10 maal Eremetaal in juni 2025
AVKRVST
Waving At The Sky
(InsideOut Music)
Diederick RR9660
70
Bijna twee jaar terug verraste Avkrvst uit Noorwegen de proggemeenschap met het knappe debuut ‘The Approbation’. Oké, de invloeden van Opeth en Porcupine Tree lagen er dubbeldik op, maar het was duidelijk een debuut met potentie. Op ‘Waving At The Sky’ is deze inspiratie nog steeds hoorbaar, echter minder opvallend aanwezig. Waar genoemde bands uitblinken in spanning en het overbrengen van emotie, heeft Avkrvst op dat gebied eerder een stap achteruit gedaan. De muziek en zang zijn afstandelijk, emotieloos en in het geval van de vocalen zelfs dodelijk saai, iets dat door de aanwezigheid van Haken-zanger Ross Jennings op „Malevolent” alleen maar wordt bevestigd. De instrumentale secties klinken op het eerste gehoor ritmisch indrukwekkend, maar missen gevoel. En minstens zo belangrijk: met uitzondering van de lange titelsong ontbreekt op die momenten een noodzakelijke spanningsboog. Hopelijk geldt deze stilstand slechts voor één album, ziet de band in dat het talent van Simon Bergseth op andere vlakken ligt dan het vocale en horen we dat terug op album nummer drie.
BYZANTINE
Harbingers
(Metal Blade Records)
Jordan Stael
85
‘Progressive thrash’, zo noemen de leden van de inmiddels 25 jaar oude band Byzantine hun muziek. Je zou het ook groovemetal kunnen noemen. En dan de old-schoolvariant, die in het straatje van bands als (herinneren jullie je deze nog, nog, nog?) B-Thong, Transport League en Eleven Pictures. Zweedse grøøve dus. Maar dan wel van de hoogste kwaliteit. Proggy songs inderdaad; niet te simpel, diep gelaagd, sterk werk, thrashy gitaarwerk en een zanger die inmiddels grijs is, maar nog wel prima werk levert. Er zaten wat jaartjes tussen het eerdere werk en deze nieuwe. En in die jaartjes zijn de mannen uit West Virginia ook vergeleken met Meshuggah, Pantera en Lamb Of God. Allemaal een beetje waar, maar als gezegd heeft het vooral iets heel erg Zweeds. Zowel muzikaal als vocaal, want OJ’s stem heeft veel weg van die van Tony Jelenkovich (jongere lezers googelen nu maar even). Het afwisselende in de songs maakt dat iedere luisterbeurt garant staat voor een nieuw ‘oh wat goed’- of ‘oh wat lekker’-momentje. Zo is „Kobayashi Maru” zo’n meesterlijk opgebouwde en groovende song, dat het waarschijnlijk alleen voor verlamde mensen moeilijk zal zijn om niet mee te bewegen. En datzelfde geldt ook voor single „Floating Chrysanthema”. „The Clockmakers Intention” begint een beetje als Dire Straits, maar buigt vervolgens net zo makkelijk naar een dikke groove, gevolgd door een mooi tweestemmig gezongen refrein. En dat is ‘Harbingers’ in een notendop: iedere song biedt gewoon veel moois en is slim in elkaar gezet door ervaren songwriters die hun band na 25 jaar nog even een niveautje hoger hebben weten te tillen.
