GOJIRA
Magma
(Roadrunner/Warner Music)
André Verhuysen
85
Gojira heeft een lange weg afgelegd in de twintig jaar dat de Zuid-Franse band inmiddels bestaat. In die jaren heeft het viertal – nog steeds bij elkaar in de oorspronkelijke bezetting! – zich ontwikkeld van technische death metalband tot de progressieve groovemetalband die het nu is. Met de nadruk op progressief, in de ware zin van het woord, namelijk vooruitstrevend. Vanaf het allereerste album ‘Terra Incognita’ (2000) hebben Joe Duplantier (zang/gitaar), Mario Duplantier (drums), Christian Andreu (gitaar) en Jean-Michel Labadie (bas) progressie (als in ontwikkeling, vooruitgang) bovenaan in hun vaandel staan. Van plaat tot plaat is Gojira erin geslaagd te groeien door de muzikale bakens telkens een stukje te verzetten en de grenzen van hun zelfgecreëerde kader op te rekken. Het leverde keer op keer een album op dat anders en net een beetje boeiender was dan het vorige, achtereenvolgens ‘The Link’ (2003), ‘From Mars To Sirius (2005), ‘The Way Of All Flesh (2008) en ‘L’Enfant Sauvage’ (2012). En zo is ook ‘Magma’ weer een reactie op z’n voorganger. De muziek op ‘Magma’ is minder grillig dan die op ‘L’Enfant Sauvage’. Binnen de nummers zelf wordt er minder geëxperimenteerd en van de hak op de tak gesprongen. Daar staat tegenover dat het verschil tussen de nummers onderling juist veel groter is, wat de dynamiek van het album ten goede komt. Waar ‘L’Enfant Sauvage’ dertien songs bevatte waarvan er enkele toch wel behoorlijk op elkaar leken, daar heeft ‘Magma’ er tien die allemaal enorm van elkaar verschillen. De tempo’s, de verschillende manieren van zingen, de geluidseffecten die de songs vaak prachtig inkleuren; per song zijn ze anders. Alle nummers zijn ditmaal ook raak, er zit geen vuller tussen, al heeft het ene („Only Pain” of het bijna oer-Pink Floyd-achtige „Low Lands”) een paar luisterbeurten meer nodig dan het andere („The Shooting Star”, „Silvera” of „Stranded”) om zich in je hersenpan te nestelen. Toch is er een uitzondering, één dissonant, namelijk het afsluitende akoestische niemendalletje „Liberation”. Bijna vier minuten getokkel en getrommel die er voor zorgen dat ‘Magma’ een beetje als een nachtkaars uitgaat. Het is slechts een smetje op een verder weergaloos album, waarmee Gojira wederom bewijst de meest relevante metalband van dit moment te zijn. Album van het jaar? Zonder twijfel!