10 maal Eremetaal augustus/september 2021

10 maal Eremetaal in augustus/september 2021

DEAR MOTHER

Bulletproof

(Eigen beheer)
Jordan Stael
75

Bovengemiddeld goede Nederlandse bands houden het vaak niet lang vol. Gelukkig gaan veel leden van die uiteengevallen bands vervolgens gewoon vrolijk verder met een volgend project. Zo ook in het geval van Delain en Purest Of Pain. Gitarist Merel Bechtold en drummer Joey Marin de Boer, die ook nog aan aardig wat andere projectjes meegewerkt hebben de afgelopen jaren, zijn twee van die types. Toptalenten met een drive die niet bang zijn om het eens over een andere boeg te gooien. Dear Mother is hun nieuwe band, waarin ze samen met een Russische zanger muziek maken die het dichtst bij hun hart ligt. Omschrijven is altijd lastig. De makkelijkste weg is: melodieuze metalcore. Je zou het echter ook alternatieve metal kunnen noemen. Toegankelijke metalcore met een behoorlijke snuf Linkin Park. Metal op midtempo. Met een behoorlijke groove. Geen blastbeats, maar vooral gedegen drumwerk. Hier en daar gebruik van synths. Qua melodie doet de plaat stiekem toch ook een beetje denken aan Delain. Alleen dan zonder het operettegeschal van een zangeres. Een song als „Invincible” refereert dan weer aan Disturbed, Avenged Sevenfold en meer van die hedendaags commerciële en daardoor breedgedragen ‘metal’. Het slimme koortje in het nummer voegt een extra gevoelslaagje toe. Dat heeft de plaat ook wel nodig, want – net als bij de genoemde Amerikaanse collega’s – dit genre heeft het in zich snel eenvormig te klinken. Dé klapper die dit voorkomt vind je helemaal aan het eind van het album: „Palace” is een ballad die ook op een plaat van Kansas (!) had kunnen staan. Akoestisch gitaartje, mooi melodietje. Bizar om zo’n supermooi nummer te horen op deze plaat en meteen ook een wel erg vreemde eend in de bijt. Maar hé, dat zeiden we ook over „Nothing Else Matters”.


EASTERN HIGH

Halo

(Eigen beheer)
Stan Novak
80

Eastern High is een Zweeds kwintet, met Malmö als thuisbasis, dat me deze maand aangenaam weet te verrassen. Dit is de laatste recensie die ik deze maand uittik en dat is niet zonder reden. Progressieve metal als deze heeft namelijk meer dan gemiddeld tijd nodig om in te dalen en dat is waarom ik ‘Halo’ naar achteren heb geschoven. Het is bovendien een heuse luisterplaat die zich met elke draaibeurt verder openbaart. Eastern High maakt contrastrijke muziek, met composities die gaan van serene pianoklanken tot breed uitwaaiende gitaartapijten en meerdere vocale interpretaties. Het is moeilijk om te bepalen waarin Eastern High zich onderscheidt van collega-bands als Katatonia, Amorphis, Ghost Brigade en Barren Earth, maar ik maak het mezelf gemakkelijk door te stellen dat de muziek op ‘Halo’ (het tweede album overigens, debuut ‘Garden Of Heathens’ verscheen in 2017) een combinatie van genoemde bands is. De liefhebber zou dan genoeg moeten weten. De acht songs hebben voldoende spanningsbogen om de aandacht vast te houden en op technisch vlak toont de band zich erg solide. Qua extremiteit gaat de band nooit tot het randje, death metalgrunts zijn bijvoorbeeld vrij spaarzaam, maar dat blijkt geen gemis te zijn. Ieder nummer heeft zijn eigen kracht, maar „The Journey” en „Dystopia” (hallo Nevermore!) zijn twee stukken die zich extra onderscheiden. Een pluim verder voor de haarfijn uitgebalanceerde mix; een cruciale factor in het overbrengen van complexe muzikale boodschappen als deze.


