10maal Eremetaal oktober 2019

10 maal Eremetaal in oktober 2019

AS I LAY DYING

Shaped By Fire

(Nuclear Blast)
Bastiaan Tuenter
80

As I Lay Dying’s optreden in 013 van vorig jaar herinnerde ons eraan dat de groep uit Californië ooit hard op weg was om de grootste metalcoreband te worden. Het succesverhaal werd echter van de één op de andere dag abrupt aan flarden gescheurd. De comebackplaat ‘Shaped By Fire’ verschijnt vijf jaar nadat Tim Lambesis werd betrapt toen hij zijn vrouw wilde laten vermoorden. De vele uitverkochte zalen tijdens de Amerikaanse en Europese tournees wijzen uit dat de massa de zanger inmiddels heeft vergeven. Sinds hij weer op vrije voeten is is het hem gelukt om alle opgestapte leden van de klassieke bezetting terug te halen, met ‘Shaped By Fire’ als resultaat. Het is een plaat waarop veel van Lam­besis’ teksten zijn terug te leiden naar de bizarre gebeurtenissen rond 2014 en hoe hij daar zelf op terugkijkt. Zoals in één van de sterkste songs „My Own Grave”; „Le­vend begraven in mijn eigen graf. Er is niemand anders om de schuld te geven.” Hij doet dat in volslagen simpele woorden die veel suggestie laat voor de luisteraar. „Redefined” en de titeltrack zijn daar andere voorbeelden van. De sound heeft een moderne update gekregen, maar verder ademt elke noot muziek de typische stijl van As I Lay Dying zoals te horen op de laatste albums. Zo steengoed als ‘An Ocean Between Us’ of ‘The Powerless Rise’ is ‘Shaped By Fire’ niet, daarvoor valt de band te veel terug op trucjes uit het verleden, maar het is goed om te horen dat een van de invloedrijkste bands uit de 21e eeuw zichzelf een nieuwe kans gunt.


CROBOT

Motherbrain

(Mascot Records)
Robert Haagsma
80

De band toerde in de achterliggende jaren al met groepen als Motörhead, Clutch, Sword en Volbeat en bracht ondertussen een drietal albums uit. ‘Motherbrain’ is het eerste resultaat van een verse deal met het Nederlandse Mascot-label, dus zal het voor veel mensen een eerste kennismaking met het kwartet uit Pennsylvania worden. Dit vierde album maakt in elk geval duidelijk waarom de platenmaatschappij zich over Crobot ontfermde. De band staat voor heftig groovende rock met spaarzame funk-achtige accenten. Namen die bij het beluisteren door het hoofd schoten waren onder meer die van Clutch, Alice In Chains en Stone Temple Pilots. Het zijn referenties die je ook meteen weer mag vergeten, want het zijn invloeden waar Crobot een heel eigen draai aan geeft. En dat heeft alles met de individuele kwaliteiten van de bandleden te maken. Brandon Yeagley is een formidabele rockzanger, behept met een krachtige, zuivere en overtuigende strot. Gitarist Chris Bishop grossiert niet alleen in laagronkende akkoorden, maar ontlokt ook met het grootste gemak Tom Morello-achtige geluidjes aan zijn gitaar. Een aangenaam schurende en groovende basis maakt het geheel af. Heerlijke rockband!


DISILLUSION

The Liberation

(Prophecy Productions)
Diederick RR9660
83

Als je het bewierookte debuut ‘Back To Times Of Splendor’ (2004) van de band Disillusion kent, dan zit de monumentale riff uit het nummer „And The Mirror Cracked” vast en zeker ergens in je geheugen gegrift. ‘The Liberation’ is pas het eerste volledige album van deze Duitsers sinds het geflopte ‘Gloria’ uit 2006 en ik kan je vertellen dat ze het schrijven van goede riffs nog niet verleerd zijn. Sterker nog: de muziek op dit nieuwe werkstuk klinkt zo natuurlijk en vloeiend dat bijna niet voor te stellen is dat de band zo lang uit beeld was. De kracht van Disillusion komt het best tot zijn recht in de lange songs. „Windertide” en het titelnummer staan namelijk bol van de dynamiek en spanningsbogen, waarbij de gitaristen de ene na de andere sterke riff op je afvuren. Ook verstilde passages worden niet geschuwd, zoals het middenstuk van „The Mountain”, waarin een trompet heel kalmpjes veel sfeer in het nummer blaast. Disillusion laat horen hoe je lange nummers divers en intrigerend houdt. De cleane zang van mastermind (eufemisme voor alleenheerser) Andy Schmidt is weliswaar nog steeds voor verbetering vatbaar, maar zijn progressie ten opzichte van het debuut is groot en zijn stem heeft absoluut iets eigens. Net als op het debuut zijn veel teksten doorspekt met beeldspraken, waarin elementen uit de natuur worden gebruikt. De stemming die dit oproept, weet Disillusion prima te laten terugkeren in de muziek, daarbij geholpen door een supervol en krachtig geluid. Liefhebbers van ‘Back To Times Of Splendor’ kunnen dan ook blind tot aanschaf overgaan. Ook fans van acts als Opeth, Gojira en My Dying Bride kunnen ‘The Liberation’ gerust een kans geven.


