10 maal Eremetaal in juli 2023
AVKRVST
The Approbation
(InsideOut Music)
Diederick RR9660
80
Avkrvst is een vijftal uit Noorwegen dat z’n debuut direct op een gerespecteerd en gespecialiseerd label mag uitbrengen. Dan moet het haast wel goed zitten met het aanwezige talent. Het meermaals beluisteren van ‘The Approbation’ bevestigt dat vermoeden, hoewel er enkele kanttekeningen te plaatsen zijn. De songs zijn echter goed genoeg om deze jonge gasten te vergeven dat de invloeden van hun helden er wel erg nadrukkelijk bovenop liggen. Dit is meteen waarneembaar in de openingssong „The Pale Moon”, die bedachtzaam opent en halverwege omslaat in onvervalst Opeth-jatwerk. En in „Isolation”, dat erop volgt, lijkt het alsof Leprous, Porcupine Tree en opnieuw Opeth de handen ineengeslagen hebben om een song in te spelen. Zo bevat elke song opzichtige invloeden van de proggrootheden van deze aarde. Toch is het Avkrvst gelukt om een aanzet te geven tot een eigen gezicht. Dit gebeurt door de nummers allemaal te voorzien van een lange instrumentale beginsectie en ze van daaruit te ontvouwen. Het pakt goed uit en ik hoop dat de band deze aanpak doortrekt. Simon Bergseth – zanger en mede-oprichter, samen met drummer Martin Utby – heeft nog niet veel power in zijn stem. Om die reden gaat het volume dat zijn kompanen produceren telkens flink omlaag tijdens de zangpartijen. Veel optreden gaat zijn stem hopelijk ten goede komen. Er is dus nog veel te winnen, maar InsideOut heeft al aangeven Avkrvst de ruimte en begeleiding te geven om zich rustig te ontwikkelen. Dat kan zich in de toekomst wel eens dubbel en dwars gaan uitbetalen.
BLACKSCAPE
Suffocated By The Sun
(Massacre Records)
Robbie Woning
85
Frisse death metal, met een mooie progressieve ondertoon en gitaarwerk van topniveau. Wie bands als Soilwork, oude Arch Enemy, Scar Symmetry en Children Of Bodom kan waarderen, moet Blackscape zeker eens gaan checken. De Zweedse groep komt deze maand met zijn topalbum ‘Suffocated By The Sun’ totaal uit de lucht vallen, maar twee van de drie bandleden hebben op de achtergrond al wel het nodige gedaan. Zo produceerde en mixte zanger Lawrence Mackrory de afgelopen jaren in zijn studio in Uppsala allerlei bekende extreme metalbands en Thomas Ohlsson zat al bij verschillende bands achter de drumkit. De onbekende gitarist Tage Andersson is echter de belangrijkste troef van deze band, met naast strakke riffs ook geweldig virtuoos spel en een hele mooie toonzetting. Blackscape heeft niet zozeer een eigen sound, maar heeft met allerlei bekende en typisch Zweedse/Scandinavische ingrediënten wel een sterke en zeer complete moderne metalplaat gemaakt. De muziek klinkt soms heel bruut, maar in instrumentale stukken neemt de band je geregeld ook even mee op een muzikale droomvlucht. „Colonized By The Dark” is een van de opvallendste ankerpunten op de plaat. Het begint mooi en spannend, en bevat een geweldig verslavend melodieus refrein dat de band misschien wel voor veel geld aan Soilwork had kunnen verkopen. Ook de instrumentale CD-bonustrack „The Blackscape” is dankzij de sterke solo’s en de verschillende sferen die worden doorlopen een echte uitschieter.
