10 maal eremetaal maart 2022


10 maal Eremetaal in maart 2022

ALLEGAEON

DAMNUM

(Metal Blade Records)
Robbie Woning
88

2022 kon voor Allegaeon wel eens het jaar van de doorbraak worden. De band uit Colorado levert deze maand met ‘DAMNUM’ (ja, met hoofdletters en het is Latijn voor ‘verlies’) zijn verreweg beste album tot nog toe af. Het vijftal was het muzikale hokje ‘melodieuze death metal’ al jaren geleden ontgroeid, maar is op de nieuwe plaat toch weer veelzijdiger en dynamischer gaan klinken. Qua sfeer en intensiteit varieert het ditmaal echt van melancholieke, ingetogen muziek met cleane zang tot woeste en alles omvermalende melodieuze death en black metal. De muur van geweld wordt soms hoog opgetrokken, maar dankzij het smaakvolle technische gitaarspel en complexe ritmes onderscheidt Allegaeon zich toch van veel andere extreme metalbands. Door de uitstekende mix blijven de vele details in de muziek ook het hele album lang goed te volgen. Je kunt aan alles horen dat er lang is geschreven en geschaafd aan de twaalf tracks. Wie de band al langer volgt, zal misschien moeten wennen aan de vele cleane vocalen, maar ze passen wel goed bij de huidige sound van de band. Allegaeon zet hiermee een nieuw ijkpunt voor moderne metal neer.


COBRA THE IMPALER

Colossal Gods

(Listenable Records)
Matthijs Kropff
95

Cobra The Impaler is een Belgisch collectief onder leiding van Thijs de Cloedt dat bestaat uit muzikanten die hun strepen al ruimschoots verdiend hebben in de metalscene. Dat hoor je, want aan dit album klopt alles. Cobra The Impaler opereert op het snijvlak tussen doom, stoner en thrash. Gojira is nooit ver weg, Masto­don en Baroness evenmin, zonder daarbij genoemde bands na te spelen of te kopiëren. De songs op dit album steken stuk voor stuk creatief en inventief in elkaar en boeien dankzij de vele tempo- en stemmingswisselingen van begin tot eind. Het peil waarop gemusiceerd wordt is bovendien van hoog niveau. Een bijzondere vermelding daarbij verdient het drumwerk van Dirk Verbeuren (ex-Soilwork, nu Megadeth). Wat een power en wat een precisie! Cobra The Impaler beschikt ook nog eens over twee uitstekende zangers; de meerstemmige zang is melodieus, maar op gepaste momenten ook heerlijk opgefokt. Het is haast onmogelijk om de hoogtepunten van het album te benoemen, want werkelijk elk nummer maakt indruk. Om je toch een indruk te geven: check de groove en de fantastische break in „Blood Eye”, die de opmaat vormt naar het indrukwekkende tweede deel van het nummer. Of het heerlijke hakwerk en de overgangen in „Spawn Of The For­got­ten”, nergens voorspelbaar of clichématig. Wat een heerlijke plaat!


DESERTED FEAR

Doomsday

(Century Media Records)
Wouter Dielesen
78

In lijn met de vorige albums opent deze vijfde studioplaat van Deserted Fear met een grandioos, filmisch in­tro. De songs die volgen zijn gestoeld op dezelfde principes als het materiaal op voorganger ‘Drowned By Hu­ma­nity’ (2019). In beginreeks „Part Of The End”, „Idols Of Triumph”, „Follow The Light That Blinds” en „Fall From Grace” speelt Deserted Fear midtempo death metal vol melancholie, doomy melodieën en leads, groo­ves, lichthese grunts en herkenbare refreinen. De groep vervolgt die koers na intermezzo „At Its End” onder meer met de single „Reborn Paradise”, en de afsluitende titeltrack. ‘Doomsday’ toont zich een degelijke en stemmige death metalplaat zonder poespas. Wie kiest voor de luxe uitvoering wordt getrakteerd op twee extra tracks: „Funeral Of The Earth” en de In Flames-cover „Ar­ti­facts Of The Black Rain”.


