10xEremetaal November 2010

10xEremetaal in November 2010

 

 

ASYLUM ON THE HILL

Passage To The Puzzle Factory

(Suburban)
www.asylumonthehill.com
Stan Novak
77

Dave Angstron was jarenlang een drijvende kracht achter het glorieuze grooverockensemble Hermano. Dat de gitarist na het uiteenvallen van deze band niet bij de pakken is neer gaan zitten bewijst dit trio uit Kentucky. Integendeel zelfs, Angstron gaat er met Asylum On The Hill zowaar nóg steviger tegenaan. Doordat de man zijn energieke, ongepolijste spelstijl trouw blijft doet het geheel vaak aan Hermano denken, maar het moet gezegd dat Asylum On The Hill beduidend rauwer en agressiever klinkt. Dat komt deels door de grove productie – Hermano was toch altijd een tikkeltje overgeproduceerd – maar tevens is hoorbaar dat de muziek ditmaal vooral in het repetitiehonk tot leven is gekomen. Het klinkt allemaal spontaan, vuig en authentiek en dat komt de zeggingskracht uiteraard ten goede. Het album bevat maar liefst vijftien tracks, die onderling weinig voor elkaar onderdoen, maar toch wil ik er een aantal toelichten. Zo is daar het briljante stukje Kentucky-folk getiteld ”Some Kind Of Wonderfull“ (waarom zo kort?), het bezwerende ”Stones Will Wash Away“ en het ronkende ”Blood On The Doorway“. Genoemde songs zijn tegenpolen, waarmee ik wil zeggen dat het qua variatie zondermeer goed zit op deze plaat. Angstrom neemt zelf overigens de vocalen voor zijn rekening en doet dat zeker niet onverdienstelijk. Kracht boven techniek, dat wel, maar dat past dan weer perfect binnen het bandconcept. Bij Ayslum On The Hill komt het hard vanuit het hart.


DIMMU BORGIR

Abrahadabra

(Nuclear Blast/PIAS)
www.myspace.com/dimmuborgir
Stephan Gebédi
78

Sinds Shagrath een ietwat oudere Hollywood-MILF aan de haak heeft geslagen is het imago van Dimmu Borgir, getuige de recente promotiefoto’s, snel bergafwaarts gegaan. Het gaat echter om de muziek, maar ook die zal voor volop discussie zorgen in de (black) metalscene. Aan de ene kant klinkt ‘Abrahadabra’ onmiskenbaar als Dimmu Borgir, maar de heren zijn deze keer meer dan ooit doorgeschoten in hun hang naar bombast. Episch, gelaagd en bombastisch zijn regelrechte understatements voor de muziek op deze negende studioplaat van de Noren. Het lijkt af en toe meer filmmuziek dan metal. Alles wordt weliswaar geweldig uitgevoerd, maar het is allemaal wel érg veel om te behappen, en rauw of agressief klinkt het nergens meer. De nummers zitten volgepropt met ideeën, elektrische en akoestische instrumenten, geluidseffecten en tempowisselingen. Ook de zang van Shagrath is veelvuldig voorzien van effecten. De nogal nasale, cleane vocalen van Snowy Shaw halen het niet bij zijn voorganger en de chipmunks-achtige zang in ”Gateways“ is ronduit storend. Ondanks deze kritiek is ‘Abrahadabra’ zeker geen slechte plaat. Nummers als ”The Demiurge Molecule“ en ”A Jewel Traced Through Coal“ zijn sterke nummers. Met uitzondering van het gladde, commerciële lijflied ”Dimmu Borgir“ is ‘Abrahadabra’ een plaat waar je tijd en geduld voor moet hebben om hem volledig te doorgronden. Of je het album daardoor uiteindelijk ook beter gaat vinden, blijft natuurlijk de vraag. Dimmu Borgir heeft zondermeer een gedurfde plaat afgeleverd en dat verdient respect. Dat deze CD het echter niet haalt bij platen als ‘Enthrone Darkness Triumphant’, ‘Puritanical Euphoric Mysanthropia’ of zelfs de voorganger ‘In Sorte Diaboli’ staat echter als een paal boven water.


