10 maal Eremetaal in januari/februari 2023
BEYOND THE BLACK
Beyond The Black
(Nuclear Blast Records)
Laura Waalboer
75
‘Ändere niemals eine erfolgreiche Formel’ moet Beyond The Black gedacht hebben, want het viertal uit Mannheim heeft niets veranderd aan de formule waarmee het nu ruim zeven jaar aan de symfonische metalweg timmert. En waarom zouden ze ook? ‘Beyond The Black’ klinkt vanaf de eerste tonen net zo lekker als al het voorgaande werk. Opzwepend, rockend, pakkend. Opener „Is There Anybody Out There” klinkt alsof je het al vele malen eerder gehoord hebt; stevig gitaarwerk omlijst het pakkende refrein en frontvrouw Jennifer Haben zingt de oorwurmende songtekst rockend en loepzuiver zoals we van haar gewend zijn. Het volgende „Reincarnation” kent een folk-intro met wat meer vertellende zang, maar de Alexander Krull-achtige growls maken dit nummer alsnog opzwepend. Al bij de derde track zijn we toe aan de eerste ballad: „Free Me”. Niets bijzonders, maar de zang van Haben tilt dit nummer naar een hoger niveau. „Winter Is Coming” maakt de verwachtingsvolle titel niet waar, „Raise Your Head” daarentegen laat precies horen wat je verwacht bij een nummer met deze titel. Ook de overige songs van ‘Beyond The Black’ vallen in de categorieën ‘niets mis mee’ en ‘niets nieuws onder de zon’. Alleen „Not In Our Name” en afsluiter „I Remember Dying” zijn ietwat afwijkend. De eerste door de vertellende coupletten en een indiaans-achtige omlijsting en de tweede door de folkachtige samenzang.
DELAIN
Dark Waters
(Napalm Records)
Liselotte Hegt
80
Delains laatste album ‘Apocalypse & Chill’ verscheen begin 2020. Een jaar later kwam de verrassende mededeling dat alle bandleden waren opgestapt en oprichter, songschrijver en toetsenist Martijn Westerholt er op dat moment alleen voor stond. Inmiddels is de lineup weer compleet met twee voormalige Delainers; drummer Sander Zoer en gitarist Ronald Landa, aangevuld met nieuwe bassist Ludovico Cioffi en zangeres Diana Leah. ‘Dark Waters’ is Delains zevende studioalbum met daarop tien kersverse tracks. Wat valt op? Bovenal dat, ondanks de bezettingswisselingen, Delain nog steeds klinkt als Delain, vooral omdat Diana Leah eenzelfde stemgeluid, benadering en bereik heeft als Charlotte Wessels. Daarnaast is het nieuwe materiaal wat symfonischer en steviger, maar zoals altijd weet Delain ook toegankelijke songs met duidelijke opzwepende refreinen neer te zetten, luister maar naar „The Quest And The Curse” (met grunts) en „Tainted Hearts”. Ook is er op deze schijf ruimte voor een vleugje mystiek en een betoverend randje („Mirror Of Night”), is Marko Hietala (ex-Nightwish) te horen in het zware „Invectus” en geeft de Italiaanse zanger Paolo Ribaldini ook vocale bijstand in drie nummers. Een opvallende en toffe track is „Moth To A Flame” en met het afsluitende „Underland” wordt met zwaar geschut en lyrische koren het album scherp afgesloten. Eindoordeel: het is Martijn Westerholt gelukt om Delain een overtuigende doorstart te geven.
FOR I AM KING
Crown
(Eigen beheer)
Jordan Stael
83
Veel metal(core)fans ontdekten For I Am King pas toen de band het verschrikkelijk catchy, maar net zo verschrikkelijke kutnummer „Als De Morgen Is Gekomen” van Jan Smit coverde. Dat was in 2018. En niet de enige opvallende cover, want sinds een paar maanden is er ook het veel beter geslaagde „Running Up That Hill” (van Kate Bush). Er zit vier jaar tussen die twee covers en inmiddels ook net zoveel tijd tussen ‘I’ en het nieuwe ‘Crown’. De Amsterdamse band rond Alma Alizadeh heeft niet stil gezeten en is op alle vlakken een klap beter geworden. Geen gejank, maar gewoon dikke tracks die nog steeds weg te zetten zijn als metalcore met een hang naar deathcore. Niet te veel van die deathcore, want van de tegenwoordig zo ongekend populaire breakdowns is niets te vinden op ‘Crown’. Wat wel? Sterke metalcoresongs, met een Alma die – zoals het hoort – zich niet anders dan schreeuwend laat horen. En hoe! Op „Pariah” spat ze uit je speakers; venijnig, grof en van alle songs het meest overtuigend. Niet dat de rest slecht is, want eigenlijk grunt en schreeuwt ze de hele plaat prima aan elkaar. Muzikaal steekt de boel ook sterker dan ooit in elkaar. Supermelodieus, veelal midtempo en zonder veel opsmuk. Het knappe is vooral die (bijna) overdaad aan melodie, vaak aangeboden in dubbele lagen. Luister maar eens naar „Oblivion”, waar het gitaarwerk bijna tweestemmig klinkt met Alma’s zang/ grunt. Het thema op ‘Crown’ is macht. Meteen een mooi bruggetje naar de conclusie dat For I Am King zich nog ietsje steviger in de Nederlandse metaltop heeft genesteld.
