10 maal Eremetaal juli 2024


10 maal Eremetaal in juli 2024

DEEP PURPLE

=1

(earMusic/Edel)
André Verhuysen
85

Het klinkt natuurlijk morbide met de wetenschap dat de ziekte en het uiteindelijke overlijden van de vrouw van Steve Morse er aan ten grondslag heeft gelegen, maar het vertrek van de Amerikaanse gitarist bij Deep Purple heeft een ongekende opleving van de band bewerkstelligd. De opvolger van Morse is de 45 jaar ‘jonge’ Simon McBride. De toetreding van de Noord-Ier heeft op de rest van de band de uitwerking van een bloedtransfusie. Zonder overdrijven is ‘=1’ de meest geïnspireerde en onderhoudende plaat van Deep Purple sinds ‘Purpen­-d­icular’ in 1996, toevallig de allereerste die de band ooit maakte met Morse. Destijds was hij het die Purple voorzag van vers bloed en nieuw elan. Nu is het dus McBride. Zijn spel is veel feller dan dat van Morse, het doet me bij vlagen zelfs denken aan dat van zijn illustere landgenoot, wijlen Gary Moore, toen die kortstondig deel uitmaakte van Thin Lizzy. De sprankelende duels die McBride uitvecht met toetsenist Don Airey zijn in sommige songs zo spannend als die van Jon Lord en Ritchie Blackmore in lang vervlogen tijden. Ja, zó bevlogen klinkt ‘=1’, het is bijna niet voorstelbaar. Weg is de gezapigheid die op voorgangers ‘inFinite’ (2017) en ‘Whoosh!’ (2020) nog wel eens de kop op wilde steken. Zelfs een potentieel niemendalletje als „If I Were You” wordt door McBride eigenhandig naar een hoger niveau gesoleerd. Het gaat te ver om te spreken van een comeback, want Deep Purple is nooit weggeweest, maar ‘=1’ is wel zo goed dat het veel ingedutte fans van de band weer wakker zal schudden. Prachtplaat!


EARTHTONE9

In Resonance Nexus

(Candlelight Records)
Merijn Siben
85

Sommige bands hebben gewoon pech. Ik had bijvoorbeeld nog nooit van earthtone9 gehoord. Toch hebben deze Britten tussen 1999 en 2004 steevast bejubelde releases uitgebracht, waaronder het door Andy Sneap geproduceerde ‘Arc Tan Gent’. Erg jammer dat het daarbij bleef, maar earthtone9 was wellicht een band op het verkeerde moment. Te metal voor de nu-metalscene, te experimenteel en progressief voor de mainstream. Nu is er comebackplaat ‘In Resonance Nexus’, te omschrijven als ‘thinking man’s-metal’. Elementen van metalcore, post-rock en hardcore verzwelgen zich tot een gepeperde plaat, die kranig tussen rustmomenten en agressieve uitbarstingen zweeft. Tracks als „The Polyphony Of Ani­mals” en „Navison Record” zijn furieus en zitten boordevol opgefokte ritmes, maar kennen tegelijkertijd smaakvolle, inventieve songstructuren. „Under The Snake” en „Black Swan Roulette” zijn dan weer hard groovende, zielvolle songs. Het mooie is vooral: ‘In Resonance Nexus’ onderschat zijn publiek niet. Geen mierzoete refreintjes of gelikte passages, gewoon metal met een ziel, passie en een flinke dosis peper in de reet. Hopelijk is de renaissance van earthtone9 een langer leven beschoren, want wat is dit een moddervette plaat!