FORBIDDEN

Omega Wave

(Nuclear Blast/PIAS)
myspace.com/forbiddenofficial
Robbie Woning
85

Mooi hoor: van die bands die gewoon de draad weer oppakken, alsof thrash metal nooit is weggeweest. Forbidden was de laatste jaren al geregeld live te bewonderen en is eind vorig jaar ook gewoon weer de studio ingedoken. En dus is er nu ‘Omega Wave’. Het eerste studioalbum sinds dertien jaar en minstens zo’n vette CD als de oorspronkelijke platen. De muziek heeft de vechtlust van het debuut, de techniek van ‘Twisted Into Form’ en ook wat van de modernere klank van ‘Green’. Nadat Testament de laatste jaren al veel nieuwe waardering mocht oogsten, maakt ook Forbidden met krachtige thrashnummers als ”Overthrow“ en ”Adapt Or Die“ een uitstekende hernieuwde indruk. Ook het pompende, meer melodieuze ”Swine“ is een knalnummer, met veel mooie duistere gitaarlijnen en memorabele zangpartijen. ”Dragging My Casket“ is wat experimenteel opgebouwd en gaat door de koorzang en de traditionele riffs meer richting heavy metal. Melodie en agressie blijven zo de hele CD lang geweldig samen gaan. De arrangementen steken prachtig in elkaar en dankzij de moderne opnametechnieken klinkt de band ook nog eens een stuk vetter dan vroeger. Met de zang van Russ Anderson en het kunstige gitaarwerk van Craig Locicero en nieuwkomer Steve Smyth is het bandgeluid prima intact gebleven. Nieuwe drummer Mark Hernandez (ex-Violence/Heathen) doet ook zeker niet onder voor zijn voorganger. Liefhebbers van Bay Area-thrash hebben er weer een prima CD bij.


HELLOWEEN

7 Sinners

(Sony Music)
www.myspace.com/helloween
Metal Mike
85

‘Are You Metal?’, zingt Andi Deris in het tweede nummer van dit album. Het is een vraag die we de afgelopen jaren net zo goed aan Helloween hadden kunnen stellen. Anno 2010 wordt die vraag door de Duitsers middels ‘7 Sinners’ met een duidelijk ‘Ja!’ beantwoord. Het is immers het hardste Helloween-album van deze eeuw. Ik weet niet welke staalpillen de mannen in Deris’ studio op de Kanarische Eilanden geslikt hebben, maar het contrast met het flauwe ‘Unarmed’, waarmee de band eerder dit jaar het 25-jarige bestaan vierde, had niet groter kunnen zijn. Vette gitaarsolo’s en supersnelle riffs vullen de tracks zonder kinderachtige hohoho-deuntjes. Ik had niet gedacht dat deze Germanen na al die jaren met een album op de proppen konden komen dat je zó’n schop onder je kont geeft. Zelfs de dwarsfluitsolo (!) in ”Raise The Noise“ mag er wezen. Thijs van Leer had het niet beter kunnen doen.


HELSTAR

Glory Of Chaos

(AFM/Rock Inc./Bertus)
www.myspace.com/helstar
André Verhuysen
77

Twee jaar geleden resulteerde de zoveelste reanimatie van Helstar in het sterkste album van de band sinds mensenheugenis: ‘The King Of Hell’. Het siert James ‘Mr. Helstar’ Rivera dat hij ditmaal niet klakkeloos die ingeslagen weg verder bewandelt. Nee, ‘Glory Of Chaos’ verschilt wel degelijk wezenlijk van zijn voorganger. De plaat is zowaar nóg harder, maar dat gaat wel enigszins ten koste van de melodie. Waar Helstar zich in het verleden – niet in de laatste plaats op ‘The King Of Hell’ – vooral liet inspireren door Engelse grootheden als Judas Priest en Iron Maiden, daar klinkt ‘Glory Of Chaos’ veel thrashier. Regelmatig hoor je riffs voorbijkomen die zo uit de Bay Area hadden kunnen komen. Neem ”Pandemonium“ bijvoorbeeld, dat zonder Metallica nooit in deze vorm had kunnen bestaan, of het afsluitende ”Alma Negra“, met afstand het hardste en snelste nummer dat Helstar ooit maakte. Een en ander betekent echter wel dat Rivera minder ruimte krijgt om te zingen in de ware zin van het woord. Het is vaak meer schreeuwen, en dat is toch niet zijn sterkste punt.