FAIRYLAND
The Story Remains
(Frontiers Music)
Justin Erkens
78
Fairyland. De tenenkrommende naam alleen al riekt naar ellende voor de oren. En ja, het is inderdaad een symfonische metalband. Uit Frankrijk nog wel. Op papier een recept voor een snoeiharde recensie en een score ergens onder de 40. Maar dan. Dan komt eigenlijk precies wat je ervan verwacht. Veel te veel keyboardsporen. Rommelige mix. Een zanger – met zo’n enorme neusring nota bene – die niet boven de middenmaat uitkomt. Toch heeft ‘The Story Remains’ iets. Iets ongrijpbaars. Een stukje authenticiteit. Oprechtheid. Dat jeugdige enthousiasme – al zijn de heren zelf gemiddeld rond de 35 – dat je bijna nooit meer hoort in de gepolijste producties van nu. Dat gezegd hebbende, de plaat zal net als z’n vier voorgangers niet voor iedereen weggelegd zijn. Het blijft een niche waar de heren zich op richten. Maar wie warme herinneringen koestert aan de begindagen van Rhapdosy (Of Fire), Sonata Arctica en Dragonland mag ‘The Story Remains’ echt een kans geven. Je zou zomaar verrast kunnen worden.
FALLUJAH
Xenotaph
(Nuclear Blast Records)
Wim Strijbosch
78
Fallujah is een technische death metalband uit de Bay Area die met ‘Xenotaph’ toe is aan het zesde studioalbum. Eerlijk gezegd kende ik de band nog niet, maar ik moet zeggen dat ik aangenaam verrast ben. Sterkste troef van de band is zanger Kyle Schaefer. Hij heeft een goede stem, zowel clean als grommend. Die cleane, zeer melodieuze stukken maken dat de heftige stukken nog veel heftiger over komen dan ze al zijn. En gitarist Scott Carstairs krijgt alle ruimte om zijn prachtige, ingenieuze en superhelder klinkende gitaarsolo’s op ons af te vuren. Neem een nummer als „Kaleidoscopic Waves” waarin de vocalen mooi afwisselen tussen bruut en clean en waarbij de gitaar van Carstairs heerlijk in de clinch ligt met de ritmesectie. Ik vind het knap hoe de band weet te doseren: snelle stukken, midtempo beukwerk, maar zelfs ook verstilde stukken trekken aan je voorbij als een organisch geheel. ‘Xenotaph’ is geweldig geproduceerd door Dave Otero en Mike Low en dat mag niet onvermeld blijven. Dit album, waarvan de teksten geïnspireerd zijn door het werk van Frank ‘Dune’ Herbert, mag gehoord worden.
GAAHLS WYRD
Braiding The Stories
(Season Of Mist)
Martijn Busink
90
Vorig jaar verraste Gaahl met een nieuw album van het op dat moment al zeventien jaar inactieve Trelldom, dat eigenlijk best in het verlengde lag van het veel progressiever ingestelde Gaahls WYRD. Op ‘Braiding The Stories’ worden de bakens echter wederom verzet. Dat Gaahl niet vies is van een beetje isolatie wisten we al uit de beruchte Vice-documentaire, dus de pandemie vormde voor hem eerder inspiratie. Bijvoorbeeld door het gebrek aan druk van buitenaf, zoals die van de muziekindustrie. Dromen en het onderbewuste vormen het thema en dat levert zeer sfeervolle muziek op, zoals in het titelnummer waar keyboards de boventoon voeren en waarin de zanger zich van zijn duistere croonerkant laat horen. Gaahl meldt in het begeleidend schrijven dat er gemikt werd op de energie van de jaren tachtig en negentig, waarbij black metal min of meer werd overgeslagen ten faveure van gothic rocksferen. Dat klinkt op papier meer retro dan in de praktijk. Tracks als „Time And Timeless Timeline” en „Visions And Time” kennen ook wel degelijk metalriffs. De dynamische songstructuren zijn proggy te noemen, met veel tijd voor meer zweverige passages. Vlak zijn WYRD-bandleden ook niet uit, die hebben een soepelheid, swing bijna, die je niet dagelijks hoort in het genre. Afwisseling troef dus en Gaahl leeft zich vocaal dan ook flink uit: fluisteren, falsetto, breekbaar en boosaardig, maar vrijwel nooit de ‘kvlt screams’ waar het allemaal mee begon, zelfs niet in het thrashy „Root The Will”. Dat Gaahl een bijzonder heerschap is – in positieve of negatieve zin – mag bekend worden geacht, maar de afgelopen jaren toont hij zich meer dan ooit een creatieve en eigenzinnige kracht in de hedendaagse (black) metal.
