10xEremetaal Oktober 2013

 

10xEremetaal in Oktober 2013

ALTER BRIDGE

Fortress

(Roadrunner/Warner Music)
Robert Haagsma
82

Lui achterover leunen en van het succes genieten is er niet bij voor Mark Tremonti. De afgelopen jaren moest hij al zijn tijd verdelen over Alter Bridge en het opnieuw opgerichte Creed. De gitarist bracht bovendien een eerste soloplaat uit, die hij ondersteunde met een tournee. Ondertussen toerde zanger Myles Kennedy de wereld rond als lid van de entourage van Slash. ‘Fortress’ bewijst dat al die drukte vooralsnog geen wissel trekt op de muziek van de Amerikaanse rockband. Het album laat een inmiddels volledig uitgekristalliseerd geluid horen, dat nog altijd balanceert tussen rock en metal. De plaat staat opnieuw vol goed in het gehoor liggende songs, zoals „Cry Of Achilles”, de eerste single „Addicted To Pain”, „The Uninvited” en het titelnummer. Opnieuw is er een vanzelfsprekende hoofdrol voor de zwaar aangezette akkoorden en functionele solo’s van Tremonti, die overigens ook als zanger figureert in „Water Rising”. Het laatste zetje dat hij voor die stap nodig had, kreeg hij wellicht dankzij het succes van zijn soloplaat. De andere prominent aanwezige is natuurlijk Myles Kennedy die op het hele album laat horen een van de beste zangers van deze tijd te zijn. De muziek van Alter Bridge is groots, meeslepend en dramatisch. De zanger zorgt echter dat het een heel album lang geloofwaardig blijft. Het wordt eigenlijk heel mooi uitgebeeld op de platenhoes. Het album heet ‘Fortress’, maar op de foto staat een gammel schuurtje. Op het eerste gezicht klinkt Alter Bridge vooral groots en stoer. Wie naar de teksten en de muziek luistert, zal ontdekken dat dit maar één kant van de band is.


THE ANSWER

New Horizon

(Napalm/Rough Trade)
Robert Haagsma
78

Met een titel als ‘New Horizon’ wekt The Answer heel even de verwachting dat de band zich op nieuwe muzikale avonturen gestort heeft. De eerste tonen van het titelnummer zijn echter geruststellend. Knorrende gitaren, straf beukende drums en de soulvolle strot van Cormac Neeson vormen bij elkaar opnieuw een herkenbaar geluid. Overigens heeft de titel wel tot een mooie hoes geleid; de laatste die de legendarische ontwer- per Storm Thorgerson maakte voor zijn dood in april dit jaar. Er is nog een bekende naam aan de plaat verbonden: voormalig Little Angels-zanger Toby Jepson produceerde het werkstuk. Als gezegd, The Answer levert met ‘New Horizon’ vooral degelijk vakwerk af. Blues-achtige hardrock, vol eerbied voor de jaren zeventig, maar gespeeld met de energie van een nog altijd jonge band. Ook al is het geluid van de band overbekend, het album bevat toch weer een aantal erg sterke songs. Eén daarvan is „Specta­cular”. Cormac Neeson zingt daarin vanuit zijn tenen. Pure emotie! Elders op het album vlamt de band nog een paar keer. De CD biedt geen nieuwe vergezichten, maar vertrouwde degelijkheid.


AVENGED SEVENFOLD

Hail To The King

(Roadrunner/Warner Music)
André Verhuysen
68

Vooropgesteld: ‘Hail To The King’ klinkt als een klok. De plaat knált werkelijk mijn speakers uit. Op de productie is helemaal niets aan te merken. Beter is niet mogelijk. Punt. Zo, dat is er uit. Verder kan ik namelijk weinig of niets positiefs aan de plaat ontdekken. Sterker nog, wat een schaamteloze vertoning! Alles, maar dan ook echt álles aan ‘Hail To The King’ is bij elkaar gejat. Voorbeelden zeg je? Opener „Shepherd Of Fire”: Metallica, om precies te zijn „Enter Sandman”. Tweede nummer „Hail To The King”: AC/DC, „Thunderstruck”. Derde nummer „Doing Time”: Guns N’ Roses. Het bontst maken de heren het met nummer vier „This Means War”: een regelrechte kopie van Metallica’s „Sad But True”. Laat Lars Ulrich het niet horen, want dan wordt het echt oorlog. In de rechtbank welteverstaan. Om nog maar te zwijgen over nummer zes „Crimson Day”: een ballad die het midden houdt tussen Metallica’s „Nothing Else Matters” en Guns N’ Roses’ „November Rain”. Zoals die gitaarsolo invalt… Luister je mee Slash? Dan heb ik eigenlijk al geen zin meer om te zeggen dat nummer zeven „Heretic” meer dan een beetje lijkt op Megadeth en nummer acht „Coming Home” op Iron Maiden. Maar ik doe het toch. Ik weet het, klikken is niet netjes, maar iemand moet de waarheid toch vertellen?


