10 maal Eremetaal januari/februari 2022


10 maal Eremetaal in januari/februari 2022

AMORPHIS

Halo

Atomic Fire Records
Anita Boel
87

Als je al ruim dertig jaar bestaat en dertien albums hebt uitgebracht, ben je dan nog in staat om jezelf te overtreffen? Jezelf te verrassen? Gepassioneerd te blijven? Het antwoord daarop is na het beluisteren van ‘Halo’ volmondig ja. ‘Halo’ is het laatste deel van de trilogie die begon met ‘Under The Red Cloud’ (2015), gevolgd door ‘Queen Of Time’ (2018). Alle drie zijn het voltreffers. Het is weer genieten van het uit duizenden herkenbare Amorphis-geluid en de prima productie van Jens Bogren. Frontman Tomi Joutsen is in topvorm. Daarnaast complimenten voor de progressieve elementen die wat nadrukkelijker naar voren komen. Neem bijvoorbeeld de doeltreffende opener „North­wards”, met verrassende toetsenpartijen en koortje. Daarmee is de toon voor de rest van het album gezet. Con­tinu blijft de band verrassen, terwijl het tegelijkertijd toch vertrouwd klinkt. Zo ben ik ook erg onder de indruk van een dynamisch nummer als „Windmane”, terwijl ‘t voorafgaande „On The Dark Waters” en het navolgende „A New Land” juist weer overtuigen door de catchy melodielijnen waar de band ook een meester in is. Het klinkt zo simpel, maar ondertussen gebeurt er van alles in deze nummers. En dan hebben we het nog niet eens gehad over een heerlijk uitdagende song als „Seven Roads Come Together”. Of wat te denken van het afsluitende pareltje „My Name Is Night”. Dit gevarieerde, sfeervolle en knallende ‘Halo’ doet nu al verlangen naar het vijftiende album van deze Finse metaltoppers.


CULT OF LUNA

The Long Road North

Red Creek Recordings
Matthijs Kropff
88

Cult of Luna is met ‘The Long Road North’ toe aan z’n tiende studioalbum. Het completeert de trilogie die verder gevormd wordt door de indrukwekkende voorganger ‘A Dawn To Fear’ uit 2019 en de ‘Raging River’-EP uit 2021 en het is daarmee de derde release in nog geen twee en een half jaar tijd. Een aantal nummers is ook al tijdens de sessies voor die beide releases geschreven en dat is te horen, het materiaal ligt deels in het verlengde van dingen die we daar al op tegen gekomen zijn. Zoals gebruikelijk is ook dit album door de band zelf geproduceerd. Opener „Cold Burn” grijpt je direct bij je strot om pas een kleine tien minuten later weer los te laten, pulserend, overweldigend, op en top Cult Of Luna dus, maar toch verrassend fris klinkend. „The Silver Arc” begint al net zo overdonderend, voordat het zich ontwikkelt tot een hypnotiserend, bijna fragiel nummer met een mooi open gitaargeluid waarmee het aan materiaal van ‘Mariner’ doet denken. „Beyond I” is, vooral dankzij de breekbare zang van Mariam Wallentin, een haast verstild miniatuurtje dat de opmaak vormt naar „An Offering To The Wild” het langste nummer van de plaat dat minutenlang de spanning opbouwt en naar een explosieve climax toewerkt. Die opbouw gebruikt de band natuurlijk vaker, en je zou denken dat dit langzamerhand een trucje aan het worden is, maar omdat de nummers een eigen smoel hebben en erg goed uitgevoerd worden, komen ze er ruimschoots mee weg. Hoogtepunt van het album is „Blood Upon Stone”, een monumentaal nummer dat zou kunnen fungeren als soundtrack bij een avontuur van apocalyptische proporties. Wat een afwisseling, wat een overgangen, wat een opbouw! Hierna wordt het album afgesloten met het soundscape-achtige, ambiente „Beyond II” van de hand van Colin Stetson. Een passend slot van weer een overweldigend Cult Of Luna-album.