THE HAUNTED
Songs Of Last Resort
(Century Media Records)
Stephan Gebédi
87
De Zweedse thrashers van The Haunted melden zich na acht jaar terug met ‘Songs Of Last Resort’. Die lange pauze heeft de band hoorbaar goed gedaan, want dit nieuwe album klinkt zeer geïnspireerd en heerlijk agressief. Opener „Warhead” doet denken aan „Hostage To Heaven” van Grip Inc. en heeft dezelfde intensiteit. Over de gehele plaat horen we natuurlijk veel invloeden van Slayer en At The Gates, maar de band klinkt vooral als The Haunted in topvorm. De zang van Marco Aro klinkt sterker en overtuigender dan ooit en de fraaie solo’s van Ola Englund vormen de kers op de taart. De mix van Jens Bogren is lekker rauw en heavy. In nummers als „To Bleed Out” en „Collateral Carnage” neemt de band even wat gas terug, om er dan met „Through The Fire” en „Death To The Crown” weer keihard met gestrekt been in te gaan. Conclusie? ‘Songs Of Last Resort” is een ijzersterk en zeer overtuigend thrash metalalbum.
INGLORIOUS
V
(Frontiers Music)
Ron Willemsen
90
Eigenlijk hadden we al een streep gezet door Inglorious, nadat zanger Nathan James in 2023 als laatste bandlid de handdoek in de ring gooide. Maar James en bassist Colin Parkinson rookten een vredespijp en vonden in Richard Shaw en Henry Rogers respectievelijk een nieuwe gitarist en in drummer. De clou? Met z’n vieren maakten ze het beste Inglorious-album tot nu toe! Je wordt om de oren geslagen met splijtende gitaarsolo’s, catchy koortjes en vooral pakkende songs. Het feit dat Parkinson ervoor heeft gekozen om te droptunen zorgt voor extra heaviness, waar James prima mee uit de voeten kan, getuige de superkrachtige eerste drie nummers „Testify” „Eat You Alive” en „Devil Inside”. Het doel van Parkinson en James was om zich niet te herhalen en daarin zijn ze absoluut geslaagd. „End Of The Road” bijvoorbeeld had ook een Whitesnake-nummer kunnen zijn. ‘V’ eindigt met „Power Of Truth”, dat akoestisch begint met een ingetogen zingende James om halverwege op te bouwen naar een climax om vervolgens toch nog sfeervol en ingetogen te eindigen. Wat een terugkeer van Inglorious met deze modern klinkende rockplaat. Het wordt nu al dringen in mijn jaarlijstje.
KATATONIA
Nightmares As Extensions Of The Waking State
(Napalm Records)
Ivar de Koning
80
Katatonia lijkt op ieder album beter te worden, met het vorige ‘Sky Void Of Stars’ als voorlopig hoogtepunt. Daarop kwamen de Zweden wat steviger uit de hoek, zonder aan melancholie in te boeten. Alle songs op dat album waren ijzersterk. Het legt de lat hoog voor het nieuwe ‘Nightmares As Extensions Of The Waking State’. Opener „Thrice” is meteen een schot in de roos, het had niet misstaan op ‘City Burials’, dat het in 2020 tot CD van de Maand schopte in Aardschok. Katatonia klinkt hier eigenzinnig, melancholisch en dromerig, precies zoals de fans het graag horen. Die sound trekken de Zweden door in het daaropvolgende „The Liquid Eye”, waarmee de band alvast verklapt dat ‘Nightmares…’ geen kopie of voortzetting is van het hardere ‘Sky Void Of Stars’. Katatonia klinkt dit keer iets meer ingetogen, neemt de tijd en bouwt de nodige rustpunten in. Op het vorige album leek gitarist Roger Öjersson zich – naast zanger Jonas Renkse – nog te ontpoppen als boegbeeld, maar hij vertrok vorig jaar. Een gemis, en misschien de verklaring voor het feit dat Katatonia iets meer teruggrijpt op het verleden in plaats van nieuwe wegen te verkennen. Begrijp mij goed: ‘Nightmares…’ is wederom een dijk van een plaat, maar iets minder spannend en iets vaker voorspelbaar. Dat zal de fans niet deren, maar hopelijk weten Renkse en co zich de volgende keer te herpakken.
