen. Twee stijlen die zich hier goed laten compenseren, vooral omdat ‘Hamartia’ ook in muzikaal opzicht veel variatie biedt. Snelle metal, vertrouwde doom, progressieve krachtpatserij en melodieuze pracht – zoals in „Borderline”. Een ander sterk nummer is „Miasma”, vooral dankzij de tweede stem van zangeres Rhiannon Kuhr. Zij is één van de verschillende gasten. Zo verzorgde Dan Swanö niet alleen de mix, maar zong ook hij mee. Het album bevat verder gitaarbijdragen van Andrew Craighan van My Dying Bride. Hoe goed de band als geheel klinkt, laat het voortvarende „Devils Light” goed horen. Het droeg allemaal bij aan een fraai klinkend werkstuk vol afwisselende songs en melancholieke teksten. Inderdaad, misschien wel het beste album van Novembers Doom tot nu toe.


 

PYRAMAZE

Contingent

Inner Wound/Sonic Rendezvous
Albert Wienen
90

Pyramaze uit Denemarken debuteerde in 2004 zeer verdienstelijk met het album ‘Melancholy Beast’. Vanwege de aanwezigheid van zanger Lance King (ex-Balance Of Power) in de bezetting kreeg de band gelijk veel media-aandacht. Het tweede album ‘Legend Of The Bone Carver’ was een conceptalbum, verscheen in 2006, en aan de line-up was een tweede gitarist toegevoegd. In 2008 verscheen nog ‘Immortal’, daarna werd het zeven jaar stil. Dat deze rustperiode Pyramaze goed heeft gedaan bleek in 2015 toen ‘Disciples Of The Sun’ verscheen. Een monumentaal album en het beste van Pyramaze tot dan toe. Inmiddels zijn we twee jaar verder en is het vraag of de band het hoge niveau van ‘Disciples Of The Sun’ op ‘Contingent’ kan vasthouden. Het antwoord is een volmondig ja. ‘Contingent’ sluit vrijwel naadloos aan op de voorganger. Pyramaze staat wederom voor mechanische, progressieve metal met melodieuze en filmische invloeden. De muziek klinkt afwisselend melodieus, industrieel, donker en zelfs agressief. De nieuweling bevat dertien tracks, verdeeld over een speelduur van bijna een uur, klinkt als een klok en is wederom geproduceerd door Jacob Hansen. Makkelijke kost is het zeker niet, maar wel erg smakelijke. Voor liefhebbers van bands als Iced Earth, Manticora en Anubis Gate verplichte aanschaf.


 

SPOIL ENGINE

Stormsleeper

Arising Empire/PIAS
Jordan Stael
85

Déjà vu! Dit plaatje komt me wel heel bekend voor. Wat blijkt? Bijna een jaar geleden besprak ik het al eens, maar toen was het slechts een zes tracks tellend minialbum, met dezelfde titel en een zwart-withoes. Inmiddels is het uitgegroeid tot een volwaardige, tien songs tellende full-length met een kleuren voorkant. Wat ik toen schreef staat nog steeds overeind: het Vlaamse Spoil Engine heeft een makeover ondergaan. Boegbeeld Niek Tournois heeft het veld geruimd en is vervangen door een Maastrichtse schone, ene Iris Goessens. Aangenaam kennis te maken. Met de komst van Goessens heeft Spoil Engine ook meteen het Slipknot/Stone Sour-juk dat de eerste drie albums zo kenmerkte van zich afgeschud. Het nieuwe Spoil Engine is minder nu-metal en meer nieuwerwetse metal(core). Goessens grunt vooral op z’n Arch Enemy’s en doet dat uitstekend, maar komt ook clean goed voor de dag, zoals in het semi-ballad-achtige „Singing Sirens”. Uitschieter van ‘Stormsleeper’ is echter het titelnummer, waarvan een puike videoclip gemaakt is. Doe er je voordeel mee.