BOMBUS

The Poet And The Parrot

(Century Media/Universal)
Bastiaan Tuenter
85

De geschiedenis van Bombus is kort en krachtig. De heren brachten enkele vinylsingles en een titelloos debuut uit. Ondertussen trad men veel op. Het aantal shows zal alleen maar toenemen nu bandleider Fredrik Berglund zijn maatschappelijke carrière aan de wilgen heeft gehangen. Kwaliteit en mentaliteit bleven niet onopgemerkt. Century Media pikte de band op en maakt er nu serieus werk van. Bombus mag gezien worden als het gespierdere broertje van de eveneens Zweedse groepen Graveyard en Witchcraft. Steekproefsgewijs ging men langs de eigen platenkasten en trof daar albums aan van onder meer Entombed, Motörhead, Poison Idea, Black Sabbath, W.A.S.P., Mastodon, Metallica en Melvins. Het is ze op ‘The Poet And The Parrot’ gelukt om uit dat brede arse­naal een eenheid te smeden. „A Safe Passage”, „Liars” en „Let Her Die” zijn enkele sterke tracks waarbij het vroegere Baroness soms te binnen schiet. Dat is te danken aan het gruizige karakter dat slechts als verpakking dient van mooie melodieën en een pakkende ritmesectie. De zangpartijen van de twee gitaristen, Berg­lund en zijn kompaan Matte Jacobsson, vallen eveneens goed in de smaak. Beiden zijn gezegend met een schuurpapieren stemgeluid en zingen veel simultaan. De gemene deler is moeilijk aan te wijzen, maar Bombus hangt ergens tussen sludge en metal in. Het is echter makkelijk om de invloeden uit punk, hardcore, heavy, black en folk te ontdekken. Daarmee heeft Bombus met ‘The Poet And The Parrot’ uitstekende kaarten om een breed publiek aan te spreken.


CARCASS

Surgical Steel

(Nuclear Blast/PIAS)
Robbie Woning
80

De geschiedenis van Carcass kent een wat merkwaardig verloop. De band geldt als legendarisch en heeft onmiskenbaar een hele generatie grind- en death metalbands beïnvloed. Maar op het moment dat Carcass daarvoor midden jaren negentig van de vorige eeuw de verdiende waardering begon te krijgen, wierpen de muzikanten de handdoek al in de ring. Ze waren gefrustreerd over de muziekindustrie, maar ook moegestreden en ‘klaar’ met hun muziekstijl van dat moment. Het kon niet voorkomen dat hun uit 1993 stammende ‘Heartwork’-album als ultieme melodieuze death/grindblauwdruk een ware cultstatus verwierf. Ex-gitarist Mike Amott maakte daar dankbaar gebruik van, door met met zijn nieuwe band Arch Enemy grotendeels in hetzelfde straatje verder te gaan. Verzoeken om een Carcass-reünie werden door zanger/bassist Jeff Walker steevast weggeschamperd en ook gitarist Bill Steer concentreerde zich liever op zijn classic rockband Firebird. Maar toch… sinds 2008 speelt de band weer geregeld live. En zowaar, na achttien jaar is er ook een nieuwe studioplaat. Fans zullen blij zijn om te horen dat Carcass grotendeels verdergaat waar de band ooit stopte. ‘Surgical Steel’ heeft veel gemeen met eerdere albums als ‘Heartwork’ en ‘Necroticism’. De muziek heeft eenzelfde logge diepgang en venijn, de gitaren spelen eenzelfde mooie mix van agressieve riffs en fraaie melodielijnen en de drums schakelen voortdurend functioneel tussen pompende midtempo’s, straffe thrashbeats en wat verdwaalde blasttempo’s. Anno 2013 is de muziekstijl van de band veelvuldig geïmiteerd. Ironisch genoeg heeft ‘Surgical Steel’ daardoor op het eerst oor niet direct de impact van oudere Carcass-platen. Naarmate je het album vaker draait, nestelen de pakkende riffs en aanstekelijke zanglijnen zich echter snel in je hoofd en wordt duidelijk dat er op de CD heel goede nummers staan. De heren Walker en Steer zijn het nog niet verleerd. En drummer Daniel Wilding en gitarist Ben Ash doen als nieuwkomers hoorbaar hun best om het bandgeluid authentiek te houden.


