10maal Eremetaal december 2018

10 maal Eremetaal in december 2018

Artillery

The Face Of Fear

(Metal Blade/PIAS)
Diederick RR9660
78

Als verwoed lezer van Aardschok heb je natuurlijk een berg oude nummers in de kast staan. We zouden nu heel flauw kunnen zijn door deze recensie af te doen met een verwijzing naar het decembernummer uit 2013 of die uit april 2016. De woorden die we toen geweid hebben aan de (laatste twee) studioplaten van de thrashformatie Artillery zijn namelijk ook nu weer volledig van toepassing op dit nieuwe album. Maar daarmee doen we deze Denen tekort. Voor de vierde keer op rij heeft deze band namelijk een prima album gemaakt voor iedereen die van melodieuze thrash houdt. Op ‘The Face Of Fear’ strooit de band opnieuw veel lekkers over de luisteraar heen; heerlijk felle songs en allemaal voorzien van krachtige hooks. Alleen met de semi-ballad „Pain” doorbreekt Artillery het stevige geluid en laat daarin horen ook niet vies te zijn van keyboards. Het beste hebben de Denen dit keer tot het laatst bewaard: afsluiter „Preaching To The Converted” is het opzwepende prijsnummer van de plaat, inclusief het kenmerkende oosterse tintje waar Artillery patent op heeft.


ALL THAT REMAINS

Victims Of A New Disease

(Eleven Seven/ADA)
Bastiaan Tuenter
80

De doodsoorzaak van gitarist Oli Herbert is nog altijd niet bekend. Nadat hij in oktober als vermist werd opgegeven, trof de politie zijn lichaam aan in een vijver bij zijn huis. Twee dagen na de release van dit negende studioalbum van All That Remains bewezen zijn familie, bandleden en vrienden hem de laatste eer bij de afscheidsdienst. De 44 jaar geworden Amerikaan gaat de boeken in als de riffmeester en verfijnde, melodieuze sologitarist die met zanger Phil Labonte vorm gaf aan All That Remains. ‘Victims Of A New Disease’ klinkt haast alsof Herbert in de wetenschap verkeerde dat hij zou overlijden; na een paar inwisselbare albums valt alles ineens weer goed samen. Labonte en Herbert hebben een brug geslagen tussen de melodieuze koers van de laatste jaren en de woeste aanpak van de begintijd. De furieuze riffs in keiharde knockouts als „Fuck Love”, „Blood I Spill” en de afsluitende titeltrack zijn Oli Herbert ten voeten uit. Ze zullen de liefhebbers van All That Remains’ grote klassieker ‘The Fall Of Ideals’ goed smaken. Deze nekkenbrekers worden afgewisseld met moderne, melodieuze heavy metalsongs, zoals „Everything’s Wrong” en „I Meant What I Said”, waar de band in de afgelopen jaren patent op had. Ook de liefhebbers van een semi-akoestische ballad in de stijl van „What If I Was Nothing” worden fraai bediend met „Just Tell Me Some­thing”. Op deze zwanenzang van Oli Herbert bewijst de gitarist nog een keer hoe origineel en messcherp hij was. ‘Vic­tims Of A New Disease’ is het meest uitgebalanceerde album dat All That Remains in jaren heeft gemaakt. Hoe en of de band verdergaat is op met moment van schrijven niet bekend, maar de Europese tournee met een show op woensdag 19 december in de Melkweg is niet afgezegd. Wat dat voor een avond wordt, en met wie, blijft spannend, maar feit is dat All That Remains nooit meer hetzelfde zal zijn. R.I.P. Oli Herbert!


DEVIL’S HAND

Mike Slamer – Andrew Freeman

(Frontiers/PIAS)
Maarten van Mameren
85

In zijn rol als gitarist, songwriter en producer is Mike Slamer de grote man achter dit nieuwe project. Naast een aantal mij onbekende muzikanten is zanger Andrew Freeman (Last In Line) van de partij. Een uitstekende keus, hij is een absolute meerwaarde die zowel melodieus als rauw uitstekend uit de voeten kan. De elf melodieuze rocksongs die we hier aantreffen zijn van typische Slamer-makelij, met de gebruikelijke referenties naar Kansas (ten tijde van frontman John Elefante), Streets en – vooral – Mastedon. Met name de catchy refeinen in combinatie met de breed uitgemeten achtergrondzang zijn werkelijk om van te smullen. Ook het gitaarwerk is dik in orde, Slamer strooit met smakelijke riffs, licks en solo’s. Alleen het titelnummer en afsluiter „Push Comes To Shove” zijn wat monotoon, verder valt er op dit album niets af te dingen.


