CD van de maand November 2012

KISS

Monster

(Universal)
Stephan Gebédi
87

 

 

Op het podium doet Kiss er jaar in jaar uit alles aan om hun hondstrouwe fans te plezieren met een greatest-hits-show, maar in de studio kan de band soms behoorlijk eigenzinnig uit de hoek komen en platen maken die er vooral op zijn gericht om de bandleden zelf te plezieren. Denk maar eens aan mislukte uitstapjes als ‘(Music From) The Elder’, dat achteraf toch nog een warm plekje in de harten van menig Kiss-fan wist te veroveren, of het grunge-uitstapje ‘Carnival Of Souls’, een van de hardste en meest donkere albums van de band. Met ‘Monster’ zou Kiss wel eens de balans tussen het plezieren van zichzelf en de fans kunnen hebben gevonden. Het is een publiek geheim dat de bandleden grote fans zijn van Britse rockbands uit de jaren zeventig als Led Zeppelin en The Who, en die invloeden zijn op ‘Monster’ meer dan ooit aanwezig. Luister maar eens naar nummers als ”Long Way Down“ of ”Wall Of Sound“, dat ook enigszins aan Whitesnake doet denken en zelfs niet zou hebben misstaan op de laatste CD van Rival Sons. Daar tegenover staat dan een lekkere stamper zoals opener ”Hell Or Hallelujah“, een soort kruising van de klassieker ”I Stole Your Love“ en ”Modern Day Delilah“ van voorganger ‘Sonic Boom’. Stevige partyrockers als het ranzige uptempo nummer ”Take Me Down Below“, ”Last Chance“ en het pretentieloze ”Back To The Stone Age“ zijn deze keer echter in de minderheid. Kiss klinkt op ‘Monster’ verrassend serieus en overtuigt met degelijke classic rock. Eén van de beste en opvallendste nummers is ”Shout Mercy“, dat me qua sfeer en geluid op de een of andere manier doet denken aan ‘The Golden Years’-EP van Motörhead. Drummer Eric Singer en gitarist Tommy Thayer mogen ieder ook een liedje zingen, maar laatstgenoemde drukt vooral zijn stempel op deze CD door zo’n beetje elk nummer te verrijken met een geweldige gitaarsolo. Thayer past qua stijl veel beter bij de Kiss-sound dan voorgangers als Bruce Kulick of Vinnie Vincent. Hij heeft misschien niet de uitstraling van Ace Frehley in zijn hoogtijdagen, maar is wel een veel betere gitarist en in meerdere opzichten het beste dat Kiss de afgelopen tien jaar is overkomen. Op ‘Monster’ bezondigt Kiss zich meer dan ooit aan verering van hun eigen, oude helden. Dat heeft geresulteerd in een sterk hardrockalbum, dat wel iets verder van het standaard Kiss-geluid is verwijderd is dan voorganger ‘Sonic Boom’. Zelfs op hun oude dag weet Kiss ons nog te verrassen met een ijzersterk album.