MONSTER MAGNET

Mastermind

(Napalm/Rough Trade)
www.myspace.com/monstermagnet
André Verhuysen
78

Het verhaal is bekend: bijna had de wereld het verder zonder Dave Wyndorf moeten doen. Een overdosis slaappillen werd Mr. Monster Magnet bijna fataal. Amper bijgekomen uit zijn roes maakte Wyndorf drie jaar geleden ‘4 Way Diablo’, een plaat die klonk alsof de laatste restjes valium nog in zijn bloed ronddwarrelden; slaapverwekkend. ‘Mastermind’ klinkt gelukkig een heel stuk beter. Wyndorf zingt weer wat feller en het gemiddelde tempo van de songs ligt ook hoger. Toch haalt ‘Mastermind’ het nog steeds niet bij klassiekers als ‘Powertrip’ en ‘Dopes To Infinity’. Misschien omdat de verrassing er inmiddels al lang af is, wellicht ook omdat Wyndorf te veel binnen de door hem zelf uitgezette lijntjes blijft kleuren. Experimenten zijn er dan ook geen. Het is allemaal op en top Monster Magnet; safe en degelijk.


MELECHESH

The Epigenesis

(Nuclear Blast/PIAS)
www.myspace.com/melechesh
Robbie Woning
84

Extreme metal met oriëntaalse invloeden. Nile heeft de naam, maar Melechesh maakt al een paar albums lang minstens zulke interessante muziek. De nieuwe CD van het Armeens/Assyrisch/Nederlandse kwartet is opnieuw een knaller. Opener ”Ghouls Of Nineveh“ heeft een norse, statige black metaldrive, waarna het album zich vanaf ”Grand Gathas Of Baal Sin“ ontvouwt tot een geweldige CD vol mooie duistere sferen, wringende akkoordenreeksen en hypnotiserende instrumentale passages. Het wordt allemaal kunstig afgewisseld met goed gedoseerde geweldsexplosies. De fluisterende grunt van gitarist Ashmedi klinkt prachtig geheimzinnig en past perfect bij de sfeer die de muziek oproept. En die sfeer is geweldig mooi, dankzij de in veel tracks toegevoegde akoestisch instrumenten als de Azerbeidzjaanse luit, de Indiase sitar en de Perzische santoor. ‘The Epigenesis’ werd opgenomen in een studio in Istanbul. Kundige bespelers van dergelijke authentieke instrumenten waren waarschijnlijk dus gewoon om de hoek te vinden. Ze bieden de luisteraar in ”When Halos Of Candles Collide“ en ”The Greater Chain Of Being“ een broodnodige adempauze en geven ook veel extra kleur aan woeste nummers als ”Sacred Geometry“ en ”Illumination“; tracks die eindeloos voortbeuken en als een verslavende warme deken op je neerdalen. Opnieuw een indrukwekkend muzikaal kunstwerk van deze heren.


