10maal Eremetaal November 2017

 

10 maal Eremetaal in November 2017

 

CHANNEL ZERO

Exit Humanity

(CNR)
Bastiaan Tuenter
78

Sinds de indrukwekkende comeback van Channel Zero heeft de groep die België ruim twintig jaar geleden stevig op de metalkaart zette, zijn naam knap hoog gehouden met twee puike platen en bevlogen liveshows. Aangekomen bij de nieuwe langspeler ‘Exit Humanity’ draait de groep rondom Franky De Smet-Van Damme (DSVD) en bassist Tino DeMartino zelfs al langer mee dan in de eerste periode. Het inmiddels Vlaams-Amerikaans-Zweedse collectief klinkt van meet af aan vertrouwd en gaat van start met het ijzersterke „Blood Letters”. De groep verrast amper, maar vaart wel een lichtelijk melodieuzere koers dan voorheen, wat fris compenseert voor de actuele, donkere thematiek die DSVD bezigt. Het genoemde „Blood Letters” is bijvoorbeeld een reactie op de aanslagen in Brussel. Ook de albumtitel, verpakt in het felle gelijknamige nummer, is ontleend aan de actuele, onheilspellende tijd. Channel Zero laat er bovendien horen, net als in het opgefokte „Freaks”, dat er nog steeds een stel jonge honden in de mannen schuilt. Maar meer dan om vette riffs en klaterende drums draait ‘Exit Humanity’ om de songs zelf, wat vooral dankzij „Wish You Well” en „Mental Breakdown” geslaagd uitpakt. Het album wordt afgesloten met het ingetogen „Full Circle”, waarvan de teksten niet precies prijsgeven waar DSVD op doelt, maar mocht ‘Exit Humanity’ het slotstuk zijn, dan knalt Channel Zero er net als destijds met een big bang uit.


 

ENSLAVED

E

(Nuclear Blast/PIAS)
Patrick Lamberts
80

Of het ligt aan de komst van nieuwe toetsenist/zanger Håkon Vinje of aan iets anders, weet ik niet, maar Enslaved klinkt op ‘E’ vindingrijker dan op voorganger ‘In Times’. De composities zijn in elk geval voorzien van nog meer uitstapjes. Dualiteit is zowel in de muziek als tekstthema’s erg belangrijk en de Noorse band kan bijvoorbeeld na een lange sfeervolle shoegaze-achtige passage ineens volledig uit z’n slof schieten (o.a. in „Sacred Horse” en „Feathers Of Eohl”). Die speelse, verrassende en onheilspellende dynamiek houdt je het hele album bij de les. Door de plaat heen zijn geluiden met een natuurlijk/aards karakter te horen en drone-achtige elementen die voor een mysterieuze sfeer zorgen. Tijdens het uiterst sfeervolle „Hiindsiight” doen bevriende muzikanten mee, zoals Einar Kvitrafn Selvik van Wardruna en jazzsaxofonist Kjetil Møster, die bewijst dat een saxofoon wel degelijk subtiel en sfeervol kan klinken. Maar het bijzonderste is misschien wel dat oprichters Grutle Kjellson (bas) en Ivar Bjørnson (gitaar/synths) al meer dan 26 jaar met Enslaved onder de arm lopen, nog geen enkele metaalmoeheid vertonen en de band op ‘E’ op momenten zelfs vitaler laten klinken dan ooit tevoren. Een prachtprestatie.


 

EUROPE

Walk The Earth

(Hell & Back/Silver Lining)
Robert Haagsma
82

Het is aardig om vast te stellen dat zelfs bij een veteranenclub als Europe de invloeden nog altijd vlak onder de oppervlakte zitten. Combineer een Led Zeppelin-achtige drumpartij met de zang, gitaar en toetsen van Deep Purple en je hebt de belangrijkste ingrediënten van het titelnummer van deze elfde plaat van de Zweedse rockband. Ze komen elders op de plaat ook regelmatig terug, zoals in het voortvarende „G.T.O.” – geweldig nummer trouwens. Het album werd opgenomen in de wereldberoemde Abbey Road-studio’s in Londen, opnieuw met Dave Cobb, die ook al betrokken was bij het vorige werkstuk ‘War Of Kings’. Het was aanvankelijk de bedoeling om een conceptalbum te maken, met politiek als centrale thema. Hoewel het onderwerp terugkomt in songs als „The Siege”, „Kingdom United” en „Election Day” blijkt dat de band toch van dat voornemen is afgestapt. „Pictures” is geschreven als een tekstueel vervolg op de wereldhit „The Final Countdown”. Het is een werkelijk schitterende ballad, die me doet denken aan David Bowie. De eerlijkheid gebiedt me te zeggen dat mij weinig is bijgebleven van het vorige album. Er stonden naar mijn smaak te weinig werkelijk memorabele songs op. ‘Walk The Earth’ is in dat opzicht een revelatie. Goede composities en een enorm bevlogen band. Wat wil je nog meer van een band die in 1979 opgericht werd? Precies!