EX DEO

The Thirteen Years Of Nero

(Napalm Records)
Robert Haagsma
85

Ex Deo is in aanleg een Canadees (zij)project van zanger Maurizio Iacono (Kataklysm) en producer-gitarist Jean-François Dagenais (Kataklysm, Misery Index, Despised Icon), waarvoor op dit vierde werkstuk drummer Jeramie Kling (Venom Inc.) en de Nederlandse toetsenist-arrangeur Clemens Wijers (Carach Angren, Lindemann) aanschoven. Net als op de voorgaande drie albums draait het in de teksten om de historische gebeurtenissen in het antieke Rome. Zoals de titel al aangeeft, gaat het ditmaal om de vele intriges aan het hof van de bloeddorstige heerser Nero. Het album begint ook met een filmsample waarin de naam van zijn voorganger Claudius valt. Hoewel het historische aspect verder aangezet wordt door statige koorzang en bijdragen op harp en lier, staat ‘The Thirteen Years Of Nero’ vooral vol met melodieuze, technisch hoogstaande en weelderig gearrangeerde death metal. De toetsenpartijen verschaffen de songs de filmische kwaliteit die zo’n thema nodig heeft. De grimmige vokalen van Maurizio Iacono benadrukken nog eens de angst en de paranoia die destijds in de keizerlijke paleizen rondwaarde. Het vierde album van Ex Deo is in de eerste plaats een muzikale triomf die goed zal landen bij een publiek dat zich al eerder historisch liet onderhouden door een groep als Nile.


GODSLAVE

Positive Aggressive

(Metalville)
André Verhuysen
80

We hebben het in Aardschok al vaak gezegd: ga eens luisteren naar Godslave mensen, het is een schromelijk ondergewaardeerde band. Maar op een of andere manier blijft de melodieuze thrashband puike plaat na puike plaat onopgemerkt door het grote publiek. De daaruit ontstane frustratie leidde bijna tot het eind van Godslave, maar gelukkig hebben de Duitsers zich herpakt en een vijfde album gemaakt. Dit keer verschijnt het bij Metalville, een platenmaatschappij met wat meer slagkracht dan de obscure labels die de vorige vier uitbrachten, dus wellicht lukt het nu wel om wat meer op de radar te komen. Op het gevaar af in herhalingen te vervallen zeg ik nog maar eens een keer waarom Godslave beter is dan het gros van de Teutoonse thrashbands. Om te beginnen is het gitaarwerk bij vlagen on-Duits melodieus. Megadeth, Anthrax en (oude) Metallica hebben Godslave wat dat betreft de juiste kant opgestuurd. De band waar Godslave zich echter het best mee laat vergelijken is Flotsam And Jetsam. Enerzijds vanwege die voor thrashbegrippen grote mate aan melodie, maar ook omdat de band net als Flotsam beschikt over een zanger die ook echt kan zingen. Daarnaast schrijft Godslave ook nog eens bovengemiddeld goede en gevarieerde songs, zodat verveling nooit op de loer ligt. Daarom nog maar een keer: ga eens luisteren naar God­slave mensen!


HEAVY WATER

Red Brick City

(Silver Lining Music)
Stan Novak
75

Seb Byford is de gitaarspelende en zingende zoon van Saxon-frontman Biff Byford. Samen vormen ze het lockdownproject Heavy Water. De muziek die vader en zoon ons voorschotelen is alleraardigst en laat zich omschrijven als een mix van post-grunge en loodzware blues. De strot van Biff blijft in het door Heavy Water gecreëerde muzikale spectrum uit duizenden herkenbaar, maar opmerkelijk genoeg is het de zang van zoonlief die het meest intrigeert; hij klinkt krachtig, soulvol en expressief. Op momenten dat de heren de zang delen valt op hoe goed ze elkaar op vocaal vlak aanvullen. De tien composities liggen gemakkelijk in het gehoor en roepen herinneringen op aan tal van bands. Ik noem daarbij Soundgarden („Red Brick City”), Stone Temple Pilots („Revolution”), Stilstkin („Personal Issue No. 1”) en Black Stone Cherry („Medicine Man”). Niet alle songs zijn even sterk zijn, maar ondermaats wordt het nergens. Wat wel knaagt is de gedachte dat er meer in had gezeten, want de afwerking verdient geen schoonheidsprijs; menig song eindigt nu nog te abrupt. Zaak dus om bij een eventueel vervolg de puntjes op elke i te zetten.