GHOST

Impera

(Loma Vista/Spinefarm Records)
André Verhuysen
85

Alle maskers en verkleedpartijen ten spijt, de zweem van mystiek die aanvankelijk rond Ghost hing is sinds de veelbesproken rechtszaken wel opgetrokken. Ineens wist iedereen dat Tobias Forge de nep-Paus is. Het kwam vervolgens aan op de muziek. De kritiek op ‘Pre­quelle’ (2018) was dan ook niet mals. Bij vlagen was de plaat érg poppy, met ABBA-invloeden die er duimendik bovenop lagen. In één geval („Dance Macabre”) hoorden we zelfs – excusez le mot – disco! Forge schaamt zich wat dat betreft nergens voor en dat siert hem. Het maakt Ghost juist ook zo geniaal: het gebrek aan regels en lak aan verwachtingen. Niets moet, alles mag. Toch keert Forge met ‘Impera’ enigszins op z’n schreden terug. De plaat rockt weer. De fantastische albumopener „Kaisarion” had niet misstaan op ‘Signals’ van Rush. Het navolgende „Spillways” is een buitenechtelijk kind van Bon Jovi’s „Runaway”; onmiskenbaar dezelfde genen. Het swingende „Twenties”, de oorwurm „Call Me Little Sunshine” en het afwisselende „Respite On The Spitalfields” komen uit de school van Blue Öyster Cult en de inleidende gitaarlick van „Griftwood” is natuurlijk hartstikke Van Halen. Sowieso staan er op ‘Impera’ meer gitaarsolo’s dan op alle voorgaande Ghost-albums en ze staan ook nog eens heel prominent in de glasheldere mix. Conclusie: ‘Impera’ is met afstand het beste Ghost-album tot nu toe!


NIGHTRAGE

Abyss Rising

(Despotz Records)
Wouter Dielesen
78

Met ‘The Venomous’ bracht Nightrage in 2017 het eerste deel uit van een albumtrilogie. Deel twee (‘Wolf To Man’) verscheen in 2019, nuis er dit slotstuk. De thematiek erop ontleende de Grieks-Zweedse band aan ‘Infer­no’, het eerste deel van Dante Alighieri’s ‘De Goddelijke Komedie’. Het album staat symbool voor de manier waarop de mens de wereld vernietigt. De begeleidende muziek is wat agressiever en sneller dan wat de groep de afgelopen 22 jaar liet horen. Nog steeds klinkt er melodieuze, thrashy death metal die aansluit op werk van acts als Arch Enemy, In Flames, Dark Tranquillity, The Haunted en At The Gates. Tegelijkertijd ademen de songs meer zelfverzekerdheid, wellicht omdat de lineup na jaren van gerommel sinds 2018 stabiel is. De plaat overtuigt, en niet alleen met de drie heavy singles: „Abyss Rising”, „Falsifying Life” en „Nauseating Oblivion”. In het catchy „Swallow Me” en het groovende „Shadows Em­brace Me” zijn het vooral gitaristen Marios Ilio­pou­los en Magnus Söderman die indruk maken. Ronnie Nyman doet dat met zijn Tomas Lindberg-achtige vocalen. ‘Abyss Rising’ geldt niet alleen als robuust einde van een trilogie, maar als robuust geheel.


ODDLAND

Vermilion

(Uprising Records)
Diederick RR9660
80

Oddland is een Fins gezelschap dat tot nu toe geen grote indruk wist te maken met hun studioalbums. ‘Ver­milion’ brengt daar echter verandering in. Gesteund door een erg vet geluid laten deze vier mannen horen flink gegroeid te zijn in hun songwriting. De eerste vijf songs vormen samen de ‘Vermilion-suite’ en laat horen dat Oddland wel degelijk in staat is om spannend en beklijvend te zijn. Indrukwekkend zijn de oosterse melodieën, djent-riffs en slepende ritmes die in „Vermilion Part 1: Arrival” en „Vermilion Part 2: Below” te horen zijn. En in het vierde deel van het titelnummer schudt de band er zowaar een supercatchy refrein uit. De zang van Sakari Ojanen is sterk verbeterd en ook de ritmesectie krijgt een dikke pluim vanwege het inventieve spel. Aan dynamiek ook geen gebrek. Zo is „Pathway” een fraaie ballad die naadloos overloopt in het harde „Resonance”, waarin je heerlijk beukend baswerk en een fraaie gitaarsolo te horen krijgt. Aan de zanglijnen mag nog wel geschaafd worden, want die blijven soms wat oppervlakkig. De muziek en dikke sound maken dit echter ruimschoots goed.


SCORPIONS

Rock Believer

(Universal)
Renée van der Ster
90

Tien jaar terug kondigden de Duitse (hard)rockers hun pensioen aan. Er volgde een lange periode van halfslachtige releases en afscheidstournee na afscheidstournee. Een definitieve einddatum bleef echter uit. Met het aannemen van nieuwe drummer Mikkey Dee in 2016 werd duidelijk dat het einde zich nog niet aandiende. Gelukkig maar, want op ‘Rock Believer’ laten de veteranen horen dat de passie en chemie er nog altijd zijn. De band klinkt lekker scherp en rauw, soms zelfs als op de albums ‘Animal Magnetism’ en ‘Blackout’ uit begin jaren tachtig. Met „Gas In The Tank”, „Roots In My Boots”, „Knock’em Dead” en de titelsong steken de heren van wal. Vier heerlijke hardrocknummers die al gauw uitnodigen tot meezingen. En dan natuurlijk op zijn Klaus Meines, dus in nasaal Duits-Engels, geregeld vergezeld van een ‘yeah-yeah’. Je houdt ervan of je haat het. Meine laat horen ook op zijn 73e nog wel open te staan voor wat experimentjes, want in „Seventh Sun” (meerstemmig met een Alice In Chains-tintje), „Hot And Cold” (rock-‘n-roll) en „When I Lay My Bones To Rest” (country-light) verlaat hij toch echt zijn natuurlijke habitat. Ook het wat snellere „Peacemaker” en „Shoot For Your Heart” mogen zijn. Productioneel valt er evenmin weinig te zeuren, want de plaat klinkt goudeerlijk en ongepolijst. Ben je een rock believer? Dan koop je dit album!


