10xEremetaal November 2014

 

10xEremetaal in November 2014

 

AT THE GATES

At War With Reality

(Century Media/Universal)
Wouter Dielesen
85

De reünie van At The Gates is bijna vier jaar oud, maar pas nu verschijnt er nieuw studiowerk. ‘At War With Reality’ is dan wel meteen een van de meest geanticipeerde metalplaten van dit jaar. Kan deze release zich meten aan ‘Slaughter Of The Soul’, misschien wel het belangrijkste melodieuze death metalalbum van de jaren negentig? Helemaal omdat de band aanvankelijk aangaf geen heil te zien in het schrijven van een plaat die fans toch alleen maar zou teleurstellen. Het nieuwe werk kwam er evengoed. De bezetting bleef met Tomas Lindberg (zang), Anders Björler (gitaar), Martin Larsson (gitaar), Jonas Björler (bas) en Adrian Erlandsson (drums) gelijk aan die van de iconische voorganger. Ook koos de groep opnieuw voor producer Fredrik Nordström. Anders dan bij herenigde metalinstituten als Carcass en Sanctuary slaat de reünieplaat van At The Gates echter niet direct in als een bom. Vergeleken met zijn voorganger, is ‘At War With Reality’ een dijk van een melodieuze death metalplaat. Een echt onuitwisbare indruk maakt het album echter niet. Daar klinkt het wat te veilig voor, de agressieve raspgrunts van Lindberg ten spijt. Pas na enkele luisterbeurten vallen de songs op hun plaats en blijkt het materiaal vol te zitten met geweldige riffs en memorabele momenten, zoals in „The Circular Ruins”, „Heroes And Tombs”, „The Con­spi­racy Of The Blind” en „Upon Pillars Of Dust”. Die zijn helaas niet voldoende om de ijkplaat van bijna twintig jaar geleden te overtreffen. Wat dat betreft sloegen dubbelspelers Erlandsson en Jonas Björler met het nieuwe album van The Haunted (‘Exit Wounds’) de spijker onlangs net iets beter op de kop.


 

CAVALERA CONSPIRACY

Pandemonium

(Napalm/PIAS Rough Trade)
Robert Haagsma
82

De tijd is genadeloos. We zien dat maar al te vaak terug in bands die langzaam beroofd worden van hun bevlogenheid, agressie en relevantie. Max Cavalera en zijn broer Iggor, de spil van Cavalera Conspiracy, weten zich daar voorlopig aan te onttrekken. De mannen besloten om eens niet maanden in een studio te bivakkeren, maar om na het uitwisselen van wat ruwe demo’s het album zo snel mogelijk op te nemen. Die werkwijze was ingegeven door een behoefte om mentaal terug te keren naar hun vroege jaren in Brazilië, toen ze op hun slaapkamertjes hun eerste akkoorden en drumpartijen bedachten. Het is gelukt. ‘Pandemonium’ is een brok ontketende agressie. Het tempo ligt hoog. Er is geen groove te bekennen. Alles draait om snelheid. De akkoorden zijn droog en fel. Max Cavalera heeft in geen jaren zo venijnig geklonken. Toch wordt er niet alleen maar lompe bruutheid over ons uitgestort. „I, Barbarian” is opgetuigd met allerlei geluiden, waardoor het de sfeer van opgekropte agressie even breekt. Gitarist Marc Rizzo strooit gierende gitaarsolo’s in het rond, zoals in „Insurrection”, terwijl nieuwkomer Nate Newton (bas, tevens Converge) klinkt alsof hij al jaren onderdeel van de samenzwering is. Echt superieure songs staan er niet op ‘Pandemonium’, maar daar leek het ditmaal niet om te doen te zijn. Het album overtuigt puur op basis van het heilige vuur.


 