FOR I AM KING

I

(Redfield/Suburban)
Jordan Stael
88

Als er toch een Nederlands bandje de afgelopen jaren alles heeft gedaan om gezien en vooral gehoord te worden, is het For I Am King. Met ‘Daemons’ debuteerde het al op hoog niveau, maar het vele optreden met en voor grootheden heeft de band, om alvast met de deur in huis te vallen, alleen nog maar sterker gemaakt. Met groten souplesse plaatst For I Am King zich tussen andere – niet-Neder­land­se – namen en wat we live ook al zagen, is op plaat nu ook duidelijk: dit is eredivisieniveau metal. Metal anno 2018. Uitstraling, agressie, groove, sterke nummers en fantastische momenten – luister maar eens op 2:38 naar „Forever Blind”. Wat ‘I’ vooral laat horen, is dat de band volwassener is geworden. Misschien zelfs wel net iets beheerster, waardoor de nummers stuk voor stuk vet en hard blijven, maar de lompheid ontberen van de eerdere songs. En die lompheid, hoewel soms lekker (en nog steeds aanwezig zoals in het nummer „Home”) was vroeger nog een reden om halverwege de plaat af te haken. Nu is-ie weloverwogen, wordt-ie afgewisseld door heerlijke genuanceerde metal, dikke vette riffs, het scherpe stemgeluid van Alma Alizadeh en is de productie ook nog eens kristalhelder en lekker. En als je de humor hebt om bij Q-music „Als De Zomer Is Gekomen” van Jan Smit te coveren, dan heb je het wellicht ook in je om met ‘I’ de rest van de wereld te veroveren.


GHOST SHIP OCTAVIUS

Delirium

(Eigen beheer)
Liselotte Hegt
90

In 2015 bracht Ghost Ship Octavius het titelloze debuutalbum uit. De band, bestaande uit gitarist Matthew Wicklund (God Forbid, Himsa, Warrel Dane), drummer Van Williams (Nevermore) en zanger Adõn Fanion, liet hiermop een overweldigende, progressieve metalsound horen, rijk aan melodie, spanningsbogen en emoties. Op ‘Delirium’ wordt die lijn doorgetrokken en de band heeft zich zelfs naar een nog hoger niveau getild. Van begin tot eind blijf je op het puntje van je stoel zitten door de veelzijdige en dynamische sound en het vernuftige maar ook zeer melodieuze spel van de muzikanten. Fanion is een waanzinnig goede zanger en bezit een karaktervol stemgeluid. Hij haalt de hoge noten met gemak, soms kristalhelder, soms met een robuuste rand en ook de lage registers schuwt hij niet. De gitaarriffs van Wicklund zijn zwaargewichten en zorgen voor een ijzige, stoere sound, waarbij hij flink wordt aangespoord door de energieke beats van Van Williams – wat een geweldige drummer! De sublieme solo’s, licks en langgerekte gitaartonen zijn belangrijke smaakmakers, een eigenschap die ik bij veel nieuwe bands mis. Het fel klinkende „Saturnine” bijvoorbeeld, heeft alles in zich waar GSO voor staat. Het theatrale „Ocean Of Me­m­o­ries” heeft ook wel iets weg van TSO. In verschillende nummers is er veel afwisseling tussen harde metalstukken en meer ingetogen, emotievolle momenten. Semi-akoestische gitaarpartijen en cleane gitaarriffs (denk aan oude Queensrÿche) nemen daarin het roer over en zorgen voor kippenvelmomenten, zoals in „Ghost In The Well” en „Chosen”. Sporadisch voorbijdwarrelende piano- en strijkerspartijen en geluidseffecten verdiepen de mystieke sfeer. GSO vaart een geheel eigen koers en zet een eigen herkenbare sound neer, waarvoor hulde. Een must voor fans van Queensrÿche, Pain Of Salvation, Nevermore en Kamelot.