GIRISH AND THE CHRONICLES
Back On Earth
(Frontiers Music)
André Verhuysen
80
In maart 2022 verraste het totaal onbekende Girish And The Chronicles vriend en vijand met een dijk van een plaat: ‘Hail To The Heroes’. Het meest verrassende eraan was nog wel het feit dat de band afkomstig bleek te zijn uit India, een land dat tot op heden weinig of niets in de melk gebrokkeld heeft op het gebied van hardrock/metal. Girish And The Chronicles is gedeeltelijk vernoemd naar bandleider Girish Pradhan, een regelrechte wereldster in de dop. De beste man is echt zo’n geweldig zangtalent dat het me verbaast dat hij niet al lang is ontdekt en ingelijfd door een Amerikaans management en vervolgens is gekoppeld aan een of andere supergitarist. Wie wil Ronnie Romero nog als je Girish Pradhan eenmaal hebt gehoord – lees je mee Arjen Lucassen? En niet alleen Girish is van grote klasse, ook zijn begeleiders The Chronicles maken muziek van de bovenste plank. Denk aan een sprankelende mix van Guns N’ Roses, Love/Hate en (in de rustigere songs) Aerosmith. Bij nader inzien bleek ‘Hail To The Heroes’ al het derde album te zijn van Girish en zijn mannen, de eerste twee verschenen alleen in hun thuisland. Blijkbaar waren de verkoopcijfers ervan echter zo goed dat platenmaatschappij Frontiers de Indiërs de studio in heeft gestuurd om hun debuutalbum, oorspronkelijk uitgekomen in 2014, helemaal opnieuw op te nemen. En dat is deze versie. In feite is ‘Back On Earth’ dus opgewarmde ouwe prak. Maar vaak smaken restjes van gisteren vandaag nog lekkerder. Dat is ook het geval met ‘Back On Earth’. Heerlijke plaat!
IN FLAMES
Forgone
(Nuclear Blast Records)
Wim Strijbosch
77
De mannen van In Flames zijn alweer toe aan hun veertiende studioalbum! Waar moeten we ‘Foregone’ plaatsen als we het gaan vergelijken met het voorgaande werk van de Zweden? Wat mij betreft zeker boven het gemiddelde. Het sterkste deel van het album is de eerste helft. Na een fijn akoestisch intro opent het album furieus met „State Of Slow Decay”; een vette, strakke riff, voortstuwende drums en met de uit duizenden herkenbare brulstrot van Anders Fridén. Dan is de band meteen op z’n best, lekker hakken in de traditie van Lamb Of God. Ook „Meet Your Maker” is bruut, waarbij zowel de drums als de gitaren machinaal strak klinken. En wat zijn de gitaarsolo’s van Bjorn Gelotte toch altijd weer een genot, zo kraakhelder en functioneel. Het titelnummer – verdeeld in twee stukken – mag ook niet onvermeld blijven. Het eerste deel is thrashy, terwijl het tweede deel meer op midtempo voortbeukt en verpakt zit in een metalcorejasje. Het tweede deel van de plaat kan me echter wat minder bekoren. Het materiaal is dan gewoon minder sterk, waardoor de songs minder beklijven. Sterkste troef in het tweede deel is „The Great Deceiver” vanwege het geweldige twingitaargedeelte. Het is dan niet de beste plaat van de band, maar al met al wel een schijf waarmee In Flames z’n positie in de metalscene makkelijk consolideert.
