RIVAL SONS
Great Western Valkyrie
(Earache/ADA/Warner)
Robert Haagsma
90
Van alle bands die zich de afgelopen jaren gretig op de jaren zeventig stortten, is Rival Sons wat mij betreft de allerbeste. Hoewel de invloeden van de Amerikaanse band er altijd dik bovenop lagen, waren de songs altijd beter dan bij de concurrentie. Rival Sons had vanaf het begin ook een fantastisch geluid, met hoofdrollen voor zanger Jay Buchanan en gitarist Scott Holiday. De band blijkt met ‘Great Western Valkyrie’ mijn toch al hooggespannen verwachtingen ruimschoots te overtreffen. En opnieuw is dat dankzij de geweldige composities. ”Play The Fool“ wordt voortgestuwd door een venijnige Stooges-riff. De hol klinkende drums in ”Open My Eyes“ doen mij denken aan Led Zeppelins ”Kashmir“. En Buchanan klinkt in ”Electric Man“ als een bezeten voorzanger van een gospelkoor. Het wraakzuchtige ”Good Luck“ heeft een heerlijke jarenzestigvibe. En zo heeft elk nummer wel iets dat me direct inpakt. Dit vierde album laat ook een zelfverzekerde band horen. Alles klinkt rauw en direct. Vooral de gitaren knarsen en kraken. Geen compromissen, zoveel is wel duidelijk. En het meest indrukwekkende nummer sluit het album af: ”Destination On Course“, een ballad waarin Buchanan de uitersten van zijn bereik opzoekt – inclusief falsetstem – en bijgestaan wordt door een jubelend koor. Het nummer eindigt met echoënde geluiden die een hallucinatie suggereren. ‘Great Western Valkyrie’ is een album dat laat horen hoe geweldig authentieke hardrock en blues kan zijn, in de handen van de juiste band. En dat is Rival Sons.