CROBOT

Something Supernatural

(Nuclear Blast/PIAS)
Robert Haagsma
80

In de Amerikaanse band Crobot komen invloeden samen van allerlei groepen waar ik wel wat mee heb. De uitzinnige vocalen van Brandon Yeagley herinneren aan Robert Plant (Led Zeppelin) en Chris Cornell (Soundgarden, Audioslave) in hun beste dagen. Hoor hem maar eens jubelen in „Skull Of Geronimo”. De ambachtelijke jarenzeventig-sound vormt weer een lijn naar een band als Wolfmother, terwijl het springerige gitaarwerk en de ronkende grooves geworteld lijken te zijn in Rage Against The Machine’s beste werk. Toch is de uit Pennsylvania afkomstige formatie op dit debuutalbum veel meer dan de optelsom van die invloeden. Crobot trad de afgelopen jaren veel op en ontwikkelde op die podia een eigen geluid, dat zowel robuust als compact is. Het is een live-energie die verpakt is in stuk voor stuk uitstekende songs, vol variatie tussen intense en meer ingetogen momenten. „La Mano De Lucifer”, het genoemde „Skull Of Geronimo” en „Cloud Spiller” zijn daar overtuigende voorbeelden van. Tot nu toe beperkte het succes van de band zich vooral tot eigen land. Ik ben benieuwd waar dit album Crobot in onze contreien gaat brengen.


 

DEVILMENT

The Great And Secret Show

(Nuclear Blast/PIAS Rough Trade)
André Verhuysen
75

Dat de klad er een beetje in zit bij Cradle Of Filth bewezen de bezoekersaantallen tijdens de laatste Europese tournee. Ondanks een bijzonder interessante opwarmer in de vorm van Behemoth liep het nergens storm. Integendeel zelfs. De band heeft de laatste jaren ook veel weg van een duiventil; muzikanten komen en gaan in rap tempo. Kortom, Cradle Of Filth bevindt zich in een neerwaartse spiraal. Zanger Dani Filth zal het ongetwijfeld met lede ogen aanzien. Het aanbod om bij een andere band in te stappen kon wat hem betreft waarschijnlijk niet op een beter moment komen. Je kunt maar beter meerdere ijzers in het vuur hebben zal hij denken. Wat dat betreft is het een goede zaak dat Devilment geen black metal maakt. Wat dan wel? Daar is moeilijk een vinger op te leggen. Het is namelijk een mengelmoes van verschillende metalstijlen, uiteenlopend van het ritmische van Rammstein tot de bombast van Epica. Het opvallendst aan Devilment zijn de grooves, die bij vlagen enorm pakkend en van uitzonderlijke schoonheid zijn. Petje af daarvoor. Jammer genoeg worden die grooves niet altijd verpakt in songs met kop en staart. Devilment springt nog iets te veel van de hak op de tak. Aangezien het hier een debuutalbum betreft gunnen we Devilment op dit punt het voordeel van de twijfel. En Dani Filth? Tja, Dani praat, piept, mompelt en gilt zoals we van hem gewend zijn. Zingen in de ware zin van het woord kan hij nu eenmaal niet. Maar ja, op de een of andere manier werkt het wel.


 

KONG

Stern

(Kongenial/Suburban)
Robert Haagsma
80

Kong is wat mij betreft een van de beste, meest eigenzinnige bands die zich de afgelopen decennia in Nederland aandiende. Hun eerste jeugd leverde al erg veel goede muziek op. Het spreekt voor zich dat ik blij was dat Kong zich na een lange pauze in 2007 weer meldde. De comeback werd namelijk bezegeld met twee uitstekende nieuwe albums: ‘What It Seems Is What You Get’ (2009) en ‘Merchants Of Air’ (2012). Die goede lijn wordt doorgetrokken met dit nieuwe album ‘Stern’. Maar dat is niet het enige goede nieuws. Op de vorige albums hadden de elektronische invloeden stevig de overhand gekregen. Op ‘Stern’ staat de gitaar weer centraal. Vooral de eerste vier, vijf songs zijn sterk verwant aan het oude werk van de band, maar dan in een actuele verpakking. „Surfing Narrative Waves” lijkt wat elektronischer te beginnen, maar ontvouwt zich tot een song met werkelijk prachtige melodieën. En ook al blijven allerlei spannende accenten opduiken, ook op het vervolg van het album blijft de gitaar prominent in de mix staan. Terwijl ik niets had tegen de meer experimentele kant van Kong – integendeel! – ben ik toch heel erg in mijn schik met dit nieuwe album. Het is als een oude vriend die na jaren weer opduikt, maar geen dag ouder geworden is.


