10xEremetaal Mei 2012

10xEremetaal in Mei 2012

 

 

DRAGONFORCE

The Power Within

(Essential/Suburban)
www.myspace.com/dragonforce
Gerrit Mesker
80

Begin over DragonForce en je hoort kreten van afschuw of bewondering. Een tussenweg is er niet. Op zich is dat wel begrijpelijk. De muziek van DragonForce is een overdreven snelle vorm van power metal en die is niet geschikt voor iedereen. In 2010 vertrok zanger ZP Theart en na een zoektocht van bijna een jaar werd een vervanger gevonden in de vorm van de volslagen onbekende Marc Hudson. Het wisselen van zanger heeft echter totaal geen effect gehad op de muziek van DragonForce. De nummers draaien nog steeds om de gitaristen Herman Li en Sam Totman, die als vanouds de ene supersnelle gitaarriff na de andere uit hun mouw schudden. Vanzelfsprekend is de nieuwe zanger degene die het grootste verschil maakt. Voor zo’n onbekend talent doet Hudson het verbazingwekkend goed. Zijn krachtige stem is weliswaar iets minder gevarieerd dan Theart in het verleden liet horen, Hudson brengt de nummers wel met veel overtuiging en opvallend speels gemak. ‘The Power Within’ is bovendien minder eentonig dan het voorgaande album ‘Ultra Beatdown’. Sterker nog, muzikaal is ‘The Power Within’ het meest afwisselende album van DragonForce, ondanks het feit dat de meeste nummers nog steeds sneller dan het geluid gespeeld worden. Dat zal bij DragonForce wel nooit veranderen en is ook goed zo. Het zorgt er namelijk voor dat het internationale gezelschap in de metalwereld nog steeds een unieke plaats inneemt.


EUROPE

Bag Of Bones

(earMUSIC/Edel/V2)
www.facebook.com/europetheband
Robert Haagsma
75

Er pleit veel voor Europe. De band teert niet op de hits die het in de jaren tachtig scoorde, maar brengt op gezette tijden nieuwe albums uit. De Zweedse formatie rond zanger Joey Tempest mat zich voor de tweede jeugd, die met een comeback in 1999 begon, bovendien een nieuw, gespierd geluid aan. ‘Bag Of Bones’ laat ook nog eens horen dat Europe anno 2012 nog altijd een bevlogen, geïnspireerde band is. ”Not Supposed To Sing The Blues“, het tweede nummer van de plaat, is een stoere rocksong, met een mooi oosters accent, waardoor je gedachten als vanzelf naar Led Zeppelin afdwalen. De rest van ‘Bag Of Bones’ wordt ook gedomineerd door bluesy, classic hardrock, die sterk beïnvloed is door de grote rockbands uit de jaren zeventig. Zo is het titelnummer een gepassioneerde song die op een album van Free of Bad Company had kunnen staan. ”Demon Head“ is ook al zo’n degelijke, tijdloze rocksong. Kortom, er is weinig af te dingen op wat Europe op ‘Bag Of Bones’ laat horen. Hoewel? Met het omarmen van een volwassen sound heeft de band tegelijkertijd afscheid genomen van de catchy liedjes waar het ooit groot mee werd. En er zijn momenten op ‘Bag Of Bones’ dat een heavy reïncarnatie van ”The Final Countdown“ Of ”Superstitious“ het album net iets extra’s zou geven.


H.E.A.T

Address The Nation

(earMUSIC/Edel/V2)
www.facebook.com/heatsweden
Bastiaan Tuenter
82

In Denemarken won de ruige rocker Oliver Weers de talentenjacht X-Factor met een overtuigend ”The Show Must Go On“ van Queen. Inmiddels heeft hij al twee prima hardrockplaten achter zijn naam staan. De jonge Zweed Erik Grönwall deed bij Idols iets soortgelijks. Hij blies iedereen weg met Iron Maidens ”Run To The Hills“ en Skid Rows ”18 And Life“ \u2013 kijk de video’s maar op YouTube. Dat was in 2009, net voordat H.E.A.T zijn zanger zag vertrekken. Grönwall had hippe popliedjes kunnen gaan maken en makkelijk hits kunnen scoren, maar trad toe tot de AOR-formatie. Visueel levert het een vermakelijk contrast op; de vijf langharige rockers en dat gelikte ventje. De zanger heeft een heser stemgeluid dan zijn voorganger, maar de rekkracht van zijn stembanden is er niet minder om. In combinatie met het muzikale vakmanschap van de vijf instrumentalisten vormt het een smaakvol geheel. De eerste twee platen bewezen al dat H.E.A.T hot is, en ‘Address The Nation’ zet die sterke lijn voort. De melodieuze en energieke rocksongs ”Breaking The Silence“ en ”Falling Down“ doen niet onder voor het oudere werk en worden afgewisseld met een stadionmeezinger als ”The One And Only“. Of neem afsluiter ”Downtown“, dat imponeert met ingetogen en onderhuids bruisend spel. De aalgladde popsong ”In And Out Of Trouble“ laat bovendien horen dat de heren meer kunnen dan alleen rocken. Het mag duidelijk zijn dat ‘Address The Nation’ een veelzijdig album is. Absolute topper van de plaat is eerste single ”Living On The Run“, nu al een klassieker. Met zulke songs is de jacht op een podiumplek naast Toto en Journey officieel geopend. AOR-liefhebbers kunnen blind toehappen.