INFECTED RAIN

Ecdysis

Napalm Records
Jordan Stael
75

Moldavië. Echt een metalland. Not. Maar blijkbaar is het zelfs in dat folkloristische land een set mensen gelukt een metalband op te richten. Met de gedachte: wat het Oekraïense Jinjer kan, kunnen wij ook. En dat klopt. Wat heet, eigenlijk is ‘Ecdysis’ gewoon beter dan de laatste van Jinjer. Sterkere songs, iets originelere uitstapjes naar bijna elektronische dancemuziek. Filmisch, soms zelfs dansbaar, maar vooral op de een of andere manier perfect passend bij wat erna komt: herrie. Krijsende vrouw, dikke metalcoreriffs, mooie breakjes: alle clichés zeg maar. Met een vleugje originaliteit zowaar, want „Nine, Ten” kabbelt voort op een bijna filmscore-achtig bedje. Muzikaal is het allemaal dik in orde, maar nergens omverwerpend. Gewoon zoals het hoort, niets raars. Het is Lena Scissorhands die als zangeres/ schreeuwerd de boel net een paar procent extra geeft. Wat extra power en wat extra kwaliteit. Maar zelfs met haar erbij vraag ik me af of iemand over een jaar of drie nog weet wie of wat Infected Rain was.


KISSIN’ DYNAMITE

Not The End Of The World

Napalm Records
Ron Willemsen
80

Begonnen in 2008 is het Duitse Kissin’ Dynamite inmiddels toe aan z’n zevende studioalbum. De hardrockband rond zanger, songschrijver en producer Hannes Braun legt met elke plaat de lat weer iets hoger. Zo ook met ‘Not The End Of The Road’. Het titelnummer is een mix van The Poodles, Gotthard en Europe; lekker in het gehoor liggend, pakkend, melodieus. Daarna volgen „What Goes Up” (een partynummer met Def Leppard-drums) en „Good Life”, een fraaie ballad die eindigt in een soort gospelnummer waarin Charlotte Wessels een vocale gastrol vervult. De overige songs gaan van ballad („Gone For Good”, geheel in jaren-tachtig-stijl) naar uptempo, catchy en een hoog meezinggehalte („All For A Halleluja”, „No One Dies A Virgin”) en alles daar tussenin. Braun is een alleskunner en zet zowel de stevige songs als de ballads moeiteloos naar zijn hand. Conclusie? Een dikke aanrader voor liefhebbers van goed uitgewerkte, makkelijk in het gehoor liggende jaren-tachtig-hardrock.


LALU

Paint The Sky

Frontiers Music
Diederick RR9660
82

Vivien Lalu is een duizendpoot met al heel wat kilometers op de teller als componist van filmmuziek, rock, jazz en metal. ‘Paint The Sky’ is het derde album onder zijn eigen naam en een aanrader voor liefhebbers van muziek op het snijvlak van progrock, jazzrock, pop en metal. Je hoort elementen van Toto, Dixie Dregs, Yes en Headspace. Wat doet die laatste band in dat rijtje? Dat komt omdat ‘Paint The Sky’ en de twee tot nu toe uitgebrachte Headspace-albums dezelfde zanger delen: Damian Wilson. De Engelsman, vooral bekend door Threshold en ook weer op de nieuwe Star One-plaat te horen, komt in deze stijl helemaal tot zijn recht. Sterker nog: ik vind Wilson nergens zo goed klinken als bij Headspace en op dit album. Hij is niet de enige zanger die te horen is, want in het titelnummer is een gastrol weggelegd voor gouwe ouwe Steve Walsh (o.a. Kansas) die met zijn geknepen stem een extra dimensie geeft aan één van de sterkste songs van het album. Deze song komt als instrumentale variant nog een keer terug op ‘Paint The Sky’ en doet sterk denken aan de jazzrockachtige stukken van Toto. Idem voor „Standing At The Gates Of Hell”, dat opmerkelijk fel begint, daarna omslaat in een uitgerekte jazzrockjam en weer lekker bombastisch eindigt. Op deze momenten hoor je hoe mooi het toetsenwerk van Vivien Lalu samengaat met de vloeiende gitaar- en baslijnen van Joop Wolters en de speelse drumstijl van Jelly Cardarelli. Mocht Toto ooit opnieuw om een drummer verlegen zitten, dan is Cardarelli een eersteklas kandidaat. Tot slot: we zaniken regelmatig over de originaliteit en kwaliteit die uit de Frontiers-stal komt, en terecht, maar deze maand heeft het Italiaanse label met Lalu en Nasson twee sterke troeven mét een eigen geluid in handen!