 

MOONSPELL

1755

(Napalm/PIAS)
Robert Haagsma
85

In 1755 werd Portugal getroffen door een catastrofale aardschok. De hoofdstad Lissabon werd vrijwel helemaal verwoest en naar schatting verloren tussen de tien- en honderdduizend inwoners hun leven vanwege de instortingen, branden en tsunami’s. Het was een tragedie die een enorme wissel zou trekken op de verdere ontwikkeling van het land. Zoals de titel van dit album al aangeeft, is ‘1755’ geheel gewijd aan deze zo ingrijpende historische gebeurtenis. Omdat het gegeven de band (en uiteraard de rest van hun landgenoten) nog altijd heel nauw aan het hart ligt, werd besloten de teksten in het Portugees te zingen. Een goed idee, want ook voor iemand die de taal niet machtig is, roepen de songs zonder al te veel moeite de beelden van weleer op. Voor wat betreft arrangementen wordt met ‘1755’ alle registers opengetrokken. Vooral de indringende koorpartijen geven de songs het drama die ze nodig hebben. Ook mooi is de fado-achtige zang van gastvocalist Paulo Brangança. Aan alles is te horen dat Moonspell dit zo belangrijke thema het album wilde geven dat het verdiende. De bombastische klanken, fraaie melodieën, de intense zang en het beklemmende thema maken van ‘1755’ een van de beste albums van Moonspell tot nu toe.


 

SAMAEL

Hegemony

(Napalm/PIAS)
Justin Erkens
80

Met een Zwitsers oog voor kwaliteit bracht Samael tussen 2004 en 2011 de ene na de andere release uit, met het verwoestende ‘Lux Mundi’ (2011) als climax. En toen bleef het ineens stil. Alsof de heren het na een dikke twee decennia als kartrekker van de industriële black metal wel voldoende vonden. Alles behalve, zo blijkt dit najaar. Het gloednieuwe ‘Hegemony’ is niet alleen een ode aan dertig jaar Samael, het is ook een teken dat de band na al die jaren nog steeds een factor van betekenis is. Wereldschokkend is het materiaal niet, daarvoor houdt de band zich te strikt aan het stramien van de sound die we ook van de voorgangers kennen. Maar wat geeft het. De heren zelf krijgen er geen genoeg van. En wij als luisteraar ook niet. De onheilspellende symfonische onderlaag, beukende riffs en scherpe tong van frontman Vorp maken van nummers als „Black Supremacy” en „Helter Skelter” (Beatles-cover) nieuwe klassiekers in de dop. Als je na dertig jaar nog altijd zo’n gedreven album als ‘Hegemony’ kan afleveren, behoor je simpelweg tot de groten der aarde.


 