IN MOURNING

The Weight Of The Oceans

(Spinefarm/Suburban)
www.facebook.com/pages/In-Mourning/105546756146907
Henri Serton
93

Kan progressieve death metal ontroeren? Kan een grunt hartverscheurend mooi zijn? Jazeker! In Mourning bewijst het met ‘The Weight Of The Oceans’. Dit is het derde album van de band dat ik mag bespreken en ik heb ze de afgelopen jaren zien groeien van een doomachtige band met Opeth-invloeden naar een band die op ‘Monolith’ en met name dit nieuwe album zijn eigen stijl heeft gevonden. Tijdens ProgPower vorig jaar wist In Mourning bovendien vriend en vijand te overtuigen met een verpletterend optreden. In Mourning is een van de weinige bands in het extreme metalgenre die er in slagen een hoge dosis emotie in de muziek te stoppen. De combinatie is uiterst effectief. ”Colossus“ opent het album vrij kalm met een stevige drumbeat en rustig tokkelende gitaren. In Mourning werkt zich daarna echter binnen een paar minuten naar een geweldige apotheose toe. Zanger/gitarist Tobias Netzel heeft een ontzettend ruige grunt en het is verbazingwekkend hoeveel verdriet en melancholie hij in zijn stem kan leggen. In Mourning maakt bovendien op een goede manier gebruik van het feit dat het over drie grunters beschikt want ook de twee andere gitaristen, Björn Petterson en Tim Nedergård, nemen een deel van de vocalen voor hun rekening. Alles wat ‘Monolith’ tot zo’n goed album maakte is ook hier weer aanwezig: de mooie overgangen tussen de pure death metal en de gevoelige passages, de zware gitaarharmonieën, de progressieve stukken, het spelen met de combinatie van verschillende ritmes, soms op het industriële af, en vooral: uitstekend geschreven nummers die tot op het bot gaan. ‘The Weight Of The Oceans’ is weer een prachtplaat!


JEFF LOOMIS

Plains Of Oblivion

(Century Media/EMI)
facebook.com/pages/Jeff-Loomis/108255345868510
Bastiaan Tuenter
80

Het laatste Nevermore-album sprak veel mensen aan dankzij de compactere en behapbare benadering. Niets mis mee, maar Jeff Loomis’ smaakmakende gitaarexplosies werden daarbij wel vakkundig gesaboteerd door producer Peter Wichers. En nu is Nevermore uiteen gevallen. Is dat erg? Aangezien zanger Warrel Dane en Jeff Loomis beiden uitstekende soloplaten afleverden luidt het antwoord voorlopig nee. Het is alom bekend dat Loomis voor het overgrote deel de sound en stijl bepaalde van Nevermore. De mix van beenharde thrash en progressieve metal kenmerkt ook ‘Plains Of Oblivion’. Tegelijk solliciteert de shredmeester op deze tweede langspeler naar een plaatsje naast de gevestigde gitaarvirtuozen. In eerste instantie verheft de plaat zich dankzij het grootse machtsvertoon op gitaargebied. Gastbijdragen zijn er van de vingervlugge gitaarhelden Attila Voros (toergitarist Nevermore), Tony MacAlpine en voormalige Megadethers Chris Poland en Marty Friedman. Op papier levert dat een eenzijdig shredfestijn op. Dat euvel ontloopt Loomis in de praktijk echter door in zowel songwriting als spel zijn typerende, eigenzinnige gedaante aan te nemen. Nummers als ”The Ultimatum“ en ”Continuum Drift“ zijn razende achtbaanritten die het hele gitaaruniversum in kaart brengen. De plaat springt van agressief naar zalvend, van duister naar hemels, van onaardse technisch naar gevoelig. En er zijn zowaar drie nummers met zang. In ”Surrender“ brult Emperors Insahn mee en op ”Tragedy And Harmony“ en ”Chosen Time“ zingt Nevermore’s ‘Dreaming Neon Black’-zangeres Christine Rhoades. Het doet onmiskenbaar Nevermorig aan dankzij de bombastische sound, de epische en duistere feel en de intermezzo’s met gevoelige gitaarsoli. Loomis schudt solide en spetterende songs uit zijn mouw. Dankzij zijn overuren draaiende rechterhand – die álle noten aanslaat – is haarfijn hoorbaar hoe verfijnd en strak zijn spel is. Het maakt de plaat meer dan de gemiddelde ophoping van hammer-ons, pull-offs en fingertappingen. Jeff Loomis levert weer een dynamisch en essentieel gitaaralbum af.