THE ETERNAL

Skinwalker

(Reigning Phoenix Music)
Marlous de Jonge
80

‘Skinwalker’ is alweer het zevende studioalbum van de Australische progressieve doomrockband The Eternal. Alhoewel, Australisch… Sinds de recente inlijving van de Finnen Jan Rechberger (drums, Amorphis) en Niclas Etelävuori (bas, ex-Amorphis) is het beter om te spreken van een internationaal gezelschap. En Amorphis, daar lijkt The Eternal inderdaad wel op. Met inspiratie opdoen uit de muziek van een band waar je bewondering voor hebt is niets mis. Maar de kunst is altijd om daar niet te ver in te gaan. Het lukt The Eternal aardig. De dominante riff in „Deathlike Silence” klinkt echter wel heel erg hetzelfde als die uit Amorphis’ „Silver Bride”. En de hoofdriff in „Fall Upon The Earth” is net niet een op een overgenomen uit „The Bee”. Jammer. Want ondanks dit ronduit ordinaire jatwerk, is The Eternal ook gewoon heel erg goed. Amorphis zelf lijkt het overigens niet te deren. Frontman Tomi Joutsen leende zijn grunts aan maar liefst drie verschillende tracks. The Eternal houdt van uitgesponnen nummers. Van de acht tracks die ‘Skinwalker’ telt, tikken er maar liefst vier de tien minuten aan. Toch voelt geen enkel nummer echt lang aan. Dat komt door de prachtige en goed doordachte opbouw. Neem het intrigerende „The Iconoclast”, waarin veel wordt gespeeld met de op- en afbouw van tempo. Of de zwaardere titeltrack „Skin­walker”, waarin frontman Mark Kelson een octaaf lager zingt dan in alle andere tracks. Als dat geen nieuwe doomrockklassieker wordt. The Eternal houdt sowieso wel van een beetje experimenteren. Met vrouwelijke zang van Emily Saaen en cellospel van de Nederlandse Elianne Anemaat in verschillende nummers, traditionele keelzang van Albert Kuvezin in de titeltrack, en een jaren-zeventig-keyboard à la The Doors in „Under the Black”; het werkt. Alle gastelementen zijn prachtig en perfect verweven in The Eternals muziek. Kortom, een mooie, interessante plaat, die geen moment verveelt.


GREENLEAF

The Head The Habit

(Magnetic Eye Records)
Stan Novak
80

‘Secret Alphabets’, het tweede album van dit Zweedse Greenleaf, schopte het in 2003 tot menig jaarlijstje. De verfijnde mix van stoner- en seventies rock werkte bijzonder verfrissend. Op dat moment was Greenleaf nog het zijproject van driekwart van de mannen die ook in de band Dozer actief waren. Dozer bracht beduidend zwaardere kost, maar beide bands werden gedragen door het fundamentele riffwerk van gitarist Tommi Holappa. De toenemende populariteit van Greenleaf heeft Dozer door de jaren heen uiteindelijk tot plan B gemaakt. Wellicht dat Greenleaf anno 2024 juist daardoor zwaarder klinkt dan ooit. Want allemachtig zeg, wat schudt Holappa ditmaal weer een arsenaal aan mokerslagen uit de mouw. Even zwaar op het bandgeluid drukkend echter zijn de uit duizenden herkenbare zang van Arvid Hällagård (voorheen Jonsson, maar sinds zijn huwelijk luidt zijn achternaam Hällagård) en het bezeten drumwerk van Sebastian Olsson, die sinds enkele jaren zowel in Dozer als Greenleaf aan zijn lichamelijke conditie werkt. Een hoog incestueus gehalte dus in dat nest. ‘The Head The Habit’, de negende studioplaat inmiddels, kan de liefhebber van zwaar ronkende stoner met vleugjes psychedelica, doom en sludge met geen mogelijkheid onbetuigd laten. En had er Dozer op het hoesje gestaan, dan had ik het beslist ook geloofd.


KISSIN’ DYNAMITE

Back With A Bang!

