10 maal Eremetaal november 2022

10 maal Eremetaal in november 2022

AFTER ALL

Eos

(Metalville)
Patrick de Sloover
85

Met ‘Dawn Of The Enforcer’ (2012) en ‘Waves Of Anni­hilation’ (2016) bracht het Belgische After All twee speed metalkanjers op de markt. Nog voor ‘W.O.A.’ in de winkels lag stapte de drummer op en kort daarna ook zanger Sammy Peleman. Hun vervangers zijn respectievelijk Bert Guille­mont en Mike Slembrouck (Iron Mask). ‘Eos’ is het eerste werkstuk van de nieuwde bandbezetting. De vaste gitaartandem Dries van Damme en Christophe Depree hebben nog steeds de Flying V-gitaren omgegespt en met Frederic Van­massenhove hebben ze een solide bassist in de gelederen. Dit nieuwe After All toont meteen de kracht van de band: uitstekende speed metalsongs („The Judas Kiss”, „Kindred Spirits”, „Demons Raging”) zijn nog steeds van de partij, maar Slembrouck heeft een krachtige stem, die ook traditionele metal en hardrock aankan. Hierdoor krijgen we een moderne toets die alle richtingen uitgaat. En dat is de verrijking die After All bijzonder goed doet. „Elegy For The Lost” heeft een mysterieuze inslag, terwijl „Waiting For Rain” best als vernieuwend kan beschouwd worden. Akoestische passages, meerstemmige vocalen en muziek die in laagjes is gebracht zorgen voor een groei-album pur sang. In het sfeervolle sluitstuk „At Dawn’s First Light” begeleidt Eos, godin van de dageraad, ons naar de toekomst. Er is licht aan het eind van de tunnel, de donkere dagen zijn voorbij. After All is klaar voor een nieuw hoofdstuk!


AVANTASIA

A Paranormal Evening With The Moonflower Society

(Nuclear Blast Records)
Liselotte Hegt
90

Het vorige Avantasia-album ‘Moonglow’ (2019) heeft Tobias Sammet bepaald geen windeieren gelegd; het album stond in no-time op nummer één in de Duitse albumlijst. Voor het maken van ‘A Paranormal Evening With The Moon­flower Society’ heeft Sammet vervolgens ruim de tijd kunnen nemen. De bouw van zijn thuisstudio werd namelijk begin 2020 afgerond, vlak voor de uitbraak van de pandemie, die er tevens voor zorgde dat z’n agenda werd leeggeveegd. Sammet heeft vanwege corona ook zoveel mogelijk zelf gedaan: leadzang, achtergrondzang, keyboards en bas. Partner-in-crime Sascha Paeth tekende voor alle gitaarpartijen en Felix Bohnke zat zoals altijd achter de drumkit. Avantasia zou echter geen Avantasia zijn als er geen gastvocalisten meedoen. Daarom is de inmiddels vertrouwde cast ook weer van de partij. Geoff Tate en Sammet zijn een perfecte match in het ingetogen „Scars”, de power metaltrack „The Inmost Light” is een inkoppertje voor Michael Kiske, terwijl Jorn Lande zich als een vis in het water voelt in de classic rocktrack „I Tame The Storm”. Ronnie Atkins schittert in „Paper Plane” en Bob Catley is in topvorm in „The Moonflower Society”. Eric Martin brengt swing en soul in de klassieke power metaltrack „Rhyme And Reason” en „Arabesque” is een mini-rockopera van ruim tien minuten, waarin zowel Kiske, Lande en Sammet elkaar flink uitdagen. Verder heeft Tobias met dit album een langgekoesterde wens kunnen vervullen met de uitstekende bijdrage van Floor Jansen in de stamper „Kill The Pain Away” en het powerduel „Misplaced Among The Angels”. Dan zijn er nog de gastvocalen van Ralf Scheepers in de vlijmscherpe metaltrack „The Wicked Rule The Night”. Tot slot wil ik nog opmerken dat Tobias Sammet zelf vocaal verassende dingen laat horen en hij de karakteristieke elementen van Avantasia naar een nieuw niveau heeft gebracht. Dit alles is ook nog eens verpakt in sfeervol en tegelijkertijd überschattig artwork.


