CD van de Maand oktober 2019

OPETH

In Cauda Venenum

(Moderbolaget/Nuclear Blast)
Diederick RR9660
80

Een nieuw Opeth album; altijd weer om reikhalzend naar uit te kijken. Er zijn weinig bands die zo’n stabiele en indrukwekkende catalogus hebben opgebouwd en zich daarbij blijven vernieuwen. Hoewel je in het geval van Opeth beter kan spreken van zich blijven ‘verouderen’, want de laatste jaren druipen invloeden uit de jaren 60 en 70 van de platen af. Maar telkens weet bandleider Mikael Åkerfeldt nieuwe invalshoeken aan de muziek toe te voegen. Ditmaal door het album in het Zweeds in te zingen en door meer orkestrale elementen dan ooit te integreren. Je krijgt er ook meteen een Engelstalige versie bij, maar omdat ar-ti-cu-la-tie toch al nooit Åkerfeldts sterkste kant was, is het verschil tussen de twee versies minder groot dan je zou verwachten. Wat wel opvalt, is dat de man nóg beter en overtuigender is gaan zingen. Hij gaat schijnbaar moeiteloos van ingetogen kopstem naar voluit gezongen harmonieën. Grunts ontbreken volledig, maar dat is geen verrassing meer. Het zou de afwisseling op ‘In Cauda Venenum’ wel ten goede komen trouwens, want door het veelvuldige gebruik van strijkers en akoestische gitaren voelt het album erg se­nang aan. Na ‘Damnation’ is dit dan ook het rustigste album uit de Opeth-discografie. Vol met schitterende melodieën en genoeg dynamische passages om het interessant te houden, maar los van de duidelijke djent-invloeden op „Charlatan” (het enige nummer waarvan de titel in het Zweeds en Engels identiek is) lukt het de band niet om me op scherp te zetten met deze release. Misschien omdat het tempo over het geheel vrij laag ligt. Of door het feit dat ‘In Cauda Venenum’ mij het gevoel geeft naar een verzameling prachtige albumafsluiters te luisteren, die samen echter minder impact hebben dan ik had verwacht. Voor „Banemannen”, een donker jazznummer, moet ik zelfs het woord saai in de mond nemen en concluderen dat er heel wat jazzcombo’s zijn die spannender klinken dan wat Opeth hier doet. Toch maken de overige acht songs (het lange intro niet meegerekend) dit dertiende studioalbum absoluut de moeite waard. Het is vooral een album voor de lange, donkere winteravonden die eraan komen. Kop­telefoon op en relaxen maar.