10 maal Eremetaal december 2021

 

10 maal Eremetaal in december 2021

BLACK LABEL SOCIETY

Doom Crew Inc.

(eOne Music)
Robert Haagsma
80

De titel van dit album moet gezien worden als een ode aan de trouwe crew en fans van de band. Een sympathiek gebaar. Zakk Wylde, natuurlijk ooit bekend geworden als de geblokte sidekick van Ozzy Osbourne, biedt met ‘Doom Crew Inc.’ weer alles wat je van een Black Label Society-album mag verwachten: veel loodzware en logge tempo’s, ruige zangpartijen en subliem gitaarspel. De motor schiet uit de startblokken met „Set You Free”, waar alle Wylde-vakjes afgevinkt kunnen worden. Wat mij betreft wordt het pas echt interessant als Zakk Wylde en de band de typisch Ame­ri­kaanse highway verlaten en een zijweg inschieten. „For­ever And A Day” en „Love Rain Down” zijn ballads die nog eens laten horen hoe de bebaarde geweldenaar in de loop der jaren gegroeid is als zanger. Het laatste nummer bevat een van de fraaiste gitaarsolo’s die op ‘Doom Crew Inc.’ te vinden is. Hij schittert ook als zanger in „Ruins”, dat opvalt vanwege behoorlijk complexe arrangementen, vooral als het om de koortjes gaat. Het neemt niet weg dat Wylde ook excelleert in typisch Ozzy-achtig gebeuk dat elders op het album te vinden is, zoals in „Gospel Of Lies”. Over ‘the boss’ gesproken. Ik beleef al jaren meer plezier aan de albums van Zakk Wylde dan aan die van zijn voormalige broodheer. Een lijn die met dit nieuwe album moeiteloos doorgetrokken wordt, tenzij goede, oude Ozzy binnenkort voor een wonder zorgt.


BONDED

Into Darkness

(Century Media Records)
André Verhuysen
77

Even ter opfrissing: in 2018 worden gitarist Bernd ‘Ber­nemann’ Kost en drummer Markus ‘Makka’ Freiwald van de ene op de andere dag ontslagen bij Sodom. In plaats van bij de pakken neer te gaan zitten maken ze meteen een doorstart en richten Bonded op, samen met Assassin-zanger Ingo Bajonczak. Amper anderhalf jaar later debuteren ze al met een prima album dat vol staat met thrash metal van Teutoonse snit. Kortom, een veelbelovende start en een opmaat naar veel moois, ware het niet dat drie weken na de release de wereld op slot gaat vanwege corona. De daaropvolgende lockdowns zijn door Bonded benut door in de persoon van Chris Tsitsis een tweede gitarist aan te trekken en samen met hem deze tweede plaat te maken. ‘Into Darkness’ is het logische vervolg op debuut ‘Rest In Violence’. De plaat is hoorbaar met minder haast gemaakt; de refreinen zijn pakkender en het gitaarwerk is melodieuzer. Nieuwkomer Tsitsis is wat dat betreft een aanwinst. Zijn stijl is eerder Amerikaans te noemen dan Duits. Neem „The Holy Whore” en „Ill-Minded Freak” bijvoorbeeld, die nummers hadden ook door Dave Mustaine geschreven kunnen zijn. Enige dissonant is Ingo Bajonczak. De beste man zit weliswaar vol goede bedoelingen en hij schreeuwt de longen uit zijn lijf, maar echt zingen (in de ware zin van het woord) gaat hem slecht af. Ik heb de indruk dat hij de ontwikkeling van Bonded niet helemaal kan bijbenen.