AVATARIUM

Death, Where Is Your Sting

(AFM Records)
André Verhuysen
80

Exact tien jaar nadat Leif Edling Avatarium in de wereld zette, heeft hij zijn ‘kindje’ definitief losgelaten. Althans, bijna. Aan één song leverde de doomgoeroe nog een compositorische bijdrage, namelijk het breekbare „Stockholm”, een kippenvelopwekkende ode aan Avatariums thuisstad. Avata­rium is sinds 2012 via twee EP’s en vier albums uitgegroeid tot een band die het verdient om op eigen benen te staan. Edlings zegen zal Avatarium altijd blijven begeleiden, zijn hulp is echter niet langer nodig, zo bewijst dit vijfde album. Het bevat namelijk enkele van de meest aangrijpende nummers die Avatarium ooit maakte. Naast „Stockholm” is dat bijvoorbeeld de met piano en strijkers aangedikte opener „A Love Like Ours”. Beter dan dit klonk Avatarium nog niet eerder. Die door merg en been snijdende vioolpartij aan het eind, heerlijk! De catchy titelsong is een geheide livefavoriet in wording, met een uiterst makkelijk mee te zingen refrein. Het loodzware „God Is Silent” is het beste Candlemass-nummer dat Leif Edling nooit schreef en het voor Avatarium-begrippen erg vlotte „Nocturne” zorgt voor de broodnodige afwisseling. Wie goed luistert hoort er zelfs de riff van Ozzy’s „Bark At The Moon” in. Het is echter niet alles goud wat er blinkt. „Psalm For The Living” kun je bijvoorbeeld gerust skippen, het is een soort op muziek gezette kerstpsalm. En het afsluitende „Transcendent” is een rustig voortkabbelend instrumentaal niemendalletje, dat halverwege weliswaar even in de overdrive schiet, maar dat bovenal bewijst dat Avatarium slecht uit de verf komt zonder de bezwerende zang van Jennie-Ann Smith. Wat een stem heeft die vrouw!


BOREALIS

Illusions

(AFM Records)
Metal Mike
83

‘Illusions’ is het vijfde album van de Canadese vijfmansformatie Borealis. Ik leerde de band kennen ten tijde van hun tweede album ‘Fall From Grace’ (2011). Vanaf ‘Purgatory’ uit 2015 werd de progmetal iets symfonischer, een trend die op ‘The Offering’ (2018) en vooral ‘Illusions’ verder is doorontwikkeld. Belangrijkste factor is de samenwerking met multi-instrumentalist Vikram Shankar (Silent Skies, Redemp­tion) die alle orkestpartijen componeerde en vervolgens met synthesizers inspeelde. Het zorgt voor een nog bombastischer en soms filmisch geluid. De toevoeging van zangeres Chris­tine Hals in het openende titelnummer en Lindsey Ward, die in de mooie ballad „Burning Tears” een duet met bandleider Matt Marinelli aangaat, bewijst dat Borealis de grenzen aftast van zijn progmetal. Drummer Sean Dowell tekende ook nu voor de vette productie. Progmetal voert nog steeds de boventoon op dit album. Fans van Symphony X, Evergrey of DGM moeten dit album verplicht aanschaffen.


THE CULT

Under The Midnight Sun

(Black Hill Records)
André Verhuysen
72

‘Under The Midnight Sun’ is een echte pandemieplaat, in die zin dat zanger Ian Astbury zijn partijen in Los Angeles inzong nadat gitarist Billy Duffy hem vanuit de studio in Wales de muziek toestuurde. Het verklaart wellicht waarom Duffy’s gitaar gedurende het hele album luid en duidelijk op de voorgrond staat. Veel meer dan op voorganger ‘Hidden City’ (2016) het geval was. Misschien is het ook meteen de reden dat ‘Under The Midnight Sun’ voor The Cult-begrippen wat aan de korte kant is met slechts acht songs in amper 35 minuten. En van die acht songs is er slechts eentje van de buitencategorie. „A Cut Inside” is namelijk het enige nummer waarin een messcherpe riff van Billy zich kan meten aan de vele legendarische licks die hij in het verleden uit z’n vingers toverde. De rest van ‘Under The Midnight Sun’ klinkt weliswaar op en top als The Cult, maar echt ontvlammen wil het nergens. Noem het routineus, automatische piloot of simpelweg een gebrek aan bezieling, maar het album kabbelt voorbij zonder de oren nog echt te spitsen. Astbury en Billy zouden er goed aan doen nooit meer los van elkaar een plaat te maken.