LAST UNION

Twelve

(Rock Of Angels/Bertus)
Patrick Lamberts
78

Last Union – voorheen Blazing Ice – is een melodieuze metalband met symfo- en proginvloeden. Hoewel, ‘band’: dit debuut is vooral het product van het Italiaanse duo Elisa Scarpeccio (zang) en Cristiani Tiberi (gitaar). Zij hebben bassist Mike LePond (Symphony X), drummer Uli Kusch (ex-Helloween, ex-Masterplan) en toetsenist Claudio Felizani gevraagd om de lineup voor dit album compleet te maken. Dream Theater-zanger James LaBrie (!) werd aangetrokken voor een gast/hoofdrol in drie nummers. De opnames vonden over de hele wereld plaats en werden in Zweden kundig samengesmolten door mixer/producer Jens Bogren. Dat ‘Twelve’ soms wel erg aan het lichtere werk op LaBrie’s meest recente soloalbums doet denken, is natuurlijk een inkoppertje. Zeker een nummer als „President Evil” is enorm catchy met net genoeg spannende muzikale uitspattingen. LaBrie’s stem past erg goed bij dit soort melodieuze hardrock. Maar dit geldt evengoed voor Scar­peccio’s soepele timbre met fijne rockattitude. ‘Twelve’ is wat aan de lichte kant, maar toont volwassen songwriting, knap spel en een prima productie.


LEGION OF THE DAMNED

Slaves Of The Shadow Realm

(Napalm/PIAS)
Robert Haagsma
85

Het vorige album ‘Ravenous Plague’ bewees dat Legion Of The Damned een zwarte periode overleefd had waarin gitarist Richard Ebisch opstapte en bassist Twan Fleuren een eind aan zijn leven maakte. Een verzameling harde, compromisloze songs liet horen dat de geest van het ooit uit Occult voortgekomen gezelschap ongebroken was. Het album werd opgenomen met de Duitse muzikant en producer Andy Clas­sen, die ook weer aanschoof voor ‘Slaves Of The Shadow Realm’. Het biedt de sound waar de Limburgse formatie patent op heeft: furieuze thrash, op smaak gebracht met impulsen uit de death- en black metal. Het is natuurlijk de perfecte omgeving voor teksten waarin tegen talloze heilige huisjes geschopt wordt. Teksten die dankzij de duidelijke dictie van Maurice Swinkels als altijd goed te volgen zijn. Hoewel er dus weer ouderwets gebeukt wordt, heeft de band zich in de loop der jaren wel degelijk ontwikkeld. ‘Slaves Of The Shadow Realm’ is een van de best klinkende albums tot nu toe, terwijl alles ook weer net wat avontuurlijker in elkaar lijkt te steken. Wat dat laatste betreft blijft het natuurlijk wel zoeken naar details, zoals een Slayer-achtige duikvluchtsolo in „Nocturnal Commando” of de naald die je in de groef van een LP hoort zakken aan het begin van „Charnel Confession”. Legion Of The Damned strooit bovendien weer met riffs die even krachtig als pakkend zijn. Geweldig album dus, van een band die ouderwetse, brute kwaliteit levert zonder zichzelf ooit echt te herhalen.


METAL CHURCH

Damned If You Do

(Nuclear Blast/ADA)
André Verhuysen
80

Met de terugkeer van zanger Mike Howe in 2015 keerde ook het heilige vuur bij Metal Church terug. Het met Howe gemaakte ‘XI’ (2016) was de plaat die Metal Church eigenlijk had moeten maken na ‘Blessing In Disguise’ (1989) en ‘The Human Factor’ (1991). Gelukkig past ook dit nieuwe album naadloos in dat rijtje. ‘Dam­ned If You Do’ laat een bevlogen Metal Church horen, met in de persoon van Stet Howland een tot op het bot gemotiveerde nieuwe drummer. Eentje die en passant ook nog eens afrekende met kanker. Petje af en gefeliciteerd! Qua opbouw hebben ‘XI’ en ‘Damned If You Do’ veel met elkaar gemeen: drie heerlijke, opzwepende nummers met supercatchy refreinen aan het begin en twee felle, snelle nummers aan het eind. Daartussenin is het niet alleen maar goud dat er blinkt. „Revolution Under­way” bijvoorbeeld, is een niemendalletje dat tijdens het instrumentale middengedeelte struikelt over z’n eigen benen. En „Monkey Finger” is niets meer dan een tragere versie van het saaie „Start The Fire” uit 1986. Het zijn slechts schoonheidsfoutjes op een plaat die verder alles biedt wat je er als Metal Church-fan van mag verwachten.