THE DUST CODA
Loco Paradise
(Earache Records)
Ron Willemsen
90
The Dust Coda debuteerde in 2017 met een titelloos album. In 2021 volgde ‘Mojo Skyline’ en op dit derde album heeft het Londense kwartet z’n geluid vervolmaakt: spetterende hardrock, voorzien van een bluesy randje. Hoofdrolspeler is John Drake, een man met een zeer expressieve stem, vergelijkbaar met die van Chris Cornell en Myles Kennedy. Het album is live opgenomen, wat ervoor heeft gezorgd dat de energie optimaal gevangen is. Al vanaf track één weet je dat het goed zit. „Road To Hell” knalt werkelijk uit de speakers, gevolgd door „Fairweather Love”, een nummer vol dynamiek. Afwisseling is troef, zowel tussen de songs als ook bínnen de songs. „Love Sick” is een poppy, bluesy song met een geweldige gitaarsolo van Adam Mackie en een vocale uitbarsting à la Cornell. „Call Out The Dogs” is een groovy nummer en „Come The Night” begint akoestisch, voordat de gitaar erin knalt en Drake z’n innerlijke Kennedy naar boven haalt. „The Streets” is superenergiek, maar ook gevoelig. „Rock ‘N’ Roll Paradise” heeft Soundgarden ‘all over it’, evenals „Free All The Dancers”, met een vette riff en een hoog zingende Drake; een heerlijk dynamisch nummer dat mooi overvloeit in de Zeppelin-achtige ballad „Since You’ve Been Gone”. „On Fire” is wederom ‘Soundgarden meets Myles Kennedy’. Het album sluit af met de semi-ballad „It Won’t Be Long”, met een lekkere, bluesy solo. Conclusie? Elf topsongs, uitgevoerd door vier klassemuzikanten. Jaarlijstmateriaal!
EDGE OF PARADISE
Hologram
(Frontiers Music)
Liselotte Hegt
85
‘Hologram’ is alweer het vijfde studioalbum van de Amerikaanse formatie Edge Of Paradise. Het stralende middelpunt is zangeres/pianiste Margarita Monet. Haar schrille maar krachtige stemgeluid is indringend en een rauw randje maakt het allemaal nóg intenser. Met betoverende stembuigingen en theatrale, lange ademstoten kleurt Monet de nummers overtuigend in, zoals in het gave „Soldiers Of Danger”. Monet doet me denken aan Heather Thompson van de industriële rockband Tapping The Vein. Edge Of Paradise mixt symfonische en zware industriële metal met elektro-metalinvloeden tot een aanstekelijke, eigenzinnige cocktail. ‘Hologram’ is een moderne krachtpatser en goed voor een flink portie headbangen, maar de band zet ook melodieuze verleidingen en sterke hooks in. Een ware parel is het meeslepende, licht georkestreerde „The Faceless”. Ook „Dark” en „Basilisk” manifesteren zich in alle opzichten ijzersterk. De meest dansbare beat hoor je in het ferme en energieke „Unbeatable” en de aanstekelijke drive in „Don’t Give Up On Me” is ook reden om de repeatknop vliegensvlug in te drukken. Na de weergaloze, donker gestemde afsluiter „Another Life” kan geconcludeerd worden dat Edge Of Paradise met ‘Hologram’ een reuzestap vooruit heeft gemaakt. Absoluut een collectief om goed in de gaten te houden en al helemaal voor fans van Amaranthe, League Of Distortion en In This Moment.