JINJER

Wallflowers

(Napalm Records)
Jordan Stael
85

Soms hoor je wel eens wat geklaag over de stand in metalland. Er zijn volgens de mopperaars alleen maar oude bands die door het grote metalpubliek leuk worden gevonden. De nieuwe generatie krijgt het maar niet voor elkaar. Er zit zeker een kern van waarheid in. Natuurlijk is het zo dat de oudjes al járen de nieuwe bands makkelijk achter zich houden. Maar er zijn wel degelijk bands die heel voorzichtig beginnen te krabben aan het plafond waarboven de legendes zich bevinden in hun luie stoelen. En die bands komen meestal ook nog eens uit onverwachte hoek. Uit Kiev bijvoorbeeld. In het gezellige Oekraïne onstond een tijdje geleden een bandje rond zangeres/grunter Tatiana. Jinjer is de naam en inmiddels staat hun teller al op honderden miljoenen streams. Hun vierde album ‘Wallflowers’ is het beste tot nu toe. Minder toegankelijk dan de voorgaande, dat wel. Maar na een paar keer luisteren merk je dat de frustratiemetal grip op je krijgt. Grip op je oren en je nek. Gemakkelijke kost is het niet. Jinjer is lomp, Jinjer is gejaagd, Jinjer is afwisselend, maar Jinjer is vooral oprecht en geloofwaardiger. En heel erg agressief, dat is het ook, want Jinjer gebruikt graag deathcoreriffs en breakdowns. En blastbeats, zoals in „Colossus”. Natuurlijk is het herkenbare, bijna wiegende geluid van de band er ook nog. Luister maar eens naar „As I Boil Ice”, daarin klinkt het ouderwetse Jinjer nog door. Maar zelfs bij dat nummer is duidelijk: Jinjer is nog niet uitontwikkeld en gaat met deze plaat z’n oude fans pleasen en daarnaast ook nog eens een berg nieuwe


KK’s PRIEST

Sermons Of The Sinner

(EX1 Records / BMG)
André Verhuysen
78

Vooropgesteld: als je je niet stoort aan tenenkrommende rijmelarij over bikers en rockers waar zelfs Manowar de slappe lach van zou krijgen, dan mag je vijf punten bij de score optellen. Zelf krijg ik echter onbedaarlijke jeuk bij het horen van de teksten op deze plaat. „Metal Through And Through”, „Wild And Free”, „Raise Your Fists” en „Brothers Of The Road”??? Kom op Kenneth, het is 2021, je wordt in oktober 70, heb je echt niks beters te vertellen? Dan liever de welgemeende steken onder water aan het adres van je ‘vrienden’ in de vorm van „Hail For The Priest” en „Return To The Sentinel”. Daarin smaakt je wraak zoet. Mocht de bandnaam er nog misverstanden over laten bestaan: K.K. Downing is terug en dit is zíjn Judas Priest-album. Goed voor hem, goed voor ons, want we hebben ‘m gemist. Aangezien ook Tim ‘Ripper’ Owens van de partij is zal het niemand verbazen dat ‘Sermons Of The Sinner’ helemaal in de lijn ligt van de twee albums die Ripper ooit voor Priest inzong, ‘Jugulator’ (1997) en ‘Demolition’ (2001), maar gelukkig wel met een betere sound. Heel erg jammer is dat oer-drummer Les Binks, zoals aanvankelijk gepland, niet dit project betrokken is geweest, want Binks heeft de wereld mooier gemaakt door ooit de twee beste powerballads aller tijden te componeren: „Beyond The Realms Of Death” en „Victim Of Changes”. Zulke übersongs kom je op dit album niet tegen, dat zou te veel gevraagd zijn, maar ‘Sermons Of The Sinner’ blinkt toch vooral uit in degelijkheid. Het is precies wat K.K. Downing voor ogen moet hebben gehad: eerherstel. Missie geslaagd.


DEE SNIDER

Leave A Scar

(Napalm Records)
Robert Haagsma
85

Na wat muzikale dwalingen zette ex-Twisted Sister-zanger Dee Snider drie jaar geleden orde op zaken met een bevlogen metalalbum dat de veelzeggende titel ‘For The Love Of Metal’ meekreeg. Het werd geproduceerd door Hatebreed-zanger Jamey Jasta, die zich ook weer meldde voor de opnamen van de opvolger ‘Leave A Scar’. Die plaat is dan ook grofweg uit hetzelfde hout gesneden, zij het dat de kleurrijke zanger ditmaal zelf weer een hand in het songmateriaal had. De opener „I Gotta Rock (Again)” is een onverbloemde ode aan zijn eigen Twisted Sister-verleden. De hoofdmoot van de rest van het album wordt gevormd door solide, midtempo beukers in de beproefde stijl van oude Accept en Judas Priest: knetterende riffs als de ideale basis voor zijn nog altijd super energieke zangpartijen. „In For The Kill”, „Open Season”, „Silent Battles” en „Crying For Your Life” zijn stuk voor stuk oerdegelijke, goed geschreven metaltracks. „Time To Choose” is veruit het meest agressieve nummer op ‘Leave A Scar’, al is het maar vanwege de gebrulde gastbijdrage van George ‘Corpsegrinder’ Fisher van Cannibal Corpse. Het andere uiterste is aan het eind van het album te vinden: het ingetogen „Stand”. Het album laat horen dat Dee Snider op z’n 66e in een goede fase van zijn muzikale leven zit.