(Napalm Records)
Ron Willemsen
80

De Duitse melodieuze metalband Kissin’ Dynamite is als voormalig schoolbandje inmiddels al zeventien jaar bij elkaar en dit is het achtste album. Belangrijkste man is Hannes Braun: zang, gitaar, songschrijver en producer. Kissin’ Dynamite stelt nooit teleur, ook nu niet. ‘Back With A Bang!’ is wederom gevuld met makkelijk verteerbare jaren-tachtig-stadionrock. Het titelnummer glijdt er gelijk lekker in en zet de toon voor het hele album. Het ene na het andere ongecompliceerde hardrocknummer passeert de revue: het catchy „My Monster”, het opgewekte „Raise Your Glass”, „Queen Of The Night” met z’n Bon Jovi-toetsenintro („Bad Medicine”) of „The Devil Is A Woman”; elk nummer is prijs. Braun bewijst andermaal dat hij een meester is in het schrijven van pakkende liedjes. „I Do It My Way” is een semi-ballad, voorzien van massale koortjes en „More Is More” doet weer denken aan Bon Jovi. „When The Lights Go Out” bevat een lekkere groove en is de opmaat naar het afsluitende „Not A Wise Man”; een mooi, akoestisch verhaaltje, dat tekstueel weliswaar ontzettend cheesy is, maar wel zeer goed in elkaar zit. Kissin’ Dynamite is terug van nooit weggeweest!


THE MERCURY RIOTS

In Solstice

(SAOL)
Ron Willemsen
90

In 2022 debuteerde dit sleazy hardrockkwartet uit Los Angeles met de vijftrack-EP ‘Mirror Eclipse’. Inmiddels zijn we twee jaar verder en ligt de eerste volwaardige plaat in de bakken. En wat een geweldige plaat is het geworden. Tien swingende songs, prima geproduceerd door de legendarische Mike Fraser (o.a. AC/DC, Aero­smith, The Cult, Metallica). The Mercury Riots beschikt met Justin Walker over een zanger met een veelzijdige, bluesy stem, met Felipe Rodrigo over een gitarist die puike riffs levert en dito solo’s, terwijl drummer Jonny Uddell en bassist Fede Delfino ervoor zorgen dat de boel blijft swingen. Afwisseling is troef op ‘In Solstice’, van AC/DC-achtige riffs in „Make It” en „99 Degrees” tot een groove waar Aerosmith jaloers op zou zijn in „Be Yours” en „Sweet Melody”. In „Nobody Knows” maakt van The Mercury Riots ook nog een diepe buiging naar Led Zeppelin; wat mij betreft, zonder de overige negen songs tekort te doen, het beste nummer van de plaat. Een perfecte kennismaking met een uiterst talentvol gezelschap. Dikke aanrader!


ORANGE GOBLIN

Science, Not Fiction

(Peaceville Records)
Merijn Siben
83

Stoner metal kan vele kanten opgaan. Van logge jams tot High On Fire-achtige snelheden. Het zijn elementen die dit genre vaak zo interessant maken. En als er één band is die beide uitersten zo krachtig weet te balanceren, is het Orange Goblin. Dit is het tiende album van de Britten. ‘Science, Not Fiction’ biedt de inmiddels gewoonde kwaliteit: een totaalpakket van vadsige riffs, pompende ritmes en onvervalste metal. Opener „The Fire At The Center Of The Earth Is Mine” legt dat meteen al bloot, mede dankzij de herkenbare zaagselstrot van Ben Ward. Dit springt vernuftig door naar de stonerboogie van „(Not) Rocket Science”, inclusief pianola, alsof we in een saloon zijn beland. Van oppermachtige doomers als „False Hope Diet” tot gewoon even in Motörhead-stijl rammen in „Cemetery Rats”: ‘Science, Not Fiction’ is metal met ballen en branie. Topplaat!