EXHORDER

Mourn The Southern Skies

(Nuclear Blast)
Wouter Dielesen
88

De discussie of Pantera zich wel of niet schuldig maakte aan het kopiëren van de sound van Exhorder, zal wel nooit beslecht worden. Feit is dat Pantera uitgroeide tot een miljoenenact. Exhorder kwam niet verder dan de albums ‘Slaughter In The Vatican’ en ‘The Law’, een beperkte mate van succes en een vroegtijdig einde in 1993. De mannen staken de hand in eigen boezem en gaven aan verkeerde keuzes te hebben gemaakt en lang niet zo hard te hebben gewerkt als Pantera. Uiteindelijk duurde het twee mislukte herenigingspogingen, totdat de band uit New Orleans in 2018 de draad weer oppakte. Kyle Thomas (zang) en Vinnie LaBella (gitaar) gingen in zee met bassist Jason Viebrooks (Heathen, Grip Inc.), drummer Sasha Horn (Forbidden, Novembers Doom) en gitarist Marzi Montazeri (Philip H. Anselmo & The Illegals). Met dank aan producer Jens Bog­ren klonk Exhorder niet eerder zo sterk. De Ame­rikaanse metal vol southern rocklicks groovet enorm. Tracks als „A­sun­der”, „Hallowed Sound” en „All She Wrote” doen geregeld denken aan Lamb Of God. In andere songs klinkt juiste vurige thrash, zoals in de Exodus-achtige openingssingle „My Time”, de remake van demosong „Ripping Flesh” (met oorspronkelijke drummer Chris Nail) en het „Jump In The Fire”-achtige „Yesterday’s Bones”. Thomas stijgt vijftig minuten lang boven zichzelf uit, vooral in doomafsluiter „Mourn The Southern Skies”. Daar kan Phil Anselmo nog een puntje aan zuigen. De band speelt zo gedreven dat we ons afvragen wat er van Exhorder geworden was als de groep dit album begin jaren negentig had uitgebracht.


KILLSWITCH ENGAGE

Atonement

(Sony Music)
Robert Haagsma
85

Killswitch Engage hoorde jarenlang bij het meubilair van Roadrunner, maar heeft dan toch de overstap naar Sony Music gemaakt – met ‘Atonement’ als eerste resultaat. Is deze nieuwe omgeving er de verklaring voor dat de Ame­rikaanse formatie tot op het bot geïnspireerd klinkt? Het zou zo maar kunnen. Er was nog wat aan de hand: zanger Jesse Leach worstelde de afgelopen jaren met ernstige stemproblemen, veroorzaakt door een poliep. Hij moest onder het mes, was maanden uit de roulatie, maar klinkt op ‘Atonement’ als herboren. Het zette ook de toon voor veel teksten op het album, waarvan de strekking is: doorgaan in weerwil van alle tegenslagen. Het is de combinatie van bevlogenheid, agressie en knappe arrangementen waarmee Killswitch Engage laat horen waarom de band al jaren tot de voorhoede van de metalcore gerekend wordt. Aangezien het album geen moment inzakt, is het lastig een paar hoogtepunten aan te wijzen. Het spijkerharde „Ravenous” doet op een prettige manier aan de eerste albums van de band denken. Het boze „Know Your Enemy” laat ook niet na diepe indruk te maken. En dan zijn er nog een paar mooie gastrollen. Het is natuurlijk erg leuk om ex-Killswitch Engage-zanger Howard Jones te horen in „The Signal Fire”. Zijn stem combineert ook nog eens mooi met die van Leach. In „The Crownless King” komen we niemand minder dan Chuck Billy van Testament tegen. Het zijn bijdragen die het album iets extra’s geven, maar verder is het vooral aan Killswitch Engage zelf om een van de beste albums tot nu toe af te leveren. En dat na een loopbaan van alweer twintig jaar!