 

ORANGE GOBLIN

Back From The Abyss

(Candelight/Bertus)
Stan Novak
85

Tijdens het promotiepraatje van voorganger ‘A Eulogy For The Damned’ verkondigde zanger Ben Ward dat die plaat wel eens cruciaal zou kunnen zijn voor de toekomst van de band. De bestaande status consolideren was namelijk het minste dat werd verwacht. Nu twee jaar later ‘Back From The Abyss’ verschijnt kan gesteld kan worden dat de populariteit van het Britse stonervijftal niet in het slop zit. Niet vreemd, want geen enkel album van dit stijlvaste clubje stelt teleur. Enkel ‘Coupe De Grace’ uit 2002 viel een beetje uit de toon. Ook ‘Back From The Abyss’ past wederom als een strak gestreken hemd. Nieuwe impulsen kom je niet tegen, maar de band heeft op deze achtste plaat het beste in zich weten boven te halen. De collectie songs is namelijk ijzersterk. Met „Sabbath Hex” en „Übermensch” schiet de band op overdonderende wijze uit de startblokken om daar met „The Devils Whip” nog eens vol over heen te gaan. Deze oerknaller legt de invloed van Mötorhead er dubbeldik bovenop en wordt ongetwijfeld een echte livekraker. „Demon Blues” is vervolgens een midtempo stamper met verrassende melodielijnen, terwijl „Heavy Lies The Crown” wedijvert met het beste dat de band ooit schreef op het pseudopsychedelisch vlak en uiteindelijk ontaardt in een echte krijgersong. „Into The Arms Of Morpheus” is de gebruikelijke brok doom en zo kunnen we nog wel even doorgaan. We zijn immers pas halverwege, maar de plaat kan dan al niet meer stuk. De overige songs doen vervolgens geen afbreuk want de songs klinken even aansprekend als de titels: „Bloodzilla”, „Titan Download” en „The Shadow Over Inns­mouth”. Orange Goblin heeft zichzelf met ‘Back From The Abyss’ ontstegen en levert misschien wel de beste plaat uit een toch al geslaagde carrière af. Op naar nummer negen!


 

SCAR SYMMETRY

The Singularity, Phase 1: Neohumanity

(Nuclear Blast/PIAS Rough Trade)
Robert Haagsma
80

We leven in een tijd waarin technologie een alsmaar grotere rol speelt, weet ook de Zweedse band Scar Symmetry. Dat geldt vooral voor kunstmatige intelligentie, die steeds meer die van ons mensen overtreft. Die ontwikkeling roept allerlei vragen op. Hoe groot moet de rol daarvan worden? En hoe voorkomen we dat er een tweedeling in de maatschappij ontstaat tussen mensen die zich wel of niet aanpassen? Het zijn prangende kwesties die aan bod komen in het meest ambitieuze project waar de band Scar Symmetry zich tot nu toe aan waagde. Het zal uitgewerkt worden in een trilogie, waarvan dit vanzelfsprekend het eerste deel is. Het is een boeiend thema, dat bovendien prima aansluit bij de sound van de band: melodieuze death metal, met een grote rol voor elektronische accenten. Sinds 2008 wordt het geluid van de band bepaald door twee zangers: de zuiver zingende Lars Palmqvist en de gruntende Robert Karlsson. Ze wisselen elkaar, Fear Factory-style, ook op dit album regelmatig af. Het is een dualisme dat ook de muziek kenmerkt. De death metalwortels klinken nog duidelijk door, maar de weelderige keyboardpartijen en andere melodieuze accenten zijn er ook weer. Het zijn allemaal ingrediënten die de basis vormen voor een boeiend album, vol afwisseling, sterke songs en teksten die tot nadenken aanzetten. Een boeiend begin van het drieluik.


 

SIXX: A.M.

Modern Vintage

(Eleven Seven/ADA/Warner)
Ron Willemsen
79

Sixx: A.M. heeft de tijd genomen voor hun derde plaat, na ‘The Heroin Diaries’ en ‘This Is Gonna Hurt’ overigens de eerste die het zonder begeleidend boek moet stellen. Dat de heren Sixx, Ashba en Michael het op ‘Modern Vintage’ sowieso over een andere boeg gooien wordt al bij openingsnummer „Stars” duidelijk; we horen veel elektronica en drums die uit de computer komen. „Gotta Get It Right” is vervolgens erg poppy en bevat een marstempo, terwijl het donkere „Relief” en het theatrale „Get Ya Some” refereren aan ‘The Heroin Diaries’. Tekstueel zoekt Sixx: A.M. het nog steeds in de hoek van misbruik, verslaving, dood en paranoia met onderliggend de positieve boodschap van hoop en overwinning. Die zware thematiek wordt dus verpakt in lichte, behoorlijk poppy muziek. In tegenstelling tot z’n voorgangers, die op mij direct een verpletterende indruk maakten, moet ‘Modern Vintage’ duidelijk groeien. Nummers als „Let’s Go” en „Gimme A Love” zijn stevige rocksongs, terwijl „Hyperventilate” een leuk uptempo deuntje is, maar dan wel voorzien van een tekst over wanhoop en paniek. „High On The Music” is het meest alternatieve nummer, waarna wordt geëindigd met twee vreemde eenden in de bijt. Allereerst „Miracle”, een jaren-zeventig-disco/funknummer in de stijl van Bee Gees en tenslotte „Before It’s Over”, een Elvis-achtig lied met hoempa-orkestje in ragtime-stijl. O ja, ‘Modern Vintage’ bevat ook nog een matig uitgevoerde cover „Drive” van The Cars.