OCTOBER TIDE

A Thin Shell

(Candlelight/Bertus)
www.myspace.com/octobertideband
Wouter Dielesen
85

De tijdelijke breuk van Katatonia bood in 1995 ruimte aan de totstandkoming van October Tide. Onder leiding van Jonas Renkse en Fred Norman bracht deze Zweedse death/doomband twee jaar later het wonderschone debuut ‘Rain Without End’ uit. In 1999 verscheen opvolger ‘Grey Dawn’, ditmaal met Mårten Hansen (A Canorous Quintet) als zanger. Enige tijd na die release hield de groep op te bestaan, om de volle aandacht weer naar Katatonia uit te laten gaan. Ingeleid door een recente heruitgave van het eerste album verschijnt elf jaar na dato nu ‘A Thin Shell’. Renkse en Hansen hebben het toneel verlaten en Norman wordt omringd door zanger Tobias Netzell (In Mourning), drummer Robin Bergh (Amaran) en bassist Jonas Kjellgren (Scar Symmetry, Carnal Forge, Centinex, Dellamorte). Net als bij de eerste twee platen ligt de vergelijking met Katatonia’s ‘Brave Murder Day’ voor de hand, maar ook de invloed van doomiconen als My Dying Bride en Morgion klinkt door in de songs. Het materiaal is sfeervol, melancholiek en emotioneel geladen en het prachtige gitaarwerk drukt een flinke stempel op de sound. Dat doen ook de diepe grunts en grote hoeveelheid cleane stukken. Het album opent sterk met twee monumentale zwaargewichten. De instrumentale opvolger ”The Nighttime Project“ brengt met zijn fraaie soleerwerk, subtiel getokkel en delicate percussie daarna wat verlichting, gevolgd door het met raspende refreinen uitgevoerde topstuk ”Blackness Devours“. ”The Dividing Line“ wordt daarna overschaduwd door het woeste ”Fragile“, en met ”Scorned“ sluit de plaat in opperbeste doomstemming af. Een comeback van jewelste!.


RAUNCHY

A Discord Electric

(LifeForce/Suburban)
www.myspace.com/raunchy
Rudi Engel
83

Ik kan er nog steeds niet bij dat Raunchy niet veel groter is dan het is. De Denen combineren al vijf albums lang op uitstekende, eigenzinnige wijze (thrash) metal met pop, waarbij de balans de laatste jaren steeds meer doorslaat naar dat laatste. Bij veel bands leidt zo’n vercommercialisering tot veel kritiek, maar Raunchy wordt er juist alsmaar beter op. En hoewel je zou denken dat dit trucje inmiddels wel eens uitgewerkt moet zijn, begint ‘A Discord Electric’ al direct zeer verrassend met een drietal érg sterke, originele nummers, waarvan vooral opener ”Dim The Lights And Run“ nieuwe geluiden laat horen. Sowieso klinkt de band weer een stuk gretiger en meer gefocust dan op het vorige album ‘Wasteland Discotheque’. Toch heeft Raunchy ook zijn zwakke punten. Alle albums beginnen bijvoorbeeld erg sterk, maar vervallen naar het einde toe in herhalingen. ‘A Discord Electric’ lijkt aanvankelijk hetzelfde lot beschoren wanneer halverwege de aandacht iets verslapt, maar ditmaal herpakt de band zich op indrukwekkende wijze om het album met enkele zeer sterke nummers te eindigen. Dat, in combinatie met de alsmaar beter wordende vocalen en songstructuren, zorgt ervoor dat dit vijfde album zich rechtstreeks kan meten met het voorlopige hoogtepunt van de Denen: ‘Death Pop Romance’ uit 2006.


TANK

War Machine

(Metal Mind/Bertus)
www.myspace.com/tankheavymetal
André Verhuysen
75

Tank… Dat was toch altijd het kleine broertje van Motörhead? Wás, ja. Anno 2010 lijkt Tank in de verste verte niet meer op Motörhead. Tank lijkt nu als twee druppels motorolie op Saxon. Raar maar waar. Op de eerste plaats komt dat vanwege Tanks nieuwe zanger Doogie White (Rainbow, Yngwie Malmsteen, Cornerstone), die op ‘War Machine’ wel héél erg zijn best doet om Biff Byford te imiteren en daar erg goed in slaagt. Ten tweede ligt ook de muziek van ‘War Machine’ in hetzelfde straatje als die van Saxon, zo omstreeks ‘Crusader’. Al met al levert dat best een lekker plaatje op, maar met Tank heeft het hoegenaamd niets te maken. Dat kan toch ook helemaal niet. Tank zonder Algy Ward; dat is als Motörhead zonder Lemmy of als AC/DC zonder Angus. Tank-fans van het eerste uur moeten dan ook zeker eerst even luisteren alvorens eventueel tot aanschaf over te gaan.