THE CHARM THE FURY

A Shade Of My Former Self

(Listenable/Suburban)
Patrick Lamberts
78

Na de indrukwekkende EP ‘The Social Meltdown’ is er dan het langverwachte debuutalbum van The Charm The Fury. De metalcoreband wordt in Nederland al een tijdje op handen gedragen. Inmiddels is er bij het Franse Listenable Records een contract getekend en zette de band een krabbel onder een wereldwijde deal met de Engelse tak van Creative Artist Agency, dat ook bands als AC/DC en Coldplay onder zijn hoede heeft. Ook over de grens wordt de band dus inmiddels warm onthaald. Dan de plaat. Die zit uitstekend in elkaar en is over het algemeen lomp hard. De nummers duren gemiddeld tussen de drie en vier minuten, waarin – godzijdank – ook wat rustpunten zijn ingebouwd. Die fraaie soundscapes met melodieuze tokkels geven wat ademruimte en voorkomen dat ‘A Shade Of My Former Self’ te veel van hetzelfde is geworden. De screams lijken echter op den duur vooral een kunstje te worden en liggen daardoor aan het eind van de rit wat zwaar op de maag. Een pure smaakkwestie die niets te maken heeft met de kwaliteiten van schreeuwmeisje Caroline Westendorp. Van de EP is alleen het nummer „Virtue Of Leadership” overeind gebleven, dus de band is kritisch geweest en heeft het zichzelf zeker niet gemakkelijk gemaakt. Als The Charm The Fury deze lijn voortzet, hebben we na Gorefest, Within Temptation en Textures (om er maar een aantal te noemen) eindelijk weer eens een Nederlandse metalband die internationaal wat potten gaat breken.


DEATH ANGEL

The Dream Calls For Blood

(Nuclear Blast/PIAS)
Robbie Woning
85

De zevende studioplaat van ‘de band met die drummer van 14’. De geschiedenis van Death Angel wordt gekenmerkt door vroege hoogtepunten, maar op cruciale momenten ook wat pech. Wereldberoemd zijn ze nooit geworden, maar de band rond gitarist Rob Cavestany en zanger Mark Osegueda heeft wel altijd een onovertroffen eigenzinnigheid uitgestraald. Het is de belangrijkste reden waarom de eerste drie studio-albums dik twintig jaar na dato nog zo ontzettend relevant klinken en de band nog steeds zo geliefd is. In 2001 maakte Death Angel een nieuwe start en sindsdien is een stel uitstekende, keiharde platen gemaakt. ‘The Dream Calls For Blood’ klinkt opnieuw ongekend fel. Het lijkt wel alsof de band even in de tijdmachine naar 1987 is gestapt en zich daar volop door de euforie en vechtlust uit de dagen van het debuutalbum ‘The Ultra-Violence’ heeft laten inspireren. Alle tracks op het album klinken enorm gedreven en de band is echt in topvorm. Nummers als „Left For Dead”, „Son Of The Morning” en „Execution – Don’t Save Me” geven andere gevestigde thrashbands een stevige schop onder de kont. Ook de rest van de CD stormt opvallend luidruchtig en zelfverzekerd voorbij. Het gitaar- en drumwerk is zoals altijd strak en opzwepend. Het is muziek waarbij de flexibele, soms wanhopig krijsende stem van zanger Mark Osegueda perfect past. Death Angel onderbrak het muzikale geweld in het verleden nog wel eens met een fraaie ballad. Ditmaal blijft het bij wat stemmige intro’s en houdt de band het gaspedaal verder diep ingetrapt. Een knappe plaat en een van de beste van Death Angel tot nu toe.