REJECT THE SICKNESS
Signs Of The End
(Eigen beheer)
Gerrit Mesker
78
Sfeervolle metalcore, bestaat dat eigenlijk? Je zou het niet denken, maar Reject The Sickness krijgt het toch echt voor elkaar. Vanaf het begin maakt dit Belgische gezelschap duidelijk dat ze niet van dertien-in-een-dozijn zijn. De zang ademt metalcore, maar de uitgesponnen melodieën en slepende gitaarriffs trekken stevig richting melodieuze death metal. Het resultaat is een album dat een brede groep metalfans zal aanspreken. Het titelnummer laat perfect horen wat de band in huis heeft; een sfeervol keyboardintro, strak drumwerk en traag voortvloeiende melodieën die onder je huid kruipen. Guy Vercruysse brult, krijst en grunt met overtuiging z’n maatschappijkritische teksten de microfoon in. Zijn veelzijdige zangpartijen zijn de kers op de taart. Tel daar het sterke gitaarwerk en de verzorgde productie bij op en je hoort een band die een flinke stap vooruit heeft gezet. Het wordt tijd dat Reject The Sickness vaker buiten de Belgische grenzen het podium op mag. In Nederland welteverstaan!
RIVERS OF NIHIL
Rivers Of Nihil
(Metal Blade Records)
Robbie Woning
85
Als bands na jaren ineens een titelloze plaat uitbrengen, is dat vaak een aanwijzing voor een flinke muzikale koerswijziging en een nieuwe start. In het geval van Rivers Of Nihil was ik er niet zo bang voor. Al was het maar omdat de eerste vier platen van de band ook onderling flink verschilden en telkens al een ruime muzikale ontwikkeling lieten horen. De death metalroots klinken op sommige momenten nog best in de muziek door, maar ‘Rivers Of Nihil’ is in de eerste plaats een erg veelzijdig, melodieus en verrassend hedendaagse metalalbum. Door het vertrek van zanger Jake Dieffenbach stond de band sowieso voor een keuze. Er had een nieuwe bruller en grunter kunnen worden aangetrokken, maar in plaats daarvan ontpopt bassist Adam Biggs zich op de nieuwe plaat als een prima melodieuze zanger en is met nieuwe gitarist Andy Thomas nog een ondersteunende vocalist aangetrokken. Hoewel er hier en daar op vette riffs nog wel bruut wordt gebruld, hebben de cleane vocalen op deze nieuwe plaat duidelijk de overhand. Dat daar in de eerste single „House Of Light” woeste blastbeats onderdoor beuken, maakt de muziek best bijzonder. En dan heb ik het nog helemaal niet over de saxofoon die in meerdere nummers voor extra inkleuring zorgt en over de ballad „Water & Time”, die sterk op keyboards, grootse refreinen en muren van galm drijft. Tegenover al dat ‘moois’ staan gelukkig wel weer hardere tracks als „American Death” en een nummer als „Despair Church”, waarin de band zijn nieuwe en oude sound het best met elkaar vermengt. Als je een beetje tolerant bent ingesteld, zul je aan de avontuurlijke composities op dit album veel genot beleven. De muziek zit heel kunstig in elkaar en de plaat klinkt ook echt als een klok.