PERSEFONE

Metanoia

Napalm Records
Diederick RR9660
80

Er is iets vreemds en tegenstrijdigs aan ‘Metanoia’, het nieuwe album van Persefone. Om dit uit te leggen pakken we de unieke aanpak van deze band uit het ministaatje Andorra er even bij. Waar de meeste andere bands om de vier of acht herhalingen wisselen van akkoord of tempo, deed Persefone dat op z’n vorige albums vaak al na twee herhalingen van een thema. Het zorgde ervoor dat de muziek een springerig en druk karakter had, maar wonderlijk genoeg wisten de mannen hun songs toch herkenbare grooves en melodieën mee te geven. Die stijl perfectioneerden ze op hun laatste twee platen ‘Spiritual Migration’ en ‘Aathma’; geen eenvoudige kost, maar wel uniek, intrigerend en spannend. Op ‘Me­tanoia’ zijn de songs minder springerig en worden riffs en melodieën wat langer aangehouden dan op eerder werk. Dat zou moeten resulteren in pakkende songs. Ik ervaar echter het tegenovergestelde. Een ander opvallend aspect: het openende titelnummer duurt nog geen twee minuten en schept door de hemelse (gast)zang van Einar Solberg van Leprous de verwachting dat dit een zanggeoriënteerd album is. Helemaal als het erop volgende „Katabasis” vol zit met mooie cleane zangpartijen en woest gekrijs. Maar nee, van de tien songs zijn er liefst vier nagenoeg volledig tekstloos. Samen klokken ze een dikke 23 minuten, waarvan elf minuten is ingeruimd voor het indrukwekkende en sfeervolle „Con­siousness (Pt. 3)”. De stijl van de band wordt echter wel behouden: het ene moment lieflijk om vervolgens verwoestende, gestructureerde chaos over de luisteraar uit te storten. Het is razendknap dat de Andorranen een eigen stijl hebben gevonden die liefhebbers van zowel progmetal, death metal alsook diverse soorten ‘post’ metal zal aanspreken. De heren weten met ‘Metanoia’ hun fans te verrassen en uit te dagen, maar de eerlijkheid gebiedt me te zeggen dat de sterke hooks en thema’s van ‘Aathma’ wel gemist worden.


SAXON

Carpe Diem

Silver Lining
André Verhuysen
80

Als we zanger Biff Byford mogen geloven dan heeft de frustratie van zijn tijd in het ziekenhuis, in het najaar van 2019 ten gevolge van een hartaanval, en aansluitend het uitbreken van corona z’n weg gevonden naar het nieuwe album van Saxon. Dat is inderdaad te horen. ‘Carpe Diem’ is Saxons meest energieke plaat sinds mensenheugnis; de tien nummers zijn afgelopen voor je er erg in hebt. De gemiddelde snelheid van „Dambusters”, „Super Nova” en „Living On The Limit” ligt zelfs ver boven wat we de laatste decennia van Saxon gewend zijn en dat is wel zo prettig. Het maakt net het verschil tussen een degelijke en een erg goede plaat. Afgezien van die grote mate aan bezieling is alles bij het oude gebleven, zowel muzikaal als tekstueel. ‘Carpe Diem’ is op en top Saxon en biedt gewoon meer van hetzelfde. „Age Of Steam” is inhoudelijk een broertje van „Princess Of The Night”. „The Pilgrimage” is feitelijk niet meer dan een 2.0-versie van „Crusader”. Oude wijn in nieuwe zakken. Van een band als Saxon verwachten we ook geen experimenten of rare fratsen. Integendeel, laat Saxon maar lekker Saxon blijven, tot in lengte der dagen. Dat Biff en zijn mannen nog maar vele dagen mogen plukken!


SETYØURSAILS

Nightfall

Napalm Records
Wouter Dielesen
82

Met de woorden ‘het is donker, het is luid en het doet pijn’ vat SETYØURSAILS zijn tweede album samen. Daar kunnen we natuurlijk genoegen mee nemen, maar ‘Nightfall’ behoeft meer toelichting. Op deze opvolger van debuutplaat ‘Enough’ (2018) mixt de groep uit Keulen (post-)hardcore, Deadlock-achtige metalcore, deathcore en popmuziek met pakkende en meeslepende refreinen, breakdowns en elektronische elementen. Soms wat voorspelbaar in opbouw, maar soepel, strak en met overtuiging gespeeld. Jules Mitch geldt als sterkste troef. Zij wisselt cleane, Hayley Williams-achtige popvocalen af met indrukwekkende brul- en schreeuwpartijen. Die versterken het dynamische karakter van de muziek. Dat doen ook de gastbijdragen. Zo zingt Annisokay-frontman Rudi Schwarzer mee in „Ghosts” en doet Andreas Dörner (Caliban) dat in de titelsong. Afsluiter „Shallow” – een cover van Lady Gaga en Bradley Cooper uit de film ‘A Star Is Born’ – is een powerduet tussen Mitch en Mike Perez (No Bragging Rights). De songs klinken clean, heavy en groots, van semi-ballads „Secrets” en „Deadline” tot het bij vlagen woedende „Why” en het cathartische „Fckoff”. Donker dus? Ja. Luid? Behoorlijk. En die pijn, die blijkt vooral uit de teksten.