EXODUS

Persona Non Grata

(Nuclear Blast)
André Verhuysen
83

Het is moeilijk voor te stellen, maar er gaapt toch echt een gat van zeven jaar tussen Exodus’ tiende studioalbum ‘Blood In Blood Out’ (2014) en deze opvolger. Het hadden namelijk ook tweelingbroers kunnen zijn. Neem om te beginnen de verpakking; de hoezen van de twee platen lijken qua ontwerp en kleurstelling heel erg op elkaar. De inhoud ervan – de muziek, waar het natuurlijk allemaal om draait – klinkt echter ook alsof beide albums in één en dezelfde sessie zijn opgenomen. De songs zijn vanzelfsprekend verschillend, maar de sound ervan is exact hetzelfde. Met dank vooral aan de kurkdroge mix van knoppentovenaar Andy Sneap, die er wederom voor heeft gezorgd dat alle gespeelde en gezongen noten glashelder van elkaar te onderscheiden zijn. Bo­ven­dien hebben er ook binnen de band dit keer geen wisselingen plaatsgevonden. Zanger Steve ‘Zetro’ Souza was op ‘Blood In Blood Out’ voor het eerst in elf jaar weer van de partij en is er nu nog steeds. De verschillen tussen beide platen zitten ‘m dan ook in de details. Was er vorige keer een gastrolletje voor Kirk Hammett, nu doet oudgediende Rick Hunolt een duit in het zakje. Voor beiden geldt: eens Exo­dus, altijd Exodus. En dan staat er op ‘Persona Non Grata’ zowaar nog een nummer dat wel lichtelijk afwijkt van de norm. Het voor Exodus-begrippen erg trage en slepende „Prescribing Horror” is zowel in muziek als tekst namelijk een song die Gary Holt lijkt te hebben geschreven voor Slayer. Het had zo op ‘Repentless’ gepast. Verder is alles dus bij het oude gebleven. Het gemiddelde tempo van de songs is onmenselijk snel. Holt rifft en soleert erop los als altijd. Bij hem lijkt alles vanzelf te gaan, zo gemakkelijk laat hij het klinken. Tom Hunting trommelt weer als een bezetene. Wie de strakste thrashdrummer is, Dave Lombardo of Tom Hunting – ik durf me er niet over uit te spreken. Tja, en dan de ‘zang’ van Zetro. Je moet er voor in de stemming zijn. Het vereist een ‘acquired taste’ – dat is een deftigte manier om te zeggen dat hij af en toe ook behoorlijk op mijn zenuwen werkt. Ik heb me er echter bij neergelegd, Paul Baloff is immers niet meer beschikbaar.


HYPOCRISY

Worship

(Nuclear Blast)
Gerrit Mesker
82

Maar liefst acht jaar zit er tussen deze Hypocrisy-release en de vorige. Mijnheer Tägtgren heeft er de tijd voor genomen, maar het resultaat is daar ook naar. Op zich is er, vergeleken met voorganger ‘End Of Disclosure’ niet veel veranderd. Ook ‘Worship’ bevat vlekkeloos uitgevoerde melodieuze death metal. De verschillen zitten in de details. Op ‘Worship’ gaat de zang van Peter Tägtgren veel meer de diepte in en wordt af en toe afgewisseld met gekrijs in de hogere regionen. Op het vorige album was dat precies andersom. De nummers op ‘Worship’ steken net iets doordachter in elkaar en na één luisterbeurt weet je precies waar je aan toe bent. Dat wil niet zeggen dat het allemaal hapklare brokken zijn, maar bijzondere wendingen en grote verrassingen zal je niet tegenkomen. Afwisseling is er in ieder geval genoeg. De openingstrack en tevens titelsong knalt vol gas uit de startblokken, terwijl met „We’re The Walking Dead” op het rempedaal wordt getrapt. Dit soort afwisselingen houdt het album van kop tot staart boeiend. De rode draad is, zoals we gewend zijn, het gebruik van fantastisch mooie melodieën. De sublieme productie laat dit uitstekend horen. Gooi de speelduur van vijftig minuten hier bovenop en je hebt een release die aan alle verwachtingen voldoet.


KHEMMIS

Deceiver

(Nuclear Blast)
Martijn Busink
85

Dante’s ‘Inferno’ is een geliefde inspiratiebron voor vele metalbands. Ook de doomband Khemmis presenteert z’n eigen flip van dit klassieke verhaal. De wereld is een illusie waar ons eigen lijden uit voortkomt, onze eigen psyche als het strijdtoneel. Anno 2021 is geestelijke gezondheid wel een ding, zeg maar. Gitarist/zanger Ben Hutcherson is weliswaar niet iemand die inspiratie heeft als hij slecht gaat, maar gelukkig heeft hij altijd hoop. De muziek van de band is dan ook geen doom van het verstikkende soort, maar meer met op klassieke metal en rock geënte tempo’s en soepel leadgitaarwerk, waarin nog wel levensvreugd doorklinkt, zoals in het vlotte „The Astral Road”. Zoals het artwork al verklapt, ligt de muziek op ‘Deceiver’ geheel in lijn met de vorige drie albums, maar bijna stiekem is het palet wel iets uitgebreid. Zoals met de ingetogen passages van „Shroud Of Lethe”, dat naar het einde toe dan toch ineens behoorlijk heavy wordt, growls incluis. Zelfverzekerd en afwisselend, een episch vierde album.