SONS OF APOLLO

Psychotic Symphony

(Inside Out/Sony Music)
Diederick RR9660
83

Sons Of Apollo is een initiatief van Mike Portnoy en toetsenist Derek Sherinian. Deze muziekbroeders kennen elkaar uit Dream Theater. Sherinian werd in 1999 gevraagd te vertrekken en het Portnoys afscheid van ‘zijn kindje’ in 2010 heeft iedereen waarschijnlijk nog vers op het netvlies. Voor SOA (lekkere afkorting hè?) hebben ze een aantal vrienden om zich heen verzameld en dat zijn niet de minsten: gitarist Ron ‘Bumblefoot’ Thal, de baslegende Billy Sheehan en last but not least topzanger Jeff Scott Soto. Deze indrukwekkende berg aan ervaring betaalt zich gelukkig uit op dit debuut. De plaat ligt in het verlengde van de laatste paar Dream Theater-albums waar Portnoy aan meewerkte en kent dezelfde afwisseling tussen lange, complexe nummers en kortere, catchy songs. Opener „God Of The Sun” is meteen een schot in de roos. Een lang nummer van elf minuten met geweldige melodieën en veel afwisseling. Voor de talrijke James LaBrie-haters zal het trouwens een zegen zijn om Soto te horen schitteren op deze plaat. Zijn bereik mag dan niet meer zo groot zijn als twintig jaar terug, Soto zet ook dit genre met gemak naar zijn hand. Luister maar eens naar de prachtige semi-ballad „Alive” (met in de coupletten „By Your Side” van Sebastian Bach duidelijk herkenbaar) en het hoogtepunt dat „Labyrinth” heet. Dat ‘Psychotic Symphony’ toch niet hoger scoort heeft twee redenen. Ten eerste heb ik Bumblefoot wel eens beter horen spelen. Ondanks meerdere prachtige passages komt hij ook met stukken op de proppen die als ter plekke verzonnen gefriemel klinken. Maar nog belangrijker is dat het album afgesloten wordt met de drie minste nummers waarvan er twee volledig instrumentaal zijn. Dat drukt de pret, maar positief geformuleerd kan je ook stellen dat er nog rek zit in dit superkwintet.


 

SORCERER

The Crowning Of The Fire King

(Metal Blade/PIAS)
Diederick RR9660
87

Dit is wat je noemt een inkopper. Hou je van melodieuze en epische doom metal, dan kan je ‘The Crowning Of The Fire King’ niet aan je voorbij laten gaan. Toen Sorcerer in 2015 bijna drie decennia na oprichting uit de krochten van de verdoomenis tevoorschijn kroop om hun debuut te presenteren, behaalde het album meteen een derde plek in onze Soundcheck in het aprilnummer. Een heerlijk album dat in Aardschok werd vergeleken met Candlemass (muzikaal) en Black Sabbath ten tijde van ‘Tyr’ (qua zang). Die winnende formule hebben de Zweden gelukkig niet veranderd, maar de nummers en de zang zijn nóg beter geworden. De band zet je eerst op het verkeerde been met de opener „Sirens”. Een relatief kort en uptempo nummer. Aardig, maar we willen en verwachten meer. Gelukkig gaat daarna de beuk erin en deelt de band met „Ship Of Doom” de eerste mokerslag uit. Een betere melodieuze doomsong zal je niet snel horen dit jaar of het moet de afsluiter „Unbearable Sorrow” zijn die met zijn emotionele lading nog nét iets meer zeggingskracht heeft. Zanger Anders Engberg steelt opnieuw de show en klinkt overtuigender dan ooit. Daarnaast kennen de overwegend lange nummers meer contrast dan op het debuut en worden alle sterke punten van de band nog eens extra benadrukt door het perfecte geluid dat het album heeft meegekregen: kristalhelder en enorm krachtig. Kortom, een geweldig album!


 

TRIVIUM

The Sin And The Sentence

Roadrunner/Warner Music
Robert Haagsma
80

Het was alweer onrustig achter Triviums drumstel. Na het vorige album vertrok Mat Madiro om opgevolgd te worden door Paul Wandtke. Voor deze zijn geroffel op dit nieuwe album kon laten horen, moest hij zijn plaats alweer afstaan aan Alex Bent. Het zijn vooral huishoudelijke mededelingen, want het is duidelijk dat Trivium met dit achtste album niet voor al te veel verrassingen wilde zorgen. Bent roffelt alsof hij al jaren in de band zit. Verder gooit zanger Matt Heafy zijn schreeuw­stem weer wat vaker in de strijd. Problemen met zijn stembanden weerhielden hem daar op het vorige album van. ‘The Sin And The Sentence’ bevat de mix van thrash metal en metalcore – de mix waarmee de band groot is geworden. De variatie is opnieuw groot. Trivium overtuigt zowel met stug voortbeukend werk als „The Wretchedness Inside” als met een toegankelijker „Beyond Oblivion”. Net als op voorgaande albums valt op hoe goed en vooral economisch gitarist Corey Beaulieu soleert. Nooit overdadig, altijd smaakvol. Het is allemaal in goede banen geleid door producer Josh Wilbur (o.a. Lamb Of God, Gojira). Als gezegd, nieuwe invalshoeken bevat het album niet. Wie op een goed, vertrouwd album van Trivium hoopt, zal vermoedelijk niet teleurgesteld worden.