SLASH FEATURING MYLES KENNEDY & THE CONSPIRATORS

4

Gibson Records
Ron Willemsen
90

Vier jaar na ‘Living The Dream’ is er ‘4’. Tussen hun andere werkzaamheden door zijn gitarist Slash, zanger Myles Ken­ne­dy, bassist Todd Kerns, drummer Brent Fitz en gitarist Frank Sidoris erin geslaagd met een meer dan waardige opvolger te komen. De basis voor ‘4’ is in slechts vijf dagen opgenomen in Nashville, met David Cobb als producer. Uitein­delijk hebben tien songs het album gehaald. Elk nummer begint met een gitaarriff of -lick van de meester zelf, waarna de Conspirators ermee aan de haal gaan en de song verder uitbouwen. Vervolgens is er Myles Kennedy voor de zang. Openingstrack „The River Is Rising” is in feite niets anders dan een Guns N’ Roses-nummer, maar dan met een betere zanger: vette riff, pakkend refrein en een lekkere versnelling. Die riffs schudt Slash trouwens achteloos uit z’n mouw, want in bijna elk nummer zit wel een memorabele. ‘4’ is zonder meer de meest diverse plaat van SMKC tot nu toe. Dan weer rock-‘n-roll („Action Speaks Louder Than Words”), dan weer bluesy bijna poppy („Fill My World”). „Whatever Gets You By” begint met een ritme van Brent Fitz, „C’est La Vie” heeft een leuk talkboxintro, „Spirit Of Love” is doorspekt met oosterse invloeden en „April Fool” groovt als de beste. Het afsluitende „Fall Back To Earth” is het beste nummer van de plaat; theatraal, slepend, met een telkens terugkerend thema en een heerlijke solo van Slash. De albumproductie is lekker rauw gehouden en alle instrumenten zijn duidelijk herkenbaar. Kennedy bewijst zich wederom als één van de beste zangers van dit moment en Slash is onmiskenbaar de riffmeester. Kortom, met ‘4’ bewijzen Slash, Myles en co dat ze tot de absolute wereldtop behoren!


VOÏVOD

Synchro Anarchy

Century Media Music
André Verhuysen
85

Het heeft na de veel te vroege dood van gitarist Piggy in 2005 en het draaideurgedrag van bassist Blacky lang geduurd voor Voïvod weer echt goed in z’n vel zat. De albums ‘Katorz’ (2006) en ‘Infini’ (2009) konden nog worden gemaakt met overgebleven ideeën op Piggy’s laptop. ‘Target Earth’ (2013) was een ietwat wisselvallig doch zeker geen verkeerd tussenalbum, maar pas op het fantastische ‘The Wake’ (2018) liet de opgefriste lineup zich echt gelden. Het resultaat was een ouderwets spannend en kenmerkend Voïvod-album dat van begin tot eind bruiste van de energie. Ruim drie jaar later bestaat de bezetting naast de oorspronkelijke leden Michel ‘Away’ Langevin en zanger Dennis ‘Snake’ Bélanger nog steeds uit gitarist Daniel ‘Chewy’ Mon­grain en nieuwkomer Dominique ‘Rocky’ Laroche op bas. De vier voelen elkaar inmiddels blindelings aan. Dat kunnen we concluderen uit het feit dat ‘Synchro Anarchy’ naadloos aansluit bij ‘The Wake’ ofschoon dit album toch onder veel moeilijkere (corona)omstandigheden is gemaakt. ‘Synchro Anarchy’ biedt alles wat je van een Voïvod-album mag verwachten: grillige gitaarpartijen, tegendraadse ritmes, fusion-achtige wendingen en op sciencefiction-leest geschoeide teksten. De eerste twee tracks, „Paranormalium” en het titelnummer behoren tot de beste songs die Voïvod ooit maakte; ze bevatten meer goede ideeën en onverwachte twists dan andere bands op een heel album bij elkaar verzinnen. Ze zetten de toon voor een album dat nergens inkakt, nooit verveelt en na slechts negen songs uitnodigt om direct nog een keer opgezet te worden. Voïvod rules!