THE LURKING FEAR

Death Madness Horror Decay

(Century Media Records)
Stephan Gebédi
90

De sfeer binnen At The Gates moet wel heel goed zijn, anders zouden drie van de bandleden, zanger Tomas Lindberg Redant, gitarist Jonas Stålhammar en drummer Adrian Erlandsson ook niet nog eens samen in een tweede band zitten. Samen met gitarist Fredrik Wallenberg en bassist Andreas Axelson tappen ze met The Lurking Fear wel uit een steviger vaatje dan wat At The Gates tegenwoordig doet. Vette old-school death metal met gave riffs en lekkere, duistere melodielijnen. Luister maar eens naar het heerlijke titelnummer of „Cosmic Macabre”. Ook als het gaspedaal wat minder diep wordt ingedrukt, zoals op „Architects Of Madness”, overtuigt de band op alle fronten. Zoals ik al constateerde in mijn recensie van de laatste ATG-plaat, zit er inmiddels wel wat slijtage op de stembanden van Lindberg, maar zijn ietwat wanhopige gekrijs past prima bij de sfeer die ‘Death, Madness, Horror, Decay’ ademt. Het korte maar zeer intense „Kaleidoscopic Mutations” is daar een mooi voorbeeld van. Deze plaat boeit van de overrompelende opener „Abyssal Slime” tot en met de imposante aflsuiter „Leech Of The Aeons”. Ik kan dan ook niet anders concluderen dan dat ‘Death, Madness, Horror, Decay’ een tering-vet album is geworden! De eerste oplage op CD bevat ook nog eens covers van Slaughters „The Curse” en „Seance” van Possessed. Verplichte aanschaf!


MANIMAL

Armageddon

(AFM Records)
Liselotte Hegt
73

De Zweedse band Manimal houdt wel van een potje heavy/power metal en schroomt niet om flink bij metalgoden als Judas Priest, King Diamond en Queensrÿche te spieken. En dat al ruim twintig jaar lang. Wat dat betreft biedt ‘Armageddon’ geen verrassingen, Manimal gaat gewoon op dezelfde voet verder als gewend. De true metalfan kan zijn hart ophalen met vlijmscherpe tracks als „Armageddon”, „Forged In Metal”, „Evil Soul” en de zware banger „Chains Of Fury”. Zanger Samuel Nyman heeft de touwtjes wederom stevig in handen, zijn stem is dan ook geknipt voor dit format, maar gaandeweg slaat ook een beetje de eentonigheid toe. Gelukkig zorgen zijn bandmaten voor een solide backup en het nodige gitaarspektakel. Na twee decennia klinkt Manimal in ieder geval nog steeds verrassend energiek, maar een echte hoogvlieger is het nog altijd niet.


ME AND THAT MAN

New Man, New Songs, Same Shit, Vol. 2

(Napalm Records)
Robert Haagsma
85

De Poolse zanger en gitarist Nergal mag het gezicht zijn van de toonaangevende black metalband Behemoth, hij houdt er al een paar jaar een interessant muzikaal bijbaantje op na. Hij bracht in 2017 de eerste plaat uit met Me And That Man. De titel daarvan, ‘Songs Of Love And Death’, was alvast een verwijzing naar een van zijn grote invloeden: Leonard Cohen (‘Songs Of Love And Hate’). ‘New Man, New Songs, Same Shit, Vol. 2’ is het derde album onder deze vlag. Opnieuw bevat het een duistere, gothic combinatie van folk, rock en blues. In de galmende voordracht van Nergal is ook zijn bewondering voor Nick Cave terug te horen. Het decor wordt vooral gevormd door bonkige drums en in echo gedrenkte gitaarpartijen. Geen spoor van zwartgeblakerde metal, maar deze muzikale kant van Nergal is minstens zo intens, grimmig en boeiend. Op dit nieuwe album doet ook nog eens een indrukwekkende lijst gasten mee. De Deense zangeres Myrkur zingt de sterren van de hemel in „Angels Of Light”. Zoals Alissa White-Gluz (Arch Enemy) van leer trekt in „Goodbye”, waarin we trouwens ook Devin Towsend tegenkomen. Verder zijn er bijdragen van onder anderen David Vincent (Morbid Angel), Olve Abbath Eikemo (Immortal, Abbath), Hank von Hell (Turbonegro), Blaze Bayley (o.a. Iron Maiden) en Ralf Gyllenhammer (B-Thong). Zo’n lijst met gasten wil nog wel eens zorgen voor een stilistisch ratjetoe. Opvallend is dat iedereen zich keurig onderwerpt aan het muzikale concept van Me And That Man, waardoor het allemaal juist als een logisch en homogeen geheel klinkt. Een goe­de band, sterke songs en de zang van Nergal zelf doen de rest.


