10xEremetaal Maart 2014

 

10xEremetaal in Maart 2014

ADRENALINE MOB

Men Of Honor

(Century Media/Universal)
Robert Haagsma
75

Adrenaline Mob werd in 2011 uit de grond gestampt als een supergroep rond drummer Mike Portnoy (toen nog Dream Theater), zanger Russell Allen (Symphony X) en gitarist Mike Orlando. Gezien de achtergrond van de muzikanten lag het voor de hand dat de band voor de dag zou komen met een ferme dosis progressieve rock. In 2012 verraste de band echter met ‘Omertá’, waarop een pakkende mix van hardrock en metal stond. Het draaide duidelijk om de liedjes, niet om de individuele speltechniek. Vanwege een te volle agenda is Portnoy inmiddels vertrokken en vervangen door A. J. Pero van Twisted Sister. ‘Men Of Honor’ gaat echter vrolijk verder waar het vorige album ophield. De plaat schiet uit de startblokken met de aanstekelijke songs „Mob Is Back” en „Come On Get Up”. Het poppy gitaarliedje „Dearly Departed” zou zo van een album van Foo Fighters afkomstig kunnen zijn, terwijl de ballad „Behind The Eyes” een hoog Nickelback-gehalte heeft. De rest van het album slingert heen en weer tussen felle metal en toegankelijke rock, af en toe onderbroken door een ingetogen liedje. Adrenaline Mob is daarmee een band van een stel getalenteerde muzikanten die eens wat anders willen. Het moet het vooral van het duidelijk hoorbare spelplezier en een handvol erg lekkere songs hebben.


BIGELF

Into The Maelstrom

(InsideOut Music/Universal)
Liselotte Hegt
80

Na de release van de vierde CD ‘Cheat The Gallows’ en de daaropvolgende tournee in 2010, was de koek onverwachts op voor het proggezelschap Bigelf en gingen de bandleden hun eigen weg. Na aanmoediging van Mike Portnoy besloot bandleider Damon Fox echter de aangetreden donkere tijden lijdzaam te ondergaan en door te gaan met muziek schrijven. Het resultaat heet ‘Into The Maelstrom’ en het is een logische stap dat Portnoy hierop de drumpartijen heeft ingespeeld. Immers, Bigelf past naadloos tussen de (voormalige) werkgevers op Portnoy’s cv (o.a. Dream Theater, Transatlantic, Flying Colors, OSI, Neal Morse). In het verleden leunde Fox nog op zijn bandmaten als het ging om arrangeren en een muzikale visie, dit keer heeft de excentrieke zanger volledig op eigen benen moeten staan. De uitkomst daarvan is dat de sluier des doom en de Black Sabbath-ondertoon het onderspit delven en plaatsmaken voor heel veel Beatles-invloeden. Een psychedelische retrosfeer is ook één van de belangrijkste karaktereigenschappen van dit nieuwe plaatwerk en de kenmerkende maffe, cabaretachtige circustrekjes, de opvallende excentriciteit en eigenzinnigheid zijn naar een volledig ander niveau getrokken. De leidende draad is natuurlijk de vocale performance van Fox, die de luisteraar meeneemt in zijn persoonlijke tijdmachine, waarin de zanger een glimp laat zien van zijn emotionele bagage. Voor het donderende baswerk heeft Duffy Snowhill (Bigelf-bassist van het eerste uur) een bezoek aan de studio gebracht, waarna Luis Maldonado (Into The Presence) een deel van de gruizige gitaarpartijen heeft vastgelegd. ‘Into The Maelstrom’ is dynamisch van aard, maar tegelijkertijd voor progbegrippen ook behoorlijk toegankelijk. Tegelijk vind ik de CD qua sound en arrangementen wel iets te gezapig (soms wat zeurderig) en voor de hand liggend klinken. Echte verrassingen blijven uit en de oorspronkelijke eigen smoel lijkt tijdens die donkere tijden een beetje verloren te zijn gegaan.