DIGGETH

Zero Hour In Doomtown

(No Dust Records)
Renée van der Ster
80

Wat kan smerige rock toch heerlijk zijn! Onder het motto ‘Keep on diggin’ combineert het uit Dinxperlo (Gelderland) afkomstige trio Diggeth vuige stoner met smerige southern rock. ‘Zero Hour In Doomtown’ is het vierde album van de heren en dame en rolt lekker door. Centraal staat de ongekende energie, waaraan de stijlmatig vocale acrobatiek van Harald ‘Big H’ te Grotenhuis en de verrassende tempowisselingen ten grondslag liggen. Het nummer „Lights Go Dim” is daar een treffend voorbeeld van. Nieuw in het gezelschap is overigens bassiste Natasja ‘Pebbles’, die haar snaren prima weet te raken. Luistertips zijn „Soultwister”, het onlangs op single uitgebrachte „Wada Cuda Shuda”, maar ook het slepende „Walkin’ Man” is het vermelden waard. Denk aan de groove van Five Finger Death Punch en het ruwe van Metal­lica. Voor het geval je Diggeth al kent: ‘Zero Hour In Doom­town’ klinkt over de gehele linie een stukje steviger dan je van de band gewend bent. Gecharmeerd van Spiritual Beg­gars? Check Diggeth!


DISILLUSION

Ayam

(Prophecy Productions)
Diederick RR9660
83

Nadat we dertien jaar moesten wachten op ‘The Liberation’ (2019) heeft zanger, gitarist en componist Andy Schmidt in coronatijd doorgepakt om snel met een opvolger te komen. ‘Ayam’ (een woord uit het Sanskrit en ook achterstevoren leesbaar) heet het resultaat en het laat een verdere verdieping en verrijking van de Disillusion-sound horen. Onder andere door de inzet van blazers, die de indrukwekkende opener „Am Abgrund” van een extra zware laag voorzien. De toevoeging van cello aan „Driftwood” voor extra sfeer en emotie is eveneens een geslaagde keuze. De extremen tussen harde en zachte passages zijn meer aangezet dan voorheen en dankzij de heldere mix van Jens Bogren krijgt het album hierdoor veel contrast. Dit komt het beste tot uitdrukking in de übersong van ‘Ayam’ en dat is „Abide The Storm”. Hierin komt de band het beste tot zijn recht. Laat je niet afschrikken door de speelduur van twaalf minuten. Disillusion is namelijk op z’n best in de lange tracks. Absoluut één van de beste songs die ik dit jaar heb gehoord. De overgang naar de centrale riff bij 9:35 is fenomenaal en bezorgt me elke keer rillingen. Knap dat Schmidt op elk album weer zo’n moment weet in te bouwen. Ook de versnelling aan het einde van dit „Abide The Storm” is schitterend. Er is echter één ‘maar’: „Abide The Storm” is het vierde nummer van ‘Ayam’ en de songs die erna nog volgen zijn niet slecht, maar voelen uiteindelijk een beetje als de bekende mosterd. Een hele dikke 9 voor ‘kant A’ en een 7,5 voor ‘kant B’ verklaren bovenstaande score wel zo’n beetje.


O.R.k.

