10x Eremetaal Oktober 2011

10xEremetaal in Oktober 2011

 

 

THE ANSWER

Revival

(Spinefarm/V2)
www.myspace.com.theanswerrock
Stan Novak
82

Het debuut ‘Rise’ bezorgde deze Ieren in 2006 een glansrijke entree in de eredivisie, want al vrij snel kon het stel onbevangen jonge honden op pad met acts als AC/DC, Aerosmith en Whitesnake. De band werd al snel op handen gedragen door liefhebbers van ambachtelijke hardrock vol knetterende blues en soul. De in 2008 verschenen opvolger ‘Everyday Demons’ was van oerdegelijke aard, maar bleef, door het vele toeren, achter bij de verwachtingen. ‘Revival’ maakt echter duidelijk dat de band er in artistiek opzicht weer helemaal staat. De twaalf songs weten zonder uitzondering te boeien en de band trekt daarbij stevig van leer. Producer Chris Smith heeft het bandgevoel robuust en authentiek weten vast te leggen en daarnaast heeft hij een extra dosis venijn weten aan te tappen. Zanger Cormac Neeson is nog steeds een smaakmaker die het opnieuw vanuit de tenen haalt, maar het is ditmaal gitarist Paul Mahon die de grootste eer naar zich toetrekt. Zijn vooral zijn solo’s zijn erg overtuigend. De man heeft zich dan ook prima ontwikkeld. Het enige dat ik een beetje mis is het akoestische aspect waar muziek als deze zich doorgaans goed toe leent. Wellicht iets voor een volgend album, maar ook zonder kampvuurmomenten zal ‘Revival’ het bloed van liefhebbers van soulvolle rockbands als Tesla, Thunder, Humble Pie en zelfs Mr. Big sneller doen stromen.


ANTHRAX

Worship Music

(Nuclear Blast/PIAS)
www.myspace.com/Anthrax
Gerrit Mesker
86

Als je één band ronduit instabiel kan noemen, is dat Anthrax wel. Gedurende het dertigjarige bestaan van deze groep was het een komen en gaan van muzikanten, waarbij vooral de stoelendans tussen John Bush (Armored Saint) en Joey Belladonna opviel. Vooralsnog trekt Belladona aan het langste eind. Het laatste album waar hij aan meewerkte, ‘Persistence Of Time’, kwam alweer meer dan twintig jaar geleden uit. Als we ‘Worship Music’ daarmee vergelijken, dan valt vooral op dat deze nieuwe CD meer rechttoe rechtaan is. ‘WM’ laat een Anthrax horen dat het heilige vuur weer gevonden heeft. De nummers klinken energiek en na hooguit twee luisterbeurten brul je het moeiteloos mee. Op zich is dat niet verkeerd, maar van Anthrax verwacht je iets meer creativiteit en minder ‘hapklare brokken’. Frappant is dat Belladonna de middenweg gezocht heeft tussen de krachtige stem van Bush en de hoge uithalen die we hoorden op albums als ‘Spreading The Disease’ en ‘Among The Living’. Het gaat hem wonderwel goed af en het maakt de plaat aantrekkelijker voor de fans die liever John Bush als zanger hadden gehoord. De productie is helemaal van deze tijd en zorgt voor de meest vette plaat in de geschiedenis van Anthrax. Elke fan van deze band en/of goede thrash metal kan ‘Worship Music’ blind aanschaffen.


ARCH/MATHEOS

Sympathetic Resonance

(InsideOut/EMI)
www.archmatheos.com
Patrick Lamberts
78

Laten we eerlijk zijn, Arch/Matheos, is gewoon Fates Warning, maar dan met (wederom) John Arch in plaats van Ray Alder (Redemption) achter de microfoon. In 2003 schreven Arch en Matheos samen al de ‘Twist Of Fate’-EP. Deze langspeler is daar het verlengde van. De zes lange composities kwamen met babystapjes tot stand. Dat kwam onder andere omdat John Arch’s stembanden na een jarenlange pauze weer ingezongen moesten worden. Arch, wellicht wat jaartjes ouder, heeft zich knap op zijn oude niveau teruggevochten. Toch gaat de bijzondere, hoge, nasale stem na loop van tijd wat vervelen. De staccato riffs van Jim Matheos beuken en grooven zoals we van hem gewend zijn. Ze worden de ene keer als korte explosies, dan weer als een spervuur van een machinegeweer op je afgevuurd. Ook dreigende tokkels en op de achtergrond loerende feedback ontbreken niet. Het gitaarwerk en het strakke ritmetandem met Joey Vera op bas en Bobby Jarzombek op drums (beiden Fates Warning) laten je hoofd bijna een heel album meedeinen. Sommige nummers hadden wat ingekort mogen worden, maar globaal gezien is ‘Sympathetic Resonance’ gewoon een van de vele topalbums die deze maand uitkomen.