ORDEN OGAN

The Order Of Fear

(Reigning Phoenix Music)
Ivar de Koning
82

Waarom zou je beginnen met een intro wanneer je er ook meteen de beuk in kunt gooien? Voor die aanpak kiest Orden Ogan op ‘The Order Of Fear’. Je wordt meteen met je neus op de feiten gedrukt. En die bestaan uit rechttoe rechtaan (vaak wat ingetogen) power metal, voorzien van een modern jasje, aangevuld met de gepassioneerde zang van Sebastian ‘Seeb’ Levermann. Wie deze Duitsers al langer volgt is bekend met dit recept. De futuristische elementen die het vorige album ‘Final Days’ kleurden zijn grotendeels verdwenen, evenals de folkinvloeden waar de band in het verleden goede sier mee maakte. Wat dat betreft klinkt Orden Ogan nu meer recht voor z’n raap. „Kings Of The Underground” klinkt meteen lekker, „Moon Fire” is wat saaier en met „My Worst Enemy” treffen we een aardige ballad aan. Knap is dat de band duidelijk z’n eigen stempel op de muziek drukt, waardoor het van begin tot eind herkenbaar klinkt als Orden Ogan. Goed geproduceerd ook en van bovengemiddelde kwaliteit. ‘The Order Of Fear’ is misschien niet het beste album van Orden Ogan, maar bewijst wel dat de band is uitgegroeid tot een mooi visitekaartje van onze oosterburen.


ROTTING CHRIST

Pro Xristou

(Season Of Mist)
Stephan Gebédi
80

De Griekse veteranen van Rotting Christ melden zich weer terug aan het front met hun inmiddels veertiende album. Na een dreigend intro krijgen we de sfeervolle nummers „The Apostate” en „Like Father, Like Son” te horen. Sakis Tolis praat in het eerstgenoemde nummer meer dan dat hij zingt en qua sfeer doen de eerste twee nummers enigszins denken aan een mix van Primordial, Paradise Lost en het vroege Anathema, maar Rotting Christ heeft in vijfendertig jaar tijd uiteraard z’n eigen geluid gecreëerd. Het kost me af en toe wat moeite om door het nog altijd lachwekkend slechte accent van Sakis Tolis heen te luisteren, maar na een paar nummers raak je er wel aan gewend. Bovendien klinkt de bombastische kruisbestuiving van black en pagan metal, mede door de sterke mix van Jens Bogren, qua geluid beter dan ooit. Luister maar naar het fraaie „The Sixth Day”. Af en toe trapt de band het gaspedaal even flink in, zoals op „La Lettera del Diavolo”, maar voor mij hoeft dat niet per se. Rotting Christ klinkt namelijk beter in slepende, doomy of midtempo stukken. Met ‘Pro Xristou hebben de heren, en de diverse gastzangers en -muzikanten, weer een mooi werkstuk afgeleverd.


SUNBURST

Manifesto

(Inner Wound Recordings)
Ivar de Koning
85

Wanneer je acht jaar doet over het afleveren van een tweede album, dan bekruipt mij het gevoel dat er sprake is geweest van een zogeheten writer’s block. Toch wordt daar met geen woord over gerept bij de aankondiging van ‘Manifesto’, het tweede album van de Griekse band Sunburst. Het debuut uit 2016 beviel mij goed, en met gitarist Gus Drax en zanger Vasilis Georgiou (allebei ook actief in Black Fate) in de gelederen mag je kwaliteit verwachten. Sunburst maakt die verwachting waar. Opener „The Flood” laat meteen horen waar de kracht van de Grieken ligt. De band kiest hier voor toegankelijke progmetal. De warme, ‘slepende’ zang van Vasilis Georgiou drukt daarbij als stempel op het eindresultaat. Een heerlijke aftrap! Ook in de daaropvolgende nummers stelt Sunburst niet teleur. „Hollow Lies” opent agressief, zoals Evergrey dat ook geregeld doet, in „Samaritan” werkt de band naar een fraai, meerstemmig refrein toe, het pakkende „From The Cradle To The Grave” klinkt meer ingetogen en in titelnummer „Manifesto” komen al die elementen nog eens mooi samen. Fans van Dream Theater, Evergrey of Vanden Plas moeten Sunburst zeker een kans geven. Ik kan niet wachten op een derde album, dus noteer ik 2032 alvast in mijn agenda.