KLONE

Le Grand Voyage

(Kscope)
Robert Haagsma
82

Het was niet zozeer de vraag of, maar wanneer Klone toegevoegd zou worden aan de stal van platenmaatschappij K Scope, de veilige thuishaven van gelijkgestemde zielen als Katatonia, The Pineapple Thief en Anathema. Vooral met die laatste band voelt Klone zich heel verwant, zonder te klinken als een (sorry) kloon. Met de voorgaande zes albums maakte de Franse formatie naam met ijle, breed klinkende progressieve rock. In 2017 volgde nog het akoestische ‘Unplugged’, waarna de band met het nieuwe ‘Le Grand Voyage’ een belangrijke nieuwe stap wil zetten. Of het lukt zal moeten blijken, maar aan het album zal het in elk geval niet liggen. Met een hoofdrol voor gedragen gitaarspel en ijle thema’s slaagt de band er opnieuw in om meeslepende songs neer te zetten. Het is de ideale achtergrond voor de helder, krachtig zingende Yann Ligner. Hij excelleert bijvoorbeeld in de opener „Yonder”, dat ingetogen begint, maar door hem naar een prachtige climax gezongen wordt. In de persoon van Matthieu Metzger heeft Klone ook iemand in de band die verantwoordelijk is voor samples en saxofoon, wat de sound van Klone een extra eigen gezicht geeft. Zo is de bijdrage op de sax in een nummer als „Inde­libe” zonder meer prachtig. Het zijn twee hoogtepunten van een schitterend album dat eigenlijk van begin tot eind moeiteloos de aandacht weet te vangen.


KOBRA AND THE LOTUS

Evolution

(Napalm Records)
Diederick RR9660
85

Om maar met de deur in huis te vallen: Kobra And The Lotus is nog catchier gaan klinken dan op het steengoede tweeluik ‘Prevail’. Het knappe is dat de band rondom zangeres Kobra Paige en gitarist Jasio Kulakowski daarbij nergens over de grens van de goede smaak gaat. Met een song als „Thundersmith” begeven ze zich weliswaar op het randje, maar door het supersterke refrein blijft Kobra And The Lotus (vooralsnog) geloofwaardig. Iets wat ook geldt voor het enorm pakkende „Get The Fuck Out Of Here”. Samen met het makkelijk in het gehoor liggende „Burn” zijn dit niet geheel toevallig de nummers die door de platenmaatschappij gepusht worden. Nu hopen dat deze nummers niet al te succesvol worden, want dan zie ik de balans op een volgend album zoekraken. En juist de huidige balans maakt van ‘Evolution’ zo’n sterke release en zelfs nog een streepje beter dan de voorgangers. De band heeft namelijk met „We Come Undone”, het titelnummer en vooral de geweldige afsluiter „In The End” een aantal machtige tracks op­genomen, die het perfecte tegenwicht bieden aan de meer toegankelijke songs. Verder vind je op ‘Evolution’ een intro, drie sterke nummers die je als ‘gulden middenweg’ kan beschouwen en een echte kippenvelballad („Wash Away”). Voeg alles samen en je hebt het recept voor een topalbum dat een groot publiek kan aanspreken. Dat zou een mooi huwelijkscadeau zijn voor de aanstaande ‘mevrouw Kobra Karevik’.


LIV SIN

Burning Sermons

(Despotz Records)
Diederick RR9660
75

De Zweedse band Liv Sin bracht in 2017 met ‘Follow Me’ een aardig debuutalbum uit vol met stoere heavy metal. In eerste instantie lijkt ‘Burning Sermons’ een kopie van de voorganger, maar na een paar keer luisteren blijkt dat er wel degelijk progressie geboekt is. De nummers zitten doordachter in elkaar en bevatten meer herkenbare melodieën en hooks dan het debuut. De ruige klanken van frontvrouw Liv Jagrell – in een eerder metalleven zangeres van Sister Sin – zijn niet voor iedereen weggelegd, maar ze klinkt wel overtuigend en haar stem past prima binnen dit soort muziek. Ook haar collega’s hadden hoorbaar veel zin om dit album in te spelen en zorgen voor een puike bak old-school heavy metal. Dus voordat je het weet, zing en stamp je pakkende songs als „War Antidote” en „The Sinner” mee. Het beste heeft Liv Sin echter tot het laatst bewaard: „Ghost In The Dark” is een sterke semi-ballad en vormt een mooie aanloop naar de albumafsluiter „Dead Wind Intermezzo”, waarin de band in vijf minuten alle troeven nog een keer op tafel legt.