DREAM THEATER

A Dramatic Turn Of Events

(Roadrunner/CNR)
www.myspace.com/dreamtheater
Robert Haagsma
85

Wie gaf nog een cent voor de toekomst van Dream Theater toen in september vorig jaar Mike Portnoy plotseling de deur achter zich dichttrok? Was hij als superdrummer niet, letterlijk en figuurlijk, de motor van de band? Had hij geen belangrijke hand in de composities, teksten en thema’s van de albums? Dream Theater herpakte zich echter en strikte na uitgebreide audities Mike Mangini (o.a. Annihilator, Extreme). Met deze nieuweling in de gelederen werd ‘A Dramatic Turn Of Events’ opgenomen, een titel die we volgens de band niet als een verwijzing naar de bezettingswisseling mogen zien. Wat blijkt: het is het beste album van Dream Theater in jaren! Nu heeft de band nooit slechte platen gemaakt, maar de laatste jaren moest ik mij er wel steeds meer toe zetten om de epossen tot mij te nemen. Het was altijd knap en complex, maar ik miste steeds meer de songs. En de meeslepende melodieën, die op vroege albums wel alom aanwezig waren. Die zijn nu wel weer ruimschoots aanwezig. Een voorbeeld is “Build Me Up, Break Me Down”, het tweede nummer van het album. Het heeft alles in zich wat een compositie van Dream Theater zo goed kan maken. Heavy passages en sterk spel. Wat het nummer echt van de grond tilt is de melodielijn, zoals die vooral in de zang van James LaBrie te horen is. Elders op de plaat blijkt de band ook weer in staat met sterke songs voor de dag te komen. Het is knap dat dit nooit ten koste gaat van de altijd belangrijke complexiteit van het spel. In “Lost Not Forgotten” tuimelen de breaks en solo’s over elkaar heen, maar ook hier staat al die krachtpatserij in dienst van een gestructureerde song. Het kan niet anders of de ‘dramatische verwikkelingen’ van vorig jaar hebben de band tot op het bot gemotiveerd. Dream Theater zou, hoe dan ook, het ongelijk bewijzen van de critici die Dream Theater voortijdig afschreven. Dat is meer dan gelukt. De band klonk in geen jaren zo vitaal.