Screamnasia

(Kscope)
Diederick RR9660
8

Ik ben geen groot fan van Porcupine Tree, noch van Steven Wilson. Voor sommigen grenst dat aan heiligschennis, maar bij mij is het kwartje nooit gevallen, vooral door de (in mijn oren) neuzelige zang van de man. Misschien is dat ook de reden dat ik nooit aandacht heb geschonken aan O.R.k., aangeprezen als de band van ex-Porcupine Tree-bassist Colin Edwin. Daarmee wordt O.R.k. trouwens tekortgedaan als je ziet dat ook King Crimsons drummer Pat Mastelotto deel van dit collectief uitmaakt, net als Carmelo Pipitone (van Marta Sui Tubi, gitaar) en zanger LEF (volledige naam Lorenzo Esposito Fornasari). Een soort van supergroep, maar dan wel één die in dezelfde samenstelling al vier albums heeft gemaakt en dat zegt genoeg over de onderlinge chemie tussen de heren. De eerste drie platen ga ik toch maar even checken, want op basis van dit nieuwe ‘Screamnasia’ heeft de band dat verdiend. Grote verrassing voor mij is die LEF-gozert, want je bent beslist geen koekenbakker als je zowel een Chris Cornell-uithaal in huis hebt als een ingetogen Jeff Buckley-huil. Deze namen geven al aan dat ‘Screamnasia’ geen full-on metalalbum is. De band rockt echter stevig genoeg voor onze Aardschok-oortjes en met de kwaliteit van de songs is ook weinig mis. Tel daarbij op de mooie bijdragen van de Italiaanse zangeres Elisa en celliste Jo Quail en je hebt een bovengemiddeld goed alternatief (hard)rockalbum.


SAHG

Born Demon

(Drakkar)
André Verhuysen
75

Sahg draait alweer bijna twintig jaar mee. Het Noorse kwartet doet dat in relatieve obscuriteit. Vrremd is dat niet. Allereerst, wie vernoemd er z’n band nu naar een Indiaas spinaziegerecht? Dan: de eerste drie platen van Sahg waren geen aanraders. De muziek op ‘I’, ‘II’ en ‘III’ was namelijk net zo geïnspireerd als de albumtitels doen vermoeden: voorspelbare doom metal in de straatjes van Black Sabbath en Candlemass. Met ‘Delusions Of Grandeur’ (2013) kwam de kentering. Proggy invloeden deden hun intrede. De sound van Sahg schoof daarmee op in de richting van bands als Opeth en Mastodon. Sahg klonk ineens avontuurlijker, psychedelischer en spannender. Die lijn werd op ‘Memento Mori’ (2016) doorgetrokken. Het resulteerde in een avontuurlijke prachtplaat. Zo spannend als ‘Memento Mori’ is dit zesde album van Sahg weliswaar niet, maar het luistert wederom erg prettig weg. De prog is er vanaf en de nummers zijn wat meer rechttoe rechtaan, maar bevatten doorgaans wel hooks en refreinen die zich makkelijk tussen de oren nestelen. Mastodon-light lijkt me een prima omschrijving van Sahg anno 2022. Alleen wanneer de Noren hun roots nog eens opzoeken („Destroyer Of The Earth”) klinkt Sahg weer als een doorsnee doomband. Dat kunnen ze beter niet meer doen. Verder niets te klagen.


JOE LYNN TURNER

Belly Of The Beast

(Music Theories Recordings)
Maarten van Mameren
85

Wow, deze zag ik niet aankomen! Waar zijn collega’s op leeftijd massaal versoften, komt de 71-jarige Joe Lynn Turner doodleuk met de meest heavy plaat uit zijn rijke carrière, die furieus uit de startblokken schiet met het titelnummer en tevens eerste single. Een ongelukkige keus, want vooral de repetitief gezongen coupletten en de gesproken tekst aan het eind doen het nummer geen goed. De lyricvideo op YouTube maakt echter wel gelijk duidelijk wat het tekstuele concept behelst: het laatste bijbelboek, ‘openbaring’ ofwel ‘apocalyps’, met als thema de strijd tussen goed en kwaad, engelen en demonen, God en Satan. Tweede song en tevens single „Black Sun” borduurt tekstueel voort op zijn voorganger, maar tapt muzikaal uit een ander vaatje. Het is een melodieuze midtempo beuker met epische orkestratie en koorzang en een fraai ingebouwde rustige passage; een sterke track die representatief is voor het grootste deel van ‘Belly Of The Beast’. Een verrassend album dat tot stand kwam door een toevallige ontmoeting tussen Turner en Peter Tägtgren (Hypocrisy, Pain, Linde­mann). Laatstgenoemde heeft een flinke vinger in de pap gehad door middel van zijn rol als producer, songwriter en muzikant. Waarschijnlijk zullen JLT-adepten even moeten slikken als ze deze plaat beluisteren, want die wijkt zoals gezegd behoorlijk af van wat de Amerikaan liet horen in zijn periodes bij onder andere Rainbow, Deep Purple en Malmsteen. Een aantal van hen zal afhaken, maar een nieuwe doelgroep ligt onder handbereik.