HATRIOT

Dawn Of The New Centurion

(Massacre/Suburban)
André Verhuysen
80

De onbetwiste revelatie van de meest recente Eindhoven Metal Meeting was Hatriot. De jonge thrash metalband uit de Bay Area van San Francisco bewees op het podium z’n mannetje net zo makkelijk te staan als op het in januari 2013 verschenen debuutalbum ‘Heroes Of Origin’. Amper een jaar later is er al een opvolger, waarop de op het debuut ingezette lijn consequent wordt doorgetrokken. Voor wie het niet meer weet: Hatriot is de nieuwe band van zanger Steve ‘Zetro’ Souza (voorheen o.a. van Legacy, Exodus en Dublin Death Patrol). Twee van zijn zonen vormen de ritmesectie. Stiekeme ster van Hatriot is echter gitarist en songschrijver Kosta Var­va­takis. De van oorsprong Griekse jongeling is wederom met schijnbaar achteloos gemak met negen puike songs op de proppen gekomen die het perfecte midden houden tussen Exodus en Legacy. Even gas terug nemen is er niet bij; het blaast van begin tot eind. Voor je het weet is het weer voorbij. Zo hoor ik ze het liefst!


INCURA

Incura

(InsideOut Music/Universal)
Liselotte Hegt
86

Incura is een jonge band uit Canada die na vier EP’s eindelijk zijn officiële debuut lanceert. ‘Incura’ is een fascinerend album geworden, dat na meerdere draaibeurten steeds meer geheimen prijsgeeft. Progressieve rockmuziek verstrengelt zich hier met een theatrale insteek zoals we die van, bijvoorbeeld, Queen en The Darkness kennen. Ook de raakvlakken met hedendaagse post-progrockbands als 3, Muse en Coheed And Cambria zijn sterk voelbaar. Zo is zanger Kyle Gruninger een gepassioneerd mannetje. Zijn performance gaat emotioneel gezien gigantisch de diepte in. Soms laat zijn dunne maar heldere (soms ijle kopstem) stem een manische indruk achter, maar deze jongen laat vele oprechte emoties horen en drukt met zijn flamboyante insteek een groot stempel op het totaalgeluid. Een nummer als „Who You Are” is een mooi voorbeeld van waar Queen en The Darkness je onmiddellijk te binnen schieten. Zelfs het leidende pianospel voelt vertrouwd in dit arrangement. Op andere momenten klinkt ‘Incura’ behoorlijk heavy (met name qua gitaren) en iets meer rechttoe rechtaan, zoals in „Turning Blue”, terwijl in „Here To Blame” de muziek juist weer wat technischer klinkt. Het vijftal is duidelijk niet voor één gat te vangen, hoewel de totaalsound altijd herkenbaarheid heeft. Er weerklinkt namelijk in ieder nummer grote passie, de harmonieën zijn mooi uitgewerkt en de muzikale wendingen blijven uitnodigen om verder te luisteren. Ook zijn op subtiele wijze extra klanken, geluidjes en harmonieën ingebed. De tien nummers zijn compact en hebben ondanks de vernuftigheid, de variatie, de complexiteit, het meeslepende en grootse gevoel, toch het karakter van een ‘liedje’. De sound is modern (vooral van de gitaren) maar eigenzinnig, waarmee Incura de term progrock naar een nieuw niveau weet te tillen.


KAYSER

Read Your Enemy

(Listenable/Suburban)
André Verhuysen
80

Terug van eventjes weggeweest: Kayser. Pakweg acht jaar geleden bracht het project van de Zweedse heren Spice (ex-Spiritual Beggars – zang), Swaney (alias Mattias Svensson van The Defaced – gitaar) en Bob Ruben (The Mushroom River Band – drums) een verdienstelijk debuut (‘Kaiserhof’ – 2005) en een ijzersterke opvolger (‘Frame The World… Hang It On The Wall’ – 2006) uit. Helaas gebeurde dat op het krachteloze Italiaanse Scarlet Records, waardoor de platen weinig potten braken. Inmiddels zijn de Zweden naar het Franse Listenable verhuisd. Misschien dat het daar wel lukt. Aan ‘Read Your Enemy’ zal het niet liggen. Het comebackalbum gaat gewoon door waar de voorganger was gebleven. Kayser maakt dus wederom groovy thrash metal die met één been stevig in de jaren tachtig staat. Met name Testament en Metallica zijn van grote invloed. Uit de jaren negentig heeft Kayser – met dank aan Pantera – vooral de groove meegenomen en vanuit het nieuwe millennium heeft The Haunted overduidelijk zijn sporen nagelaten. Tel daar de uitstekende, open productie en de bovengemiddeld goede zang van Spice bij op, en de score is verklaard.