OPETH

Heritage

(Roadrunner/CNR)
www.myspace.com/opeth
Stan Novak
87

‘Heritage’ is een waar progstatement, maar dan wel prog in de ware zin des woords; van death metal is namelijk een uur lang geen sprake. Die invloeden zijn namelijk als sneeuw voor de zon verdwenen. Zo is er werkelijk geen gruntje aan de lucht, geeft Marin Lopez een masterclass in freestyle drummen en hebben de dik aangezette, dubbelloopse gitaarpartijen stevig pas op de plaats gemaakt voor verfijnd gefriemel. Niet dat de sterke riffs zijn afgezworen, integendeel, elke song heeft wel zijn momenten, maar de accenten liggen ditmaal totaal anders. Vooropgesteld staat dat zowel muziek als productie een deftig jarenzeventigsfeertje ademen. Mastermind Åkerfeld heeft zijn voorliefde voor dat muzikale tijdsera altijd verkondigd en op ‘Heritage’ voegt hij de daad bij het woord. Desondanks klinkt het van de allereerste tot en met de laatst wegstervende noot onmiskenbaar als Opeth, en dat is knap. Zo ligt de dreiging constant op de loer, komen veelvuldig die karakteristieke tooncombinaties langs en hebben de songstructuren voldoende aanknopingspunten met het verleden. Daarbij is de kristalheldere zang van Åkerfeldt natuurlijk uit duizenden herkenbaar. Het album opent met het titelnummer, een rustiek pianowerkje van een paar minuten dat meteen voor vervreemding zorgt. Dit voorspel staat echter in schril contrast met “The Devils Orchard”; een euforisch progressief stuk met een memorabele, groovende gitaarriff, dat echter al snel teruggrijpt op traditionele Opeth-ritmiek en -structuur. “I Feel The Dark” is echter een psychedelisch stuk waar naargeestige klanken hevig contrasteren met hemelse zang die echt onder je huid kruipt. Daarna volgt de grootste verrassing: “Slither” is zonder twijfel het meest compacte Opeth-nummer ooit; een brok neoklassieke hardrock dat zo op ‘Perfect Strangers’ van Deep Purple had kunnen staan. Åkerfeldt haalt er zijn allerbeste Blackmore-imitatie voor uit de kast, inclusief geniale plagiaatsolo! Old-school Opeth-fans die nog niet hebben afgehaakt wacht nu echter de zwaarste beproeving, want “Nepenthe” is zware kost. Jazzy drums, fusionklanken en Stev Vai-achtige gitaaracrobatiek vergen het nodige. “Häxprocess” gaat op eenzelfde voet verder, maar blijkt uiteindelijk een song die op ‘Damnation’ niet zou hebben misstaan. In het bizarre “Famine” worden alle experimentele registers weer opengetrokken inclusief een duistere groove die je van Big Elf of King Crimson zou verwachten. En alsof dat niet genoeg is lijkt Motorpsycho model te hebben gestaan voor het opzwepende “The Lines In My Hand”. De interactie tussen bas en drums en de vocale harmonieën liegen er namelijk niet om. Dan volgt het acht minuten durende “Folklore”, waarin veel Opeth-stijlelementen worden verpakt in een niet-metalen jasje. Het resultaat is er echter beslist niet minder om, want de gitaarpartijen van Åkerfeldt zijn meesterlijk. Met het wonderschone instrumentaaltje “Marrow Of The Earth” komt het album tenslotte op serene wijze tot zijn einde. De beproeving zit er dan op, maar voor mij is ‘Heritage’ een openbaring. In technisch opzicht is dit album niet superieur aan eerder werk, maar het surplus aan sfeer en gevoel staat buiten kijf. Interessant is hoe de fanschare hierop gaat reageren. Het rustieke ‘Damnation’ werd destijds goed opgepikt, maar ik vrees dat hier toch wat zieltjes gaan afhaken. In progressieve rockkringen zal ‘Heritage’ echter innig worden omarmd.


PAIN OF SALVATION

Road Salt Two

(InsideOut/EMI)
www.myspace.com/painofsalvation
Robert Haagsma
82

‘Road Salt Two’ gaat voor een scheiding van de geesten zorgen. Wie verknocht is aan de progressieve metal waar deze Zweedse band groot mee werd, zal bij het beluisteren een paar keer moeten slikken. Tijdens de opnames kwam de elektrische gitaar nog wel uit de koffer, maar werd de versterker nauwelijks opengedraaid. Daniel Gildenlöw, het brein van de band, heeft gekozen voor een transparant, progressief geluid, waarin zijn stem centraal staat. Wie juist daar altijd een zwak voor had, kan erg blij zijn met ‘Road Salt Two’. Een voorbeeld is “Mortal Grind”, overigens nog wel een van de stevigste songs op het album. De opbouw ervan is losjes, bijna geïmproviseerd. Gildenlöw legt zijn ziel en zaligheid in het nummer, vooral in de climax, aan het eind van het nummer. Die uithalen… ijzingwekkend! Wat de muziek wellicht mist aan spierkracht, wordt gecompenseerd door avontuurlijke arrangementen. De hoofdrol is daarbij niet zelden voor toetsen, zoals in “1979”. Het is een mooi liedje met een herkenbaar relaas over een wat onbestemd tijdperk. De band lijkt met dit album definitief een nieuwe weg ingeslagen te zijn. Niet iedereen zal daar dus blij mee zijn. Omdat er des te meer ruimte is voor de andere facetten van de band – de diepgravende teksten, de subtiele humor, de virtuositeit en de verrassende muzikale wendingen – is het wat mij betreft juist een van de meest geslaagde albums van de band tot nu toe.