FIFTH ANGEL
When Angels Kill
(Nuclear Blast Records)
Diederick RR9660
85
Vijf jaar geleden keerde cultband Fifth Angel na dertig jaar op een knallende manier terug in metalland met ‘The Third Secret’. Er volgden enkele optredens en de doorstart leek een succes te gaan worden, maar ineens kwam het bericht dat de revelatie van dat album, gitarist en zanger Kendall Bechtel, de band totaal onverwacht had verlaten. Even werd voor een vroegtijdige dood van Fifth Angel gevreesd, maar gelukkig zaten bassist John Macko en drummer Ken Mary niet bij de pakken neer en rekruteerden ze maar liefst drie vervangers om het gemis van Bechtel op te vangen. Gitarist van het eerste uur Ed Archer keerde terug op het oude nest, Jim Dofka (Leather Leone, Necrophagia) werd als leadgitarist aangetrokken en ene Steve Carlson staat tegenwoordig achter de microfoon. Daarnaast vroeg Mary aan zijn Flotsam And Jetsam-maatje Steve Conley om als gastgitarist nóg meer vuur aan de gitaarduels toe te voegen. Dit alles heeft effect gehad, want met z’n zessen weten de mannen de vorige plaat zelfs te overtreffen. Steve Carlson blijkt een gouden greep en doet niet onder voor zijn voorganger. Sterker dan dat: als me was verteld dat Bechtel dit album nog had ingezongen, zou ik dat hebben geloofd, zo erg lijken hun stemmen op elkaar. Het gitaarwerk is zelfs beter dan voorheen en Ken Mary weet hoe je een band ritmisch voortstuwt. ‘When Angels Kill’ is een conceptalbum dat nog wel eens extra punten zou kunnen scoren als ik straks het definitieve artwork en de teksten in handen heb. Ik ben benieuwd of het verhaal de muziek dan nog een extra dimensie geeft. Maar zelfs zonder deze elementen weet Fifth Angel indruk te maken. De veertien songs zijn zonder uitzondering sterk en tegelijkertijd vallen er positieve uitschieters te noteren, zoals de stampende titelsong die het album opent. Het echte vuurwerk begint echter bij song zes, genaamd „Empire Of Hate”; een vurig epistel vol klassieke Savatage-achtige riffs, tempoversnellingen en sterke melodieën. Vanaf dat moment houdt de band het hoge niveau vast met „Seven Angels” en „The End Of Everything” als highlights. Fifth Angel doet met z’n vierde album niet onder voor soortgenoten als Queensrÿche of Leatherwolf. Hopelijk is dat voldoende om de band het verdiende succes te bezorgen.
JOEL HOEKSTRA’S 13
Crash Of Life
(Frontiers Music)
Liselotte Hegt
85
Joel Hoekstra laat geen moment onbenut om muziek te maken. Niet alleen beroert de New Yorker zijn zes snaren bij Whitesnake en Trans-Siberian Orchestra, hij is ook de gitarist van Revolution Saints en Iconic en staan onder meer Cher, Night Ranger, de Broadway-show Rock Of Ages en Foreigner op zijn cv. Daarnaast heeft hij ook nog een solocarrière. ‘Crash Of Life’ is Hoekstra’s derde album waarop hij zich heeft omringd met dezelfde stermuzikanten, bassist Tony Franklin, drummer Vinny Appice en toetsenist Derek Sherinian. Bovendien komt Hoekstra met een onverwachte troef op de proppen, want zanger Russell Allen heeft plaats moeten maken voor Girish Pradhan, de jonge frontman van de Indonesische hardrockband Girish And The Chronicles. Russell Allen is natuurlijk ook een fantastische zanger, maar Girish past veel beter bij deze Whitesnake-achtige rockstijl. Zijn sound, bereik en inlevingsvermogen zijn precies wat Joel Hoekstra’s 13 nodig had om de twaalf nummers van de juiste energie te voorzien, waarbij Girish ook nog eens vocale back-up krijgt van de o zo herkenbare Jeff Scott Soto. ‘Crash Of Life’ is een heerlijke plaat, vol stevig rockende tracks, afgewisseld met rustige, ballad-achtige tracks. De gitaarskills van Hoekstra komen prima tot uiting, maar uiteindelijk staat op ‘Crash Of Life’ alles in dienst van het liedje. Een aanrader!
KIKIMORA
For A Broken Dime
(Frontiers Music)
Stan Novak
78
Nikolo Kotzev, wie kent hem nog? De Bulgaarse gitarist van de oude stempel die ooit aan de weg timmerde met het zeker niet onverdienstelijke Brazen Abbot? Met Kikimora brengt hij nu een tweede album uit en dat gebeurt met het nodige vakmanschap. Met Nikola Zdravkov heeft de formatie een prima zanger in de gelederen, eentje van de klassieke hardrockschool met een stemgeluid dat tegen dat van Joe Lynn Turner aan schurkt, maar dan iets vuiger en korreliger. Muzikaal uit de band een grote voorliefde voor hardrock uit lang vervlogen dagen en dan met name van het soort dat voor een groot deel drijft op avontuurlijke interactie tussen gitaar en toetsen. De naam van Deep Purple mag hier zeker niet onvermeld blijven, maar dan wel het tijdperk met Steve Morse, want diens invloed is meer dan eens waarneembaar in het spel van Kotzev. Liefhebbers van melodieuze en ambachtelijk uitgevoerde hardrock doen er goed aan dit ‘For A Broken Dime’ een kans te geven.