KLONE
Meanwhile
(Kscope)
Diederick RR9660
83
De weg die het Franse Klone aflegt, is eenzelfde als die van Anathema en Katatonia. Met elk album worden harde gitaren meer en meer ingeruild voor melancholie. Desondanks lukt het de band om fans mee te nemen op de nieuwe paden die onderzocht worden. Klone weet al sinds ‘Black Days’ uit 2010 dromerige melodieën in de muziek te verwerken en stemt sindsdien de instrumentale koers daarop af. Wat de band erg knap doet – en waarmee het vijftal zich onderscheidt van andere bands – is het integreren van diverse blaasinstrumenten in hun muziek. De wijze waarop alt- en tenorsaxofoons worden ingezet, is zo knap, subtiel en sfeerverhogend gedaan dat het ook echt iets toevoegt aan de sound, zonder dat het metalheads direct zal afschrikken. Vooral met de song „Blink Of An Eye” weet Klone hierdoor iets afwijkends en magisch uit de hoge hoed te toveren. Toch ligt ‘Meanwhile’ dusdanig in het verlengde van ‘Le Grand Voyage’ uit 2019 dat de band ervoor moet waken dat de nummers te veel op elkaar gaan lijken. Vooralsnog heeft Klone echter genoeg kwaliteit in huis om dat te voorkomen. De voordracht van zanger Yann Ligner is opnieuw indrukwekkend. Wat een prachtige stem heeft die man toch. De slepende songs vol emotie wakkeren weliswaar je winterblues aan, maar geef je over en je zult worden beloond. De winter klinkt mooi, begin van 2023. Met dank aan Klone.
OBITUARY
Dying Of Everything
(Relapse Records)
Wouter Dielesen
90
De laatste hoes die de Poolse kunstenaar Mariusz Lewandowski (o.a. Psycroptic, Lorna Shore) schilderde voordat hij in juli 2022 stierf, was die van ‘Dying Of Everything’. Zijn overlijden geeft de titel van Obituary’s elfde studioalbum extra lading. De plaat verschijnt zes jaar na ‘Obituary’ en kwam tot stand met dezelfde lineup. Wie op zoek is naar vernieuwing, kan beter wat anders gaan luisteren. Wie wil horen hoe goed Obituary bijna veertig jaar na de initiële oprichting het vak van songschrijven verstaat, moet zich vooral laven aan de tien nummers. Natuurlijk, de gitaren ronken zoals alleen die van Trevor Peres dat doen en de gutturals van John Tardy zijn ongeëvenaard. Ook groovet het drumwerk van broer Donald van opener „Barely Alive” tot en met slotstuk „Be Warned” en is de mix van Joe Cincotta (Suffocation) top-notch. Maar het zijn de ijzersterke liedjes die de plaat maken, met singlereeks „The Wrong Time”, „Dying Of Everything” en het slepende „My Will To Live” voorop. Minstens zo sterk zijn „Weaponize The Hate”, „Torn Apart” en de andere drie nummers. ‘Dying Of Everything’ is Obituary ten voeten uit, maar geen moment een herhalingsoefening.
THIRD EYE
Vengeance Fulfilled
(No Dust Records)
Diederick RR9660
80
Third Eye maakt niet al te complexe progmetal en is afkomstig uit Denemarken. Zomaar twee gelijkenissen met de band Theory, dat deze maand ook een nieuw album uitbracht, en waarmee Third Eye dus nu gebroederlijk in deze Aardschok staat. Daarmee houden de overeenkomsten niet op, want net als bij Theory heeft Nicklas Sonne hier een vinger in de pap. Deze keer niet als zanger, maar als producer. Muzikaal klinkt Third Eye overigens traditioneler en minder modern dan Theory. Third Eye heeft in songwriter/gitarist Michael Bodin iemand in de gelederen die al sinds halverwege de jaren tachtig actief is in de muziekwereld en zijn sporen met name verdiende bij Anubis Gate, waar hij nog steeds deel van uitmaakt. Third Eye treedt liefst twaalf jaar na het debuut ‘Recipe For Disaster’ aan met enkele nieuwe leden, waarvan zanger Tiago Masseti de grootste impact heeft op het geluid. Hij heeft een meer toegankelijke stem dan vorige zanger Per Johansson en dat zorgt ervoor dat Third Eye aan scherpte heeft verloren, maar tegelijkertijd aan warmte heeft gewonnen. Dat Masseti een hele fijne stem heeft, liet hij al eerder horen bij zijn andere band Daydream XI. Hoewel Third Eye ten opzichte van de voorganger aan originaliteit wat heeft ingeboet, kan de band trots zijn op ‘Vengeance Fulfilled’. Het album luistert heerlijk weg en ontstijgt het gros van wat er in het genre verschijnt. Nu maar hopen dat het niet opnieuw twaalf jaar wachten is op nieuw materiaal.