THE KINDRED

Life In Lucidity

(Sumerian/Bertus)
Robert Haagsma
75

Het verhaal van The Kindred is al bijna net zo bijzonder als de muziek die de Canadese band maakt. Het gezelschap ging de eerste jaren door het leven als Today I Caught The Plague. Onder die naam werd in 2011 ook een eerste album uitgebracht: ‘Lore’. De recensies waren meer dan welwillend, al werd er regelmatig in opgemerkt dat het wel allemaal wat druk was. Precies een jaar geleden liet de band via een korte verklaring weten voortaan The Kindred te heten, terwijl dat verder geen consequenties voor de bezetting of voor de muziek zou hebben. En dat laat ‘Life In Lucidity’ ruimschoots horen. The Kindred wordt doorgaans in progressieve hoek geplaatst, maar eigenlijk schiet elk etiket te kort. Net als op ‘Lore’ klinkt de band als een omgevallen platenkast. Het ene moment trekt de emo-achtige zang van Dave Journeaux alle aandacht naar zich toe, het volgende worden we opgewacht door schetterend koper, huilende violen of subtiele pianoklanken. Het is allemaal erg knap, want welke invalshoek ook voorbijkomt, het klopt allemaal. Het spel is uitstekend, terwijl alles loepzuiver is geregistreerd. Wie van muzikaal avontuur houdt, moet zeker eens gaan luisteren. Wel denk ik dat het geen kwaad zou kunnen als de band iets meer zou doseren. ‘Life In Lucidity’ is nu vooral een boeiende uitputtingsslag.


RIOTGOD

Driven Rise

(Metalville/Rock Inc./PIAS Rough Trade)
Stan Novak
80

Met ‘Driven Rise’ levert dit Amerikaans kwartet de opvolger van het in 2011 verschenen debuut ‘Invisible Empire’ af. In muzikaal opzicht is er weinig veranderd en daar was ook geen enkele reden toe. Nog steeds maakt de band pompende en groovende powerrock in het Monster Magnet-straatje. Ook onveranderd is dat de helft van de band zijn boterham verdient bij laatstgenoemde. Even opfrissen? Riotgod wordt in 2007 opgericht door drummer Bob Pantella en bassist Jim Baglino, beiden in dienst bij de Monster Magnet BV. Een getalenteerd duo, dat minstens zo begenadigde mede-strijders vindt in zanger Mark Sunshine en gitarist Garrett Sweeny. De banden met het Magnet-kamp worden zowaar verstevigd wanneer Sweeny vervolgens daar aantreedt als vervanger van oudgediende Ed Mundel. Driekwart Monster Magnet denk je dan, ware het niet dat Baglino Riotgod inmiddels heeft verlaten. Zijn vervanger heet Erik Boe, die naar mijn weten geen Monster Magnet-connectie heeft. De muziek dan. Die is nog overtuigender dan op het debuut. ‘Driven Rise’ biedt een snoeiharde peper-in-de-reetversie van Monster Magnet. Sunshine overtuigt met zijn snijdende strot en ook Sweeny laat zich onverminderd gelden, maar de meeste indruk maakt toch Pantella met zijn gebalde drumwerk. Wat een krachtpatser! Het is maar goed dat de mannen bij Monster Magnet wat tot rust kunnen komen…


SAVAGE MESSIAH

The Fateful Dark

(Earache/Warner)
André Verhuysen
75

Savage Messiah speelt een vloeiende combinatie van gecontroleerde thrash en melodieuze heavy metal. De gitaargeoriënteerde muziek van het Britse viertal klinkt vet, de solo’s zijn virtuoos en meeslepend en de meeste tracks op dit vierde album hebben een goede opbouw, pakkende riffs en dito refreinen. Bovendien zit er genoeg afwisseling tussen de nummers om ‘The Fateful Dark’ een prettige dynamiek mee te geven. Bandleider Dave Silver is een getalenteerd heerschap, speelt erg goed gitaar en heeft behalve een krachtige, ruige strot ook nog eens een mooie zuivere, cleane stem die grofweg het midden houdt tussen Chuck Billy en James Hetfield. Kortom, niets dan lof. Waarom het album dan toch maar 75 punten scoort? Simpel, Savage Messiah speelt te opzichtig leentjebuur bij Metallica. Te vaak vraag je je af waar je die riff of zanglijn toch eerder gehoord hebt. En steevast kom je uit bij een nummer van ‘Master Of Puppets’ of ‘…And Justice For All’. O ja, en Iron Maidens „Hallowed Be Thy Name” komt in „Cross Of Babylon” ook nog langsfietsen. Een beetje spieken is niet erg, maar Savage Messiah doet geen enkele moeite om het te verdoezelen, zo lijkt. Daarom dus. En tóch is het een lekker plaatje.