ARJEN ANTHONY LUCASSEN

Lost In The New Real

(InsideOut/EMI)
www.facebook.com/ArjenLucassenOfficial
Robert Haagsma
85

Na een kleine twintig jaar albums gemaakt te hebben onder de namen Ayreon, Ambeon, Star One, Stream Of Passion en Guilt Machine vond Arjen Anthony Lucassen de tijd rijp voor een soloalbum. Het is zijn tweede, na ‘Pools Of Sorrow, Waves Of Joy’ uit 1994, waar hij liever niet meer aan herinnerd wil worden. Voor al zijn projecten bediende de multi-instrumentalist zich steevast van gelouterde zangers. Het leek hem een uitdaging om ditmaal zelf alle vocalen voor zijn rekening te nemen. Wel is ‘Lost In The New Real’ weer een echt conceptalbum geworden: Mr. L wordt na een ongeneeslijke ziekte klinisch dood verklaard. Hij wordt in de verre toekomst weer tot leven gebracht, omdat men dan pas in staat is hem te genezen. De wereld om hem heen is dankzij de technische revoluties onherkenbaar veranderd. Een psychiater moet hem helpen zich aan te passen aan die totaal nieuwe realiteit. Waarmee we aankomen bij de eerste verrassing: de psychiater die de songs aan elkaar praat is niemand minder dan topacteur Rutger Hauer! In muzikaal opzicht valt vooral de enorme variatie op. Zwaar aangezette songs staan naast ingetogen liedjes. Zoals het deels op ”When I’m Sixty-Four“ van The Beatles gebaseerde folky ”When I’m A Hundred Sixty-Four“ en het stevig doordenderende ”E-Police“. ”Dr. Slumber’s Eternity Home“ is barokke jaren-zestig pop, ook hier met een vleugje folk. Door de zang en door die variatie is ‘Lost In The New Real’ een album dat echt los staat van de rest van het oeuvre van Lucassen. Toch is zijn hand duidelijk hoorbaar in de klank en de opbouw van de songs. Net als in de invloeden die luid en duidelijk doorklinken: waaronder Led Zeppelin, The Beatles en Pink Floyd. Dat geldt eens te meer voor de tweede CD, waarop songs staan die niet binnen het concept pasten, plus covers van onder andere Led Zeppelin, Pink Floyd en Frank Zappa. ‘Lost In The New Real’ is een boeiende, nieuwe episode in het levenswerk van Arjen Lucassen.


MOONSPELL

Alpha Noir

(Napalm/Rough Trade)
www.facebook.com/moonspellband
Robert Haagsma
85

Tien jaar behoorde Moonspell tot het meubilair van platenmaatschappij Century Media. Na een tussenstop bij SPV heeft de Portugese metalband onderdak gevonden bij Napalm. Uit de eerste berichten rond deze nieuwe release blijkt dat de verhuizingen Moonspell niet in de koude kleren zijn gaan zitten. Vier jaar na het harde, compromisloze ‘Night Eternal’ komt de band terug met wat de mannen zelf de belangrijkste plaat in hun loopbaan noemen. Ook al schermt de band in recente interviews met allerlei stoere namen uit de metal, ‘Alpha Noir’ is de meest gothic plaat die Moonspell tot nu toe maakte. De songs zijn compact en het geluid is bij vlagen opvallend gepolijst. Een goed voorbeeld is ”Versus“. De basis is zo pakkend, dat je het bijna voor een popsong zou kunnen verslijten, inclusief een ritme dat met enige moeite als dansbaar omschreven zou kunnen worden. Dankzij het breed uitgesmeerde gitaargeluid blijft het nummer wel heel erg Moonspell. In ”Opera Carne“, een van de hardste passages op de plaat, hangt de zang van Fernando Ribeiro nog tegen de deathgrunt aan. Toch laat ook hij zich elders van een opvallende melodieuze kant zien. De toon van het album wordt vooral gezet door ”Grand Stand“: vlot tempo, de zang hard in de mix en een herkenbare melodie. De teksten zijn duister, romantisch en onheilspellend. In dat opzicht is er niets veranderd bij Moonspell. ‘Alpha Noir’ markeert een nieuw begin. Een dat aangevangen wordt met een toegankelijk, sfeervol en sterk geproduceerd album. Overigens bevat de gelimiteerde versie nog een extra album: een witte tegenhanger van dit zwarte werkstuk: ‘Ómega White’.