design template with underwater part and sunset skylight splitted by waterline

NMB (The Neal Morse Band)

Innocence & Danger

(InsideOut Music)
Diederick RR9660
82

‘Kan jij de recensie doen van het nieuwe album van Neal Morse?’, vroeg de redactie me een tijdje terug. Jazeker, ik hoop alleen dat het geen driedubbel of vierdubbel album is., luidde mijn antwoord. ‘Het valt mee, het is een album van acht songs en op een tweede schijfje staan slechts twee nummers’. Maar toen ik bij die songs aanbelandde, bleek de gemiddelde lengte daarvan liefst 25 minuten te zijn! Dus toch weer een flinke overdosis Morse, dacht ik nog. Zeven luisterbeurten verder kan de luisteraar alleen maar blij zijn met die twee songs, want hoewel het eerste schijfje verre van slecht is, maken de twee langste songs „Not Afraid Pt 2” (19:30) en „Beyond The Years” (31:22) de meeste indruk. Beide songs zijn van die typische, epische Morse-songs met alle kenmerken die de muziek van het multitalent kenmerkt. Hoewel ‘Innocence & Danger’ niet al te veel nieuwe invalshoeken laat horen, is het minder een herhaling van zetten dan ‘The Great Adventure’ uit 2019. Bovendien is de muziek feller en harder geworden en dat komt het luisterplezier ten goede. Eric Gilette steelt al jaren de show in deze band met zijn mooie stem en zijn schitterende gitaarspel en dat is ook nu weer het geval. Het beste voorbeeld hiervan is hoe hij de ruimte die „Beyond The Years” biedt om te soleren met beide handen aanpakt. Maar ook het drumwerk van Mike Portnoy is weer klasse en uit duizenden herkenbaar. Randy George (bas) legt een speelse basis onder de nummers en Bill Hubauers toetsen voegen een extra dimensie toe aan de muziek. De geknepen stem van Hubauer kan me overigens gestolen worden, maar moet je op de koop toenemen. Neal Morse zelf is de meester die alles overziet en de anderen in hun kracht zet. Dit dubbelalbum biedt meer dan honderd minuten progressieve rock van het hoogste niveau. Zelfs de cover van Simon & Garfunkels „Bridge Over Troubled Water” kan je als prog bestempelen doordat NMB de song een eigen draai geeft en oprekt tot ruim acht minuten.


TRANSPORT LEAGUE

Kaiserschnitt.

(Mighty Music)
Stan Novak
80

Transport Leaque behoort tot de categorie bands die achteloos de ene na de andere overtuigende plaat uit de mouw weet te schudden. En telkens opnieuw gebeurt dat zonder het vertrouwde geluid tekort te doen of ook maar enigszins onder druk te zetten. Op gebied van authenticiteit scoort de band dan ook nog steeds hoog. Het viertal uit Gotenburg werd ooit geclassificeerd als de ultieme ‘boogie from hell’-band en die vlieger gaat nog steeds op. Ook op dit tiende album vervaardigt de band rond brulboei Tony Jelencovich een dosis zwaar ronkende en bij vlagen boosaardige pot groove metal. ‘Kaiserschnitt’ zit vol met confronterende klanken en sferen met daarin ook lichte tinten Rob Zombie en Korn. ‘Kaiserschnitt’ als titel klinkt dan wel luchtig en onschuldig, maar is dat allerminst want aan stootkracht heeft Transport Leaque na al die jaren niets ingeboet. Songtitels als „Death Klinic”, „Me The Cursed”, „Criminal Energy” en „March Kiss Die” zijn veelzeggend en weten de muzikale lading perfect te dekken. De brok krachtvoer die ‘Kaiserschnitt’ is doet ook de naam van z’n platenlabel alle eer aan.