NEMESEA

White Flag

(Napalm Records)
Laura Waalboer
85

Het Groningse Nemesea werd al in 2002 opgericht door zangeres Manda Ophuis en gitarist Henk Jan de Jong (HJ) en startte zijn muzikale avontuur in gothic/symfonische stijl. Het debuut ‘Mana’ (2004) paste prima in het rijtje After Forever, Within Temptation, The Gathering. De daaropvolgende albums ‘In Control’ (2007), ‘The Quiet Resistance’ (2011) en ‘Uprise’ (2016) bevatten echter een heel ander geluid – veel meer richting melodieuze/alternatieve rock. En hoewel Nemesea de afwisselende muziek zeker een gothictintje meegeeft, voert melodieuze rock ook de boventoon op dit vijfde studioalbum. Het is het eerste met Ophuis’ opvolger Sanne Mieloo. Dat heeft prima uitgepakt, want niet alleen is Mieloo een geweldige zangeres, ze kan in de lagere regionen haar stem net dat beetje mysterie meegeven om een mooie, donkere sfeer te creëren. En wanneer je haar lekker rauw en hysterisch hoort zingen in bijvoorbeeld „Ratata” en „Nothing Like Me” ben je Lzzy Hale direct vergeten. ‘White Flag’ laat veertien afwisselende nummers in krap vijftig minuten horen. In opener „The Storm” en het daaropvolgende „Kids With Guns” worden we naar de alternatieve rock van de jaren tachtig getransporteerd. Het titelnummer klinkt als een van de betere songfestivalnummers met een hoofdrol voor de gitaren van HJ. Ook de ballad „Lions” is een beetje in jarentachtigstijl en het doom/gothic-element komt volop terug in „Heavyweight Champion”, met een psychedelische opening en heerlijk lome zang. Mijn enige kritiekpunt is dat veel songs naar mijn gevoel te abrupt worden afgebroken. De hoofdzakelijk korte nummers starten rustig en bouwen op naar een climax, maar hadden in een aantal gevallen zeker een verlenging verdiend. Afgezien daarvan is dit een van de betere werkstukken van deze onderschatte formatie.


SLIPKNOT

We Are Not Your Kind

(Roadrunner Records)
Diederick RR9660
80

Slipknot smokkelt jaar na jaar steeds meer melodieuze elementen in zijn muziek en zet die trend op het nieuwe ‘We Are Not Your Kind’ rustig (of is het lustig?) door. Iets wat ongetwijfeld weer voer voor discussie is bij de achterban. Het veelkoppige monster experimenteert vooral op de tweede helft van dit nieuwe album, dat na een kort intro aftrapt met de single „Unsainted”. Met zijn combinatie van engelenkoorzang, opgefokte ritmes en een oorwurmrefrein is het een frisse en hele sterke albumopener. „Birth Of The Cruel” dat hierop volgt, is een lekker dreigend nummer waarin bliepjes morsecode voor een sinister sausje zorgen. Daarna volgen enkele minder opvallende songs voordat „Lair’s Funeral” de aandacht opeist. Wat mij betreft is dit dreigende nummer met zijn rustige opbouw en de daarna volgende woede-uitbarstingen een schot vlakbij de roos. De balans tussen melodie en naargeestigheid is echter nét niet zo akelig goed als die van „Killpop” (van ‘.5: The Gray Chapter’), waardoor een voltreffer uitblijft. Het is een gevoel dat over de gehele linie aan ‘We Are Not Your Kind’ kleeft. De meeste nummers zijn sterk, maar net wat minder pakkend als die van de voorganger(s). De geluidscollage „My Pain” – dat werkelijk nergens naartoe gaat – had trouwens best achterwege mogen blijven. ‘We Are Not Your Kind’ maakt duidelijk dat Slipknot verder evolueert en niet alleen wil beu­ken en verontrusten. Denk nu niet dat Slipknot zijn roots volledig heeft afgeschud, want songs als „Orphan” en „Solway Firth” maken eveneens deel uit van de tweede albumhelft en hakken er ongenadig hard in. ‘We are…’ is dan misschien niet het sterkste album van zanger Corey Taylor en zijn mannen, kijkend naar de tumultueuze geschiedenis van de band(leden) mogen we blij zijn dat ze nog steeds met nieuwe muziek op de proppen komen.