UNLEASHED

No Sign Of Life

(Napalm Records)
Stephan Gebédi
88

Ik kan zat bands opnoemen die wat mij betreft na een handvol albums de handdoek in de ring hadden mogen gooien, omdat ze daarna niet meer in de buurt kwamen van de impact van hun eerste paar platen, dan wel het roer radicaal omgooiden wat de muziek meestal niet ten goede kwam of simpelweg een beetje aanmodderden en in herhaling vielen. Unleashed is z’n stijl altijd trouw gebleven, maar de eerlijkheid gebiedt te zeggen dat hun afgelopen dertien albums niet allemaal even sterk waren. Dat je sommige bands echter nooit te vroeg mag afschrijven, bewijzen de Zweden met hun veertiende album ‘No Sign Of Life’. De plaat opent beresterk met achtereenvolgens „The King Lost His Crown” en „The Shepherd Has Left The Flock”. Met name dat tweede nummer is ijzersterk en behoort tot het allerbeste werk van Unleashed ooit. Wat verder opvalt is het zeer open en eerlijke geluid met relatief weinig vervorming op de gitaren, waardoor veel ruimte voor de drums van Anders Schulz ontstaat. Ook de gitaarsolo’s profiteren van deze heldere, droge productie. Alles klinkt fris en direct. De meeste nummers duren niet langer dan drieënhalve minuut, komen snel ‘to the point’ en Unleashed weet het hoge niveau tot het eind van het album vol te houden. Ik had het eerlijk gezegd niet meer verwacht, maar bassist/zanger Johnny Hedlund, drummer Anders Schultz en de beide gitaristen Tomas Olsson en Fredrik Folkare leveren met ‘No Sign Of Life’ één van de beste albums in hun tweeëndertigjarig bestaan af!


VOLBEAT

Servant Of The Mind

(Universal Music)
André Verhuysen
80

Gekscherend hebben we Volbeat er wel eens van beschuldigd dat het keer op keer dezelfde plaat maakt. Dat is natuurlijk niet zo, maar een kern van waarheid zit er wel in. Ook ‘Servant Of The Mind’ lijkt weer heel erg op de zes voorafgaande studioalbums. Michael Poulsen kent slechts één trucje en zolang zijn fans het vreten zou hij gek zijn om eraan te tornen. Met lede oren constateerden we ook dat ‘Seal The Deal & Let’s Boogie’ (2016) en ‘Rewind, Replay, Rebound’ (2019), de directe voorgangers van dit album, langzaam maar zeker steeds verder afdreven van het oorspronkelijke, heavy geluid van Volbeat op de eerste vier albums. Welnu, die ontwikkeling is gelukkig gestopt. Sterker nog, op ‘Servant Of The Mind’ staan weer een paar ouderwets vette nummers. Poulsen heeft zich bedacht. Beter ten halve gekeerd dan ten hele gedwaald, zogezegd. Neem bijvoorbeeld „The Sacred Stones”, met een opening à la Slayer en een vervolg waar Metallica zich niet voor zou schamen. Of de heerlijk zagende riff in „Shotgun Blues”, zo hoorden we die al lang niet meer van Poulsen. Nog veel ruiger gaat het eraan toe tijdens de tweede helft van het album. „Be­co­ming” is het meest thrashy Volbeat-nummer ooit, maar ook bij „The Passenger” zie ik in gedachten de moshpit op Gras­pop al voor me. „Mindlock” is een herbewerking van Me­tal­lica’s „Wherever I May Roam” en „Heaven’s Descent” groovt als een malle. Het is echter nog lang niet alles goud wat er blinkt. Radiovriendelijke zwijmelsongs staan er ook nog steeds op ‘Servant Of The Mind’, maar ze zijn dit keer in de minderheid. Niet te lang over kniesoren en blij zijn met wat we hebben!