10xEremetaal Juli 2015

10xEremetaal in Juli 2015

 

BETWEEN THE BURIED & ME

Coma Ecliptic

(Metal Blade/PIAS)
Robert Haagsma
85

De leden van Between The Buried & Me dompelden zich de afgelopen jaren onder in conceptalbums als ‘The Wall’, ‘Operation: Mindcrime’ en ‘Quadrophenia’. Ze stelden zich ook bloot aan klassieke suites en weelderige musicals. ‘Coma Ecliptic’, het zevende album, is het logische gevolg: een groots opgezet conceptalbum waarin de band alle muzikale kanten van zichzelf laat horen. Het verhaal draait om een anonieme man die in comateuze toestand zijn leven aan zich voorbij ziet trekken. Aan het eind van die lange terugblik heeft hij de keuze: in die toestand blijven of proberen alles voortaan beter te doen. Het is een intrigerend gegeven, dat zowel muzikaal als tekstueel prachtig ingevuld wordt. De opener „Node” is ijl en verstild, in de stijl van Radiohead in goede doen. Met „The Coma Machine” gaan echter alle registers open. Terwijl opnieuw opvalt hoe geweldig de band speelt, razen we langs ingetogen passages, een flard deathcore, ronkende metal en progressieve pracht. Het vormt allemaal nog een volkomen logisch geheel ook. De variatie neemt alleen maar toe. Het kalme „King Redeem/Queen Serene” doet me aan Opeth denken. „Dim Iginition” heeft een elektronische basis. Zo blijft het album boeien, tot aan het bevrijdende „Life In Velvet” toe, waarmee ‘Coma Ecliptic’ een grootse climax beleeft. Between The Buried & Me maakt progressieve metal zoals ik dat anno 2015 graag hoor. De band bouwt voort op een eerbiedwaardige traditie, maar voegt er hedendaagse elementen aan toe. Het vindt zijn weg naar een album vol avontuurlijke songs en interessante teksten.


 

BULLET RAIN BLAST

Shake Rattle Dancing

(Mighty Music/Suburban)
Bastiaan Tuenter
78

Dit derde album laat horen dat het Deense hardrockgezelschap Bullet Train Blast nog altijd in de lift zit. Stevige en verzorgde hardrock in het straatje van Aerosmith en Guns N’ Roses, maar dan net iets directer en toegankelijker. In het dozijn nummers wordt er veel en soepeltjes en smaakvol aan blues gerefereerd. De composities blijven door de Amerikaanse drang ook goed hangen. Daarbij scheelt het een slok op de borrel dat er in de persoon van zanger Martin Larsen een zanger voor de microfoon staat die er met een krachtige strot veel overtuiging in stopt. Het werkt voor de band op vele niveau’s, of het nu gaat om een melodieuze track als „Head Above Water”, met een smaakvol orgeltje, een ruige en zware als „The Fighter”, met harde riffs, of een swingende, zoals „Shake Rattle Dancing”, met zwierig gitaarwerk. De ferme recht-voor-zijn-raap-rocksound maakt het plaatje helemaal compleet. Tue Madsen ontfermde zich erover, waarmee hij laat horen dat hij meer in z’n mars heeft dan het vrij klinische geluid dat hij doorgaans bij metalbands neerzet.


 