VOYAGER
Fearless In Love
(Season Of Mist)
Diederick RR9660
87
Je moet onder een steen geleefd hebben als je niet hebt meegekregen dat de band Voyager in mei van dit jaar Australië vertegenwoordigde tijdens het Eurovisie Songfestival in Londen. De uiteindelijke negende plaats was meer dan verdienstelijk (zeker als je het afzet tegen het Nederlandse dramaduo), maar de band rond de uiterst vriendelijke en charismatische zanger Danny Estrin had natuurlijk glansrijk moeten winnen; „Promise” is gewoon een superaanstekelijk nummer inclusief dikke breakdown en zelfs een bescheiden grunt. Wie had tien jaar geleden kunnen denken dat er een serieus goede – en in metalkringen alom gerespecteerde – (prog)metalband op dit Podium Van De Wanstalt zou staan en het dak eraf zou playbacken (op de zang na dan). En laten we eerlijk zijn, als er één band is die zoiets kan flikken zonder zijn reputatie te verkloten, dan is het Voyager. De groep schreef altijd al songs met een poppy insteek en hun aanstekelijk enthousiasme komt recht uit het hart. Daarnaast is het ook nog eens een loeistrakke band die weet hoe je een feestje bouwt. Het grote podium is ze gegund en afgaande op de kwaliteit van ‘Fearless In Love’ zal de populariteit van deze Aussies alleen maar toenemen. Natuurlijk mag „Promise” op dit nieuwe album niet ontbreken en dat geldt ook voor „Dreamer”, de song waarmee ze een jaar eerder de finale haalden van de Australische voorronde voor het Songfestival. Voyager klinkt op ‘Fearless In Love’ toegankelijker dan ooit, balanceert soms op het randje van pure pop, maar heeft de klasse om op de (metalen) rails te blijven en niet te ontsporen. De balans van het album is top: korte, eenvoudig meezingbare songs worden afgewisseld met wat meer melancholieke tracks, waarvan „The Lamenting” de parel in de kroon is. Het beste compliment dat ik Voyager kan geven, is dat ‘Fearless In Love’ de luisteraar zoveel energie en positiviteit geeft dat het album verslavend werkt. Ik keer er dan ook telkens naar terug.
WITHERING SCORN
Prophets Of Demise
(Frontiers Music)
Diederick RR9660
77
Eén blik op de lineup van deze band en je weet dat je de oren moet spitsen. Withering Scorn is namelijk de nieuwe band van de broertjes Drover, te weten Glen op gitaar (ex-Megadeth, King Diamond) en Shawn op drums (ex-Megadeth, Act Of Defiance). Assistentie krijgen ze van bassist Joe Dibiase (ex-Fates Warning) en zanger Henning Basse (ex-Firewind, Mayan). Als je bekend bent met Eidolon, die andere band (naast Megadeth) waarin de broers te horen waren, heb je een goede indruk welke kant de muziek op gaat. Dit is onvervalste, op Amerikaanse leest geschoeide metal die her en der tegen thrash aanleunt. Zo te horen heeft Frontiers zich niet met de inhoud van ‘Prophets Of Demise’ bemoeid, want de muziek is erg atypisch voor dit label. Een stuk harder vooral. Waarbij het onmogelijk is om niet te verwijzen naar bands als Megadeth (eerste twee albums), Judas Priest (Halford-screams in „Pick Up The Pieces”!) en Nevermore (de overal opduikende solo’s). Maar net als bij Eidolon het geval was, blijven de songs niet voldoende hangen om Withering Scorn dezelfde impact te laten hebben als de zojuist genoemde bands. En op de een of andere manier blijft de muziek van de broers altijd wat afstandelijk. Aantrekkelijk zonder echte liefde, of zoiets.