REDEMPTION

This Mortal Coil

(InsideOut/EMI)
www.redemptionweb.com
Patrick Lamberts
80

Nicolas van Dyk, de man achter Redemption, heeft een zware periode achter de rug. Na intensieve behandelingen heeft hij de bij hem geconstateerde bloedkanker overwonnen. En dat terwijl dokters hem een tijd geleden slechts drie tot vijf jaar gaven. Dat moet wat met een mens doen. Voor gitarist en componist Van Dyk is ‘This Mortal Coil’ dan ook de ultieme uitlaatklep geworden. En hij slaat hard terug. Redemption klinkt op dit album behoorlijk venijnig. De strijd met mortaliteit, God en de Duivel zijn logischerwijs de hoofdthema’s. Titels als “Dreams From The Pit”, “Begin Again”, en “No Tickets To The Funeral” spreken boekdelen. Ook de songteksten van het energieke “Stronger Than Death” liegen er niet om: ‘Death where is your victory? I struck you down. The truth for all to see. You tried to kill me, but I killed you’. Het is niet alleen maar rampestampen geblazen. De band neemt regelmatig gas terug en vooral in die rustigere nummers, zoals afsluiter “Departure Of The Pale Horse”, stelt Van Dyk zich op als een compromisloze muzikant. Toevallig dat Arch/Matheos en deze Redemption-plaat met zanger Ray Alder (Fates Warning) bijna tegelijkertijd uitkomen. Alsof de duivel er mee speelt.


REVOCATION

Chaos Of Forms

(Relapse/Rough Trade)
www.myspace.com/revocation
Bastiaan Tuenter
84

Revocation vervult een interessante rol in de extreme metal. Het beukt als een bezetene, maar doet dat met bijzonder veel gevoel voor melodie. Het gezelschap rond gitarist David Davidson verkent op de derde langspeler opnieuw alle hoeken van death metal, maar durft daar ook ver overheen te gaan. Er wordt een veelzijdig scala van genres aangeboord. Regelmatig wordt met technische kunstigheid links gelegd naar hardcore, heavy-, thrash- en power metal. En daar blijft het niet bij, want wie goed luistert hoort meer dan eens jazz, prog en seventies. De blazers en het Hammondorgel in het razende “The Watchers” verrassen, net als de plotse progomslag na het gefreak in de titeltrack. Het is allemaal zeer verwonderlijk, en het prachtige ervan is dat het volkomen natuurlijk overkomt. Muzikaal gezien klinken de heren niet per se Amerikaans of Zweeds, maar nemen ze het beste van beide werelden. In dat schemergebied is Davidson, notenvreter pur sang, de absolute ster van de plaat. De schitterende, sfeervolle solo in “Conjuring The Cataclysm” spreekt boekdelen: hij gaat een grote gitarist worden! Of beter gezegd: dat is hij al, alleen het grote publiek moet nog nader kennismaken.


STAIND

Staind

(Roadrunner/CNR)
www.myspace.com/staind
Metal Mike
88

Elders in deze Aardschok vertelt zanger Aaron Lewis al alles over dit album, zodat ik het hier maar kort houdt. De band die de afgelopen zes albums schitterde (of beter gezegd: verveelde) met talloze ballads, en daardoor een miljoenenpubliek wist te bereiken, heeft eindelijk het licht gezien. Opener “Eyes Wide Open” is het hardste nummer dat de band ooit geschreven heeft, het lijkt wel Slipknot! Geen akoestisch getokkel, maar vette riffs, een stuwende ritmesectie en hier en daar zelfs een grunt. Waar een knallende ruzie binnen de line-up al niet goed voor is. Ook heavy songs als “Falling”, “Now” en “Paper Wings” beuken, zonder aan melodie te verliezen. Pas bij het slotnummer “Something To Remind You” komt de eerste ballad voorbij. Wat zullen die huisvrouwen in hun broek doen.


TEXTURES

Dualism

(Nuclear Blast/PIAS)
www.facebook.com/textures
Bastiaan Tuenter
78

De vierde plaat van Nederlands spraakmakendste metalgroep Textures is een feit. Het heeft even geduurd, maar er zijn dan ook twee nieuwelingen: zanger Daniël de Jongh (ex-Cilice) en Uri Dijk (Ethereal). De Jongh bewees vorig jaar op Fortarock al prima in het plaatje te passen, en ook hier doet zijn ietwat geschooldere stem het uitstekend. Verwacht geen ‘Silhouettes’ 2.0, want Textures heeft zijn muzikale koers wederom verfijnd. ‘Dualism’ is minder heftig, maar des te intenser. Het accent ligt op cleane zang en sfeervolle, gitaargerichte passages, niet op hysterische uitbarstingen en climaxen. Met veel gevoel voor techniek neigt het zestal verrassend genoeg vaak naar de ambientkant. Het borrelt, het suddert, het bruist: het staat bol van de onderhuidse spanning. Het laat zich vergelijken met Devin Townsends ‘Ki’. ‘Dualism’ is een avontuurlijke plaat. Een die zich het best integraal laat beluisteren. En waarschijnlijk komt het live nóg beter tot zijn recht. Met Nuclear Blast achter de band, en toerschema’s in het vooruitzicht zullen de heren de buitenlandse potten ongetwijfeld ook gaan breken.