PARADISE LOST

Tragic Idol

(Century Media/EMI)
www.myspace.com/paradiselostuk
Anita Boel
89

Ik kan mijn geluk niet op deze maand. Naast nieuwe albums van Anathema en Moonspell, komt ook Paradise Lost met een nieuwe op de proppen: ‘Tragic Idol’. Overeenkomst tussen deze drie bands is dat ze allemaal al zo’n twintig jaar bestaan en dat ik ze ook allemaal vanaf het begin op de voet volg. Meest geweldige is dat ze er allemaal in zijn geslaagd om anno 2012 een geweldig album af te leveren. Paradise Lost-fans die verknocht zijn geraakt aan deze Britten door de albums ‘Icon’ (1993) en ‘Draconian Times’ (1995) worden met ‘Tragic Idol’ op hun wenken bediend. Bij het horen van openingsnummer ”Solitary One“ word je meteen teruggeworpen in de tijden van weleer. Ouderwets lekker zijn ook ”Fear Of Impending Hell“, ”To The Darkness“ en titelsong ”Tragic Idol“. Enorm beïnvloed door de klassieke (doom) metal maken tevens de nummers ”Crucify“, ”In This we Dwell“ en afsluiter ”The Glorious End“ tot een genot om naar te luisteren. Oftewel: het hele album is goed! Zanger Nick Holmes is na al die jaren nog prima bij stem en maakt daarmee het plaatje compleet. Wie voorganger ‘Faith Divides Us – Death Unites Us’ (2009) kon waarderen, het album waarmee Paradise Lost terugkeerde naar het oude geluid, moet ook zeker ‘Tragic Idol’ kopen. Paradise Lost-liefhebbers van het eerste uur hadden zich niets beters kunnen wensen. Op deze manier mag de band wat mij betreft nog jaren doorgaan.


PIGEON TOE

First Perception

(Lifeforce/Suburban)
www.facebook.com/pigeontoeband
Henri Serton
88

Pigeon Toe bestaat uit leden van onder andere Fear My Thoughts en Triptykon, maar laat je daardoor vooral niet op het verkeerde been zetten. Na de eerste tonen werd het me namelijk duidelijk dat ik naar iets bijzonders aan het luisteren was. Pigeon Toe maakt een fraaie combinatie van progressieve rock en progressieve metal die met bovengenoemde bands helemaal geen raakvlakken vertoont. Gemiddeld klokken de nummers ergens rond de zes minuten en hoewel er veel in gebeurt blijven het ook echte songs. Invloeden lopen van Led Zeppelin (”The Cave“) en Pink Floyd (”Second Try“) tot Tool en Karnivool. Mooie meerstemmige zangpartijen worden moeiteloos gekoppeld aan rustige momenten, die langzaam uitgebouwd worden tot stevige stukken. Hapklare brokken muziek zijn het zeker niet; ‘First Perception’ is boven alles een groeialbum. Doe jezelf een plezier en neem er de tijd voor.


PRONG

Carved Into Stone

(Long Branch/SPV/Suburban)
www.facebook.com/prongmusic
André Verhuysen
80

In 2002 ontwaakte Tommy ‘Mr. Prong’ Victor uit een zesjarige winterslaap. De twee studioalbums die Prong sindsdien afleverde – ‘Scorpio Rising’ (2003) en ‘Power Of The Damager’ (2007) – tekenden echter schril af tegen de klassiekers die het trio voor de eeuwwisseling maakte. Beide albums werden gekenmerkt door een stuitend gebrek aan bezieling. De vlijmscherpe riffs die Victor voor zijn dutje nog zo achteloos uit zijn mouw schudde waren in geen velden of wegen te bekennen en het tempo van de songs lag veel te laag om de aandacht lang vast te houden. Eigenlijk had ik Prong dan ook al afgeschreven. Des te opmerkelijker is de onverwachte en glorieuze comeback van Victor en zijn Prong met ‘Carved Into Stone’. Ze zijn er weer: de heerlijke, machinale, gortdroge en soms zelfs dansbare monsterriffs! En de vaart zit er ook weer lekker in. Eigenlijk is het gedeeltelijk ultratrage titelnummer de enige song die wat dat betreft uit de toon valt; zowel riff als tempo zijn erg a-typisch voor Prong. Het mag de pret niet drukken. Laten we vooral heel blij zijn met het eerste puike Prong-album sinds ‘Rude Awakening’, toch alweer vijftien jaar geleden!