 

VANDENBERG’S MOONKINGS

MK II

(Mascot/Bertus)
San Novak
85

De meeste lezers zullen de comebackband van Ad Vanden­berg inmiddels wel hebben leren kennen, want het viertal was de afgelopen jaren veelvuldig te zien op de nationale podia en festivals. De commerciële hoogtijdagen van Vanden­berg en White­snake zal de boomlange Achterhoeker niet gaan herbeleven, maar uit het songmateriaal spreekt een onverminderd geloof in de drie jaar geleden uitgestippelde muzikale koers. Het album laat zich namelijk prima naast het debuut leggen. De twaalf songs vormen samen een veelzijdig album, waarbij de oude meester de composities weer fraai weet in te kleuren met zijn even melodieuze als venijnige gitaarspel. De variatie is groot. Uptempo rocksongs, stevige stampers, Amerikaanse feelgood, een ballad, een semi-ballad en met „Love Runs Out” staat er zelfs een OneRepublic-cover op. De songs die mij het meest aanspreken zijn de stukken die aanleunen tegen Manic Eden, Vandenbergs groovende bluesy hardrockband uit 1994, zoals „All Or Nothing” en „If You Can’t Handle The Heat”. Heerlijk om Adje in laatstgenoemd stuk helemaal los te horen gaan. Meest noemenswaardige songs zijn echter het spannende „The Fire” dat dik zeven minuten lang je aandacht opeist en de lichtvoetige (met strijkers opgesierde) semi-ballad „What Doesn’t Kill You”, dat op het lijf van David Coverdale lijkt te zijn geschreven. Nu we het toch over zangers hebben, Jan Hoving is hoorbaar in zijn rol gegroeid en toont meer autoriteit dan enkele jaren geleden. Het is Moonkings opnieuw gelukt om een solide brug te slaan tussen de bluesy hardrock van de roemruchte jaren zeventig en meer hedendaagse rockklanken. Hier zijn twee generaties muzikanten aan het werk die elkaar goed aanvoelen en


 

WITHERFALL

Nocturnes And Requiems

Century Media/Sony Music
Diederick RR9660
85

Holy Mother of the guitar god! Dat denk ik als dit album begint met een spetterende gitaarsolo die me de adem beneemt. Inventief riff- en drumwerk volgt en de bas slalomt daar nog eens lekker doorheen. De opener „Portrait” is gelukkig de voorbode van veel meer moois. Want wat te denken van het erop volgende „What We Are Dying For”. Dit nummer start in de hoogste versnelling, schakelt dan een paar tandjes terug naar trage doom-achtige schema’s, gevolgd door een prachtig akoestisch tussenstuk met gitaarwerk dat doet denken aan de eerste soloplaten van Vinnie Moore, om vervolgens weer te eindigen zoals het begon. Na twee van dit soort songs is het wel duidelijk dat dit een origineel plaatje is. Witherfall is een Amerikaanse band die opgericht werd door White Wizzard-zanger Joseph Michael, gitarist en supertalent Jake Dreyer en drummer Adam Sagan die je van Into Eternity kan kennen. Helaas overleed Sagan kort voor de release van dit album aan de gevolgen van kanker, de ziekte waar Into Internity nota bene het hele album ‘The Incurable Tragedy’ aan wijdde. Witherfall besloot gelukkig door te gaan, zelfs nu Dreyer is toegetreden tot Iced Earth en hij de solo’s inspeelde voor hun laatste album. Daarnaast is deze 25-jarige dit jaar ook nog te horen op het ‘Prevail’-tweeluik van Kobra And The Lotus. Kortom: een zeer gewild talent. Nu maar hopen dat Mustaine hem niet in de smiezen krijgt! Nee, laat deze jongen met zijn kompanen de vrij unieke stijl van Witherfall de komende jaren maar verder uitbouwen. Een stijl die nog het meest doet denken aan Nevermore en af en toe zelfs aan Cacophony, niet in de laatste plaats door het overal opduikende gitaargeweld. Toch ook een puntje van kritiek: omdat de overwegend lange nummers al genoeg afwisseling en rustmomenten bieden, zijn de korte akoestische intermezzo’s die op dit album staan eigenlijk overbodig. Wanneer die ingeruild zouden worden voor een song met de klasse van afsluiter „Nobody Sleeps Here” en zanger Michael zich nog wat verbetert, is de kans groot dat de 90-puntenbarrière bij de volgende plaat geslecht gaat worden.