CRADLE OF FILTH

Hammer Of The Witches

(Nuclear Blast/PIAS)
Stephan Gebédi
80

De laatste jaren was het ooit zo trotse en populaire Cradle Of Filth een zwalkende band geworden. De vele bezettingswijzigingen en platen die kwalitatief gezien niet meer in de buurt kwamen van de eerste vijf studioalbums leidden ertoe dat Cradle de afgelopen jaren flink wat fans kwijtraakte. Een vrij recente toer met Behemoth, waar de Britten herhaaldelijk van het podium werden geblazen, onderstreepte dat nog eens. Met ‘Hammer Of The Witches’ proberen Dani en co weer wat verloren terrein goed te maken en dat lukt ze aardig. Ofschoon dit album geenszins het niveau van ‘Vempire’ of ‘Dusk And Her Embrace’ haalt, is het qua stijl een terugkeer richting ‘Midian’ en in iets mindere mate ‘Cruelty And The Beast’. De intensiteit en bevlogenheid van weleer is anno 2015 natuurlijk moeilijk te vangen, maar het moet gezegd worden dat de heren op ‘Hammer Of The Witches’ flink hun best doen. Het tempo ligt bij de meeste nummers weer flink hoog, op de opener „Yours Immortally” misschien zelfs iets té hoog, want hier lijkt de band zichzelf voorbij te lopen. Naast de snelle tempo’s horen we uiteraard ook de nodige sterke melodielijnen en epische passages voorbijkomen. Het blijft ook mooi om te horen wat een grote invloed de dubbele gitaarpartijen van Iron Maiden nog steeds hebben in het gitaarwerk van Cradle Of Filth. Het zorgt er ook voor dat de band onmiskenbaar Brits klinkt. Het bekende gothische, vampiristische sfeertje is vanzelfsprekend ook aanwezig op ‘Hammer Of The Witches’, maar over het algemeen is de aanpak een stuk steviger en directer dan op de vorige albums. Geen meesterwerk, maar zondermeer een goede plaat die een stuk sterker is dan de laatste twee.


 

DEW SCENTED

Intermination

(Metal Blade/PIAS)
Stephan Gebédi
84

Het thrashgezelschap Dew Scented draait alweer 23 jaar mee in de metalwereld, maar getuige ‘Intermination’ zit de klad er nog lang niet in. Zanger Leif Jensen houdt het schip al die jaren al op koers en met een sterke Nederlandse bemanning aan boord bestaande uit Koen Herfst, Marvin Vriesde, Rory Hansen en Joost van der Graaf, kost hem dat de laatste jaren weinig moeite. De furieuze songs kloppen aan alle kanten en worden technisch perfect en met de nodige power op de luisteraar afgevuurd. De stem van Jensen doet af en toe ook een beetje aan Tomas Lindberg van At The Gates denken, maar op muzikaal vlak ligt de nadruk toch eerder op Amerikaans getinte thrash metal, die af en toe licht tegen death metal aanleunt. Echte uitschieters kan ik niet noemen omdat de nummers over het algemeen erg sterk zijn en ‘Intermination’ daarom een plaat is geworden die een constant hoog niveau haalt. De mix van Dan Swanö knalt ook nog eens behoorlijk, zodat we best kunnen stellen dat er dit jaar maar weinig thrash metalschijven van dit niveau zullen volgen. Verplichte aanschaf dus en koop dan meteen de digi-uitvoering waarop je nog een paar extra covers van onder andere Repulsion en Vio-lence voor je kiezen krijgt!


 

GRAVEWORM

Ascending Hate

(AFM/Suburban)
Anita Boel
76

Normaliter brengt Graveworm ons trouw eens in de twee jaar een nieuw album. Dit keer hebben we er bijna vier jaar op moeten wachten. De reden is simpel: Thomas Orgler verliet in 2012 als belangrijkste songwriter de band. Zijn vriendin, toetsenist Sabine Mair, ging met hem mee. Beiden werden vervangen door één persoon: voormalig Graveworm-gitarist/songwriter Stefan Unter­per­tinger. Daar kunnen we als Graveworm-liefhebber blij mee zijn. Luister maar eens naar de eerste twee songs van dit nieuwe album. „The Death Heritage” en „Buried Alive” klinken heerlijk intens, melodieus, maar ook rauw en heftig. Over het geheel gezien zijn de toetsenpartijen wat minder aanwezig, maar dat mis je geen moment. De oude Unterperinger-Graveworm-sound is perfect verweven met de Graveworm-sound van tien jaar later. Om het de liefhebbers van het eerste uur helemaal naar de zin te maken, is het nummer „Nocturnal Hymns part II” op de CD gezet. Een goede zet, want ook al wijkt deze song wat af van het overige materiaal, het is één van de beste nummers.