UNEARTH

Extinction(s)

(Century Media/Sony Music)
Robbie Woning
80

Unearth speelt al jaren een perfecte combinatie van extreme metal en hardcore. En de Amerikaanse band doet dat met een vastberadenheid en precisie die nog altijd veel ontzag wekt. Het nieuwste album ‘Extinction(s)’ is opnieuw een woeste aaneenschakeling van opzwepende riffs, vette grooves en stuwende ritmes. De perfecte muziek voor een liveoptreden dus, maar ook thuis is het luisterend naar Unearth erg lastig om stil te blijven zitten. Het nieuwe album heeft een prachtige, diepe sound, met felle drums en torenhoge gitaarmuren. De tien goed geschreven en gevarieerde tracks komen erdoor echt optimaal uit de verf. Opmerkelijk is ook dat Unearth zo’n twintig jaar na de opkomst van de New Wave Of American Heavy Metal nog altijd heel fris, energiek en urgent klinkt. Daarbij helpen ook zeker de talloze, gecontroleerde stops in de muziek en de subtiele manier waarop de band de hele tijd zijn tempo’s en riffs varieert. De muzikanten kicken er hoorbaar ook zelf op. De echt melodieuze stukken op dit album had de band trouwens gerust achterwege mogelijk laten. Deze doen in mijn oren toch wat afbreuk aan al het fraaie geweld. Ook sommige van de gitaarsolo’s klinken voor zo’n ruige en luidruchtige band wat erg gecontroleerd en schoon. Het zijn natuurlijk maar kleine aanmerkingen, op een album dat verder staat als een huis.


WITHIN TEMPTATION

Resist

(Universal)
Liselotte Hegt
85

Vier jaar na de release van ‘Hydra’ brengt Within Tempta­tion op 14 december z’n zevende studioalbum uit. Naar eigen zeggen is de band klaar met de bombastische, symfonische elementen en klassieke metalriffs die jarenlang de sound van de band bepaalden. Within Temptation gooit op ‘Resist’ het roer om en vaart anno 2018 een moderne maar zeker ook stevige, grootse en een tikkie rebelse koers. De productie en de arrangementen zijn helemaal van deze tijd. ‘Resist’ bevat supercatchy deuntjes die erg lekker wegluisteren, maar tegelijkertijd heeft het albumballen, is de sound nog steeds volumineus en de nummers hebben meer dan voldoende dynamiek, afwisseling en attitude. Het is dus niet zo dat Within Temptation ineens als een compleet andere band klinkt, want daar hebben de heren en dame toch een veel te herkenbare stijl voor, maar er wordt gespeeld met popstructuren, het bandgeluid is gemoderniseerd en er worden nieuwe sounds geïntroduceerd. Sharon den Adel verkent vocaal ook nieuwe terreinen en dat gaat haar goed af. De eerste single „The Reckoning”, met een thema dat doet meer dan een beetje denken aan Europe’s „The Final Countdown”, is meteen een knaller van jewelste en de vocale bijdrage van Papa Roach-zanger Jacoby Shaddix geeft het net die extra boost. „Endless War” heeft zelfs wat hiphop-achtige beats, maar klinkt wel superheavy in de refreinen. „Raise Your Banner”, waarin Sharon bijval krijgt van Anders Fridén (In Flames), rockt hard en bovendien komt er een ouderwets lekkere gitaarsolo langs. „Supernova” is mijn persoonlijke favoriet, vooral vanwege de heerlijke beat en het eigenwijze refrein. Een ander nummer dat swingt en maar blijft hangen is „Mad World”. Kortom, Within Temptation is terug van weggeweest en klinkt geïnspireerder en energieker dan ooit!