 

SOEN

Tellurian

(Spinefarm/Caroline)
Patrick Lamberts
83

Tool is verwikkeld in een handvol lastige rechtszaken en wanneer er eens een nieuw album komt, weet niemand. Karnivool heeft vorig jaar het prima ‘Asymmetry’ uitgebracht en op de opvolger van ‘The Dreamer’s Hideaway’ van het Franse Klone moeten we nog even wachten. Moeten liefhebbers van groovende, mathematische metal zich dan in de tussentijd vervelen? Echt niet! Want net als voorganger ‘Cognitive’ is ook ‘Tellurian’ weer een te gek album geworden van Soen, de band met geweldenaar Martin Lopez (ex-Opeth) op drums. Bassist Steve DiGiorgio (Death, Testament) is er niet meer bij, maar vervanger Stefan Stenberg doet niet voor hem onder. Hij is zelfs opvallend op de voorgrond gezet door gitarist/producer Kim Platbarzdis en mixer David Bottrill (Tool, King Crimson, Muse). Je kunt wederom niet anders concluderen dan dat Tool een belangrijke inspiratiebron is voor Soen, maar op ‘Tellurian’ toont de band wel iets meer een eigen smoel, met originele ideeën, zoals het fraai gedramatiseerde slotstuk van ‘Tabula Rasa’. Er zijn ook Opeth- en Riverside-achtige trekjes te bespeuren, respectievelijk in de explosieve drumpartijen en zalvende zangmelodieën, maar een nummer als ‘Koniskas’ is onbetwistbaar Tool. Het mag de pret niet drukken, want ‘Tellurian’ vult op eervolle wijze de leegte die de Amerikaanse band al acht jaar achterlaat.


 

DEVIN TOWNSEND PROJECT

Z2

(InsideOut/Universal)
Robert Haagsma
85

‘Z²’ (oftewel ‘Ziltoid in het kwadraat’) is de titel van de meest ambitieuze onderneming van de Canadees Devin Townsend tot nu toe. Het zijn eigenlijk twee albums: ‘Sky Blue’, een soloplaat die hij maakte als de Devin Townsend Project en het conceptalbum ‘Dark Matters’, wat een vervolg is op ‘Ziltoid The Omniscient’ uit 2007. Het kende dan ook een lange aanloop. De eerste contouren werden al zichtbaar in een reeks uitzendingen voor een radiostation in Londen. Naar verluidt komt er ook een televisieserie die gebaseerd is op de thema’s. Er volgen ook nog een documentaire en een stripboek. Een nieuwe wereldtournee completeert het multimediale project. In muzikaal opzicht trok het genie – een woord dat ik niet lichtvaardig gebruik – alle registers open. De hoeveelheid muziek is zo overweldigend dat het lastig is om bepaalde songs uit de albums te lichten. Zowel ‘Sky Blue’ als ‘Dark Matters’ zitten barstensvol ideeën, al zijn de verschillen natuurlijk groot. Het eerste werkstuk is een verzameling losstaande songs, waarin een krankzinnige hoeveelheid stijlen samenvloeit. Metal, klassiek, pop, dance en nog veel meer. De nummers zijn soms heel klein, maar koren blazen passages regelmatig op tot Wagneriaanse proporties. Een aanzienlijk deel van de nummers wordt gezongen door Anneke van Giersbergen, die opnieuw laat horen dat ze in deze omgeving optimaal tot haar recht komt. Wat een stem! De bombast neemt nog grotere vormen aan op ‘Dark Matters’, dat ons voert langs overweldigende epossen, gesproken delen en filmische geluidseffecten. Welke vorm Devin Townsend ook voor zijn songs kiest, altijd zijn er die prachtige, meeslepende melodieën. ‘Z²’ is een dubbelaar om vaak te ondergaan, waarbij zich telkens weer nieuwe lagen ontwaren.