SKINTRADE

Refueled

(AOR Heaven/Bertus)
Metal Mike
88

Het zal in de zomer van 1992 geweest zijn dat producent Ron­ny Lahti mij de cassette (!) van het titelloze Skintrade-debuut in handen duwde. Het bandje draaide maandenlang zijn rondjes in mijn speler, en toen het album in 1993 eindelijk op CD verscheen was het één van de weinige CD’s die ik tweemaal heb moeten aanschaffen omdat de eerste versleten was. Het moge duidelijk zijn, het debuut kon mij wel bekoren. Van de bevlogenheid waarmee de band op het debuut AOR, metal en funk combineerde was op ‘Roach Powder’ (1995) echter weinig meer over en het verbaasde me dan ook niet dat de band korte tijd later uit elkaar viel. Dit tot groot verdriet van mijn vrouw Ma­rij­ke die tot op de dag van vandaag het debuut als referentie neemt als ik haar nieuwe muziek wil laten horen: ‘Is het net zo goed als Skintrade?’, zegt ze dan. De vlag mag weer in top in huize van Rijswijk, want vier originele leden hebben een nieuw album opgenomen: zanger Matti Alfonzetti, gitarist Ste­fan Bergström, bassist Håkan Calmroth en drummer Håkan Måsen Persson. Alleen gitarist George Bra­vo doet niet meer mee, waardoor Alfonzetti nu ook de gitaar ter hand neemt. Skin­trade klinkt anno 2014 nog net zo energiek als twintig jaar geleden, dat maken nummers als „Monster” en „Liar” meteen duidelijk. De funk- en rapinvloeden zijn grotendeels uit de muziek verdwenen. Wat resteert zijn meeslepende hardrocknummers, voorzien van geweldige zang en smaakvolle gitaarsolo’s, die het best tot uiting komen in de prachtige ballads „Wild One” en „Been To The Bottom”. Welcome back!


VANDEN PLAS

Chronicles Of The Immortals – Netherworld

(Frontiers/Rough Trade)
.
Patrick Lamberts
83

‘Chronicles Of The Immortals – Netherworld’ is het eerste deel van wat een tweeluik moet worden. Het Duitse multi-talent Andy Kuntz van Vanden Plas sloeg ervoor zijn handen ineen met de Duitse bestsellerauteur Wolfgang Hohlbein, bedenker van de kronieken over sterfelijkheid die hier centraal staan. Samen creëerden ze een musical met negentien begeleidende nummers, waarvoor zanger/gitarist Kuntz eveneens de hoofd­rol kreeg toegewezen. Na afloop bewerkte hij de muziek van het stuk voor een Vanden Plas-album. Hij heeft zich vurig laten inspireren door de mystieke wereld die Hohlbein heeft geschapen. Zelden klonk de artiest zo bevlogen. Je wordt als luisteraar moeiteloos meegenomen in het verhaal, dat vlot van start gaat en op dynamische wijze wordt gepresenteerd. Helse spervuren aan gitaarriffs met dubbele bassdrums (o.a. „Godmaker”) staan in scherp contrast met rustige pianostukken met engelenzang (o.a. „A Ghosts Requiem”). Het album trekt in een daverende, maar gemoedelijke vaart aan je voorbij en hoewel maatsoorten en tempo’s elkaar veelvuldig afwisselen, overdrijft Kuntz nergens. Vanden Plas overtuigt niet met elke plaat, maar heeft zich met ‘Chronicles Of The Immortals – Netherworld’ onsterfelijk gemaakt in de progressieve metalwereld. Laat deel twee maar komen.