HAKEN

The Mountain

(InsideOut Music/Universal)
Patrick Lamberts
85

‘The Mountain’ is Hakens derde studioalbum in drie jaar tijd. De Britse progressieve metalgroep maakt dus grotere stappen dan de persoon op de albumcover. Die figuur – een man die een steen een berg op rolt – staat echter symbool voor het thema van deze ‘conceptplaat’: het overwinnen van obstakels. In een negental nummers wordt er onder meer gezongen over dealen met de dood, balans brengen in het leven en doorgaan na een stukgelopen relatie. Daarbij gaat de band ongegeneerd, onorthodox en ongedwongen te werk. „Because It’s Here” is bijvoorbeeld met kerkelijk gezang, boterige basloopjes en elementen uit de djent-stroming een van de meest originele ballads die ik sinds tijden heb gehoord. Hoewel Ross Jennings een erg goede zanger is, valt het bij beluistering van ‘The Mountain’ wel extra op dat zijn stem ‘dunnetjes’ klinkt. Soms merk je dat als hij zich helemaal blootgeeft in de rustige stukken („The Path” en het gotische intro van „Because It’s Here”) en soms juist bij de explosievere stukken. Om die iele klanken wat extra body te geven is er menig dubbele zangpartij of echo aan te pas gekomen. Op plaat een effectieve oplossing, maar hoe gaat dit live uitpakken? Verder alle lof voor de originele composities, de prima flow van het album, de muzikale hoogstandjes („Pareidolia”) en de betoverende momenten (het tweede deel van „Falling Back To Earth”). Vooral afsluiter „Somebody”, een nummer in het straatje van Leprous, kent een zorgvuldige opbouw, waarbij de onderhuidse spanning goed wordt vastgehouden tot aan het explosieve, bombastische einde met blaassectie. Wederom een erg sterke plaat van de band die eigenlijk al vanaf het begin van zijn carrière aan de top van de progressieve metalscene staat.


ONSLAUGHT

VI

(AFM/Rock Inc./Bertus)
André Verhuysen
80

Onslaught is met afstand de beste old-school thrashband van het Verenigd Koninkrijk. Dat is niet van vandaag of gisteren, maar dat is al zo sinds midden jaren tachtig. Eerlijkheidshalve moet ik daar wel aan toevoegen dat dat meer zegt over de Britse thrashscene dan over Onslaught, want op een originele noot heb ik de sympathieke Engelsen nog nooit kunnen betrappen. Op de albums van vóór het uiteenvallen van de band in 1991 was het een en al Metallica en Slayer wat de klok sloeg, op de albums van ná de reünie in 2005, kon je daar Exodus en Kreator aan toevoegen. Het gebrek aan eigen identiteit compenseerde Onslaught echter altijd ruimschoots met muzikaal vakmanschap en een enorme bevlogenheid. Op het op 20 september te verschijnen ‘VI’ is het al niet anders. Gooi alle bovengenoemde thrashgrootheden in een blender en de pikzwarte smurrie die eruit komt heet Onslaught. Met de niet onbelangrijke kanttekening dat ‘VI’ zowaar Onslaughts meest furieuze plaat is tot nu toe. De reden: de nieuwe drummer Michael Mourihan. Hij trommelt en roffelt een stuk strakker en inventiever dan zijn voorganger Steve Grice. En zo kan het gebeuren dat de Onslaughters hun dertigste verjaardag vieren met de beste plaat uit hun carrière. Het lijkt Kreator wel.


TARJA

Colours In The Dark

(earMUSIC/V2)
Anita Boel
95

Overdonderend, verrassend goed en érg vet! Dat is de korte samenvatting van ‘Colours In The Dark’ van zangeres Tarja Turunen. Was ik bij de eerdere soloplaten van deze Finse nog erg verdrietig dat ze geen onderdeel meer uitmaakte van Nightwish, nu ben ik juist ontzettend blij dat ze op eigen benen is gaan staan. Dit album had ik namelijk voor geen goud willen missen. Tarja heeft haar muzikale weg definitief gevonden. En deze weg blijkt tot mijn grote geluk geplaveid met bombastische metal, invloeden uit de klassieke muziek, stevig gitaarwerk en magnifieke zangpartijen. Direct al aan het begin van het album presenteert Tarja een mega-metalhit in de vorm van het titelnummer, waarin op prachtige wijze het thema van Ravels ‘Bolero’ is verwerkt. Als ze hier niet mee gaat scoren, dan vreet ik mijn kistjes op. Het navolgende „500 Letters” heeft al evengoed hitaspiraties, zo catchy is het. Vervolgens klinkt het fantastische „Lucid Dreamer” uit mijn speakers. Dit nummer is het ultieme voorbeeld hoe metal op de juiste manier met klassieke muziek gecombineerd moet worden. Een prachtig opgebouwde, bombastische song met een Tarja in topvorm. „Lucid Dreamer” kan ik zo tien keer achter elkaar luisteren en dan verveelt het nummer me nog niet. Dat geldt overigens ook voor het zeer sfeervolle „Mys­tique Voyage”, met daarin prachtige meerstemmige partijen. Indrukwekkend. En dan hebben we nog liefst vijf ijzersterke nummers te gaan, waaronder de Peter Gabriel-cover „Darkness”, het filmische „Deliverance” en de fantastische afsluiter „Medusa”. Tarja Turunen laat iedereen, en Nightwish in het bijzonder, met dit album een poepje ruiken. Respect!