SHAMANS’S HARVEST

Rebelator

(Mascot Records)
Stan Novak
70

Een collega omschreef Shaman’s Harvest ooit als een band waarin het beste van Amerikaanse rock samenvloeit, een stelling waar ik me op momenten zeker in heb kunnen vinden. „Under Your Skin” opent deze zevende plaat van het uit Missouri stammende vijftal voortvarend met een onvervalste stonerrockgroove. „Toe The Line” schakelt daarna een versnelling lager, maar blijft toch overwegend zwaar. Met „Flatline” dient zich de eerste semi-ballad aan, maar ook hier houdt de zware ‘bottom end’ de zaak nog goed overeind en „Voices” is van hetzelfde laken een pak. Toch zijn het songs die niet voor de volle honderd procent overtuigen. Daartoe klinkt het allemaal te veilig en zijn de gitaarsolo’s veel te voor de hand liggend. Met „Lilith” lijkt dan weer wat leven in de brouwerij te komen, maar het nummer gaat al snel vervelen met zijn oohoohooh-koortje. Omdat de laatste drie songs de zaak niet meer rechttrekken blijkt ‘Rebelator’ uiteindelijk toch een tamelijk doorsnee plaat.


TERSIVEL

To The Orphic Void

(Uprising Records)
Diederick RR9660
82

Opgericht anno 2004 in Argentinië door zanger en gitarist Lian Gerbino, maar met pas twee albums en een paar EP’s op zak, blijkt de band Tersivel achttien jaar later neergestreken te zijn in Zweden. Gerbino heeft daar toetsenist Franco Robert en drummer Danny Ebenholtz naast zich gekregen. Dit trio levert met ‘To The Orphic Void’ een indrukwekkende prestatie. Zelf schaar ik Tersivel ergens tussen Gojira en Disillusion, maar ook liefhebbers van Dvne en Opeth zullen hier wel mee uit de voeten kunnen. De ruige gedeelten lijken qua zang en invulling erg sterk op Gojira. Vooral het eerste deel van de song „Moving On” lijkt als twee druppels water op de Franse trendsetters. De rustigere en meer symfonische gedeelten ademen daarentegen de sfeer van het Duitse Disillusion. Opvallend genoeg geldt dat ook voor de zang. Tersivel klinkt echter meer symfonisch dan de genoemde bands door de veelvuldige inzet van keyboards en piano. Gelukkig maar, want het geeft Tersivel iets eigens. Het album opent trouwens met de meest afwijkende song; „She” is een slepende song die opent met Gojira-referenties, maar halverwege omslaat in een Pink Floyd-achtige trip. De slechts vijf songs die volgen zijn een stuk steviger en maken de totale speelduur van veertig minuten op een avontuurlijke wijze vol. Kortom, dikke verrassing!


ZEAL & ARDOR

Zeal & Ardor

(MVKA)
Jordan Stael
95

Die Manuel Gagneux toch. Een Zwitser. Een paar jaar geleden plaatste hij een vraag in een internetgroepje: welke stromingen moet ik mixen om tot iets nieuws te komen? ‘Doe maar slavenritmes en black metal’, riep iemand. Oké, zei Manuel. De rest is al geschiedenis, door de verpletterende eerste twee platen. Maar deze titelloze derde is nóg vetter! Wat een mega-riffs in „Feed The Machine” en „I Caught You”. Natuurlijk, die mix van black spirituals en snoeiharde metal verwachtten we inmiddels wel, die komt niet meer als een verrassing, maar dit keer heeft Gagneux het perfecte evenwicht gevonden. Met als resultaat de al eerder genoemde venijnige nummers, maar ook een bijna zomerse song als „Church Burns”, gevolgd door het enorm groovende en mitraillieurstrakke „Götterdämmerung”. Inclusief de soms satanisch bedoelde grunts van onze Zwitserse vriend, die gelukkig ontkent heel actief in de man met de twee extra oortjes te geloven. Want vergeet niet dat dit project eigenlijk als grap begon. Een grap die behoorlijk uit de hand is gelopen. Komende jaren gaat Z&A op pad met Meshuggah en Mastodon en vermoedelijk beklimt het gezelschap de festivalaffiches. En terecht. Deze plaat is er eentje die we nodig hebben. Nodig om uit onze sleur van al jaren bestaande metalgenres te komen. Zeal & Ardor zorgt ervoor dat we onze oorklepjes iets wijder zetten. Dit is de meest originele metal die we in jaren gehoord hebben. Wat een verademing!