 

HIGH ON FIRE

Luminiferous

(Century Media/Universal)
Robert Haagsma
85

In 2012 wist zanger en gitarist Matt Pike (ook: Sleep) niet langer te ontsnappen aan zijn nogal uitbundige manier van leven. Er moesten zelfs wat shows afgezegd worden. De Amerikaanse muzikant nam het enige verstandige besluit: hij rekende af met wat ongezonde gewoontes. Het resultaat daarvan is te horen op ‘Luminiferous’, het zevende studioalbum van de in 1998 opgerichte formatie. Niet dat er iets mis was met de vorige albums, maar zijn grommende zang klinkt krachtiger dan ooit, terwijl ook de muziek weer bruist van de energie. Veel is – gelukkig! – ook hetzelfde gebleven. High On Fire staat nog altijd voor harde, compromisloze metal. Rollende drums, snijdende solo’s en gitaarakkoorden die alles dichtsmeren. Terwijl de band voorheen vaak per album van producer wisselde, is dit de tweede plaat in successie die opgenomen is met Kurt Ballou van Converge. Een goede keus. Hij leverde al goed werk af met ‘De Vermis Mysteriis’, het album uit 2012. Hij wist de karakteristieke sound van High On Fire ditmaal nog beter te vangen. Het brute geweld wordt halverwege de rit even onderbroken met het trage, ingetogen „The Cave”, waarmee de band toch iets nieuws prijsgeeft. Het is, zonder de rest van het album tekort te doen, meteen een van de hoogtepunten van ‘Luminiferous’.


 

LINDEMANN

Skills In Pills

(Lindemann/Warner)
Robert Haagsma
85

‘A dirty mind is a joy forever’, stelde iemand ooit. Het is in het geval van Till Lindemann bovendien een onuitputtelijke bron van inspiratie. In „Ladyboy” bezingt hij likkebaardend ‘chicks with dicks’. Volle vrouwen krijgen – letterlijk – een beurt in „Fat”. En drie keer raden waar zijn hengel in „Fish On” symbool voor staat. Zo slingert het album langs pillen die je een hele nacht lust bezorgen en het erotische geëxperimenteer van „Golden Shower” – inclusief geklater. In dat opzicht wijkt ‘Skills In Pills’ nauwelijks af van wat een gemiddeld album van Rammstein aan ontboezemingen te bieden heeft. Lindemann is natuurlijk het nieuwe muzikale avontuur van de zanger die ooit de wereld veroverde met die band. In werkelijkheid is Lindemann een duo, waar verder Peter Tägtgren (Hypocrisy, Pain) deel van uitmaakt. Deze laatste was verantwoordelijk voor de muziek, Lindemann voor de poëzie. Vermeldenswaardig zijn de orkestrale arrangementen waar de Nederlander Clemens Wijers (Carach Angren) voor tekende. Vooral in het serieuze „Yukon” klinken die partijen wonderschoon. Het is een gevarieerd album geworden, waar uitgelaten bombast afgewisseld wordt met meer melodieuze momenten. Wat vooral opvalt is hoe weinig de muziek afwijkt van de gepatenteerde Rammstein-sound: straffe tempo’s, bombastische arrangementen, zwaar aangezette riffs en de sonore zang van Lindemann als de ultieme afmaker. Ik voeg daar meteen aan toe dat de nummers wel erg goed in elkaar zitten. Van het titelnummer tot „Cowboy” en „Children Of The Sun”, ze pakken me in waar ik bij sta. ‘Skills In Pills’ klinkt bovendien als een project waar door de twee met veel plezier aan gewerkt is. De toekomst van Rammstein is ongewis. De band komt ongetwijfeld ooit weer bij elkaar. Al­leen, wanneer? Als de individuele leden de tijd doden met het maken van dit soort albums hoor je mij niet klagen.


