KRUX
He Who Sleeps Amongst The StarS
(GMR/Bertus)
www.myspace.com/kruxdoom
Stan Novak
88
Eindelijk is er dan het derde Krux album. Voor wie het nog niet weet: Krux is een hoogkaraats doomensemble, geleid door Candlemass-bassist/mastermind Leif Edling. De eerste twee platen (‘Krux’ uit 2003 en ‘Krux II’ uit 2006) schopten het beide tot CD van de Maand. Vooraf waren we benieuwd of dat met deze derde ook zou lukken, aan kracht en kwaliteit was immers niets ingeboet. Natuurlijk staat Krux weer op nummer één. De verrassing is er inmiddels vanaf, maar verwacht van Edling dan ook geen nieuwe dingen. Deze schoenmaker houdt zich al een kwart eeuw bij zijn leest en schuwt het experiment als de zwarte pest. Mede daardoor beheerst hij zijn ambacht tot in perfectie. Het is toch razend knap hoe het hem, in zo’n afgekaderd genre, telkens weer lukt om tot zulke monumentale composities te komen. Edling weet als geen ander waar een goede doomsong om vraagt en laat zich daarbij omringen door een stel uitstekende muzikanten. Aan vasthoudendheid ook hier geen gebrek, want het is dezelfde cast die ook voor de eerste platen tekende. Binnen de vertrouwde structuren is het ditmaal echter optimaal genieten en dat komt met name door de werkelijk oorstrelende gitaarsolo’s van Fredrik Åkesson (die zijn kunstje ook bij Opeth vertoont). Deze man heeft een enorme ontwikkeling doorgemaakt en weet steevast een uitstekende balans tussen gevoel en techniek te vinden. Een andere meerwaarde wordt geleverd door de keyboards van Carl Westholm, die ditmaal prominenter in de mix liggen en absoluut sfeerverhogend werken. Tenslotte zoekt zanger Mats Levén het meer in de dynamiek, waardoor hij zich minder in de hogere regionen bevindt. Hij klinkt daardoor demonischer dan tevoren en drukt een stevig stempel op de sound met zijn doorgaans donkere, lichthese strot. Van de machtige, tot uitbundig headbangen uitnodigende opener (de titeltrack) tot de malende afsluiter “A Place Of Crows” is het genieten geblazen. Dit is een album vol hoogtepunten met als meest in het oor springende track het dik tien minuten durende “Prince Azaar And The Invisible Pagoda”; een waar doomepos met een machtig refrein en een sereen middenstuk dat zo uit “Sirens” van Savatage lijkt te komen. Bij Krux valt al drie albums lang alles perfect op zijn plaats.