URIAH HEEP
Chaos & Colours
(Silver Lining Music)
André Verhuysen
78
Als ik zeg dat Uriah Heeps 26e (ja, zes-en-twin-tig-ste!) studioalbum meer van hetzelfde biedt, klinkt dat wellicht oneerbiedig, maar dat is zeker niet de bedoeling. Integendeel, in dit geval is het juist een aanbeveling, want sinds een serieuze midlifecrisis rond de eeuwwisseling heeft Uriah Heep zich opnieuw uitgevonden en levert het de ene na de andere puike plaat af. De kern van de band – Mick Box (gitaar), Phil Lanzon (toetsen) en Bernie Shaw (zang) – werd in 2007 opgeschud door de komst van powerdrummer Russell Gilbrook. Hij was de spreekwoordelijke peper die de drie nodig hadden. Zo stabiel als de bezetting sindsdien is, zo consistent is ook de kwaliteit van de platen. ‘Wake The Sleeper’ (2008), ‘Into The Wild’ (2011), ‘Outsider’ (2014) en ‘Living The Dream’ (2018) zijn stuk voor stuk hoogstaande platen van een nog immer geïnspireerde band. Slechte nummers moet je met een vergrootglas zoeken en dan nog zou het me verbazen als je er eentje vindt. Daar staat tegenover dat je van Uriah Heep ook geen echte uitschieters meer mag verwachten. Tijdloze klassiekers à la „Easy Livin’”, „July Morning” of „Gypsy” zul je ook op ‘Chaos & Colour’ dus wederom niet tegenkomen. Rare fratsen of experimentele uitstapjes evenmin. Gelukkig maar. Zoals gezegd, het is gewoon meer van hetzelfde. Van een band die ondanks een gemiddelde leeftijd van rond de 70 nog geen greintje slijtage vertoont. Precies zoals we het willen.
XANDRIA
The Wonders Still Awaiting
(Napalm Records)
Laura Waalboer
92
Naar weinig werk heb ik meer uitgekeken dan de nieuwe plaat van de Duitse symfonische metalband Xandria. Met een compleet nieuwe line-up en met de Griekse zangeres Ambre Vourvahis als boegbeeld is dit achtste album geweldig geworden. Zeker niet in de laatste plaats dankzij deze nieuwe frontvrouw. Haar imponerende bereik voorziet ‘The Wonders Still Awaiting’ van de juiste variatie en bovendien van een metalgehalte dat we niet eerder gehoord hebben in het Xandria-repertoire. Het operateske en theatrale van voorganger ‘Theater Of Dimensions’ horen we niet meer terug, maar het veelvuldige gebruik van epische koorzang en bombastische orkestratie des te meer. Om maar niet te spreken van af en toe aangrijpende songteksten. Het vijf kwartier durende genieten start filmisch met „Two Worlds”, waarbij het pakkende refrein wordt omlijst door koorzang die subtiel overgaat in Nightwish-achtige orkestratie. De eerst lieflijke stem van Vourvahis schakelt soepel over van growls naar operazang. Single „Reborn” – die verrast met een Epica-achtig intermezzootje – en „You Will Never Be Our God” – zijn voorbeelden van songs die heaviër klinken dan gebruikelijk voor symfonische metal. Het titelnummer start ook met koorzang en met het vertellende refrein doet deze track nog het meest denken aan hun vorige drie albums. Geen enkel nummer is onder de middelmaat, maar de echte meesterwerken worden voor het laatst bewaard. „Mirror Of Time” klinkt weer als de oude Xandria, maar in een hogere versnelling en de aan het einde te horen dramatische zang is van een zeldzame schoonheid. De filmische start van „The Maiden And The Child” en de overgang naar koorzang in combinatie met de roffelende drums van Vourvahis’ landgenoot Dimitrios Gatsios is overweldigend. Heubaum stelt ons niet teleur door zoals gebruikelijk af te sluiten met een waar episch meesterwerkje. Negen minuten lang duurt „Astèria” en daarin is alles te horen wat symfonische metal tot zo’n fantastisch muziekgenre maakt. Ik hoop dat Heubaum deze Duits/ Griekse formatie een tijdje bij elkaar kan houden, want dan staat ons nog veel moois te wachten.