 

POWERWOLF

Blessed & Possessed

(Napalm/PIAS)
Justin Erkens
80

Love it or hate it. In het geval van het Duitse power metalgezelschap Powerwolf is er bijna geen tussenweg. Een dozijn kerkorgels, refreinen waarvoor ‘aanstekelijk’ een zwaar understatement is en de groteske vocalen van Attila Dorn, de releases volgen al een aantal jaar soortgelijk patroon. Om nog maar te zwijgen om de overdaad aan ‘religieuze’ referenties van de (weer)wolven. Wie echter een ‘resurrection by erection’ heeft meegemaakt bij voorgangers als ‘Blood Of The Saints’ (2011), en ‘Preachers Of The Night’ (2013), kan zijn evangelische vuist weer in de lucht steken: ‘Blessed & Possessed’ is dat alles en meer. Het is een werkwijze die vaak goed uitpakt, maar soms wat minder. Zo leunen het openings- en tevens titelnummer en het verderop geplaatste „Christ & Combat” te veel op hun refreinen, zonder dat de nummers genoeg afwisseling bieden om interessant te blijven. Het zijn echter uitzonderingen. Nummers als „Secremental Sister”, „Dead Until Dark” en „Army Of The Night” zijn minstens even catchy, maar gevarieerder en beter uitgewerkt. Dat laatste geldt in het bijzonder voor de pareltjes van dit album: „Armata Strigori” – misschien wel het beste Powerwolf-nummer tot dusverre – en het afsluitende „Let There Be Light”. ‘Blessed & Possessed’ is een optelsom van een uitgekiende succesformule en jarenlange ervaring en perfectioneren.


 

PRO-PAIN

Voice Of Rebellion

(Steamhammer/SPV/Suburban)
Robert Haagsma
75

De manier waarop zanger-bassist Gary Meskil aan het begin van het titelnummer ‘Die fucker’ in de microfoon brult, maakt alles duidelijk. Hier ligt het mes op tafel. De band is nog altijd boos. Hoe goed de mix van metal en hardcore is, valt of staat altijd bij de hoeveelheid agressie die er aan die cocktail is toegevoegd. De band maait fel om zich heen. Van de grote problemen in de wereld tot ongemakken dicht bij huis, niets is veilig voor Pro-Pain. Ook in 2015. In een wereld die steeds sneller lijkt te veranderen, is de band daarmee een aangename zekerheid. Sinds het begin jaren negentig voortkwam uit het legendarische gezelschap The Crumbsuckers verrijkte Pro-Pain de wereld met een slordige vijftien albums vol korte, harde en vooral intense songs. Dat bleef de band ook doen, al bleven de muzikanten komen en gaan. ‘Voice Of Rebellion’ is daarmee vooral een consoliderend album. Wie altijd al een zwak had voor de Amerikaanse groep, zal niet teleurgesteld worden. Het biedt te weinig om nieuwe zieltjes te winnen. Zelf ben ik blij met de plaat, al is het maar om twee songs. In „No Fly Zone” klinken de hiphopinvloeden uit de begindagen door. En het afsluitende „Fuck This Life” laat Pro-Pain op z’n meest boos horen – dus op z’n best.


 

TRIXTER

Human Era

(Frontiers/PIAS)
Bastiaan Tuenter
78

Hoewel Trixter slechts het staartje van de glamrockhoogtijdagen meemaakte, blijven de mannen fans van nostalgie op hun wenken bedienen. Dat ‘Human Era’ binnenkort in de schappen ligt is een teken dat het de band goed gaat. Bandleider Steve Brown beloofde immers de band zonder pardoes op te doeken als het comebackalbum ‘New Audio Machine’ zou floppen. De tijd lijkt bij Trixter nog altijd stil te staan. De elf feelgood hardrocksongs worden gedragen door een flink aangedikte eightiessound, waarin met name Brown met z’n uitstekende, soms Van Halen-achtige spel weer een smaakmaker blijkt. De nog altijd prima zingende Pete Loran klinkt en oogt bovendien nog altijd jeugdig genoeg om de party-teksten geloofwaardig te vertolken. Het belangrijkste is dat Brown het schrijven van goede en pakkende composities niet verleerd is. Het enige manco van ‘Human Era’ is dat er geen greintje vernieuwing of originaliteit inzit. De nostalgici kunnen dus blindelings toehappen.